Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Bothuyne heeft het woord.
Voorzitter, we gaan van de voortuin naar de woning, er zit een logische opbouw in de agenda van vandaag. In die woningen staan we ook voor heel wat uitdagingen, minister. U bent daar al een tijdje mee bezig.
50 procent van onze woningen is ouder dan 50 jaar, vaak niet zo energiezuinig, met vaak veel ruimte voor verbetering op dat vlak. De technologiefederatie Agoria heeft vorige week met een studie de uitdaging op scherp gesteld. De studie van professor Albrecht kwantificeert een aantal problemen die al bekend waren, maar duidt nu op de mening van Vlaamse eigenaars die blijkbaar fout zijn. Ze schatten de eigen woning veel energiezuiniger in dan ze in werkelijkheid is. Ze onderschatten tevens de nodige investeringen.
Wat de studie interessant maakt, is de kwantitatieve vaststelling dat tot 59 procent van de gezinnen de klimaatrenovatie niet zelfstandig kan financieren. Een groot deel – zowat 10 procent – van de eigenaars komt tot 50.000 euro te kort. Uit analyse blijkt dat vooral huishoudens met een maandelijks equivalent inkomen van 3000 euro en meer alle noodzakelijke renovatiekosten kunnen financieren, terwijl het gemiddelde equivalent inkomen een goede 2000 euro bedraagt. Daar zit een aanzienlijk verschil op.
Er is een enorme meerwaarde gekoppeld aan de energetische renovatie van een woning, zowel voor het klimaat als voor de waarde van de woning als voor het inkomen van de bewoner. Er zit een win-win-win in. Dat kan verder ook voor de relance van de economie belangrijk zijn.
Minister, hoe kunnen we ervoor zorgen dat elke Vlaming, ook die met een beperkter inkomen, voldoende middelen heeft om zijn of haar gezinswoning energiezuinig te maken?
Minister Demir heeft het woord.
Mijnheer Bothuyne, ik was ook – virtueel weliswaar – aanwezig op de studiedag van Agoria waar dat onderzoek kenbaar werd gemaakt. Dat bevestigde het gegeven dat we fors moeten investeren, anders gaat het niet lukken. Het blijft een dure bedoening, een huis energetisch renoveren.
Daar hebben we in het kader van de relance – en ik ben blij dat de Vlaamse Regering daarin fors zal investeren – 440 miljoen euro extra voor uitgetrokken. We zullen dat rechtstreeks besteden via de gezinnen, dat komt toe aan de Vlamingen die hun huis aanpakken. We zullen de keuze moeten maken waar we die 440 miljoen euro gaan inzetten. Uiteraard zal er rekening gehouden worden met mensen die het moeilijker hebben. 40 miljoen euro gaat sowieso naar het Noodkoopfonds. 400 miljoen euro zullen we natuurlijk effectief moeten verdelen. Daarnaast, nog veel belangrijker, maken we werk van – dat is een probleem, de mensen zien door de bomen het bos niet meer – een eengemaakte woningrenovatiepremie, die we vanaf 2022 laten starten.
En ook belangrijk is het nieuwe EPC. De kandidaat-koper mag absoluut niet te veel betalen. Men moet rekening houden met welke kosten men nog moet maken. Het nieuwe EPC maakt een raming van de kosten. We zien nu al dat kandidaat-kopers voor huizen met een laag EPC, met label E, ongeveer 11 procent minder betalen dan bijvoorbeeld voor een woning met een label B.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoord. Deze regering heeft inderdaad een aanzienlijk budget ter beschikking gesteld om te investeren in de renovatie van woningen. Dat is essentieel. Maar deze studie toont ook heel uitdrukkelijk aan dat we die middelen doelgericht moeten inzetten en dat we ervoor moeten zorgen dat mensen die een beperkter inkomen hebben, hogere steun kunnen krijgen. Wat ons betreft kan dat met het onbeperkt ter beschikking stellen van renteloze leningen, onbeperkt qua doelgroep dan. U hebt een bedrag van 60.000 euro per renteloze lening voorzien. Dat lijkt te kloppen met het bedrag dat nodig is volgens deze studie.
Maar daarnaast moeten we ook inkomensgerelateerde energiepremies ter beschikking stellen, en dan komen we bij de eengemaakte premie, waar u met minister Diependaele aan werkt. Ik hoop dat u daar bijzonder snel werk van maakt en op die manier de terugverdientijd voor mensen die willen investeren in hun woning, kunt terugdringen.
Een andere vraag is hoe u die mensen extra denkt te gaan bereiken. We weten wat we moeten doen, we weten wat de uitdaging is, maar heel veel eigenaars zijn zich niet bewust van die uitdaging. Hoe zult u hen bereiken?
De heer Danen heeft het woord.
Energiezuinige woningen zijn een van de belangrijkste relancemaatregelen. Ik ben daar echt van overtuigd. Ik stel vast dat we al jaren in dit parlement aan het zoeken zijn naar manieren om dat op een zo efficiënt mogelijke manier te doen.
Minister, er is al veel geprobeerd, en ook de vorige regering heeft dat gedaan, maar de renovatiegraad is niet in gelijke mate gestegen. Ik betreur dat ook wel. Ik zou u willen vragen om de mensen op het veld, bepaalde middenveldorganisaties maar ook Stebo bijvoorbeeld, bij ons in Limburg, maximaal te betrekken bij het project omdat zij vaak weten wat werkt en wat niet werkt. Dat heeft niet altijd alleen te maken met geld, dat heeft ook te maken met gewoon niet weten hoe eraan te beginnen bijvoorbeeld of niet te weten waar de verschillende faciliteiten zijn om die renovatie te kunnen doen. Ik zou u echt willen vragen om dit te doen. Mijn vraag is: wilt u dat doen om ervoor te zorgen dat de middelen zo efficiënt mogelijk ingevuld zullen worden?
De heer Schiltz heeft het woord.
Dank u wel, minister. De inleiding is uitvoerig gezet en wij zullen u uiteraard aanmoedigen om daar succes in te boeken.
Uit de studie weten we dat de slechtste huizen worden gekocht door de mensen met het minste geld, omdat ze goedkoper zijn. Dat is logisch want ze zijn slecht. Dat zijn net die mensen die geen geld hebben om die renovaties te doen. U haalt terecht de verhoging van het budget aan, dat is prima.
Maar er is nog iets meer. Mensen die maar net het hoofd boven water kunnen houden en maar net een huisje hebben kunnen kopen, hebben niet alleen geld te kort maar moeten ook ontzorgd worden. Wat moeten ze doen? Wie kan hen assisteren? Gaan ze nog in hun huis kunnen wonen tijdens de renovatie? Hoe moet die renovatie gepland worden? Waar moeten ze voor opletten als ze een aannemer inschakelen? En dus, minister, is mijn vraag, of u ook initiatieven voor ontzorging zult nemen om de extra middelen die u hebt op uw departement succesvol en efficiënt te kunnen inzetten?
De heer Tobback heeft het woord.
Ik heb hier voor mij dezelfde studie als waar collega Bothuyne zijn vraag op gebaseerd heeft. Ik neem aan dat alle collega's ze ook hebben gezien en gelezen, maar ik vraag me toch af of we dezelfde studie voor ons hebben liggen. Ik citeer er drie dingen uit. Voor de grote meerderheid van de woningen in Vlaanderen die een correcte energetische renovatie zouden moeten doen tegen 2050, zijn er kosten tussen de 45.000 en 55.000 euro. Om dat te kunnen financieren met een lening of met wat dat ook, moet je een equivalent inkomen hebben dat hoger is dan 3000 euro, en dat heeft slechts 10 procent van de eigenaars. Dus een op de tien is in staat om dat te doen zoals u denkt dat het zou moeten gebeuren. 78 procent van de eigenaars wil geen leningen aangaan voor renovaties.
En toch – en we voeren deze discussie nu al maanden – probeert deze Vlaamse meerderheid keer op keer te zeggen: met een paar premies van duizend euro en met een leningsmogelijkheid gaan we het allemaal oplossen. Leeft u in een parallelle realiteit, waarbij u studie na studie gaat vaststellen dat het toch niet gaat lukken? Of bent u gewoon nu al bereid om te zeggen: we gaan het eigenlijk niet doen, we gaan veel zeggen, maar we gaan het niet doen? Want dat is waar het op neerkomt.
De heer Van Rooy heeft het woord.
Wat men natuurlijk vergeet, hoewel ik daar in de vraagstelling van de heer Schiltz wel iets over heb gehoord, is dat renoveren niet alleen geld kost, maar dat het ook enorme kopzorgen en een enorme last met zich meebrengt. Men vraagt of de Vlaamse Regering iets gaat doen om die mensen te ontzorgen, maar ik vraag mij dan af wat dat concreet betekent. Ik neem aan dat de Vlaamse Regering niet voor al die mensen een hotel zal betalen waar ze dan maanden of weet ik hoe lang in kunnen vertoeven. Ik denk dus dat dat een enorme blinde vlek is bij deze poging tot het energetisch renoveren van woningen.
Ik zou er tot slot ook hier opnieuw voor willen waken dat mensen uiteindelijk worden verplicht om hun woning energetisch te renoveren, want ik voel dat dat soort mentaliteit altijd maar dichter sluipt, die groene waanzin die daaraan vasthangt. Wij zullen er nooit in meegaan dat mensen worden verplicht om hun woning energetisch te renoveren.
De heer Gryffroy heeft het woord.
We moeten wel goed opletten, collega Tobback. We hebben het hier wel over de eigenaars van de woningen. Dat zijn niet altijd de gebruikers.
De basis is natuurlijk dat we moeten proberen te kijken om de woning zo goedkoop mogelijk te kunnen verwerven. We zien in diezelfde studie ook dat de prijzen dankzij het EPC-label dat je moet halen, gezakt zijn met 10,9 procent. Dat is dankzij de EPC+, waarin men duidelijk ziet, wanneer men iets koopt, wat men moet doen om een bepaalde norm te halen. En dat is volgens mij de basis die moet gebeuren. Dat zal straks ook verder besproken worden in het verzameldecreet. We hebben dat vorige week ook besproken bij de vraag om uitleg.
We hebben een amalgaam van maatregelen. De EPC+, waarbij men heel goed kan zien wat men moet doen en wat het kost om een bepaald label te halen, zou gebaat kunnen zijn bij een hogere autoriteit van dat label, minister. Wat gaat u eventueel doen qua communicatie, of met de administratie, om dat label nog meer waarde te geven, zodat mensen er inderdaad geloof aan hechten en waardoor ook de prijzen van de woningen kunnen dalen?
Minister Demir heeft het woord.
Ik sta toch wat positiever in het leven, collega Tobback. Ik geloof wel dat we met alle maatregelen die we hebben, en vooral het budget – want dat is ongezien – van 440 miljoen euro extra dat rechtstreeks naar de Vlaming zal gaan. Ik weet niet of u daarbij stilstaat.
Ten tweede gaan we ook ontzorgen. Als ik spreek over een eengemaakte woningrenovatiepremie, dan gaat het vooral over alle energiepremies die we hebben. En dat zijn er een pak. U moet uw boek maar eens opendoen. Dat is ongelooflijk, om te weten waar je eigenlijk recht op hebt. En daar begint het al. Dat is al een kopzorg op zich. Daarnaast heb je bij Wonen ook een reeks premies. We hebben nu met collega Diependaele gezegd dat we van al die bestaande premies één premie gaan maken. Die oefening loopt al. Daar zal natuurlijk een hele backoffice achter zitten, maar daar moet degene die gaat renoveren, zich niet meer mee bezighouden.
We gaan natuurlijk ook samenwerken met de energiehuizen. Ook die gesprekken voeren we. Zij hebben heel veel kennis en expertise als het gaat over het begeleiden van heel wat gezinnen om te gaan renoveren.
Ik wil er tot slot duidelijk op wijzen dat het niet gaat over een paar premies van 1000 euro. Als ik alleen al kijk naar de labelpremie voor energetische woningen die vanaf januari volgend jaar in werking treedt, gaat dat tot 5000 euro. Dat is dus heel wat. Er is ook de kosteloze energielening tot 60.000 euro. Men kan kiezen om die te spreiden over een periode tot 20 jaar. Men kan dat echt aangepast doen op maat van degene die renoveert. Dat zijn dus heel wat maatregelen. Ontzorgen zit daarin.
Collega's, we hebben inderdaad met deze meerderheid niet gekozen om een verplichting in te voeren voor de gezinnen. We hebben wel gezegd dat we zoveel mogelijk financieel ondersteunen en zoveel mogelijk ontzorgend gaan werken. Uiteraard zullen we de nodige middenveldorganisaties betrekken, maar we staan echt voor een heel grote opdracht.
We gaan de komende jaren jaarlijks 95.000 woningen renoveren. We moeten dat doen, gewoon al voor het comfort van diegenen die daar wonen, maar ook voor de energiefactuur en voor de CO2 die we op die manier naar beneden halen. En het is natuurlijk ook goed voor de bouwsector.
Vandaar dat de Vlaamse Regering alles op alles zet – en ik heb ook vele collega's in de commissie gehoord – om voort te doen met dit onderdeel. Ook op de studiedag van Agoria was men heel enthousiast. Het renovatieplan – collega Bothuyne, u weet dat ook – is door het Europees Studiecentrum als tweede beste van Europa bevonden, samen met Finland.
Ik denk dat we nu gewoon aan de slag moeten gaan. De Vlaming is geboren met een baksteen in de maag. Als we de nodige ondersteuning geven, moeten we echt wel slagen in dit opzet.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Minister, we staan inderdaad voor een gigantische uitdaging. 95 procent van de woningen in Vlaanderen voldoet niet aan de normen voor 2050. Maar er is hoop, er is budget: 440 miljoen euro van de Vlaamse Regering. Er zijn ook middelen vanuit Europa die via de Green Deal tot bij ons komen. Er zijn ook de juiste instrumenten: geen verplichting maar renteloze leningen tot 60.000 euro waarbij voor ons die doelgroep zo breed mogelijk moet zijn zodat iedereen effectief middelen heeft om innovaties te doen. Die premies moeten ééngemaakt zijn, duidelijk zijn en zeker voldoende hoog zijn. Het gaat inderdaad niet over een paar duizend euro. Ik denk dat we naar premies gaan die inkomensgerelateerd zijn, die fors moeten zijn en die boven 15.000 euro zullen gaan voor een volledige renovatie van mensen met een beperkter inkomen.
Tot slot moeten we ook zorgen voor ontzorging en moeten we samen met de lokale besturen en het middenveld en de Energiehuizen ervoor zorgen dat mensen het zien zitten om die woning te renoveren, hen ondersteunen en het ook mogelijk maken. Het is goed voor hun energiefactuur, het is goed voor het klimaat, het is goed voor de economie.
Het is een heel mooie opdracht, minister en we zullen u ten volle steunen.
De actuele vraag is afgehandeld.