Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Rzoska heeft het woord.
Minister-president, net als u vind ik 11 juli een Vlaamse feestdag die ik een belangrijk moment vind. Ik denk dat het voor u geen verrassing is. Een gemeenschap heeft dergelijke feestmomenten nodig. Ik noem het vaak: eenheid in verscheidenheid.
Voorzitter, op dat vlak moet ik ook het Vlaams Parlement feliciteren. Het filmpje dat op 11 juli 2020 vanuit dit huis is gelanceerd, zit zeer dicht bij het Vlaanderen dat ik koester, een Vlaanderen met veel diversiteit en met mensen die heel wat zaken met elkaar delen.
Maar tegelijkertijd, collega’s, kunnen we ook niet blind blijven voor het feit dat er vaak ook nog argwaan blijft bestaan ten opzichte van die Vlaamse feestdag. Wij zien die signalen langs heel wat kanten opduiken. Daar, minister-president, speelt u als voorzitter van de Vlaamse Regering, als minister-president, een cruciale rol in. Het beeld waarbij u bijna schouder aan schouder zit met extreemrechts aan de vooravond van 11 juli ondergraaft dat draagvlak voor die feestdag. Dat is jammer want veel van uw voorgangers hebben gewerkt aan dat draagvlak.
Mijn concrete vraag is: hoe wilt u als minister-president die brede invulling van de identiteit die onze gemeenschap vormt, en dus ook van meer diversiteit, versterken?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Dank u wel, mijnheer Rzoska. Beste collega’s, de Vlaamse feestdag is inderdaad een prachtige feestdag en een feestdag voor elke Vlaming. Ik vind het dan ook oprecht jammer dat deze prachtige viering nu in een negatief daglicht wordt gesteld. Sommigen verkiezen blijkbaar provoceren boven verenigen. De viering in Kortrijk – daarover gaat het want er zijn tal van vieringen.
Collega D’Haese, zou u alstublieft uw mondmasker willen opzetten? U zit nogal dicht bij de minister-president, ik wil niet dat u hem met wat dan ook aansteekt. (Gelach en applaus)
U zit dicht bij mij. De contact tracing zou tamelijk eenvoudig zijn als u nu besmet zou geraken. (Gelach)
Maar dat heeft niets te maken met het antwoord op de belangrijke vraag van de heer Rzoska.
De bewuste viering in Kortrijk wordt al jaren georganiseerd door een pluralistisch comité, dat tot hiertoe altijd uitstekend werk heeft geleverd. Zij vragen terecht dat zowel de minister-president als de organisator en de burgemeester van Kortrijk daar een toespraak zouden brengen. Door de coronamaatregelen is de organisatie dit jaar wat laat in gang geschoten. Men wist niet wat kon. Het liep dus lichtjes anders dan de andere jaren. De vrijwilligers van het comité hebben zo goed als ze konden in een mum van tijd deze plechtigheid georganiseerd. Enkel voor de sprekers werden plaatsen voorbehouden. Er waren dus op de eerste rij enkel voor de drie sprekers voorbehouden plaatsen. Op de andere plaatsen konden de ingeschreven toeschouwers vrijelijk plaatsnemen, zodat ze een veilige afstand konden bewaren en niet moesten zoeken naar hun zitplaats. Het was dus niet zo dat die eerste rij was voorbehouden voor de eregasten.
De gasten konden zich online aanmelden om deel te nemen aan het evenement. Er was, zoals de maatregelen het voorschrijven, plaats voor 280 personen. Ik had geen enkele inbreng in wie daar aanwezig was. Iedereen was welkom. Men moest zich dus registreren op die website. De lijst werd voor een veiligheidscontrole overgemaakt aan de politie.
Het is wat mij betreft evident dat volksvertegenwoordigers daar aanwezig zijn. Ik betreur ten zeerste dat een dubieuze figuur met verschillende veroordelingen daar prominent aanwezig was. Voor alle duidelijkheid: ik kende die man tot vorige donderdagavond niet. Het is maar in de pers dat ik dat heb gezien. Ik wist ook niet dat hij daar zat. Mij lijkt het heel penibel dat hij daar prominent op de eerste rij aanwezig was.
Om af te sluiten wil ik erop wijzen dat ik als minister-president heb getracht om van het feestweekend een feest te maken voor elke Vlaming. Ik heb ook een videoboodschap namens de Vlaamse Regering gedaan. Die was gericht aan elke inwoner van deze natie. Daarna volgde mijn toespraak op de Groeningekouter, waarover we het hier hebben. En zaterdag in Brussel heb ik met het uitreiken van de Vlaamse eretekens de personen die de afgelopen maanden het beste van zichzelf hebben gegeven in de bloemetjes gezet. Het ging symbolisch om twee personen, maar eigenlijk ging het om iedereen die ervoor gezorgd heeft dat de maatschappij is blijven voortwerken. Het ging om een poetsmedewerker op intensieve zorg en een kassabediende in een supermarkt. En afsluitend was er dat toch wel prachtige optreden van Will Tura op de Grote Markt in Brussel, die zeer terecht zong: ‘Hoop doet leven’.
Dat is, mijnheer Rzoska, het Vlaanderen waar ik voor sta. Dat is het Vlaanderen waar ik aan werk. (Applaus bij de meerderheid)
De heer Rzoska heeft het woord.
Minister-president, ik stel deze vraag niet om te polariseren maar wel omdat het mij na aan het hart ligt dat u als minister-president van de Vlaamse Regering staat voor alle Vlamingen en niet enkel voor een specifiek deel. Uw uitleg volstaat voor mij ergens wel, maar ergens ook niet. Hij staat zelfs voor een deel in schril contrast met de boodschap die de N-VA-voorzitter van de afdeling Kortrijk vandaag op de website plaatst. Hij heeft het over een schaamteloze en respectloze kaping van een pluralistische manifestatie. Hij wijst duidelijk met een beschuldigende vinger naar de Vlaams Belang-mensen die daar aanwezig waren.
Ik vind dat een essentieel element. Die Vlaamse feestdag mag niet enkel een Vlaams-nationalistische partijpolitieke feestdag zijn. Die gaat veel breder. Je ziet het ook in de samenleving. Kijk naar de kunstenaars die bijvoorbeeld op een heel originele manier aan de slag zijn gegaan met die Vlaamse Leeuw om meer mensen te verenigen rond die Vlaamse feestdag. (Opmerkingen en gelach bij het Vlaams Belang)
Uw voorganger, Geert Bourgeois, heeft in 2015 heel duidelijk die diversiteit op de Vlaamse feestdag in de picture geplaatst. Hij is bijvoorbeeld op 10 en 11 juli bij een iftar aanwezig geweest en heeft daar tegen moslims gezegd: “Het is ook uw feestdag.” Mijn vraag aan u is: wat gaat u de volgende jaren als minister-president doen om ervoor te zorgen dat de diversiteit op de Vlaamse feestdag op een goede manier wordt gerepresenteerd?
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Minister-president, in uw 11 julispeech in Kortrijk stelde u letterlijk: “Laten we allemaal schouder aan schouder staan om onze Vlaamse natie mee vorm te geven.” Als ik dan zie met welke fascistische figuren u letterlijk schouder aan schouder stond, dan pas ik natuurlijk voor dat soort natievorming, en ik denk veel Vlamingen met mij. (Opmerkingen bij het Vlaams Belang)
Ik kende die figuur niet. U kende die figuur?
Laat mij uitspreken. Dat is gewoon een vaststelling, hé. Ik heb dat beeld gezien. Heel veel Vlamingen met mij hebben dat beeld gezien. Ik denk dat heel veel mensen oprecht gechoqueerd waren. Ik wijs u niet met de vinger. Ik geloof uw uitleg dat u daar niet voor verantwoordelijk bent, maar ik hoop wel dat u goed beseft hoe dat is binnengekomen bij veel mensen, samen op de eerste rij op 11 juli.
Mijn oproep vandaag is, minister-president, dat u, dat de organisatie en dat wij allemaal op geen enkele manier mogen toestaan dat onze feestdag, dat onze identiteit wordt gekaapt door dat soort extreemrechtse figuren. Want zolang dat gebeurt, begrijp ik zeer goed dat heel veel Vlamingen geen zin hebben om mee te vieren op 11 juli.
De heer Ronse heeft het woord.
Wat mevrouw Goeman zegt, vind ik echt degoutant. Ze zit hier de indruk te wekken dat de minister-president schouder aan schouder stond, en ze grijpt dat aan om de Vlaamse feestdag, iets wat zeer mooi is, iets wat eigen is aan ons volk, af te breken. Ze misbruikt dat eigenlijk. (Applaus bij de N-VA)
Dat vind ik compleet fout en zelfs walgelijk. Even walgelijk als wat een aantal Vlaams Belangers, zowel parlementsleden als militanten, mij kwamen zeggen. Die hebben mij gezegd: ‘Sorry ten aanzien van alle vrijwilligers van het Guldensporencomité dat een aantal van onze mandatarissen daar prominent een veroordeelde persoon, een crimineel hebben gezet, die in de gevangenis heeft gezeten voor slagen en verwondingen.’ Die hebben gezegd: ‘Dat is niet ons nationalisme.’ Ik hoop ook, collega's van het Vlaams Belang, dat jullie jullie hierover eens goed bezinnen en dat jullie dat ook strikt veroordelen, net zoals een aantal van jullie mensen dat al doen, want het was ook schandalig. (Applaus bij de N-VA)
De heer Brusselmans heeft het woord.
Minister-president, mijnheer Rzoska, terwijl u en uw partijgenoten zich op 11 juli klaarblijkelijk boos maakten over van de aanwezigheid van een of meerdere personen op de viering aan de vooravond van onze Vlaamse feestdag in Kortrijk, waren wij bij het Vlaams Belang nochtans druk in de weer. Met ongeveer 700 vrijwilligers hebben wij op 11 juli tienduizenden Vlamingen bezocht doorheen het hele land. Misschien moet u dat ook eens doen. Dat geldt trouwens ook voor collega Goeman. Kom gerust eens mee op ronde, want alleen door naar de mensen te luisteren, weet u wat er echt speelt bij die mensen. Op 11 juli was dat niet wie er aanwezig was op die viering in Kortrijk, maar wel wat daar is gezegd.
Dan richt ik mij tot de minister-president, want dit moet toch wel de eerste 11 julispeech zijn in de geschiedenis van dit Vlaams Parlement waarin geen enkele communautaire zinsnede te bespeuren was. Nochtans had enkele uren daarvoor Tom Van Grieken, de partijvoorzitter van het Vlaams Belang, de tweede grootste partij van dit land, zich bondgenoot van u verklaard om rechtstreeks de onderhandelingen met Wallonië op te starten. Daarom mijn vraag aan u, minister president: is de N-VA en bij uitbreiding deze Vlaamse Regering ooit nog van plan om de communautaire diepvries te ontdooien? Of was het allemaal maar schone schijn en kiezersbedrog? Aanvaardt u de uitgestoken hand van mijn partijvoorzitter, of zegt u ‘Vive la Belgique’? (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Schiltz heeft het woord.
Collega's, de vraag gaat over de aanwezigheid van een zeer dubieus en bedenkelijk sujet op een van de feestdagen die we allen in ons hart dragen. De burgemeester van Kortrijk heeft dan ook met klem aangehaald dat hij niet zal toelaten dat die viering in zijn stad op die manier wordt misbruikt. De Vlaamse feestdag is een feestdag van ons allemaal. De minister-president heeft daar een goede speech gegeven en, op het moment dat Vlaanderen in de diepste crisis zit sinds de oorlog, een aantal mensen gelauwerd die met man en macht hebben geprobeerd ons Vlaanderen overeind te houden.
Dan past daar niet iemand die in de gevangenis heeft gezeten omdat hij bepaalde mensen van een gemeenschap werkonbekwaam heeft geslagen. Dat past daar niet, mensen die door de rechtbank als ultragepolitiseerd en -gepolariseerd worden omschreven. Wij leven in een warm Vlaanderen, wij vechten en werken ervoor om dat Vlaanderen warm te houden, en zo'n personages horen niet thuis op de 11 juliviering.
Minister-president, ik denk dat uw antwoord klaar en duidelijk is, dat er geen sprake is van wat voor associatie ook, integendeel. Uw aanwezigheid, uw optreden en uw handelen bewijzen net het omgekeerde. U zult daar in de burgemeester van Kortrijk een bondgenoot in vinden. (Applaus bij de meerderheid)
De heer D'Haese heeft het woord.
We hebben het hier over Aurélien Verhassel die naast Dries Van Langenhove op de Vlaamse feestdag aanwezig was. Die man is veroordeeld voor geweld. Die man baat een café uit waar de Hitlergroet brengen normaal is, waar geweld op migranten wordt gepland. Dat is allemaal bekend, dat was allemaal bekend. Van zo iemand vindt het Vlaams Belang het nodig om die uit te nodigen op een feest in Vlaanderen.
Er wordt precies gedaan alsof Dries Van Langenhove de man toevallig is tegengekomen aan de ingang of zo. Zo lomp zijn wij natuurlijk ook niet. Jullie nodigen die elk jaar uit voor de Vlaamse feestdag. Ze hadden verdorie dezelfde sokken aan, dezelfde Vlaams-nationalistische sokjes. (Opmerkingen bij het Vlaams Belang)
Jullie kunnen zelfs niet eens een woord over jullie lippen krijgen om te zeggen dat dat misschien toch wel een heel klein beetje verkeerd was. Propertjes, propertjes.
Minister-president, we kunnen u niet verwijten dat u een speech hebt gegeven waarbij die man aanwezig was als u dat op voorhand niet kon weten. Wat we u wel kunnen verwijten, is dat dit de partij is waar u twee maanden lang mee hebt onderhandeld om een Vlaamse Regering te vormen.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Zoals gezegd, de Vlaamse feestdag is van iedereen. Het valt dan ook te betreuren dat een Franse extremist, veroordeeld voor geweld, daar op de eerste rij aanwezig was. De minister-president is daarover klaar en duidelijk geweest. De vraag lijkt mij dan ook vooral: wie heeft die man daar gebracht? Dat is de vraag die moet worden gesteld boven alle andere vragen.
Ik begrijp dat de nodige stappen zullen worden gezet om ervoor te zorgen dat dat in de toekomst niet meer gebeurt en dat de Vlaamse feestdag van ons allemaal is en blijft. (Applaus bij de meerderheid)
Mijnheer Rzoska, ik heb eigenlijk een heel eenvoudig voorstel om volgend jaar aan te tonen dat de Vlaamse feestdag wordt gedragen door de hele brede Vlaamse samenleving. Laat alle fractieleiders uit dit parlement daar op de eerste rij plaatsnemen. Dan is dat verzekerd. (Applaus bij de meerderheid)
Ik mag er ook nog bij zitten, neem ik aan? Grapje, grapje.
Voorzitter, u moet daar bij wijze van spreken aanwezig zijn want u bent de eerste burger van Vlaanderen. U vertegenwoordigt alle Vlamingen via dit parlement.
Minister-president, ik vind dit een iets te gemakkelijk antwoord en ik zal u zeggen waarom. Er zijn in het verleden wel degelijk ook parlementsleden van Groen aanwezig geweest. Er zijn wel degelijk ook parlementsleden van Groen, waaronder ikzelf, aanwezig geweest op IJzerbedevaarten. Voor ons is dit geen vreemde omgeving. Waar het mij wel om gaat, is wat uw voorganger Geert Bourgeois deze week in de pers verklaarde: de Vlaamse beweging zal alleen maar kunnen blijven bestaan op het moment dat we ook mensen vanuit een diverse achtergrond, diverse Vlamingen laten participeren. Hij heeft daar een actieve rol in gespeeld. Ik vraag van u hetzelfde, dat u als minister-president de volgende keer in de aanloop naar 11 juli ook dat diverse Vlaanderen vertegenwoordigt. Dat was mijn vraag. (Applaus bij Groen)
De actuele vraag is afgehandeld.