Verslag plenaire vergadering
Verslag
Voorstel tot spoedbehandeling
Dames en heren, vanmiddag heeft de heer Peter Van Rompuy bij motie van orde een voorstel tot spoedbehandeling gedaan van het voorstel van decreet van Peter Van Rompuy, Wilfried Vandaele en Willem-Frederik Schiltz tot wijziging van artikel 47 van het decreet van 21 november 2003 betreffende het preventieve gezondheidsbeleid.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Zoals u weet werden er vanmorgen bij het overleg tussen de gemeenschappen en de federale overheid afspraken gemaakt met betrekking tot mensen die uit het buitenland komen en de mogelijkheid die moet worden gecreëerd om een verplichte quarantaine op te leggen.
Minister Beke heeft tijdens de actuele vragen ook uitleg gegeven over het akkoord dat werd bereikt en over de manier waarop dit zal verlopen. Er is een decretale basis voor nodig en die creëren wij met dit voorstel van decreet. De hoogdringendheid is evident, want het is natuurlijk nodig dat dit zo snel mogelijk toegepast kan worden en in werking kan treden.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
Dan stemmen we nu bij zitten en opstaan over het voorstel tot spoedbehandeling.
De volksvertegenwoordigers die het voorstel tot spoedbehandeling wensen aan te nemen, drukken op ‘Ik sta op’.
De volksvertegenwoordigers die het voorstel tot spoedbehandeling niet wensen aan te nemen, drukken op ‘Ik blijf zitten’.
Het voorstel tot spoedbehandeling is aangenomen. Dan stel ik voor dat het voorstel van decreet van Peter Van Rompuy, Wilfried Vandaele en Willem-Frederik Schiltz tot wijziging van artikel 47 van het decreet van 21 november 2003 betreffende het preventieve gezondheidsbeleid onmiddellijk wordt behandeld.
Is het parlement het daarmee eens? (Instemming)
Het incident is gesloten.
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is het voorstel van decreet van Peter Van Rompuy, Wilfried Vandaele en Willem-Frederik Schiltz tot wijziging van artikel 47 van het decreet van 21 november 2003 betreffende het preventieve gezondheidsbeleid.
De algemene bespreking is geopend.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Zoals ik juist al zei, beoogt dit voorstel van decreet een juridische basis te creëren om ambtenaren-artsen de mogelijkheid te bieden om de nodige maatregelen te nemen om personen die het risico hebben gelopen om besmet te worden met COVID-19 tijdelijk in thuisisolatie te plaatsen of in een ziekenhuis te isoleren om mogelijke verspreiding van de infectie tegen te gaan.
Het testen op COVID-19 na risicocontact kan in het begin negatief zijn en men kan in de loop van de incubatieperiode toch nog ziek of positief worden. Momenteel gaan er heel wat mensen met vakantie naar het buitenland. We weten dat er in het buitenland her en der nieuwe lokale haarden ontstaan en dat steden, gemeenten of regio’s opnieuw in lockdown gaan. Het is belangrijk dat dan geageerd kan worden naar de mensen die terugkeren om een heropflakkering in onze eigen regio te voorkomen. De isolatie kan dan noodzakelijk zijn zolang de incubatieperiode van de infectie duurt na het laatste risicocontact.
We hebben daarstraks verwezen naar de manier waarop gewerkt zal worden met kleurenzones: rode, oranje en groene. CELEVAL en Buitenlandse Zaken moeten dit nog activeren en verder uitwerken, maar met dit voorstel van decreet leggen we alleszins de decretale basis en we hopen dat CELEVAL en Buitenlandse Zaken zo snel mogelijk werk maken van de verdere uitwerking van de kleurenzones. Als zij klaar zijn, hopelijk heel snel, heeft Vlaanderen al de decretale basis om die maatregelen mogelijk te maken.
De heer Parys heeft het woord.
Met dit voorstel van decreet komen we tegemoet aan de verzuchting dat dit parlement vandaag heel duidelijk heeft geuit. Er moet duidelijkheid komen over wat er gebeurt als je op reis bent geweest naar een gebied dat ofwel door Buitenlandse Zaken of door CELEVAL is aangemerkt met rood, groen of oranje. Het is belangrijk dat Vlamingen weten waar ze naartoe kunnen gaan op vakantie, dat ze heel duidelijk weten wat ze moeten doen wanneer ze terugkomen uit een gebied met een kleurencode. Dat is wat we hier vandaag doen.
We geven de Vlaamse overheid de mogelijkheid om personen die besmet zijn en daarbij een gevaar vormen voor anderen, te verplichten een gepaste medische behandeling te volgen, of om onder instructie van artsen die daartoe gemandateerd zijn, in tijdelijke afzondering te worden gezet. We geven ook die artsen met het speciale mandaat de mogelijkheid om te beslissen dat die personen na een contact met iemand die geïnfecteerd is of na contact met een andere besmettingsbron of die in risicogebied verbleven hebben, te onderwerpen aan een medisch onderzoek. Uiteraard zorgen we er ook voor dat kan worden beslist dat iemand gedurende de incubatietijd van het COVID-19-virus in thuisisolatie wordt gezet. We bieden een extra mogelijkheid met dit voorstel van decreet om iemand thuis te zetten tot er zekerheid is over het besmettingsgevaar dat die persoon eventueel meedraagt voor de volksgezondheid.
Wij zijn tevreden dat we hiermee die duidelijkheid bieden aan iedereen. We hopen dat straks iedereen het voorstel van decreet zal steunen zodat we de gezondheid van de Vlamingen op een kristalheldere manier kunnen regelen en ervoor zorgen dat iedereen weet waaraan en waaraf als ze op vakantie gaan of terugkomen.
Mevrouw Groothedde heeft het woord.
Collega’s, u herinnert zich dat ik vorige week dit thema heb aangebracht bij de minister. Wat doen we met mensen die terugkomen uit vakantie in hoogrisicogebieden? In die zin ben ik blij dat u vandaag het thema met het voorstel van decreet op tafel legt. U geeft gehoor aan onze vraag, dat is terecht. Dit is niet meer of minder dan een noodzakelijke aanpassing om mensen te kunnen in quarantaine zetten.
Daarbij moet ik wel een opmerking maken. Dat de zomer eraan kwam, wist iedereen al lang, dat de minister van Zorg en Welzijn bevoegd is voor preventie ook. Het beleid van de minister heeft daar gemankeerd. Dat dit op zo’n laat uur wordt besproken, nadat vandaag de bespreking wordt gehouden, is eigenlijk wel een beetje gekkenwerk. Het is een juridisch-technische kwestie. We hebben het voorstel van decreet op nog geen uur moeten beoordelen. Dit is parlementair haastwerk. Soms is dat nodig. In crisis zal het nog nodig zijn en zal het niet voorkomen kunnen worden. Maar dat de zomer eraan kwam, wisten we al lang. Nu is het haastwerk dus nodig gemaakt. Dit is haastwerk, niet alleen op een moment dat er al mensen zijn vertrokken, maar dat er zelfs al mensen zijn teruggekomen. Dat had kunnen voorkomen worden.
Natuurlijk zullen we het voorstel van decreet steunen, zoals u hebt gemerkt hebben we het thema zelf in plenaire vergadering aangebracht. Dit had eerder gekund en had eerder gemoeten.
De heer Janssens heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, haast en spoed is zelden goed, zegt het Vlaamse spreekwoord. Dat geldt natuurlijk ook zowel voor het schrijven als voor het lezen van een voorstel van decreet. Ik wil het liefst aan de indieners eerst en vooral een aantal vragen om verduidelijking stellen.
Er is vandaag sprake van geweest, zowel door de minister als door mensen die in de pers geciteerd zijn, dat wij zoeken naar een decretale basis om verplicht over te gaan naar het testen van mensen die uit een hoogrisicogebied komen en vervolgens hen in quarantaine te plaatsen. Er is met dit voorstel van decreet geen enkele decretale basis daarvoor gelegd. Het voorstel van decreet voorziet in geen enkele verplichting, alleen in een mogelijkheid. Het artikel 47 van het decreet van 21 november 2003 dat met dit voorstel van decreet wordt aangepast, stelt dat ambtenaren-artsen een gepaste behandeling kunnen voorzien voor mensen die terugkeren uit een hoogrisicogebied of voor personen die een verhoogd risico hebben om deze infectie te hebben opgelopen. ‘Kunnen’ dus. Kunnen is nog iets heel anders dan moeten.
Dus wanneer men in de pers spreekt over het zoeken naar een decretale basis om een en ander te verplichten, dan heeft men daar met dit voorstel van decreet dat vandaag voorligt, geen decretale basis voor voorzien.
Ten tweede staat in de toelichting van de artikelen 2 en 3 uit dit voorstel van decreet over de oranje zone, waar ik daarstraks al enige commentaar over heb gegeven, het volgende: bij mensen die terugkeren van een buitenlandse vakantiebestemming die tot een oranje zone behoort, zal de betrokkenen worden gevraagd zich te laten testen en vervolgens in zelfisolatie te gaan. Maar ik vind dat nergens terug in de gecoördineerde versie van het effectieve voorstel van decreet. Alleen in de toelichting bij de artikelen wordt over die oranje zone gesproken, en wordt er gezegd dat er een aantal dingen zullen worden gevraagd om zich te laten testen, en zich eventueel in zelfisolatie te laten plaatsen. Maar als je dan naar de gecoördineerde versie van artikel 47 kijkt, is daar nergens nog sprake van die oranje zone.
Ik heb dit zonet al toegelicht voor de verplichting, en eens te meer is er geen decretale basis voor de vrijwilligheid van mensen die naar een oranje zone op vakantie zijn geweest. Ook daarvoor is er van het vragen van testen en eventuele zelfisolatie geen sprake in het voorstel van decreet. Ook daarvoor wordt er geen decretale basis voorzien.
En er is nog iets wat ik mij afvraag. Als je mensen een verplichting wilt opleggen – wat in mijn ogen in dit voorstel van decreet niet of onvoldoende gebeurt – moet je ook altijd een stok achter de deur houden. Als iemand zich niet houdt aan die verplichting, moet je kunnen zeggen dat daar die of die sanctie voor geldt.
Ik vind in dit voorstel van decreet ook geen enkele verwijzing naar een sanctie. Indien er in een sanctie wordt voorzien zou ik de indieners willen vragen welke sanctie er wordt voorzien voor de mensen die zich niet houden aan de opgelegde verplichtingen.
Collega’s, het is gebruikelijk dat ik eerst alle fracties het woord geef. Maar collega Janssens heeft heel concrete vragen gesteld. Is het goed dat eerst de meerderheid daarop antwoordt, en dan de rest tussenkomt?
De heer Parys heeft het woord.
Collega, bedankt voor de tussenkomst. Maar eerlijk gezegd denk ik dat u het concreet toch nog niet helemaal goed hebt gelezen. U zegt dat men hier geen decretale basis creëert. Het zou geen verplichting zijn maar een mogelijkheid. Het klopt dat de ambtenaar-arts zich in de mogelijkheid bevindt om een aantal maatregelen op te leggen. Maar dit is exact dezelfde procedure als de procedure die vandaag wordt gevolgd voor mensen die hier in Vlaanderen een risico lopen op een COVID-19-besmetting.
De decretale basis is dus die van het preventiedecreet. Het is ook de basis die vandaag wordt gebruikt in het contactopsporingsonderzoek. Het enige wat hier gebeurt is dat we dat preventiedecreet uitbreiden naar Vlamingen of mensen die naar Vlaanderen komen en terugkomen uit mogelijks besmet gebied. Dat is het enige wat hier gebeurt. Als u zegt dat dit geen decretale basis is, vrees ik dat u daar de bal misslaat.
Ten tweede zegt u dat u de oranje zone niet terugvindt in de gecoördineerde versie. Een oranje zone is een hoogrisicogebied. Het is dus inderdaad opgenomen in artikel 44, §3, tweede lid, als u dat goed leest.
Ten derde zegt u dat u in dit voorstel van decreet geen sanctie terugvindt voor wie niet wil meewerken. Ook daar denk ik dat u misschien toch nog eens naar het preventiedecreet zelf moet kijken. Want wat dit voorstel van decreet doet is artikel 44 van het preventiedecreet aanpassen. En in het preventiedecreet zelf zijn sancties opgenomen. Ik geloof dat die gaan tot en met boetes die vandaag 4000 euro kunnen zijn. Ik geloof dat er ook een gevangenisstraf kan worden uitgesproken tot en met 6 maanden. Dat zijn stevige sancties die kunnen worden opgelegd wanneer een ambtenaar-arts heeft bepaald dat u bepaalde medische tests zou moeten ondergaan, of dat u bijvoorbeeld in thuisisolatie moet zitten, maar dat u weigert mee te werken.
Collega Janssens, hier is dus wel duidelijk een decretale basis om een verplichting op te leggen, maar we leggen inderdaad een oordeel in de handen van een ambtenaar-arts.
Die oranje zones zijn duidelijk opgenomen in de gecoördineerde versie. Dat is een hoogrisicogebied. Zo wordt dat gedefinieerd.
De sancties zitten wel degelijk vervat in dit voorstel van decreet. Dat zijn namelijk de sancties die vandaag al van toepassing zijn als je het Preventiedecreet overtreedt.
Nogmaals, het kan dan een semantische discussie worden, maar als men zegt dat ambtenaren-artsen een en ander kúnnen opleggen aan mensen die uit een hoogrisicogebied komen, dan is dat geen verplichting. Dan is dat een mogelijkheid die een arts heeft, maar als ik dit voorstel lees, is er geen enkele verplichting voor mensen die terugkomen uit een hoogrisicogebied om zich naar de arts te begeven, zich te laten testen en zich in quarantaine te plaatsen. Ik vind dat in elk geval niet terug in de tekst die hier voorligt.
Bovendien, als u zegt dat met een hoogrisicogebied ook de oranje zone wordt bedoeld, dan is de toelichting bij artikel 2 toch wel heel bizar. In die toelichting wordt immers telkens eerst gesproken over een hoogrisicogebied als het gaat over zones waarvoor de code rood geldt, en pas vervolgens wordt in een aparte paragraaf gesproken over de oranje zones. De betrokkenen in die zones wordt gevraagd zich te laten testen en in zelfisolatie te gaan. Men moet weten wat men wil. Daarstraks zei men dat er voor de groene zone geen probleem is, dat mensen daar naartoe mogen reizen. De rode zone is een hoogrisicogebied. Daar mogen de mensen absoluut niet naartoe reizen. Die oranje zone zat daar ergens een beetje tussenin. Daar mag je van de regering wel naartoe reizen, ook al is er een verhoogd gezondheidsrisico. Ik zou dus toch wel eens willen weten wat nu precies dat hoogrisicogebied is. Gaat dat over landen waar je niet naartoe mag reizen, of over landen waar je wel naartoe mag reizen, maar de regering je eigenlijk afraadt om er naartoe te gaan? Dat is wel een groot verschil. Ik vind het dan zeer bizar dat de regering zou voorschrijven dat je toch naar landen mag gaan die tot een hoogrisicogebied behoren.
Minister Beke heeft het woord.
Zoals mijnheer Parys heeft gezegd, het is inderdaad artikel 79 dat de strafsancties bevat. Die zijn daar heel uitdrukkelijk in opgenomen. Het zijn nu net deze elementen die we onder die strafsancties brengen. Dat staat dus daadwerkelijk in het voorstel van decreet. In het voorstel staat dat de ambtenaren-artsen kunnen, maar dat de mensen moeten. Dat is nu net het punt. (Opmerkingen)
Jawel, zo staat het in het voorstel van decreet. Wat betekent dat in de praktijk? We hebben scripts uitgeschreven die onder auspiciën van die ambtenaren-artsen categorieën maken die vandaag al zeggen of iemand een hoogrisicocontact is of geen hoogrisicocontact, en wat dat betekent. Die scripts zullen dus worden aangepast om aan te geven wat het betekent als iemand uit een rode zone komt of uit een oranje zone komt. Komt men uit een groene zone, dan valt men niet onder deze decreetsbepalingen.
Volstaat dat als antwoord?
Neen, omdat het me nog altijd niet duidelijk is. Een hoogrisicogebied, is dat enkel de rode zone, of is dat ook de oranje zone? Tijdens de actuele vragen daarstraks is er gesproken over de rode zones. Daar mag je absoluut niet naartoe reizen. Er is gesproken over de oranje zone. Daar mag je naartoe reizen, maar het wordt afgeraden door de regering. Als ik collega Parys nu hoor, dan slaat ‘hoogrisicogebied’ zowel op de rode als op de oranje zones. Dat heeft hij zonet gezegd. De minister gebaart van neen, collega Parys van ja. Ik wil wel eens weten wat het dan is, want dat zorgt wel voor heel veel verwarring. Wat is nu een hoogrisicogebied? Is dat rood of is dat oranje?
Dat is niet het punt.
Ik vind dat wel het punt, want dat is het enige waarover wordt gesproken in dit voorstel van decreet.
Ten tweede, als het dan gaat over die sancties, er is inderdaad in het oorspronkelijke decreet van 21 november 2003 sprake van sancties, in artikel 76. In de eerste paragraaf van dat artikel wordt naar heel veel andere artikelen verwezen waarvoor een sanctie kan worden opgelegd, maar in die paragraaf wordt met geen woord gerept over artikel 44 van het decreet, dat via dit voorstel zou worden gewijzigd en waarvoor eigenlijk volgens jullie de verplichting zou gelden. Ook voor de sancties vind ik in dit voorstel van decreet dus geen decretale basis.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Het gaat over de strafsancties in artikel 79.
Daarin staat, ik zal het letterlijk voorlezen: “Onverminderd de toepassing van de in het Strafwetboek gestelde straffen, worden gestraft met een geldboete van 26 euro tot 500 euro” – u moet dat intussen maal acht doen – “en met een gevangenisstraf van acht dagen tot zes maanden of met een van deze straffen”. En dan staan daar nog een aantal straffen onder.
De heer Janssens heeft het woord.
Goed, mag ik dan wat betreft die onduidelijkheid, die er niet alleen in mijn ogen is, maar ook in de ogen van de reissector en heel wat vakantiegangers, nog duidelijkheid hebben over het feit of een hoogrisicogebied, zoals het in dit voorstel van decreet vernoemd wordt, gaat over een rode zone of een oranje zone? Want als ik collega Parys hoor, valt ook de oranje zone onder dat hoogrisicogebied waarvoor een aantal verplichtingen gelden, terwijl daarstraks gezegd is dat er voor die mensen alleen maar een vrijblijvend verzoek zal zijn om zich te laten testen en zich in zelfquarantaine te plaatsen.
Minister Beke heeft het woord.
De vraag is niet of dat een hoogrisicogebied is. De vraag is wat de consequenties daarvan zijn. En dus zal de ambtenaar-arts onder wiens auspiciën de mensen werken, kunnen vaststellen: komt u uit rood gebied, dan betekent dat dit; komt u uit oranje gebied, dan betekent dat dat. Dat zal op die manier worden ondervangen.
De heer Schiltz heeft het woord.
Collega’s, als je de tekst leest – en het is geen enorm lange tekst –, zie je in artikel 3 staan: “Een “hoogrisicogebied” is een gebied in het buitenland die hetzij door de lokale gezondheidsdiensten (opnieuw) in lockdown werd gebracht” – rode zones, dat snapt iedereen – “hetzij op basis van een advies van de CELEVAL.” Dat advies is er vandaag nog niet. Het is evident dat wij vandaag een voorstel van decreet voorleggen dat de diensten in staat stelt om de evolutie van de epidemie op te volgen, en daar waarover er consensus is dat er een verhoogd risico is, opnieuw criteria toe te kennen die ons de mogelijkheid geven om preventief op te treden.
Wij kunnen de toegang tot het grondgebied niet ontzeggen. Wij moeten als Vlaams Parlement de Vlaamse Regering in staat stellen om een preventief gezondheidsbeleid te voeren. Dat wil zeggen: vermijden dat er bij ons nieuwe besmettingshaarden ontstaan. En dus kijken wij uiteraard – en corrigeer mij als ik verkeerd ben, minister – naar het advies van CELEVAL, om op basis van objectieve epidemiologische criteria, met andere woorden de aard van de besmettingen door het virus, vast te stellen of een persoon een hoogrisicopersoon is of niet. En dus neem ik aan dat die ambtenaar-artsen instructie zullen krijgen op basis van het advies en de stand van zaken zoals die op dat moment bekend is, welke personen zij als een hogerrisicopersoon in aanmerking moeten nemen. En als dat zo is, kunnen zij onmiddellijk de nodige maatregelen treffen.
Mijnheer Schiltz, artikel 3 spreekt in de tweede alinea inderdaad over een hoogrisicogebied als een gebied in het buitenland dat hetzij door de lokale gezondheidsdiensten opnieuw of voor het eerst in lockdown werd gebracht, hetzij op basis van een advies van de CELEVAL. In de volgende alinea wordt dan gesteld: “Indien de betrokkene in het buitenland geweest is in een gebied dat voor COVID-19 na advies van CELEVAL op de vermelde website aangemerkt is als oranje zone, wordt aan deze betrokkene gevraagd zich te laten testen.”
Dus nogmaals, het hoogrisicogebied waarvan sprake is in de tweede alinea, gaat over de rode zone, en dus niet over de oranje zone. Ik vind het nog altijd onduidelijk. Daarstraks is gezegd – en dat staat hier ook in de tweede alinea –: lockdown is rode zone. Dat is hoogrisicogebied. Nu vraag ik hier aan verschillende mensen of oranje zone ook hoogrisicogebied is. In het voorstel van decreet wordt alleen maar gesproken over hoogrisicogebied. Valt die oranje zone nu ook onder hoogrisicogebied of niet? Ik heb daar nog altijd geen antwoord op gekregen.
Ik heb daar daarstraks al op geantwoord. Het is CELEVAL dat dat zal laten publiceren op Buitenlandse Zaken en dat zal zeggen wat een rood gebied is en wat een oranje gebied. En in de scripts zal meegenomen worden: als u uit dat gebied komt, dan is de consequentie een verplichte test; komt u uit een oranje gebied, dan is de consequentie geen verplichte test, maar wel ‘hartenswaardig’ aanbevolen om dat toch te doen.
De heer Anaf heeft het woord.
Voorzitter, dit is een belangrijk voorstel van decreet. Wij hebben daarnet de discussie al gevoerd. Het is jammer dat het er vandaag pas ligt, maar het is ook wel goed dat het hier vandaag alsnog ter stemming voorligt, dat we het vandaag nog kunnen goedkeuren en niet tot volgende week moeten wachten. We zullen het uiteraard steunen.
We hebben het heel snel moeten doornemen, maar hebben toch geprobeerd om er een aantal zaken uit te halen. We hebben één amendement ingediend. Het lijkt iets heel technisch, maar het is toch wel belangrijk. In artikel 47, §1, eerste lid, stond oorspronkelijk: “ (...) personen die aangetast zijn door een dergelijke infectie en die een bijzonder gevaar van besmetting vormen voor andere personen (...)”. En in de laatste zin zegt men dan: “(...) zodra de patiënt niet meer besmettelijk is”. In dit voorstel van decreet wordt dat gewijzigd en worden ook personen die een verhoogd risico hebben om die infectie te hebben opgelopen, eraan toegevoegd. En dan is het wel belangrijk dat in die laatste zin het woord ‘patiënt’ wordt vervangen door ‘persoon’, want anders zijn die twee niet met elkaar in overeenstemming. Dat lijkt iets technisch, maar ik denk dat het iets is dat we moeten rechtzetten.
Ik hoop dat dit voorstel van decreet zo snel mogelijk kan ingaan.
De heer D’Haese heeft het woord.
Voorzitter, ik houd het kort, om het niet nog langer te laten duren. Eindelijk is het er.
Drie punten. Ten eerste, vind ik het belangrijk dat het er is, vind ik het goed dat het er is. We moeten die tweede golf absoluut vermijden. En het is dus heel goed dat het kader er nu is om te bekijken hoe we moeten omgaan met mensen die terugkomen uit risicogebieden. Ten tweede wil ik graag een oproep doen om menselijk om te gaan met de stokken achter de deur. Die zijn wel nodig, dat is evident, maar het is wel belangrijk om daar op een humane, menselijke manier mee om te gaan. Sowieso werkt contacttracing alleen maar als het nabij is, als het menselijk is. En ik denk dat dat hier niet anders is. We hebben dat gezien met de contacttracing in België. Ten derde, ik weet dat het niet de bevoegdheid van dit parlement is... (Opmerkingen van minister Wouter Beke)
Dat zijn uw woorden, niet die van mij. Als het van mij afhangt, minister Beke, krijgt u er de komende tijd niet al te veel bevoegdheden bij.
Het is niet de bevoegdheid van dit parlement, maar ik wil het even hebben over de mensen die op vakantie gaan in een gebied dat tijdens hun vakantie een oranje gebied wordt, dan terugkomen en verplicht in quarantaine moeten. Indien die mensen die quarantaine niet al werkend thuis kunnen uitzitten, indien zij niet kunnen thuiswerken, is dat wel een groot probleem. Dat zijn exact de mensen die tijdens de coronacrisis ofwel aan het werk zijn gebleven ofwel snel terug aan het werk zijn gegaan. We moeten echt opletten dat we die mensen het recht op vakantie niet ontzeggen, want dat zijn net de mensen die het vandaag heel hard nodig hebben. Ik wil niet zeggen dat andere mensen het niet nodig hebben, maar zij zeker.
Het is niet de bevoegdheid van dit parlement, maar ik vind het heel belangrijk dat er een kader komt voor loonbehoud. Het maakt niet uit in welke vorm, maar er moet een kader komen voor loonbehoud voor mensen die tijdens hun vakantie terechtkomen in zo’n oranje zone, dan terugkomen en die quarantaine niet met thuiswerk kunnen uitzitten. Ik wil iedereen ertoe oproepen om daar mee aan te trekken.
Voor de rest zullen wij dit voorstel van decreet steunen.
De heer Schiltz heeft het woord.
Ik heb daarnet enkel geantwoord op een aantal praktische vragen.
Collega's, ik begrijp natuurlijk wel dat het nu allemaal heel snel moet gaan. Maar ik heb uit het debat begrepen dat het ook snel móést gaan, dat dat de expliciete vraag was. Wanneer er een debat heeft plaatsgevonden en er kamerbreed wordt vastgesteld dat dit echt acuut is, denk ik dat het van een goede parlementaire reflex getuigt om te proberen om onmiddellijk te remediëren.
Ik ben mij er terdege van bewust dat het de vakantieperiode is. Bijna voor ons, maar voor een aantal mensen is die al bezig. Elke dag dat er geen kader is, verliezen we tijd. Morgen komen er al mensen terug van vakantie, de week nadien nog meer en nadien nóg meer. Dus ofwel is het te snel, ofwel is het te traag. Maar in dezen kunnen we niet sneller gaan dan, na het debat te hebben gehoord, collectief te beslissen: ‘En avant marche. We doen het.’
Ik dank dus ook de oppositie om zeer alert mee te kijken naar de tekst en een aantal punctuele verbeteringen aan te brengen. Minister, ik hoop dat u hiermee snel aan de slag kunt en dat we de mensen gerustheid en duidelijkheid kunnen bieden, zodat zij, wanneer ze met vakantie gaan, na vaak turbulente tijden, ook weten waaraan zij zich kunnen verwachten wanneer ze terugkeren.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Mevrouw Groothedde, ik heb u vanmiddag horen zeggen dat u vindt dat er meer samenwerking moet zijn en dat het niet kan dat elke overheid zelf een aantal maatregelen neemt, maar dat die op elkaar moeten afgestemd zijn. Dat is wat er vanmorgen is gebeurd. Vanmorgen is er overleg geweest en is er een akkoord bereikt met betrekking tot de manier waarop er gereageerd moet worden op mensen die terugkomen uit risicogebieden. Vandaag al dienen wij het voorstel van decreet in dat daar uitvoering aan geeft. Dat kon niet eerder. Daarom is het belangrijk dat we daar meteen werk van hebben gemaakt en dat nu ook CELEVAL en Buitenlandse Zaken de rest van het werk doen, zodanig dat het zo snel mogelijk effectief kan worden uitgevoerd. Mensen die terugkomen kunnen getest worden en kunnen verplicht worden om in quarantaine te gaan, zodat we verdere besmetting voorkomen.
Ik wil nog een element in de discussie brengen dat nog niemand heeft aangeraakt. Dit is een belangrijk voorstel van decreet omdat we hier een aantal grondrechten raken. Dat is wat collega D’Haese ook zei. Ik hoop dat we dit met de nodige zorg toepassen. Mijn fractie treedt dit sentiment graag bij. Dit is natuurlijk een inbreuk op de vrijheid van de mensen. We hebben er wel voor gezorgd dat het voorstel van decreet voldoet aan alle vereisten en aan alle rechtswaarborgen, om ervoor te zorgen dat wanneer iemand een vrijheidsbeperkende maatregel krijgt opgelegd, zoals bijvoorbeeld moeten meewerken aan een medisch onderzoek of thuis in isolatie gaan, dat hij weet dat dit een legitiem doel dient, dat van de volksgezondheid, dat de maatregelen die de rechten en vrijheden beperken duidelijk en voorzienbaar zijn, dat het proportionaliteitsbeginsel wordt gerespecteerd, en ook het legaliteitsbeginsel, dat er dus een wettelijke basis is, en dat de inhoudelijke kwaliteitsvereisten in orde zijn, en dat er, uiteraard, een bescherming is tegen willekeur, en dat het noodzakelijk is. Ik denk dat aan al die criteria is voldaan. Wanneer wij aan Vlamingen of aan mensen die ons grondgebied bezoeken vragen om mee te werken aan dit decreet, kunnen zij zich beroepen op al die rechtswaarborgen. Dat is een belangrijke overweging bij het goedkeuren van dit voorstel van decreet straks.
Collega Schiltz, wat u zegt is exact wat ik vind. Het is fijn dat u beaamt wat ik zeg.
Collega Schryvers, natuurlijk is het tof dat er nu actie wordt ondernomen. Maar ik hoop dat de overheden – en ik denk dat we dat allemaal kunnen bevestigd zien door de hoeveelheid documenten van overleg – al een stuk langer aan tafel zitten dan sinds vorige week.
Om nu op de zaak verder in te gaan: dit voorstel van decreet vat de mensen die terugkeren van vakantie, maar er moet wel nog in het algemeen een oplossing worden gevonden voor de toeristen die naar Vlaanderen komen. Minister, ik vraag u met aandrang om daarover zo snel mogelijk degelijk overleg te voeren, zodat ook die mensen veilig hun vakantie hier kunnen doorbrengen, ook veilig voor de Vlamingen zelf.
Collega’s, ik zie in dit voorstel van decreet geen kader dat een tijdsverplichting aangeeft over wanneer iemand getest moet worden. Het kan, gezien de korte tijd van bespreking, dat daar overheen is gekeken. Minister, u kunt daar misschien op ingaan. Maar het lijkt me, als dat inderdaad ontbreekt, wel belangrijk om toe te voegen. We zouden mensen de mogelijkheid moeten geven om binnen de 36 of 48 uur bij een arts langs te gaan. Als dat inderdaad niet is toegevoegd, lijkt het mij goed om daarover een amendement in te dienen. Collega Schryvers, dan wil ik dat graag in samenwerking doen.
Collega Groothedde, ik had het daarnet bij uw vragen niet goed begrepen, maar nu wel: de buitenlandse toeristen in ons land vallen onder onze regels. Als zij uit een rode of groene zone komen, zijn precies dezelfde regels ook voor hen van toepassing. Het voorstel van decreet maakt daar geen onderscheid in.
Collega's, ik wil nog eens onderstrepen dat Vlaanderen bevoegd is voor preventie inzake gezondheidszorg. Het is nu natuurlijk een ander soort preventie, het is niet preventie om op latere leeftijd geen kanker te krijgen of om gezonder te leven. Het gaat hier over de volksgezondheid in het geheel waarvoor we preventief moeten optreden. Met andere woorden, dat legitimeert een iets verdergaande inbreuk op de privérechten van onze burgers.
Toeristen die naar hier komen, moeten zich natuurlijk conformeren aan de wetten en decreten die van toepassing zijn in het gebied waar ze zich bevinden. Dat geldt voor ons allemaal. Maar ze kunnen zich hebben geïnformeerd over wat de situatie bij ons is, op reis vertrekken en ineens op een ambtenaar-arts stoten die een test wil afnemen. Het is dus verstandig om goed samen te werken met de federale overheid zodat Buitenlandse Zaken de toeristen erover kan informeren dat, wanneer ze naar hier komen, ze kunnen worden geconfronteerd met die preventieve maatregelen en, als ze besmet zouden zijn of uit risicogebied komen, dat ze in quarantaine kunnen worden geplaatst. Dat zou vooral veel heisa op de luchthaven voorkomen. In deze tijden kunnen vooral kalmte en ‘goedgeorganiseerdheid’ ertoe bijdragen dat de crisis zo optimaal mogelijk wordt bestreden.
Daarstraks heb ik tijdens de actuele vragen gevraagd, onder andere aan minister Beke, om enige spoed achter deze affaire te zetten. De zomervakantie is al een week bezig, dus dit voorstel van decreet komt veeleer te laat dan te vroeg. We zijn uiteraard bereid om onze goede wil te tonen. Elk voorstel van decreet dat de bescherming van de volksgezondheid beoogt tijdens een wereldwijde pandemie, willen we steunen.
Ik ben geneigd om de maatregelen die men neemt, goed te keuren, maar dat zal met het grootste voorbehoud gebeuren. Collega Schiltz, ik hoor je zeggen dat dit decreet onder meer moet dienen om de ongerustheid en de onzekerheid weg te werken. Ik denk dat dat niet gebeurt met dit voorstel van decreet. Ik zie bijvoorbeeld niet in op welke basis mensen zich verplicht zouden voelen, of ze nu uit een rode of een oranje zone komen, om naar de arts te gaan. Waarom men dat niet decretaal heeft verankerd of verduidelijkt, dat is voor mij een grote vraag.
Bovendien is de kleurencode oranje totaal absurd. In een gezondheidscrisis moet je duidelijke regels aan de mensen geven. Ofwel geef je het groene licht, waarmee je op reis mag gaan naar om het even welke bestemming, ofwel geef je het rode licht, waarmee je op die plaats niet mag komen. Ergens iets tussenin, waarvan experts zeggen dat het een gevaarlijke zone is met een hoog gezondheidsrisico, maar dat je er van de regering toch naartoe mag reizen, dat is totaal absurd.
Los van deze bedenkingen, en omdat we elk voorstel willen steunen dat de volksgezondheid van de Vlamingen beoogt, zullen we dat straks goedkeuren, maar, zoals gezegd, met het nodige voorbehoud.
Collega's, ik ben natuurlijk geen viroloog, maar als ik de laatste weken en maanden iets heb geleerd, dan is het dat er wel gradaties van besmettingsgevaar zijn. Er is een verschil tussen wanneer je zonder mondmasker dicht bij iemand staat en een geanimeerd gesprek voert, en wanneer je op anderhalve of op vier meter afstand met een mondmasker aan in een gesloten ruimte zit, of wanneer je in een open ruimte zit. Dat zijn allemaal verschillende gradaties van besmettingsgevaar.
Het voorstel van decreet stelt heel duidelijk: rode zone is verplicht en oranje zone is niet verplicht. Dat klopt. Het is wel belangrijk om mensen erover te informeren dat het weliswaar geen hoog risico is als in: "u bent geeninstant bedreiging voor de volksgezondheid, maar het verdient aanbeveling om toch voorzichtig te zijn." Net zoals in het verkeer een aantal zaken verboden zijn, ontslaat het mensen er niet van, wanneer iets toegelaten is, zelf zijn gezond verstand te gebruiken en voorzichtig te zijn. Dat spreekt vanzelf.
Wanneer het advies van CELEVAL er komt, gaan die geen hoogrisicogevallen overlaten aan de individuele beoordeling en de wijsheid van het individu. Dan geldt het algemeen belang, dan is het een verplichting. Maar, zoals de virologen ons ook duidelijk hebben gemaakt bij de exitstrategie, zijn er een aantal gevallen waarin je voorzichtig moet zijn. Ben je dat niet, dan is er geen acuut gevaar voor de volksgezondheid, ben je dat wel, des te beter, dan bespaar je misschien jezelf en anderen miserie op lange termijn.
Mij lijkt het heel duidelijk, wanneer de volksgezondheid in het gedrang is, is er een verplichting, dan is het een rode zone. In de oranje zones is het een aanbeveling om je gezond verstand te gebruiken en enige voorzichtigheid aan de dag te leggen.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het voorstel van decreet. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2019-20, nr. 415/1)
– Er zijn geen opmerkingen bij artikel 1.
Er is een amendement op artikel 2. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2019-20, nr. 415/2)
– Er zijn geen opmerkingen bij de artikelen 3 en 4.
Er is een amendement tot invoeging van een artikel 4/1. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2019-20, nr. 415/2)
– Er zijn geen opmerkingen bij artikel 5.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemmingen over de amendementen, de artikelen en het voorstel van decreet houden.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Voorzitter, kunnen we nog een paar minuten krijgen om de amendementen even te controleren? Want we hebben ze hier ter plekke laten ronddelen.
Het tweede amendement moet zelfs nog worden ingediend. We nemen hiervoor het best tien minuten de tijd.
Voorzitter, als u tien minuten vraagt, wie ben ik dan om dat te weigeren?
Mijnheer Van Rompuy, ú vraagt tien minuten. Ik geef u tien minuten. (Gelach)
Oké, dank u.