Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Van Rooy heeft het woord.
Dank u, beste voorzitter Homans, lieve fractiegenoten, parlementsleden hier en thuis. Minister Somers, u was daarnet al goed op tijd om de uitmuntende tussenkomst van mijn collega Brusselmans te horen over de massa-immigratie en de diversiteit die ervoor zorgt dat tieners, en met name jonge meisjes, niet meer buiten durven te spelen in onze wijken en steden. Het gaat dus zeer slecht met de inburgering en integratie van niet-Europese vreemdelingen en allochtonen in Vlaanderen. Dat kunnen we niet alleen elke dag lezen in de kranten en zien op de sociale media, het blijkt nu ook uit zorgwekkende cijfers.
Want uit uw antwoord van vorige week op mijn schriftelijke vraag, minister Somers, blijkt dat steeds minder vreemdelingen slagen voor het inburgeringsexamen. Voor de cursus maatschappelijke oriëntatie zijn de slaagcijfers gedaald van 90 procent in 2016 naar 85 procent in 2020. Voor Nederlands zijn de slaagcijfers gedaald van 85 procent in 2016 naar nog amper 68 procent in 2020, dit jaar.
Jaar na jaar daalt het aantal vreemdelingen dat slaagt voor het inburgeringsexamen. Vooral wat onze Nederlandse taal betreft zijn de cijfers gewoonweg dramatisch te noemen, dit ondanks de 80 miljoen euro aan Vlaams belastinggeld die deze Vlaamse Regering elk jaar opnieuw besteedt aan inburgering en integratie.
En dus vragen wij ons af, minister Somers, wat er eigenlijk gebeurt met die duizenden vreemdelingen die niet slagen en dus niet integreren. Krijgen die zware boetes opgelegd en verliezen ze effectief hun verblijfsvergunning? Of blijven zij hier, om vervolgens te kunnen klagen en zagen over zogenaamd racisme, omdat ze geen job of huurwoning vinden? Ongetwijfeld zult u voor de Vlamingen een antwoord kunnen geven op deze essentiële vraag.
Minister Somers heeft het woord.
Collega, eerst en vooral is er inderdaad een daling vast te stellen in de cijfers bij Nederlands tweede taal (NT2). U weet dat NT2 wordt georganiseerd door het beleidsdomein Onderwijs. Wij begeleiden vanuit het agentschap mensen daarnaartoe. Daar is inderdaad een daling vast te stellen.
Ik heb echter ook eens gekeken naar de mensen die een verplicht inburgeringstraject volgen, want dat is natuurlijk de kern van de uitdaging. Bij mensen die een inburgeringstraject moeten volgen, zie je ook een daling, van 92 naar 83 procent op diezelfde tijdspanne. Daarnaast heb je de mensen die rechthebbend zijn, die op vrijwillige basis Nederlands volgen. Daar is het slaagpercentage lager. Sommige mensen stoppen ook, om verschillende redenen. Bij maatschappelijke oriëntatie is er een daling van 86,6 naar 85,4 procent, de facto een stabilisering, want in 2020 is er een stijging ten aanzien van de jaren daarvoor.
Niettemin zie je een daling. Eigenlijk had ik van u verwacht dat u daar relatief positief op zou reageren, aangezien die examens niet meer vrijblijvend zijn. Het zou toch heel merkwaardig zijn dat 100 procent van de mensen zonder enig probleem zijn diploma haalt. Dit is geen formaliteit, en dit moet op een ernstige manier moet worden geëvalueerd. De Vlaamse Regering beboet ook de mensen die de cursus niet volgen, want dat is haar decretale mogelijkheid. Het aantal mensen die worden beboet, ziet men ook jaar na jaar stijgen. In de eerste vijf maanden van 2020 is er opnieuw een stijging tegenover vorig jaar van het aantal mensen die worden gesanctioneerd indien zij niet naar de les komen.
Wat gaan we de volgende jaren doen? U weet dat: we gaan van een inspanningsverbintenis naar een resultaatsverbintenis. Mensen zullen een echt examen moeten afleggen. Indien ze niet slagen, zullen ze opnieuw een cursus moeten volgen en opnieuw examen moeten afleggen. Ze zullen er opnieuw voor moeten betalen, zullen opnieuw die inspanning moeten leveren, zodat ze de Nederlandse taal kennen en de maatschappelijke oriëntatie tot de hunne maken. Ik vind dat men vandaag nog niet streng genoeg evalueert. Ik vind dat we dit de volgende jaren minder vrijblijvend moeten maken, dat men strenger moet examineren, dat we van de mensen moeten vragen dat ze die maatschappelijke oriëntatie meer tot de hunne maken, maar tegelijkertijd gaan we hen ook meer helpen. We gaan hun een buddy geven, zodat ze de Nederlandse taal kunnen oefenen en een beter inzicht kunnen krijgen in die maatschappelijke oriëntatie, en we gaan hen binnen de twee maanden naar VDAB brengen, zodat ze ofwel via een beroepsopleiding ofwel door op de arbeidsmarkt actief te zijn, sneller Nederlands kunnen leren en sneller maatschappelijke inzichten kunnen verwerven door de cursus maatschappelijke oriëntatie.
Ik zie dus een positieve evolutie. Ik verwijs naar ons regeerakkoord. U weet dat het nieuwe decreet op 1 januari 2022 van kracht zal zijn. We zullen strenger zijn en korter op de bal spelen, niet om te sanctioneren, maar om meer kansen te geven om zich te emanciperen, om zich beter te kunnen inpassen in de samenleving, zowel door het Nederlands als door het realiseren van die maatschappelijke oriëntatie.
Minister Somers, dat horen we al zo lang, maar de cijfers zijn natuurlijk wat ze zijn en u kunt daar een beetje mee goochelen, maar het aantal vreemdelingen dat niet naar de inburgeringslessen komt, stijgt jaar na jaar. Er worden dan boetes gegeven, maar wat is de verdere consequentie daarvan? Als ze wegblijven en het op den duur opgeven, dan is er geen enkele consequentie. Er is dus geen resultaatsverbintenis.
Steeds meer vreemdelingen vegen hun voeten aan inburgering en integratie, en wat u eigenlijk doet, is daar steeds meer belastinggeld tegenaan gooien. U noemt dat dan ‘helpen’. In volle coronacrisis hebt u nog 250.000 euro uitgegeven voor duizend laptops voor inburgerende vreemdelingen. Deze Vlaamse Regering voorziet in meer dan 400 miljoen euro belastinggeld voor inburgering en integratie. U spreekt nu over 1 januari van volgend jaar, maar ondertussen lezen wij het volgende op de website van het Agentschap Integratie en Inburgering van de Vlaamse overheid: “Het inburgeringsprogramma is gratis.” Niet gratis voor de Vlamingen, maar wel voor de vreemdelingen. Vooralsnog is het de Vlaamse belastingbetaler die alles betaalt en ook na die zogenaamde boetes waar u over spreekt, en die zogenaamde 90 euro die men zal moeten betalen, blijft de Vlaming voor de volle pot opdraaien.
Ons voorstel is – en ik zal dat blijven herhalen: laat vreemdelingen de volle pot betalen, namelijk 4300 euro per inburgeringstraject, en trek de verblijfsvergunning in, of ga die gesprekken aan met de federale overheid, van diegenen die niet willen inburgeren.
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Ik heb ook kennis genomen van die cijfers. Die zijn natuurlijk wat ze zijn. Minister, het aantal voor NT2 geslaagde inburgeraars daalt, al zal het u natuurlijk niet verbazen dat wij daar andere conclusies uit trekken dan de heer Van Rooy. Voor ons is het ook cruciaal dat mensen zo snel mogelijk Nederlands leren, en dan moet men zich wat ons betreft vooral de vraag stellen hoe het komt dat het aantal mensen die slagen, daalt. Heeft dat te maken met de kwaliteit van de opleidingen? Heeft dat te maken met de manier waarop wordt lesgegeven? Is er iets veranderd aan de mensen die deelnemen aan die cursussen?
Ik ben vooral benieuwd naar uw verklaringen en naar wat u eraan gaat doen. Want ik denk echt dat we er als samenleving alle belang bij hebben dat mensen zo snel mogelijk Nederlands leren. Daar zijn we het over eens. Laat ons daarin investeren. Dat rendeert. Want als mensen de taal spreken, vinden ze hun plaats in de samenleving en dan kunnen ze inderdaad zo snel mogelijk een bijdrage leveren.
De heer Ongena heeft het woord.
Collega’s, het was in 2004, ere wie ere toekomt, Marino Keulen die destijds als minister van Inburgering de inburgeringscontracten heeft ingevoerd. Vlaanderen was toen pionier en is dat vandaag nog altijd. Gaandeweg hebben we de lat hoger gelegd voor nieuwkomers. We zijn al naar een hogere resultaatsverbintenis gegaan. En de komende jaren gaan we de lat nog hoger leggen. Natuurlijk, als je de lat hoger legt, komen de slaagcijfers onder druk. Dus wat is het probleem, mijnheer Van Rooy? Ik denk dat dit vooral aantoont dat we inderdaad serieus werk maken van die inburgeringstrajecten en dat we dat niet te vrijblijvend doen.
Maar ik weet natuurlijk wat uw probleem is: elke euro die we aan inburgeringstrajecten geven, is er voor u een te veel. Sorry, maar wij gaan niet meestappen in uw perfide strategie waarbij je die mensen helemaal aan hun lot overlaat, in de hoop dat de samenlevingsproblemen dan helemaal escaleren en u er politiek gewin uit kunt halen. Dat gaan we niet doen. Dat is een les die we getrokken hebben in de jaren 90. Die fout gaan we niet opnieuw maken. (Applaus bij Open Vld)
Mevrouw Tavernier heeft het woord.
De kennis van het Nederlands is een essentiële pijler van het Vlaamse inburgeringsbeleid en een belangrijke voorwaarde om zich te integreren in onze maatschappij, of dat nu is voor conversaties met de buren of in de zoektocht naar werk. Wie na twee jaar nog altijd geen job heeft, zal nu opnieuw een B1-taaltest moeten afleggen, en dat met eigen middelen. Ik denk dat die toekomstige vernieuwing aantoont dat deze regering het Nederlands als een sleutelfactor tot succes ziet. Dat is positief. Van vrijblijvendheid is inderdaad geen sprake meer.
Mijnheer Van Rooy, u lijkt te vergeten dat de beslissing over de intrekking van de verblijfsvergunning op federaal niveau zit. Maar ook daarin is het engagement van de Vlaamse Regering duidelijk. Er zal systematisch een advies bezorgd worden aan de Dienst Vreemdelingenzaken over het gevolgde inburgeringstraject. Zo kan men de inspanningsverbintenis met betrekking tot de verblijfsvergunning effectief toetsen.
Wij verschillen toch wel fundamenteel van mening over hoe we onze samenleving en de plaats van inburgeraars in ons Vlaanderen zien. Dit regeerakkoord is een visie van een inclusief Vlaanderen, waar iedereen een bijdrage kan en moet leveren en waar we dus een aantal duidelijke inspanningen verwachten van nieuwkomers. U, mijnheer Van Rooy, staat voor een Vlaanderen dat niemand welkom heet, dat geen kansen biedt aan nieuwkomers, dat geen enkele maatschappelijke inspanning wil doen voor dat open Vlaanderen waar we trots op zouden moeten zijn. En daar gaan wij niet in mee. (Applaus bij de N-VA)
Mevrouw Partyka heeft het woord.
Ik wil even aanstippen dat de regering op dat vlak de meest ambitieuze is die er ooit geweest is. Niveau A2 zal getest worden via een gestandaardiseerde testing, weliswaar op centrale plaatsen. Dat zal ook een beter inzicht geven in de evolutie van de taalontwikkeling bij nieuwkomers en zal meer dan ooit een gericht en duidelijk beleid mogelijk maken. Nog eens, de regering is op dat vlak de meest ambitieuze die er al geweest is, met zelfs een nog verdergaande ambitie, namelijk een niveau Nederlands B1 voor wie binnen de 24 maanden geen opleiding of job heeft of niet studeert. Dat is de lat hoger leggen dan ooit. Dat maakt van de kennis van het Nederlands echt een sluitstuk van een inburgeringsbeleid. En dat is een terecht sluitstuk, want de kennis van de taal is het begin van iedere integratie.
Bedankt voor alle beschouwingen, collega’s. Ik denk dat een inburgeringstraject niet vrijblijvend mag zijn. Ik ga u teleurstellen, mijnheer Van Rooy. Ik vind dat dat iets is dat inhoud moet hebben, dat meer is dan gewoon een formaliteit waar men even doorwandelt en dan op het eind een papiertje krijgt. Ik vind dat mensen die in een inburgeringstraject stappen, moeten worden ondersteund, maar ook de inspanningen moeten doen om binnen de 240 uur, of 480 uur voor trage leerders, een voldoende niveau Nederlands te leren. En ze moeten daarop geëxamineerd kunnen worden. En als het nog niet voldoende is, moeten ze verdere inspanningen doen.
De Vlaamse Regering zet de instrumenten in die ze heeft om mensen bij de les te houden. Als je niet naar de les komt, kun je boetes krijgen. Die boetes lopen op tot 5000 euro. Het begint met 150 euro, een tweede inbreuk is 500 euro, en dan 1000 euro, 2000 euro, 4000 euro en 5000 euro. Dat is niet vrijblijvend. En ik zie het aantal boetes dat gegeven wordt, stijgen. U vraagt of die mensen lakser zijn. Ik denk het niet. Ik denk dat er nu meer en ernstiger gecontroleerd wordt. Dat is de voorbije jaren een groeiproces geweest. We gaan dat resoluut voortzetten.
Op dit moment wordt er van de cursus maatschappelijke oriëntatie geen examen afgenomen. Op dit moment vraagt men op het einde van de cursus om uit te leggen wat men gedaan heeft. ‘Ik ben naar een bank geweest en heb geprobeerd een lening af te sluiten.’ Of: ‘Ik ben naar VDAB gegaan en heb me proberen in te schrijven.’ Of: ‘Ik ben met de bus ergens naartoe geweest.’ En die man of vrouw moet dat uitleggen.
Dat is op dit moment eigenlijk de test, omdat we nog geen examens hebben.
Wat wij nu zullen doen, is heel performant de kennis overdragen en op het einde aan de mensen vragen: hebt u die kennis, hebt u die vaardigheden? Wij examineren u daarop.
Waarom doen we dat? Niet om het die mensen moeilijk te maken, maar net om het hen gemakkelijk te maken, zodat ze zich kunnen inpassen in de samenleving en kansen kunnen krijgen.
Dat zal betekenen dat die cijfers de komende jaren misschien nog wat zullen dalen en dat mensen misschien nog een tweede keer les moeten volgen, om zich verder bij te scholen. Maar tegelijkertijd geven we nieuwe instrumenten. We laten mensen toe. Want het probleem van sommige mensen die vandaag Nederlands leren in onze samenleving is dat ze dat misschien wel in de klas leren, maar nergens kunnen oefenen, omdat ze niemand hebben die Nederlands spreekt met hen. Wel, met dat buddyproject wordt dat wél mogelijk. En daar waar men dat doet, ziet men daar ook de positieve effecten van.
Het tweede dat we doen, is geen zeventien maanden wachten tot het einde van het inburgeringstraject vooraleer mensen naar VDAB kunnen gaan, maar binnen de twee maanden de mensen naar VDAB sturen, al is het voor een arbeidsopleiding of voor een job. Omdat ik, omdat de Vlaamse Regering ervan overtuigd is dat, wanneer mensen actief zijn op de arbeidsmarkt, ze veel sneller de taal zullen verwerven, veel sneller een goed inzicht zullen hebben in onze maatschappij en ook zullen bijdragen tot onze samenleving.
Die cijfers tonen dus aan dat de inspanningen om te controleren, stijgen, dat er daarop meer wordt gesanctioneerd, dat deze regering de lat hoger zal leggen. Dan vraag ik mij inderdaad af, zoals collega Ongena zegt: wat is het probleem? Het enige probleem dat u aankaart, is een probleem dat u eigen is, namelijk dat u per se buiten de rechtsstaat wilt stappen. U vraagt waarom ik die mensen hun verblijfsvergunning niet afneem. Omdat de Vlaamse Regering daarvoor niet bevoegd is! We zullen dat wel melden aan de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ), als men niet geslaagd is in het examen, maar het is niet onze bevoegdheid.
Waarom staat er op de website dat het nog gratis is? Omdát het nu nog gratis is! We zullen dat veranderen, maar daarvoor moeten we eerst een decreet maken en dat decreet – u weet dat, want u zit in de commissie – zal er zijn op 1 januari 2022. En dan wordt dat wél betalend.
Maar ja, u zegt: ‘Regels en wetten zijn niet belangrijk. Ik moet daarbuiten kunnen treden, om mijn maatschappelijke uitdagingen aan te pakken.’ Dat heb ik van u al kunnen lezen. ‘De maatschappelijke uitdagingen zijn zo moeilijk dat de rechtsstaat een hindernis is geworden. Al die democratische waarden moeten overboord, zodat ik snel snel mijn ding kan doen.’ Ja, dan kunt u dat sneller doen. Maar ik geloof nog altijd in de democratische rechtsstaat. Dat is trouwens een van de dingen die we in de inburgeringscursus aan de mensen leren. Misschien moet ik u dat onderdeel ook eens bezorgen. (Applaus bij de meerderheid)
Het probleem, parlementsleden en minister Somers, is en blijft natuurlijk dat de Vlaming, ook na het zogenaamd niet gratis maken van de cursus, 4000 euro moet betalen voor elke vreemdeling die een inburgeringscursus volgt. En het probleem is en blijft – en dat ligt op federaal niveau, maar alle partijen hier aanwezig, of een deel daarvan, zullen in een Federale Regering zitten – dat diegenen die niet slagen, in dit land zullen blijven.
De slogan van deze Vlaamse Regering zou dus moeten zijn: u kunt of wilt niet inburgeren, dan moet u direct ons land verlaten. Maar indien u, minister Somers, niet vatbaar bent voor die rede, als u dat gezond verstand niet hebt, dan kan ik niet anders dan u – en dat geldt ook voor de rest van het parlement – confronteren met een video die laat zien tot wat uw soort beleid heeft geleid in dit land. (Sam Van Rooy toont een video op zijn laptop)
Luister maar eens goed naar die video. Dat is uw beleid. Dat is het gevolg van uw beleid.
Collega Van Rooy, uw spreektijd is voorbij. Ik zou u dus willen vragen om uw laptop dicht te doen.
Collega Van Rooy, doe uw laptop dicht, alstublieft. Uw spreektijd is al met vijftien seconden overschreden.
Ik weet dat het lastig is, maar dit is de realiteit.
Dat heeft er niets mee te maken. Iedereen moet zijn spreektijd respecteren, u ook.
De actuele vraag is afgehandeld.