Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Tommelein heeft het woord
Minister, de coronacrisis heeft uiteraard alle economische sectoren zwaar getroffen, maar een aantal sectoren hebben te maken met een zeer scherpe terugval. Dat is het geval voor de Vlaamse visserij, een kleine maar weliswaar zeer dynamische sector, die een zware klap kreeg door de sluiting van onder andere de horeca en markten, waardoor de afzetkanalen voor verse vis tijdelijk verdwenen.
Intussen zijn de restaurants en de markten opnieuw open, waardoor de sector opnieuw in beter vaarwater zit. Maar het kwaad is uiteraard wel geschied en bijgevolg heeft deze sector nood aan een relance.
De Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij (SALV) is niet bij de pakken blijven zitten en heeft een advies uitgebracht dat de contouren schetst om de Vlaamse visserij opnieuw op de sporen te krijgen. De SALV toont zich terecht dankbaar voor de kortetermijnmaatregelen, minister. Ik heb vanmorgen in de commissie al gezegd dat u daar zeer creatief mee omgaat en ik juich dat toe. De SALV vraagt echter om ook aandacht te hebben voor een aantal zaken zoals de duurzame verankering van de Vlaamse visserij en de strategische positie van de bevoorrading. Wat financiering betreft, vraagt de adviesraad om te voorzien in middelen uit het EU-herstelfonds voor een duurzame relance van de visserij. Met andere woorden, minister, de SALV heeft zijn huiswerk klaar.
Op welke manier schat u dit advies in en op welke manier gaat u concreet aan de slag om de relance in de Vlaamse visserijsector vorm te geven?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Tommelein, ik dank u voor deze interessante visvraag. We hebben elkaar ook vanmorgen uitgebreid gezien, weliswaar in de commissie Landbouw via de digitale weg. Het klopt natuurlijk wanneer u zegt dat de visserijsector in zijn geheel zwaar heeft geleden onder de coronacrisis. Dat is ook de reden waarom we, toen de prijzen in elkaar zakten, steunmaatregelen hebben genomen opdat er minder zou worden gevist, en wonder boven wonder hebben de prijzen zich ook wat hersteld. Dit was ook een goede maatregel.
Het advies van de SALV omvat vier elementen. Het eerste is de crisiscel. Die taak zal sowieso worden opgenomen door de coördinatiecel binnen het Departement Landbouw en Visserij.
Ten tweede is er de crisissteun. U weet dat ik er op de Europese ministerraad hard op aangedrongen heb om extra middelen te krijgen voor die steun. Die zijn niet toegezegd, maar ik zal nog een inspanning doen om die middelen alsnog toegezegd te krijgen. Een kanttekening: als er extra steun komt, wil ik niet dat die wordt afgepakt van de structurele steun, want die is ook hard nodig.
De derde lijn is de opwaardering van de lokale producten. Daar zal ik zeer voluntaristisch de hand aan de ploeg slaan om de aandacht die de consument nu heeft om lokaal te kopen nog eens extra in de markt te zetten.
Als de mensen de vis van het jaar kopen, zal die misschien wel snel uitverkocht zijn, maar dan kopen ze ook gegarandeerd een vis die gevangen wordt door onze vissers, en dat is een goede zaak. Op die manier steun je onze visserijsector. Via het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM) zullen we daar verder hard op inzetten.
Ten vierde is er het Europees herstelfonds, en dat wordt samen met het Europese budget besproken tijdens de top van 17 en 18 juli 2020. Daar vragen we echt dat wie het meest blootgesteld werd aan de gevolgen van de brexit, ook de meeste steun zou krijgen. Het lijkt mij de evidentie zelf dat onze kleine maar zwaar geïmpacteerde visserijsector daardoor ook van een deel steun kan genieten.
Ik zei net dat de SALV heel lovend is over de manier waarop u dit op korte termijn hebt aangepakt, en ik juich dat ook toe, maar toch vraagt de SALV heel specifiek om middelen voor crisissteun in dringende situaties te reserveren. We moeten toch vermijden dat goede Europese leerlingen, die hun visserijprogramma tijdig vervullen, plots geen geld meer zouden hebben omdat het werkingsbudget al is opgebruikt. Daarom zijn bijkomende middelen absoluut noodzakelijk.
Vanmorgen vroeg ik u ook al om opnieuw te vragen om steun te verlenen aan de bouw van nieuwe schepen, want dat is iets wat op dit moment volgens Europa niet kan. We hebben daar met onze kleine vloot zeker nood aan.
Op welke manier wilt u ervoor zorgen dat als we een nieuwe uitbraak van een coronagolf krijgen of als er een andere onvoorziene ramp plaatsvindt, u snel ondersteuning kunt bieden om de meeste noden op te vangen?
De heer Dochy heeft het woord.
Bedankt voor de vraag. In de commissie Landbouw is de problematiek van de relance van de visserij al aan bod gekomen. De SALV spreekt heel duidelijk waardering uit voor wat u en de Vlaamse Regering hebben gedaan. Dat is een pluim voor u, minister, en voor heel de Vlaamse Regering. Twee elementen springen eruit: naar aanleiding van de brexit moet er inderdaad worden gezorgd dat men de visgebieden kan blijven aanboren en dat de verse vis ook vers bij de consument kan terechtkomen. Daarnaast is het stimuleren van de consumptie van lokale duurzame visserijproducten van groot belang.
Misschien moet het Vlaams Parlement daarin het voortouw nemen, voorzitter. Ik zou daarom deze vraag willen stellen aan de minister: bent u bereid om samen met de voorzitter van het parlement eens bij de heer Tommelein langs te gaan en samen een lokale duurzame vis te proeven? U kunt daar wat aardappelpuree bij eten, minister, want de aardappelsector ligt u ook na aan het hart. Zo kunt u uiteindelijk afspreken om, in navolging van het provinciebestuur van West-Vlaanderen, voor de personeelsrestaurants van de Vlaamse overheid en het Vlaams Parlement alleen nog duurzame, lokale vis aan te kopen.
Het lijkt wel een beetje op ‘Wie wordt de vrouw van Bart Tommelein?’. Maar goed, we zullen nog zien hoe we dat afspreken.
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Net zoals de andere economische sectoren is ook de visserij hard getroffen door de coronacrisis, vooral dan door de sluiting van de horeca. Dit gebeurde op een moment dat de sector opnieuw aan een opmars bezig was, want nog niet zolang geleden zat de sector op zijn gat door de hoge dieselprijzen. De vloot was ook verkleind tot amper een zeventigtal schepen. Nu worden niet alleen die oudere schepen vernieuwd en gerestaureerd, maar er worden ook nieuwe schepen gebouwd. Het relanceplan moet er dan ook voor zorgen dat de visserijsector stevig verankerd wordt in Vlaanderen.
Uit uw antwoord bleek duidelijk dat u de nodige ondersteuning wilt bieden vanuit Vlaanderen. Ik roep u ook op om op Europees niveau de belangen van de visserijsector even fel te verdedigen en het belang van lokaal kopen verder te benadrukken.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Minister, we hebben deze voormiddag al nuttige tijd besteed aan een debat over de visserijsector. Ik zal dat debat niet opnieuw voeren.
Voor de coronacrisis verkeerden we in een iets positievere stemming over de visserijsector. Er waren aankondigingen van investeringen en we hebben de afgelopen jaren ook wel wat stappen gezet om te verduurzamen, zowel op het vlak van de vloot als van de vangstmethoden.
De heer Tommelein verwijst naar het risico van een onvoorziene ramp.
Collega’s, het grootste gevaar lijkt mij dat er een voorziene ramp op ons pad komt, namelijk de brexit. Het is heel duidelijk momenteel dat dat er niet goed uitziet. Wat er op tafel ligt, zou een absoluut drama zijn voor de sector zelf. Ik wil niet negatief klinken, maar, minister, u weet dat ik al een jaar vraag naar de noodscenario’s vanuit de Vlaamse middelen. Opnieuw, laat ons niet alleen rekenen op de Europese middelen, maar laat ons ook kijken wat Vlaanderen vrij kan maken voor een kleine maar veerkrachtige en belangrijke sector die de lokaleketeneconomie kan waarmaken.
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Ik sluit me aan bij de collega’s. We zien de visserijsector de transitie maken naar verduurzaming en innovatie. Helaas heeft corona net zoals in andere sectoren zwaar toegeslagen. Het klopt dat de grootste uitdaging waar de visserij nog voorstaat de brexit is. In dit alles speelt de EU een grote rol. U hebt al verwezen naar het financieel meerjarenkader en het EU-herstelplan. We moeten inderdaad ijveren om de meest getroffen landen en sectoren te helpen. Hoe zult u daar bij de EU verder op aandringen? Hoe zult u de eigen specificiteit van de Vlaamse visserijsector onder de aandacht brengen? Die verschilt toch wel van de andere lidstaten.
Wat we uit de coronacrisis geleerd hebben, is inderdaad het belang van de lokale producten. De consumenten zijn daar een stuk in gegroeid. U spreekt van bijkomende acties met de VLAM, dat is zeer goed. Kunt u daar al een tipje van de sluier oplichten?
Het is inderdaad goed, collega Dochy, om het nuttige aan het aangename te koppelen. Ik zie dat zeker zitten om met de parlementsvoorzitter naar Oostende te gaan.
Op bezoek bij collega Tommelein?
De discussie over wie de ideale vrouw is, hoeven we niet te voeren. Laat ons gewoon een grietje eten samen, dan is dat meteen opgelost. U weet, ‘tomate-crevettes’ is ook goed voor mij, mijn achternaam indachtig zijn grijze garnalen mijn absolute favoriete visjes. Ik wil ze zelfs zelf pellen, mocht u dat graag willen. (Gelach)
Ik wil ook wegblijven hoor, als het moet. (Gelach)
Ik weet echt niet welke richting dit uitgaat.
Nee, nee, nee! U gaat mee. (Gelach.)
We zouden collega Somers ook kunnen meenemen. (Opmerkingen van de voorzitter)
Hij is bevoegd voor de restaurants van de Vlaamse overheid.
Hoe ga ik dat in godsnaam promoten, mevrouw Coudyser? Wel, we moeten de lokale vis nog beter bij de restaurants krijgen. De publieke overheid kan op dat vlak een steentje bijdragen. Het Vlaams Parlement kan dat doen, de Vlaamse overheid kan dat doen. Op deze manier bieden we, mijnheer Vaneeckhout, ook steun aan onze vis.
Steun reserveren, mijnheer Tommelein, alles goed en wel, we hebben recht op zo’n 40 miljoen euro, ik wil best bekijken wat we moeten reserveren, maar we hebben ook flexibiliteit nodig. Als er zaken gebeuren, moeten we soepel kunnen inspelen. Vanmorgen heb ik complimentjes gekregen – ik weet het niet zeker, ook van u denk ik – over het feit dat we extra steun gevonden hebben om oudere schepen te moderniseren richting klimaat, om ze klimaatvriendelijker en energiezuiniger te maken. Dat toont aan dat we creatief omspringen met de middelen die er zijn, en die op gepaste wijze inzetten voor onze vissers. We zullen dat blijven doen.
Collega Malfroot, collega Tommelein, ik vind ook dat we – zeker in de sector van de vis – de bouw of de aankoop van nieuwe boten zouden kunnen ondersteunen. Het is een beetje gek dat we steun krijgen om een oude boot te blijven renoveren, maar niet voor een nieuwe boot, dat mag niet van Europa. Dat is een beetje vreemd in de visserijsector.
Mijnheer Vaneeckhout, u hebt gelijk als u zegt dat we ons moeten wapenen tegen de onverwachte maar ook tegen de verwachte zaken. Dat blijkt ook uit de appreciatie die we krijgen van de SALV, ik ben blij dat jullie dat opmerken, dat doet ook wel eens deugd. We hebben snel en kort op de bal gespeeld door inkomenssteun te geven aan de vissers en hen te vragen om niet meer uit te varen. Zo zat er minder druk op de daling van de prijzen. Als er minder vis wordt aangevoerd, gaan de prijzen weer omhoog.
Voor de brexit is dat natuurlijk veel moeilijker. Als de Britten naar een no-deal gaan op het vlak van vis, en je moet opnieuw akkoorden sluiten over de toegang tot onze wateren en over de quota om vis te mogen opvissen, dan wordt dat een heel moeilijke zaak. In de zeeën staan immers geen muren. Die vis zwemt vandaag in Britse wateren, en morgen kan die in onze wateren of in Franse wateren zwemmen. Het is dus heel moeilijk om vis aan banden te leggen, vandaar het grote belang om een akkoord te kunnen sluiten, minstens daarrond.
Ik heb al meerdere vergaderingen gehad, samen met de acht landen die dezelfde vis- en waterproblemen kennen. Ik hoop echt dat de rede het haalt. De Britse vloot is totaal niet in staat om hun eigen vis op te vissen, dus het is van belang dat we daar een akkoord over kunnen sluiten. Gebeurlijk zullen we akkoorden moeten vinden met andere landen zoals Ierland, om die vis daar aan te landen en zo veilig naar Vlaanderen te kunnen brengen.
Er ligt dus veel werk op de plank en ik hoop echt dat we de komende weken toch tot een soort van kader zullen kunnen komen om het geheel werkbaar te houden. Maar weet dat we als Vlaanderen niet alleen staan met ons visprobleem. Er zijn een pak landen – Duitsland, Nederland – die hetzelfde probleem hebben, en voor wie het belang ook bijzonder groot is.
Bedankt, minister. Het ontgoochelde me wel dat u niet meer weet dat ik u vanmorgen complimentjes gegeven heb. Het waren geen bloemen, het waren bijna hele bloempotten.
Maar ik wilde dat u het nog eens zei in de plenaire vergadering. En u doet het ook.
Ik hoef niemand in dit halfrond ervan te overtuigen dat onze Vlaamse visserij een voorbeeld is, en een van de beste leerlingen van de klas als je het in Europees perspectief bekijkt. Vooral de verduurzaming is onze grote troef, ik heb dat al verschillende keren herhaald. Daar kunnen we het verschil maken met andere landen: op het vlak van ecologische en sociale verduurzaming van onze visserij. Dat is goed voor de sector en het is goed voor elke Vlaming.
Ik wil in mijn slotrepliek toch nog eens benadrukken dat de SALV vragende partij is om betrokken te worden bij de relance van de sector in het coronadebacle, en ook wat de brexit betreft. Zo slagen we er ook in om de Vlaamse visserijsector klaar te stomen voor de toekomst. Ik ben daar zeer positief over ingesteld.
Ik dank u voor uw antwoord en voor uw positieve ingesteldheid, minister.
De actuele vraag is afgehandeld.