Verslag plenaire vergadering
Verslag
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is het ontwerp van decreet houdende instemming met de tijdelijke economische partnerschapsovereenkomst tussen Ivoorkust, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, gedaan te Abidjan op 26 november 2008, respectievelijk Brussel op 22 januari 2009.
De algemene bespreking is geopend.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Wij zullen tegen dit ontwerp van decreet stemmen. We hebben het daar natuurlijk ook al in de commissie over gehad. De tolvrije import van Europese producten dreigt de lokale economie in Ivoorkust te ontwrichten. Ook dreigt de tolvrije import van bepaalde landbouwproducten uit Ivoorkust in Europa Europese landbouwproducenten onder druk te zetten en import goedkoper te maken dan lokale productie en consumptie. De overeenkomst lijkt ook een instrument te zijn dat erop is gericht andere West-Afrikaanse staten te overtuigen een regionaal samenwerkingsakkoord goed te keuren. Op die manier wordt via de economische partnerschapsovereenkomst een ongerechtvaardigde druk op die landen uitgeoefend. Dat is dan ook de reden waarom wij hier zullen tegenstemmen.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Collega’s, we hebben het hier inderdaad al over gehad in de commissie, dus ik zal het ook niet al te lang maken. Ik wil echter toch aanstippen waarom ook wij hier de nodige vragen bij hebben, en dus ook zullen tegenstemmen. De bespreking in de commissie was niet helemaal bevredigend, omdat de eindconclusie daar was dat we gewoon ideologisch van mening verschillen.
Mijnheer Deckmyn, het feit dat u en ik dit handelsakkoord gelijkaardig benaderen, stelt me gerust. We kunnen niet wegkomen met de argumentatie dat het een ideologisch verschil tussen meerderheid en oppositie is. Ik wil de leden van de meerderheid niet allemaal in het centrum plaatsen.
Een eerste opvallend feit is iets waar niemand iets aan kan doen. We bespreken hier een partnerschapsovereenkomst die twaalf jaar geleden is goedgekeurd en die eigenlijk al twaalf jaar wordt toegepast. Dat is natuurlijk problematisch. Daar zijn allerlei juridische redenen voor en daar kan niemand iets aan doen. Het voordeel is wel dat we de impact van de overeenkomst na twaalf jaar kunnen inschatten. Dit sluit aan bij punten van kritiek die door het middenveld en anderen zijn weergegeven.
De economische ontwrichting van de ‘Ivoorkustse’ economie is problematisch. Met dit akkoord overspoelen we de ‘Ivoorkustse’ markt met Europese producten. De impact daarvan is gigantisch. Er wordt veel te weinig ingezet op een geleidelijke overgang naar ontwikkelingssamenwerkingsmechanismen. Er is een veel te beperkte betrokkenheid van het middenveld en de civiele samenleving in Ivoorkust bij de totstandkoming van dit akkoord geweest.
Momenteel wordt werk gemaakt van een meer omvattend akkoord met West-Afrika. Het is ons voorstel te wachten tot dat akkoord op tafel ligt en ervoor te zorgen dat dit akkoord veel evenwichtiger wordt. Er kunnen heel wat vragen worden gesteld op het vlak van milieu en arbeidsvoorwaarden. We zijn uiteraard koele minnaars van het bovenstatelijk beslechtingsmechanisme dat in deze handelsovereenkomst is uitgewerkt.
Dat is niet nieuw. Het zijn vaststellingen met betrekking tot dit akkoord. Wat me met betrekking tot onze overtuiging over deze partnerschapsovereenkomst echter geruststelt, is dat dit geen linkse of rechtse mening is. Iedereen kent waarschijnlijk bondskanselier Merkel. Een van haar buitenlandse vertegenwoordigers, de heer Nooke, heeft in 2017 deelgenomen aan een handelsmissie naar Ivoorkust en naar Ghana. Hij heeft gezegd dat hij na tien jaar toepassing van de overeenkomst enkel kon vaststellen dat het zowel voor de EU als voor Ivoorkust en Ghana een mislukking was. Als mensen die zich relatief in het centrum bevinden, zoals bondskanselier Merkel en haar buitenlandse vertegenwoordigers, zeggen dat dit een waanzinnig akkoord is en dat we dit in de toekomst niet meer mogen doen, kunnen de leden van de meerderheid zich niet vrijpleiten door te stellen dat we het ideologisch oneens zijn.
Ik stel voor dat we hier lessen uit trekken en dit ontwerp van decreet niet goedkeuren. Dat is alvast wat mijn fractie zal doen.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het ontwerp van decreet. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2019-20, nr. 344/1)
– Er zijn geen opmerkingen bij de artikelen 1 en 2.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemmingen over de artikelen en over het ontwerp van decreet houden.