Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Slootmans heeft het woord.
Voorzitter, beste collega’s, ik weet niet hoe het bij jullie zat de jongste dagen, maar ik kreeg koude rillingen om wat er zich de jongste dagen afspeelde in de mediawereld. Wat begon als een burgerbeweging tegen politiegeweld en vervolgens ontaardde in plunderingen, vandalisme en geweld tegen ordediensten, leidt nu tot een politiek correcte zuivering in onze meest geprezen televisieproductie. Historische, maar vooral ook hilarische satirereeksen zoals Little Britain en Fawlty Towers worden van het scherm verbannen, of worden voorzien van een disclaimer als waren het giftige producten. Waarom? Omdat bepaalde groepen er mogelijk aanstoot aan zouden kunnen nemen. Realityreeksen zoals Cops, die eenvoudigweg de dagelijkse realiteit weergeven, worden na de druk van de 'Black Lives Matter'-beweging mutatis mutandis van het beeldscherm verjaagd omdat ze racisme zouden aanwakkeren. Waarom zouden ze racisme aanwakkeren? Omdat de daders vaak zwart, Afrikanen zijn. Beste collega’s, ik zeg dat niet. De producers zeggen dat.
Maar ook Tom & Jerry, Gone with the Wind, Come Fly With Me en godbetert Pippi Langkous en tal van andere bekroonde producties geraken niet meer voorbij de linkse censuurjury. En wie denkt dat het allemaal nogal meevalt, die moet toch eens kijken naar het parcours van de cultuurmarxisten van de laatste jaren. Eerst was het Zwarte Piet, dan de paasklokken, dan de te witte schoolboeken, dan de kerststalletjes, dan was het Kuifje in Afrika, Suske en Wiske, dan was het Aalst Carnaval, dan waren het de standbeelden, dan de straatnaamborden, en nu, beste collega’s, zijn het onze meest bejubelde tv-producties. Niets blijft nog heel in de cultuuroorlog van de maakbaarheidsideologen. En een mens vraagt zich af waar deze orwelliaanse censuurpolizei eindigt.
Minister, collega’s, welke wake-upcall hebben wij nog nodig om in te zien dat dergelijke uitwassen van de politieke correctheid wel bijzonder totalitaire trekjes beginnen te vertonen?
En wie denkt dat deze linkse moraalbrigade zich vooral over de plas, in het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten, laat gelden, vergist zich. Naast HBO en de BBC communiceren ook onze Vlaamse mediaspelers, en ik citeer, ‘dat er permanent wordt gescreend op mogelijke gevoeligheden’.
Kunt u uw vraag stellen?
De woordvoerder van de VRT stelt, en ik citeer…
U moet niet citeren, u moet uw vraag stellen.
De VRT-woordvoerder stelt dat zij permanent passages tegen het licht houden en dat zij bij sommige programma’s een waarschuwing plaatsen zodat ze niet meer kunnen worden getoond. Het Laatste Nieuws publiceerde onlangs een artikel met als titel dat de VRT aan censuur doet.
Mijnheer Slootmans, uw vraag. U bent al twee minuten over tijd, u stelt nu uw vraag.
Ik kom tot mijn vraag.
U komt niet tot uw vraag, u stelt ze nu.
Ik kom tot mijn vraag. Minister, ik hoop dat u het met mij eens bent dat de censuur waar we de laatste dagen getuige van zijn, een schrikbarende evolutie is. Welke stappen zult u ondernemen opdat we morgen niet geconfronteerd zouden worden met een mediawereld waar satire en spot verbannen zijn en Urbanus en Alex Agnew op de zwarte lijst staan?
Minister Dalle heeft het woord.
Mijnheer Slootmans, u hebt onder meer verwezen naar een aantal buitenlandse voorbeelden uit het Verenigd Koninkrijk. Ik ga daar uiteraard geen commentaar bij geven maar ik ben wel verheugd dat de BBC binnenkort Tik Tak zal uitzenden, dat is alvast bijzonder goed nieuws.
Wat ons eigen land betreft, weet u dat ik als minister van Media de hoeder ben van het Mediadecreet en dat ik me dus ook niet uitspreek over de programmatie, noch van de VRT, noch van de private omroepen. Ik heb me dan ook bevraagd bij de VRT over uw vraag.
Het is zo dat de VRT natuurlijk een rijk archief heeft met heel wat beeldmateriaal, zowel effectieve programma’s, als ruw materiaal. Zij bekijken dat soms om na te gaan wat vandaag de relevantie is van dat archief en of daar geen beeldmateriaal tussen zit dat vandaag niet meer gepast is of aanstootgevend is. En daar wordt dan effectief soms een label op gezet, een rode bol, waardoor de maker van het programma weet dat hij daar moet op letten. Soms wordt ook geoordeeld dat het om deontologische redenen beter is dat niet uit te zenden, soms wordt beslist dat een programma nog kan worden gebruikt mits precisering dat het gaat om opnames van vroeger waarbij het taalgebruik niet altijd is aangepast aan de tijdsgeest.
Ook de private media gebruiken dergelijke methodes. Er zijn bijvoorbeeld kranten die bij bepaalde foto’s uit het archief een stempel zetten om erop te wijzen dat die effectief moeten worden nagekeken.
In elk geval hecht de VRT groot belang, en dat spreekt voor zich, aan het respect van de deontologische regels. Er is ook een diversiteitscharter niet-discriminatie. Dat zijn belangrijke elementen waar zorgvuldig mee wordt omgegaan.
De heer Slootmans heeft het woord.
Minister, ik verwachtte wel dat u zou verwijzen naar het Mediadecreet maar het Mediadecreet garandeert ook de maximale vrijheid van meningsuiting en een zo groot mogelijke creativiteit. Dat staat uitdrukkelijk in de artikelen 6 en 37. U zegt eigenlijk een beetje tussen de regels dat wat zich vandaag voordoet, eigenlijk geen censuur is, u relativeert dat, maar hoe noemt u dan de boodschap van de VRT-woordvoeder die stelt, en ik citeer, dat ‘men bepaalde programma’s schrapt omdat het bepaalde groepen zou kunnen raken’. In de Van Dale betekent censuur ‘controle op verboden dingen in publicaties en films en die weghalen’. Dat is toch exact wat hier gebeurt.
Ik stel mij de vraag of wij de vrijheid om te lachen met wat we willen nu echt moeten opofferen op het altaar van de dolgedraaide politieke correctheid. Willen wij echt in een wereld wakker worden waarin Basil Fawlty en Tom and Jerry worden gecriminaliseerd en gediaboliseerd omdat een kleine ruggengraatloze minderheid ons daartoe dwingt? Zullen wij werkloos toekijken hoe de moderne versie van de boekverbranding zich voor onze ogen afspeelt? Want dat is de enge richting die wij uitgaan, beste collega’s. Dat is de vrijheidsbeklemmende koers die door de linkse moraalbrigade wordt aangegeven.
Daarom mijn bijkomende vraag, minister. U speelt als minister van Media een bijzonder belangrijke rol, zeker in het kader van de beheersovereenkomst met de VRT die we de volgende jaren zullen aangaan. Zult u de media-actoren en de tv-producenten oproepen om deze politiek correcte heksenjacht – want dat is ze – te staken en de creativiteit maximaal te laten plaatsvinden, wars van politiek correcte taboes, zoals dat trouwens ook beschreven staat in uw eigen regeerakkoord?
De heer Ongena heeft het woord.
Mijnheer Slootmans, ik vind het toch wel heel eigenaardig hoe u hier de voorvechter bent van de vrijheid van meningsuiting en daar zo bekommerd om bent. U en uw partij laten geen kans onbenut om te zeggen wat de VRT mag uitzenden en vooral niet mag uitzenden. U gaat vandaag nog een stap verder. Ik heb uw voorstel van resolutie gelezen waarin u zegt dat ook private zenders eigenlijk niet meer mogen doen wat ze willen, en ook daar wilt u ingrijpen. Mijnheer Slootmans, ik kreeg ook koude rillingen. Ik krijg koude rillingen van de gedachte aan het ogenblik waarop u of uw partij, met uw ideologie, zult bepalen wat er op tv mag en wat er niet op tv mag, wat er op de radio mag en wat er niet op de radio mag. Ik weet één ding: op het ogenblik dat dat gebeurt, zal er van vrije meningsuiting totaal geen sprake meer zijn.
Nog iets: ik vind het echt onbehoorlijk, onbegrijpelijk, schandalig dat u Johan Deckmyn, uw partijgenoot voor alle duidelijkheid, bestempelt als iemand van de linkse moraalbrigade, want hij heeft er vorig jaar nog voor gepleit om de Leopold II-laan van naam te veranderen.
De heer Vandaele heeft het woord.
De media in het algemeen en onze openbare omroep in het bijzonder hebben een taak als het erom gaat discriminatie en racisme tegen te gaan. Daar zijn we het over eens. Als we dan te maken hebben met oude opnames, weten we denk ik wel dat die in een heel andere tijdsgeest dan die waarin we nu leven baden. Het kan dan wat mij betreft in de meeste gevallen volstaan om daar een goede duiding bij te geven. Je moet die dingen niet van de buis halen. Een steeds terugkerende discussie is natuurlijk die over humor. Hoever kan die gaan? Wat is grappig, wat is wansmakelijk? Denken we maar aan Charlie Hebdo. Maar het zou ons te ver leiden om daarover in een minuut het debat te voeren.
Minister, bent u van mening dat de criteria die de VRT hanteert om op die opnames rode bolletjes te plakken en om te beslissen hoe ze daarmee moeten omgaan, voldoende transparant zijn voor de buitenwereld en voor ons?
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Ik krijg ook koude rillingen, maar daarvoor moet ik niet naar de televisie kijken. Ik kan ook gewoon naar dit halfrond komen en naar de tussenkomsten van het Vlaams Belang luisteren.
Onze samenleving wordt diverser. U kunt dat heel jammer vinden, maar dat is wel de realiteit. Dan is het ook logisch dat er een aantal gebruiken zijn, zoals het gebruik van woorden, die op een bepaald moment wat gevoeliger worden en dat we daarbij duiding geven. Dat gaat niet over censuur. We denken na over woorden die we gebruiken. Als ik naar programma’s van twintig of dertig jaar geleden kijk en hoor welke woorden men daar gebruikt om over homoseksuelen te spreken, dan voel ik me ook aangevallen en vind ik dat ook niet fijn. Het is dus logisch dat we op alle manieren bekijken hoe we rekening kunnen houden met de gevoeligheden die grote groepen mensen in onze samenleving ervaren.
Ik heb geen vraag voor u, minister. Ik vind wel dat u heel correct hebt opgetreden en heel duidelijk verwijst naar het Mediadecreet. Ik doe bij dezen dus alleen een oproep om zo verder te doen.
Mevrouw Segers heeft het woord.
‘Panta rhei’, alles vloeit. De samenleving staat niet stil maar evolueert. Wat twintig jaar geleden gemeengoed was, is vandaag niet meer evident. De maatschappij zet stappen vooruit, of stapjes, maar we gaan vooruit. De media spelen een ongelooflijk belangrijke rol in beeldvorming en maatschappelijke verandering. Want de beeldvorming van groepen en situaties in de media bepaalt de blik van mensen op die groepen en situaties. We hebben vooruitgang geboekt, bijvoorbeeld in de beeldvorming van de vrouw. Maar ook op het vlak van racisme en diversiteit hebben we stappen vooruit gezet. Zo had ik onlangs een van mijn oude Tiny’s, mijn lievelingsboeken, in de hand: ‘Tiny gaat op reis’. Ze doet dat samen met haar vriendinnetje, een zwart meisje dat haar koffertje draagt en ‘Cacao’ genoemd wordt. Dus ook op dat vlak gaan we vooruit.
Het is dus absoluut terecht dat we kijken naar de media in de discussie over hoe we structureel racisme moeten bestrijden. Uiteraard is er vrijheid van meningsuiting. De vrijheid van pers is vitaal voor onze democratie. We moeten die te allen tijde beschermen, maar we mogen niet in een kramp schieten en bijvoorbeeld ook satire bannen. We mogen ook niet onder het mom van vrijheid van meningsuiting het debat uit de weg gaan. Als groepen zich gekwetst voelen over hoe ze gerepresenteerd worden in de media, dan moeten we luisteren, dan moeten we dat debat aangaan.
Minister, plant u een rol te spelen in het aangaan van dat maatschappelijk debat over de rol van de media in de strijd tegen structureel racisme?
Minister Dalle heeft het woord.
Dank u wel, collega’s, voor de bijkomende vragen en bedenkingen. Het spreekt voor zich dat de omroepen die onder het Mediadecreet vallen, alle relevante bepalingen van dat Mediadecreet moeten naleven. Dat spreekt uiteraard ook voor zich voor de openbare omroep, zelfs a fortiori.
Er is effectief de vrijheid van meningsuiting, collega Slootmans, artikel 37. Er zijn nog andere bepalingen relevant. Denk aan artikel 38, dat stelt dat “omroepactiviteiten niet mogen aansporen tot haat en geweld”. Maar het gaat uiteraard niet alleen over racisme en discriminatie. Er zijn nog andere redenen om beeldmateriaal te merken als ‘opletten om dat zomaar uit te zenden, zonder duiding’. Het gaat bijvoorbeeld soms over schokkende en aanstootgevende beelden. Racisme is daar dus een element, maar er zijn nog andere elementen.
Collega Vandaele peilde naar de transparantie daaromtrent. Het is natuurlijk zo dat, als men daar zo’n rode bol bij zet, dat geen automatische gevolgen heeft. Dat betekent dat de programmamakers, de redacties moeten analyseren hoe ze daarmee omgaan. Beslissen ze effectief om bijvoorbeeld een bepaald fragment niet uit te zenden? Dat kan om verschillende redenen relevant zijn, bijvoorbeeld omdat het programma geen toegevoegde waarde heeft. Soms zegt men bijvoorbeeld ook: het gaat toch te ver om dit nu nog uit te zenden, dit is te aanstootgevend. Soms gaat het over persoonlijke zaken, waarbij mensen en families in beeld gebracht worden en er contact nodig is met die families. Soms gaat men inderdaad oordelen dat iets vandaag niet meer actueel is, maar met de nodige duiding nog uitgezonden kan worden. In die zin ga ik helemaal met u akkoord dat het niet uitzenden de meest drastische maatregel is en dat er diverse andere mogelijkheden zijn. Maar het zijn uiteindelijk de redacties die met hun deontologische standaarden en uiteraard met respect voor alle relevante bepalingen van het Mediadecreet, daarover oordelen.
Ik wil afsluiten met de opmerking van collega Ongena, omdat ik die wel bijzonder pertinent vind. Het is een discussie die hier regelmatig aan bod komt in de plenaire vergadering en zeker ook in de commissie Media. Het is natuurlijk niet aan de Vlaamse Regering of aan de minister van Media om te bepalen wat de VRT zal uitzenden, en al zeker niet wat private omroepen of kranten brengen. Dat zou een vorm van politisering zijn die veel erger is dan waar u naar verwijst, collega Slootmans. Want van de voorbeelden die u aanhaalt, heb ik er geen enkel gehoord dat pertinent is voor onze Vlaamse media. (Applaus bij de meerderheid)
De heer Slootmans heeft het woord.
Minister, ik heb toch het gevoel dat u de zaken een beetje blijft minimaliseren. U zegt dat we geen voorbeelden kunnen aanhalen. Dat is ook omdat de woordvoerder daar niet op wou reageren toen daarnaar gevraagd werd. Ik weet niet of u deze week Urbanus zien passeren hebt in De Afspraak en vooral de massale steun die hij kreeg omdat hij het aandurfde om toch eens een ander geluid te laten horen in het eenzijdige racismedebat, dat toch de oorzaak is van heel deze censuurpolitiek. Minister, ik wil u de volgende boodschap meegeven: luister naar Urbanus. Trek hier vandaag een lijn in het zand. Zeg stop tegen diegenen die er hun beroep van maken om zich gekwetst te voelen. Zeg stop tegen dat overspannen, zure minderheidsclubje dat iedereen die anders denkt dan zij monddood wil maken. Zeg stop tegen die enge censuurpolitiek, minister, want de grenzen zijn niet bereikt, ze zijn overschreden.
Ik zou daar nog iets zeer korts aan willen toevoegen, beste collega’s. Ik weet niet of jullie je 7 januari 2015 nog herinneren, want ik herinner het me levendig: Charlie Hebdo. Velen onder jullie schaarden zich spontaan achter dat blad, toen het slachtoffer werd van een terroristische aanslag vanwege de satire en de spotprenten over de islam. Toen klonk bij iedereen ‘Je suis Charlie’. Wel, ik zou jullie vandaag willen oproepen, beste collega’s, om jullie achter de leuze ‘Je suis Basil Fawlty’ te scharen. (Klaas Slootmans houdt een pancarte omhoog met daarop ‘Je suis Basil’.)
Basil, beste collega’s, omdat de vrijheid om te lachen met alles en iedereen, inclusief met onszelf, ons te heilig is om overboord te gooien. Ik dank u. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De actuele vraag is afgehandeld.