Verslag plenaire vergadering
Verslag
Voorstel tot spoedbehandeling
Dames en heren, vanmiddag heeft de heer Peter Van Rompuy bij motie van orde een voorstel tot spoedbehandeling gedaan van het voorstel van resolutie van Katrien Partyka, Nadia Sminate en Sihame El Kaouakibi over de bestrijding van discriminatie en racisme in de samenleving.
Mevrouw Partyka heeft het woord.
Voorzitter, we vragen de hoogdringendheid voor het voorstel van resolutie ter bestrijding van discriminatie en racisme. Jammerlijk, maar ook hoopgevend tegelijk: jammerlijk door de aanleiding, namelijk de dood van George Floyd, tegelijk een beetje hoopgevend omdat op deze manier zijn dood niet voor niets geweest is. Op die manier willen we stellen en herhalen dat discriminatie en racisme geen plaats mogen hebben in onze samenleving. Daarom willen we dit voorstel van resolutie dringend agenderen.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
Dan stemmen wij nu bij zitten en opstaan over het voorstel tot spoedbehandeling.
De volksvertegenwoordigers die het voorstel tot spoedbehandeling wensen aan te nemen, drukken op ‘Ik sta op’.
De volksvertegenwoordigers die het voorstel tot spoedbehandeling niet wensen aan te nemen, drukken op ‘Ik blijf zitten’.
Het voorstel tot spoedbehandeling is aangenomen. Dan stel ik voor dat het voorstel van resolutie van Katrien Partyka, Nadia Sminate en Sihame El Kaouakibi over de bestrijding van discriminatie en racisme in de samenleving onmiddellijk wordt behandeld.
Is het parlement het daarmee eens? (Instemming)
Het incident is gesloten.
Bespreking
Dames en heren, aan de orde is het voorstel van resolutie van Katrien Partyka, Nadia Sminate en Sihame El Kaouakibi over de bestrijding van discriminatie en racisme in de samenleving.
De bespreking is geopend.
Mevrouw Partyka heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, de dood van George Floyd in de Verenigde Staten was een schokkende illustratie van datgene waartoe racisme of discriminatie kan leiden. Als een lopend vuur zijn de laatste ijzingwekkende minuten van zijn leven de wereld rondgegaan. Als een lopend vuur hebben ook de verontwaardiging en het protest naar aanleiding daarvan zich verspreid, en terecht. Ook in onze eigen samenleving zijn discriminatie en racisme aanwezig. Cijfers uit het onderwijs, verhalen van de arbeidsmarkt en de woonmarkt drukken ons met de neus op de feiten. Er wordt in onze samenleving gediscrimineerd op basis van afkomst. Dat mogen we als samenleving en als parlement niet aanvaarden. Als de Vlaamse overheid de ambitie heeft sturing te geven aan de samenleving via Vlaamse bevoegdheden, moet ze ook de ambitie hebben discriminatie te bannen. Die ambitie, dat antwoord op die grote maatschappelijke uitdaging, hebben we willen verwoorden in dit voorstel van resolutie.
De uitgangspunten zijn dat onze samenleving divers is en dat elke Vlaming dezelfde kansen verdient, ongeacht afkomst, geloof, seksuele oriëntatie, ras of beperking. Zowel in het Vlaamse regeerakkoord als in beleidsnota’s van de diverse domeinen zijn daar heel duidelijke krijtlijnen over getrokken. We willen dat niet alleen bevestigen, we willen ook bijkomend een signaal geven aan wie daaraan zou twijfelen. Niet alleen willen we racisme en discriminatie bannen, we willen ook optreden tegen wie die regels schendt.
We willen dat doen op verschillende manieren, via het nieuwe Vlaamse gelijkekanseninstituut, via het wetenschappelijk in kaart brengen van discriminatie, via zelfregulering, via controle, handhaving en zo nodig vervolging. Het heikele punt van de praktijktesten moeten we daarbij niet uit de weg gaan, denk ik. De discussie daarover is al vele keren gevoerd. Ik ben het niet altijd eens, maar ik wil toch graag verwijzen naar het opinieartikel dat de hoofdredacteur van De Tijd deze avond heeft gepubliceerd. Ze zegt daarin: “Wie als bedrijf de helft van zijn samenleving misloopt, misloopt de helft van potentieel talent om het verschil te maken. En ook de helft van potentiële consumenten. Bedrijven die dat niet onder ogen zien, ondermijnen zichzelf.” Willen we de discussie uit de weg gaan? Absoluut niet, denk ik. We hebben ervoor gekozen om daarop in het voorstel van resolutie ook een duidelijk antwoord te geven, via de sectorconvenanten. We willen daar een versnelling hoger schakelen. Alle mogelijke sectoren op de arbeidsmarkt, heel uiteenlopende sectoren zoals metaal en voeding, kunnen immers zo’n sectorconvenant afsluiten met de overheid, met verschillende ambities, niet alleen over de afstemming tussen onderwijs en arbeidsmarkt, maar ook bijvoorbeeld over levenslang leren en discriminatie.
We zijn ervan overtuigd – en dat is ook een beetje wat mevrouw Albers zegt, denk ik – dat het geen zin heeft om lippendienst te bewijzen aan een bepaalde zaak. Het heeft geen zin om als overheid alle schuld in de schoenen van de bedrijven te schuiven, maar voor bedrijven heeft het ook geen zin om weg te kijken van het probleem. Wij zijn ervan overtuigd dat we via die zelfregulering, via die sectorconvenanten, een heel duidelijke stap vooruit kunnen zetten tegen discriminatie op de arbeidsmarkt, via het uitwerken van een onafhankelijk academisch monitoringsysteem. We zijn er ook van overtuigd dat dat via wetenschappelijk onderzoek kan gebeuren, via sensibilisering van werkgevers en medewerkers, maar ook via het verkennen en uitwerken van systemen van zelfregulering en zelfcontrole. We zijn ervan overtuigd dat dat een appel kan zijn aan de bedrijfswereld om daar ook zelf stappen in te zetten.
Wil dat zeggen dat daar geen enkele controle op is? Neen, uiteraard. Via beleidsdomeinen zoals Wonen en Sociale Economie kunnen alle vormen van wettelijk verboden discriminatie voorkomen en gecontroleerd worden en kan aan parketten gevraagd worden om daar de nodige aandacht aan te schenken.
Sensibilisering en zelfregulering zijn belangrijk. Uiteraard is er ook het onderwijs dat de grootste emancipatorische hefboom in deze strijd zou moeten zijn. Daarnaast is er de aanpak van online discriminatie, via meer laagdrempelige meldingen en vervolgingen, en de proactieve aanpak door justitieassistenten bij slachtofferonthaal.
Ik wil mijn collega’s graag bedanken om in deze toch niet evidente tijd over niet altijd makkelijke thema’s van gedachten te wisselen. Het digitale overleg heeft ook beperkingen, hebben we vandaag vastgesteld, maar toch wil ik mijn collega’s graag bedanken om samen dit voorstel van resolutie te maken en voor te leggen, omdat we ervan overtuigd zijn dat het ook een duidelijk signaal geeft.
Mevrouw El Kaouakibi heeft het woord.
Ik zal niet euforisch doen. Elke stap die momenteel wordt gezet, is een stap in de juiste richting. De voorbije weken brandde het op de straten, van Philadelphia tot Parijs, van Alabama tot Amsterdam, maar ook in het nieuws en op onze sociale media. Want niet alleen in Amerika, maar ook hier komt de pijn hard binnen. Bij iedere persoon van kleur, bij iedere persoon die onderdrukking kent. En die pijn zou bij iedereen moeten binnenkomen. Dat gebeurt vaak niet. Dat is de reden waarom we nog eens, al decennia lang, het debat aan het voeren zijn.
In onze strijd tegen onrecht blijven we steeds op dezelfde fouten botsen. Als het anderen overkomt, dan zwijgen we. We zijn doof, selectief blind, selectief verontwaardigd, selectief stil, maar je kunt niet selectief tegen ongelijkheid strijden. Het is niet of racisme of discriminatie of seksisme. Racisme is verwerpelijk, discriminatie moet de wereld uit en seksisme berooft de helft van de wereldbevolking van haar potentieel. Punt. Toch doen we het keer op keer, want als het anderen overkomt, is de daadkracht plots op. Dan hoor je steeds hetzelfde: ‘Maar we doen toch al dit, we doen toch al dat, ze zijn toch al gelijk voor de wet.’ Selectieve verontwaardiging zit niet in de wet, die zit in onze samenleving. Die zit in het klaslokaal, de voetbalclub, op de werkvloer, in de manier waarop we met onze kinderen spreken en in de manier waarop we de toon zetten in het publieke debat. Daar wordt het gevoed, tot en met de haat die diep in de vezels van onze samenleving zit en doorgegeven wordt van generatie op generatie. Daarom is gelijkheid voor de wet niet voldoende. Want waar de ranzige ongelijkheid die dag in dag uit op de sociale media wordt verspreid toe leidt, waar de bril van minderwaardigheid in onze samenleving op vrouwen, holebi’s, queer, trans- en non-binaire personen, moslims, joden, mensen op de vlucht en mensen met een migratieachtergrond toe leidt, is duidelijk. Dat zie je in de reacties op hun sollicitatiebrief, in foute studieadviezen of wanneer een appartement dat net online stond plots verhuurd blijkt te zijn. Dat zijn de mensen die gecontroleerd worden door de politie zonder aanwijsbare redenen, dat is de hogeschoolstudente die te horen krijgt dat haar lectoren het over een fruitmand op haar hoofd hebben. ‘Death by a thousand cuts’, noemen ze het weleens. Muren waar mensen tegen botsen en blijven botsen, roofbouw op je ziel, elke dag opnieuw.
Daarom sta ik hier. Als vrouw, als trotse Vlaamse, als biculturele vrouw, als mens die online leeft en tegen seksisme strijdt en die het seksisme, racisme en de ranzigheid elke dag over zich heen krijgt. Maar ik sta hier vooral voor zij die geen stem hebben. ‘Off by for the people’. Ik sta hier vooral voor zij die voor mij gingen, die voor mij gestreden hebben, voor mensenrechten, voor gelijkheid, voor waardigheid, voor iedereen, voor mensen die een kant gekozen hebben. Mijn boodschap is simpel: er is geen menukaart waaruit je kunt kiezen. Racisme is racisme, discriminatie is discriminatie, seksisme is seksisme. Het maakt niet uit wie de dader is, het maakt niet uit wie het slachtoffer is, daar gaat de MeToo-beweging over, daar gaat #weesluider over, daar gaat Black Lives Matter over. Gelijkheid gebeurt door recht te staan, door op te staan met de meerderheid in je samenleving en door samen luider te zijn tegen de ranzige minderheid.
Doof en blind zijn, is vandaag geen mogelijkheid meer. We moeten handelen, altijd en overal, samen. We hebben totaal geen keuze. En het is niet grijs. Het is in dezen zwart-wit. Woorden of daden: de enige kant die we kunnen kiezen.
Die daden zijn niet evident. Dit is een moeilijk thema. Anders zaten we hier niet, zoals collega Vaneeckhout heeft gezegd. Draagvlak creëren voor zo’n moeilijk thema, is niet evident. En toch is dat exact wat er hier aan het gebeuren is. En elke deuropening, vanaf vandaag, waar dingen die gisteren niet bespreekbaar waren, vandaag wel bespreekbaar zijn, daar ben ik oprecht dankbaar voor. Ben ik daar blij om? Uiteraard wil je dat alles vandaag opgelost is, wil je dat niemand pijn heeft. Uiteraard. Maar daadkracht, dat betekent absoluut ook, en dat is ook in de ondernemerswereld zo: blijven praten, dichter bij elkaar komen, elkaar begrijpen. Soms gaat het over woorden die moeilijk liggen, die blijkbaar een bepaalde connotatie hebben, een symbool. Maar het gaat mij om het doel dat we willen bereiken.
Het is al intens geweest, en het is nog maar het begin. Maar het is wel voor het eerst dat ik hier zit en dat ik zelf bij zo’n dossier betrokken ben geweest, en dat ik ook heel hoopvol ben. Want de signalen zijn duidelijk. En ik had uiteraard niet liever gewild dan dat dit een breed gedragen verhaal was geweest. Maar het zal hier niet bij stoppen. Dit is het begin.
Als we een kant kiezen, is dat inderdaad om een versnelling hoger te schakelen en ervoor te kiezen om discriminatie en racisme wél aan te pakken op de arbeidsmarkt en de huurmarkt, naar het voorbeeld van de negen steden – meer bepaald Gent, maar nu in heel Vlaanderen. Aan zij die vandaag op Twitter al aan het sturen waren en die op Facebook al volop de framing aan het inzetten waren: dit is een eerste daad. Wat er in de negen steden gebeurt, gaan we uitrollen over heel Vlaanderen. Dat is wat er staat, een onafhankelijke en academische monitoring, zoals professor Baert het ook voorstelt, en op basis daarvan, zoals de collega zegt, sensibiliseren, informeren, begeleiden – ‘what’s in a name?’ – en discriminatie en racisme vervolgen. Nogmaals, wat gisteren misschien niet bespreekbaar was, is het vandaag wel. Ik denk dat bijna iedereen hier, buiten de extremen, ergens in een coalitie zit die het op die manier doet.
Komaf maken met de kloof in ons onderwijs op basis van afkomst: dat is iets waar we continu mee worstelen. Diversiteit in het lerarenkorps, diversiteit in het curriculum, uiteraard. Maar we kunnen daar absoluut verder in gaan. We moeten daar verder in gaan, want we zeggen dit ook al lang. Het is niets nieuws. Maar we moeten verdere voorstellen durven te doen. En die gaan we doen, onder andere door ervaren directies en leerkrachten te stimuleren – dat blijkt uit onderzoek – om te kiezen voor scholen waar de achterstand het grootst is. Maar ook door juridisch de strijd te voeren tegen racisme en discriminatie, ook in instituten. We moeten ervoor zorgen dat mensen ondersteund en gestimuleerd worden om klacht in te dienen wanneer hun rechten worden geschonden. Maar we moeten ook een kant kiezen tegen online haatspraak, of het nu racistisch of seksistisch is. We moeten dat kordaat aanpakken. Die opdracht geven we, om dit consequent te vervolgen.
En uiteraard kiezen we ook een kant door het koloniale verleden op te nemen in de eindtermen van onze jongeren, absoluut. En ook daar zullen er nog veel meer daden moeten volgen, om onze woorden om te zetten, en vooral de pijn om te zetten, en om een keerpunt in te zetten in onze samenleving.
Nogmaals, collega’s, dit zal niet alles oplossen, niet van de ene dag op de andere – ik wou dat het zo was, want anders zat ik hier niet. Anders zat ik hier niet. Ik hoef hier helemaal niet te zijn. We gaan dat niet oplossen, niet in elk klaslokaal, niet in elke sportclub en niet op elke werkvloer, maar het is een noodzakelijk begin. En dat voel ik ook als ik de berichten lees die ik ontvang. Van Kate, onder andere: “Mijn ouders, die nooit een conversatie rond racisme hebben gevoerd met ons, praten nu over dat thema, hoe onwennig dat ook is.” Of van Issam: “Ik ben zo vaak afgekeurd over iets waar ik niets aan kon veranderen, maar eindelijk weet ik: ik besta, mijn pijn is echt.”
Dat zijn de kiemen van de verandering die we nodig hebben en we kunnen vandaag die verandering voor de Kates en de Issams van vandaag voelen en bevestigen door een kant te kiezen en te zeggen – ik val in herhaling –: we hebben jullie gehoord, gezien en begrepen, en gaan ermee aan de slag. Dat is wat we over partijgrenzen heen met deze resolutie proberen.
De eerste stappen zijn gezet. Ik hoop elke week van het komende jaar weer stappen te kunnen zetten. Of het nu van ons of van de oppositie komt, we moeten doorgaan en niet meer stoppen. We moeten het draagvlak creëren om elke vezel van ons lijf in te zetten om tegen het onrecht te strijden. Ik weet dat het voor sommige Vlaamse volksvertegenwoordigers moeilijk ligt. Het gaat allemaal snel en het is allemaal urgent en acuut, maar ze willen dit wel degelijk aanpakken.
Ik wil ook mijn erkenning en dankbaarheid uiten. Het was de afgelopen dagen en vooral de voorbije 24 uur mogelijk er een begin van te maken en een opening te maken voor wat onbespreekbaar was. Dat is voor mij het begin van een gezamenlijke strijd die noodzakelijk is. Ik voel dat er nu een draagvlak is om door te zetten. (Applaus bij Open Vld, CD&V en sp.a)
Mevrouw Sminate heeft het woord.
Voorzitter, het Vlaanderen dat ik ken, is een samenleving die aan al haar inwoners, autochtoon of allochtoon, kansen biedt. Het is een samenleving die resoluut neen zegt tegen alle vormen van racisme en discriminatie. Vlaanderen is volgens mij geen samenleving waar selectieve verontwaardiging en structureel racisme zegevieren. Grijs bestaat in dit geval wel.
Dit betekent niet dat ik alleen maar positieve ervaringen heb gehad. Ook ik heb voor gesloten deuren gestaan en ben met racisme geconfronteerd. De gezichten van die jongens en de woorden die ze me toeriepen, staan in mijn geheugen gegrift. Het zijn momenten die ik nooit zal vergeten.
Heb ik de schuld voor de daden van die enkelingen aan een hele samenleving gegeven? Heb ik me als een slachtoffer gedragen of, erger nog, heb ik gevraagd om de volksgezondheid op het spel te zetten door wegens mijn verdriet betogingen te organiseren? Ik denk het niet.
Ik heb me gefocust op de kansen die Vlaanderen me heeft geboden. Het is een samenleving waarin iedere burger zijn identiteit kan beleven zonder afbreuk aan een inclusieve samenleving te doen. Ik geloof daar echt in. De kansen zijn in Vlaanderen oneindig, maar helaas is elk geval van discriminatie er eentje te veel. Dat is de reden waarom we de Vlaamse Regering met dit voorstel van resolutie vragen alle middelen in te zetten om de strijd tegen discriminatie te voeren. Het gaat niet om een heksenjacht op bonafide werkgevers of verhuurders, maar veeleer een sensibiliserend beleid ten aanzien van die sectoren. Daarnaast gaat het uiteraard ook om een repressief beleid ten aanzien van diegenen die zich schuldig maken aan discriminatie, maar niet ten aanzien van onze gehele samenleving. Daar wil ik echt de nadruk op leggen.
Ook blijvend kansen geven aan al wie in onze samenleving wil toetreden, is voor ons van groot belang. We zullen de inspanningen uit het verleden verderzetten. Elk geval van discriminatie is er voor ons een te veel. Maar elke kans die we kunnen bieden aan iedereen die onze waarden en normen wil delen, is er een gewonnen. (Applaus)
De heer Van Rooy heeft het woord.
Ik krijg bijna tranen in de ogen, moet ik zeggen, bij het horen van al deze tussenkomsten. Bijna. Maar als ik dan gewoon nuchter naar de tekst kijk – en laten we dat toch ook doen – dan valt mijn oog op de, ik denk, derde zin. Ik zal die even citeren voor u: “In deze maatschappij is er geen plaats voor eender welke vorm van discriminatie en dit mogen we niet tolereren.” Ik wijs erop dat die zin het omgekeerde zegt van wat ermee wordt bedoeld. Nogmaals: “In deze maatschappij is er geen plaats voor eender welke vorm van discriminatie en dit mogen we niet tolereren.” Er staat dus dat we niet mogen tolereren dat er in deze maatschappij geen plaats is voor eender welke vorm van discriminatie.
Voorts blinkt deze tekst uit in vaagheid, vaagheid over doelen, maar vooral vaagheid over hoe men die doelen zou willen bereiken. Er staan natuurlijk wel een aantal minder vage dingen in, maar als er staat dat elke Vlaming dezelfde kansen verdient in onze maatschappij, ongeacht geloof, dan zal het u niet verbazen dat wij het daar fundamenteel oneens mee zijn. Er is hier namelijk een geloof op ons grondgebied dat eigenlijk alles ontkent wat dit voorstel van resolutie pretendeert te zijn. Er is hier een geloof, namelijk de islam, dat een langgerekte intolerantie is tegenover niet-moslims, tegenover vrouwen, tegenover homoseksuelen. Ik heb dat al vaker gezegd, maar ik raad u aan om die bronnen toch eens te raadplegen, want dat staat daar gewoon zwart op wit in.
Het woord inclusief komt een aantal keer terug in deze tekst, maar we hebben natuurlijk geen nood aan een inclusieve samenleving die ook mensen in zich opneemt die de doodsvijanden zijn van die zogenaamde inclusieve samenleving. Wij hebben nood aan een exclusieve samenleving, aan een samenleving die duidelijk maakt wie hier thuis hoort en wie hier niet thuis hoort. Wie hier niet thuishoort, dat zijn de moslims die de Koran en de Hadith letterlijk willen implementeren en letterlijk willen nemen in onze samenleving, die de wetten van de islam willen doen zegevieren. Dat staat hier niet in, alsof dit voorstel van resolutie is geschreven vanop een andere planeet, alsof wij hier geen jihadaanslagen hebben gehad, alsof wij hier geen haatmoskeeën hebben, alsof wij geen Koranscholen hebben waar de meest verschrikkelijke verzen worden geleerd aan jonge kinderen. Ik raad u aan om allemaal nog eens de reportage van Montasser al-Deme'e daarover na te gaan, want dat is werkelijk te gek voor woorden. Daar rept het voorstel van resolutie met geen woord over.
Er moet dan wel een nieuw Vlaams gelijkekanseninstituut worden opgericht, een soort Unia 2.0. Wel, we hebben vandaag vernomen dat het huidige Unia zelf discrimineert en eigenlijk 800.000 Vlaams Belang-kiezers wil discrimineren. Dus wij passen als partij, als Vlaams Belang uiteraard voor een Unia 2.0, al was het maar omdat het opnieuw veel belastinggeld zal kosten.
Vooroordelen wegwerken door middel van sensibiliseringscampagnes, dat is dus het soort vage taal waar ik het over had en wat natuurlijk de deur wagenwijd openzet voor het soort politieke correctheid – met belastinggeld uiteraard, want zulke campagnes worden dan betaald met belastinggeld – om mensen van hun gezond verstand te beroven.
Online discriminatie en racisme moeten krachtdadig worden aangepakt. Ik moet u zeggen: dat gebeurt al redelijk want ik ben zelf nu weer een aantal dagen geblokkeerd van Facebook omdat ik nota bene kritiek had op racisme van bepaalde groepen. Maar zoals ik daarstraks in mijn spreektekst heb gezegd: racisme mag je alleen bekritiseren als de dader blank is, niet als de dader een andere afkomst heeft, want dan word je dus online geblokkeerd. Ook daar passen we voor, voor die politieke correctheid.
Ik lees in punt 13° dat er bij het parket op moet worden aangedrongen om een daadkrachtig vervolgingsbeleid te voeren, waarbij ook specifieke aandacht wordt besteed aan onlinediscriminatie en -racisme. En dan denk ik bij mezelf: de parketten hebben het nu al zo druk, die slagen er niet eens in om criminelen, zoals verkrachters, serieus op te sporen en te vervolgen. Dus laten we die nu alstublieft niet belasten met wat – helaas –online gebeurt: discriminatie, racisme en ranzige taal. Dat gebeurt helaas. Maar laten we toch ook niet te flauw doen en een wat dikker vel kweken.
In punt 15° zie ik iets staan over “herinneringseducatie (...) van de historische verwevenheid van diversiteit in de Vlaamse samenleving.” Ook dat lijkt mij opnieuw een manier om de diversiteit door eenieders strot te rammen. Dat gebeurt nu al op de scholen. Ik zie vaak, als ik daar kom om te debatteren, dat er een eenheidsgedachte heerst van diversiteit en multiculturalisme. Dat kunnen wij uiteraard af. Vlaanderen moet Vlaams en Europees blijven.
En last but nog least, punt 17° – het is natuurlijk een voorstel van resolutie van de meerderheid –: “De hervormingen inzake inburgeringsbeleid zo snel als mogelijk in te voeren om de maatschappelijke verbondenheid te versterken.” Tjah, die hervormingen inzake inburgeringsbeleid zijn totale quatsch. Dat hebben wij hier al tot de grond toe afgebroken. Want als je nu bijvoorbeeld – om er één ding uit te halen – drie keer 90 euro wil vragen aan inburgeraars, terwijl de Vlaamse belastingbetaler nog altijd moet opdraaien voor meer dan 90 procent van het bedrag, tja dan ben je nog altijd bezig met een eigen-volk-laatstbeleid, met een anti-Vlaams beleid, een pamperbeleid ook. Dat is hier al decennia het geval en wordt hiermee gewoon doorgezet.
Wij keuren dit voorstel van resolutie dus met veel enthousiasme af.
De heer Annouri heeft het woord.
Voorzitter, eerst en vooral wil ik de collega's die dit voorstel van resolutie hebben opgesteld, bedanken: mevrouw Partyka, mevrouw Sminate en mevrouw El Kaouakibi. Elke aanzet om een debat te voeren over het bestrijden van discriminatie in Vlaanderen, steun ik. En dat gesprek wil ik ook aangaan. Want praten is inderdaad belangrijk, absoluut. En ik verwelkom dus ook elke discussie die we hier in dit halfrond daarover hebben.
Dit voorstel van resolutie bevat geen enkel woord waarmee ik het oneens ben. Ik kan mij scharen achter alles wat erin staat. Ik denk dat iedere democraat die zich verzet tegen discriminatie, tegen racisme, zich daarachter kan scharen.
Maar tegelijkertijd zijn dit dezelfde woorden die ik al heel vaak heb gehoord, al jarenlang. Sommige anders verwoord, maar al jarenlang hoor ik dezelfde woorden over wat er allemaal zou moeten gebeuren in de strijd tegen discriminatie. Mooie woorden, absoluut.
Vijftien jaar geleden heb ik als student stage gelopen bij een antiracismeorganisatie. Toen hoorden wij diezelfde woorden ook, vijftien jaar geleden. En nu zit ik hier in dit halfrond en hoor ik deze woorden opnieuw. Vijf jaar geleden begon ik aan mijn eerste termijn en hoorde ik die woorden ook. Daarmee wil ik zeggen dat die woorden belangrijk zijn, maar zonder acties maken die geen verschil. Geen enkel. En op dit moment hebben wij met z'n allen een verpletterende verantwoordelijkheid. Dit is een momentum, iedereen kan het voelen. Wereldwijd zijn er honderdduizenden mensen die duidelijk schreeuwen voor acties tegen structurele discriminatie. Ze zeggen: ‘Seize the moment. Doe er iets aan. Action speaks louder than words.’
En er wordt wel eens gezegd dat die Black Lives Matter Movement niet per se over Vlaanderen gaat, dat het over Amerika gaat en dat je dat helemaal niet kunt vergelijken. Daarmee ben ik het fundamenteel oneens. West-Europa is superdivers. De steden in Vlaanderen en België zijn ‘majority-minority cities’. Tot spijt van wie het benijdt, collega’s, maar de samenstelling, het weefsel van wie wij zijn als Vlaanderen, is superdivers. Onze economie van vandaag wordt draaiende gehouden door het superdiverse Vlaanderen. De toekomst van onze maatschappij zal mee worden opgebouwd door het superdiverse Vlaanderen. De zorg, de uitdaging voor het klimaat, de economie; alles waarover we discussiëren, elke dag opnieuw, zal mee worden vormgegeven door het superdiverse Vlaanderen.
Collega Sminate, uw verhaal is mooi. Alle individuele verhalen zijn mooi. Maar eigenlijk interesseert anekdotiek mij niet zozeer. Want anekdotiek, dat is wat u hebt meegemaakt, dat is wat ik heb meegemaakt, dat is wat anderen hebben meegemaakt. Maar structureel racisme gaat over wetenschap. Structurele discriminatie gaat over onderzoek van experts dat keer op keer aantoont dat mensen in onze samenleving op muren botsen, minder kansen hebben, vandaag nog. Ik las vandaag nog dat huishoudhulpen op muren botsen wegens hun afkomst, wegens hun leeftijd, wegens van wie ze houden. Dan is het compleet onzinnig om af te komen met anekdotiek. Wij weten dat er heel wat mensen overvallen worden in onze samenleving. Ik ben nog nooit overvallen. Dan is het toch compleet onzinnig dat ik zou zeggen: ‘Dat geldt niet, want ik ben nog nooit overvallen. Waar hebt u het over?’ Ik geef maar mee dat dat de zwakte is van anekdotiek om structureel racisme weg te vagen, dat ik dat niet begrijp en dat dat een vals argument is. Ik heb dat de afgelopen dagen en weken te vaak gehoord. Er is een momentum. Structurele discriminatie is een groot probleem. Laten we dat dan ook aanpakken. Maar dan zullen we het op een andere manier moeten doen dan hoe we het in het verleden hebben gedaan. Dan moeten we het op een andere manier doen. Praten is een begin, werd hier gezegd. Absoluut, daar ben ik het mee eens. Maar als we ervoor willen zorgen dat de komende generatie politici die hier zullen zitten, dat de komende generatie die op de schoolbanken zullen zitten, niet weer op hetzelfde botsen als ze stage gaan lopen, niet zullen zien dat er continu opnieuw in cirkeltjes wordt gedraaid, dan zullen we meer moeten doen. Dan zullen we acties moeten ondernemen.
Ik begrijp dat dat moeilijk is. Want ik ben ervan overtuigd dat er heel wat mensen zijn – bijvoorbeeld u, collega El Kaouakibi – die dezelfde strijd delen en op dezelfde manier de dingen willen aanpakken. Maar dan zeg ik u dat wat er vandaag voorligt, mij niet overtuigt. Daar wil ik heel eerlijk over zijn: het zijn dezelfde mooie woorden, die weinig zullen doen in de praktijk. Waarom zeg ik dat? Er werd al kort even verwezen naar de lokale besturen, terecht. Maar ik mag hopen dat wij hier in dit Vlaams Parlement als bovenlokaal bestuur verdorie meer ambitie hebben dan de Vlaamse steden en gemeenten, die het doen met de middelen die zij ter beschikking hebben. Ik wil het concreet maken. Want we delen dezelfde strijd en we gaan het gesprek moeten voeren, we gaan met elkaar moeten praten, zonder enig taboe.
Waar vind ik dat het voorstel van resolutie dat vandaag voorligt, tekortschiet, los van het feit dat het woorden zijn die bij momenten vaag blijven en die enkel woorden zijn? Punt 4°: het oprichten van het nieuwe Vlaamse gelijkekanseninstituut. Sta me toe om beginnen met te zeggen dat ik het een fundamentele fout vind dat Vlaanderen uit Unia stapt. Dat had wat mij betreft nooit moeten gebeuren. Unia werkt goed. We hadden dat verder kunnen versterken. Dat is een goed werkend orgaan. Dat vind ik al een heel jammere kans.
Ten tweede, ‘we gaan de discriminatie aanpakken’ en dan volgt er bij punt 5° een heel stuk waarin absoluut wordt geprobeerd om het woord ‘praktijktest’ te vermijden. Dat is een jammere zaak. Want als ik verschillende mensen uit de meerderheid hoor, dan denk ik dat we weten waar de hete aardappel zit. Die praktijktesten zijn broodnodig. Iedereen geeft het aan. Experten geven het al jarenlang aan. Collega Ronse weet dat: we hebben daar tijdens de vorige legislatuur meerdere debatten over gevoerd. Voormalig minister Muyters weet dat ook. Die debatten zijn keer op keer herhaald. Heel wat politici hebben uitspraken gedaan in de pers, van alle partijen. Ze zegden: ‘We gaan dat doen, we gaan dat realiseren.’ Maar als puntje bij paaltje komt: nog altijd niets. Nu staat erin dat men dat wil doen, maar dan hoor ik dat meteen de handrem wordt opgetrokken en dat wordt gevraagd wat het dan zal zijn. Dan zie ik de bui al hangen.
Nu is het het moment dat die verpletterende verantwoordelijkheid er is, dat er stappen vooruit gezet moeten worden – en niet voor mij, ik zit hier, ik heb mijn kansen gegrepen, collega’s, ik ben ondanks alles door de mazen van het net geglipt. Zo zie ik het. In een van de allereerste debatten die ik op tv heb gevoerd met een N-VA-politica – ik vond het een heel goed debat – zei ze tegen mij: ‘Het zal toch wel meevallen, want u bent er toch geraakt. U doet het toch goed.’ (Opmerkingen van de voorzitter)
Ik kan die beelden terugvinden, mevrouw de politica. Ik wilde uw naam niet noemen, mevrouw Homans, maar goed. We zullen die beelden er nog wel bij halen.
Maar dat is net het ding. Door de mazen van het net glippen, wil niet zeggen dat die problemen er niet zijn. Voor mij: ik zit hier, prima, ik kan me er niets van aantrekken. Maar daar gaat het niet over. Het gaat erover dat we die ban willen breken. Het gaat erover dat we die cirkel willen breken. Het gaat erover dat we Vlaanderen sterker willen maken. En als je Vlaanderen sterker wilt maken, dan wil je iedereen de kansen geven die hij verdient en dan wil je die muren neerhalen. Dan moet je ook durven die praktijktesten gewoon in te voeren. Dan moet je ook gewoon durven ervoor te zorgen dat dat beleid gevoerd wordt dat ervoor zorgt dat alles structureel in kaart gebracht wordt en dat er niet enkel en alleen ‘gesensibiliseerd’ zal worden. Want dat is belangrijk, dat heb ik altijd al gezegd. Voormalig minister Muyters weet dat. Ik ben het er helemaal mee eens: sensibiliseren, in gesprek gaan, zelfregulering, dat is heel belangrijk. Maar wat ik altijd al gezegd heb, is: als we enkel en alleen die stappen zetten, dan zal er geen trendbreuk komen. Want dat is waar ik vandaag weer voor vrees. Zelfregulering: prima. Sensibilisering: beter. Kordaat ook een beleid hebben dat controleert en sanctioneert als het nodig is: het sluitstuk dat we nodig hebben.
Dat brengt me bij het laatste punt van punt 5°. Via de afdeling Toezicht en Handhaving gaan we ervoor zorgen dat er meer aandacht is voor controleren. Dat is belangrijk. Er is vandaag de dag gewoon te weinig controle. Er zijn vandaag de dag te weinig middelen voor die inspectie. We zijn met te weinig. Daarmee gaan we het niet doen. Ofwel komt er dan een concrete actie waar ik mij achter kan scharen. Een actie die zegt dat we daar meer mensen voor gaan inschakelen, dat we daar meer werk van gaan maken en er meer mensen op gaan inzetten. Dat is iets concreets. Daar kunnen we op afrekenen, daar kunnen we stappen in vooruitzetten. Meer schenken? Die woorden heb ik al gelezen.
Bij punt 10° lees ik: vooroordelen wegwerken, advies en bijstand verlenen, vooroordelen wegwerken in sectoren. Dat is helemaal prima. Alleen hadden we daar een heel goede werking voor: het EAD-beleid (evenredige arbeidsdeelname en diversiteit), waar bij heel wat verschillende organisaties ook knowhow was over hoe we bedrijven konden helpen om daar tegenin te gaan. Wat is daarmee gebeurd? Dat is afgeschaft. Dat is voor een heel groot stuk weggehaald, al die expertise is verloren. De mensen die er zaten en die expertise hebben, hebben letterlijk drie jaar geleden een avond georganiseerd waarop ze zeiden: ‘Dat is jammer. We moeten iets volledig anders gaan doen, terwijl we al die expertise hadden.’
Het zou goed zijn als er bijvoorbeeld wordt gezegd dat we die trendbreuk gaan realiseren. We horen het, we gaan dat terug oprichten, we gaan die expertise terughalen, en we halen de schade in die we toen hebben veroorzaakt. Neen, het zijn mooie woorden, die ik volg, en waar ik niet tegen kan zijn. Maar ik vertrouw geen woorden meer. En ik denk heel veel mensen met mij. Woorden zonder actie zijn mooi, daar kunnen we tegels van maken. Daar kunnen we mensen misschien mee inspireren, en dat is belangrijk. Maar zonder actie, zonder concrete actie ga je de ban niet breken, en gaan we hier binnen een jaar, binnen twee jaar of binnen vijf jaar hetzelfde debat voeren, dat voorspel ik u.
En net omdat die concreetheid er niet in zit, omdat die niet voldoende is, gaan we dit ook niet volmondig mee kunnen steunen. Want wat er nu vandaag de dag echt nodig is, is die trendbreuk. Het is geen inspanningsverbintenis maar een resultaatsverbintenis. Dat is wat er vandaag de dag nodig is. Dat is de verplichting die wij als 124 volksvertegenwoordigers hebben naar elk lid van het superdivers Vlaanderen dat er vandaag is. Geen woorden maar daden, dat is wat er vandaag de dag nodig is.
We hebben nog een amendement ingediend, op aanzet van collega Veys en collega D’Haese, om praktijktests effectief mee in te voeren. Dat zou al een mooie stap zijn om het concreter te maken, en het er gewoon in op te nemen, als signaal voor iedereen die op straat komt. Voor de rest is het gesprek belangrijk. We gaan dat blijven aangaan. Maar de resultaten zullen nog veel belangrijker zijn. En daar zullen we echt tandjes moeten bij steken, anders gaan we niet de trendbreuk veroorzaken die Vlaanderen verdient. (Applaus bij Groen)
De heer Veys heeft het woord.
De voorbije dagen heb ik – niet alleen ik maar heel Vlaanderen – heel veel politici gezien die racisme erkennen, die racisme veroordelen, en politici die roepen dat we ook maatregelen moeten nemen om het te bestrijden. Ik heb ook vandaag, deze middag en vanavond, in dit halfrond politici gehoord die dat zeggen. En toch zijn er dit weekend duizenden mensen op straat gekomen om het racisme, dat nog steeds aanwezig is in ons land en in onze regio, aan te klagen.
Die mensen doen dat om twee redenen. Die doen dat ten eerste omdat er nog steeds politici zijn die hele dagen niets anders doen dan haat, gif en verdeling in de samenleving spuien, zij het hier, zij het op de sociale media. De tweede reden is dat er nog heel veel politici zijn die het racisme veroordelen, die erkennen dat je huidskleur, je familienaam of wie je graag ziet nog steeds bepalen of je vandaag in Vlaanderen een job of woning kunt krijgen, maar die niets doen om dat aan te pakken.
Collega’s, als tienduizend mensen in deze omstandigheden nog steeds op straat moeten komen om maatregelen te eisen van de politiek, dan is dat het teken dat het dringend is dat we er iets aan doen. Ik ben dan ook blij dat het derde voorstel van resolutie dat hierover gaat eindelijk met spoed kan worden behandeld.
Maar in dit voorstel van resolutie – helaas, moet ik dat zeggen – lees ik geen nieuwe dingen. Sterker nog: voor mij dan zijn dat heel holle worden. Het zijn grote woorden, dat wel, maar het zijn vooral holle woorden. Het zijn diezelfde holle woorden die die mensen die het slachtoffer van racisme en discriminatie zijn, al jaren moeten horen. Het zijn die holle woorden waarvan men nu hoopt dat ze voor een keer niet hol zouden blijven, dat er actie ging komen. En om die reden, het spijt mij, collega’s, is dit voorstel van resolutie voor ons toch moeilijk om ernstig te nemen.
Maar ik heb ook goed nieuws, collega’s. Wij zijn constructief, en wij willen als sp.a, samen met onze collega’s op links, Groen en de PVDA, maar een klein iets toevoegen. Maar het is toch een belangrijk iets, één maatregel waarvan bewezen is dat hij werkt in de strijd tegen racisme: praktijktesten. En dat is, in tegenstelling tot grijs, wel iets dat zwart-wit is. Ofwel doe je ze wel, ofwel doe je ze niet. Dat is nu eenmaal zo. En doe je die op de juiste manier, dan kun je ook aantonen dat er structureel racisme is. dan moet daar ook niet over worden getwijfeld, die tests tonen dat aan.
Maar het is raar. We hebben hier twee schorsingen gehad deze namiddag. Dat is blijkbaar een heel gevoelig dossier, die praktijktesten. Wat is dat eigenlijk met die praktijktesten, vraag ik mij soms af. Iedereen heeft er de mond van vol, professor Stijn Baert deze ochtend nog, maar deze Vlaamse Regering wil ze niet invoeren. Ik vraag me af waarom. Ik weet dat in al deze partijen slimme mensen zitten, die onderzoeken lezen, die weten wat werkt, die dat zien. Wie of wat houdt jullie tegen, collega's? Dat vraag ik me echt af. Is het omdat jullie niet mogen van jullie partijvoorzitters? Ik denk het niet. Alle meerderheidspartijen in deze Vlaamse Regering die met socialisten besturen in centrumsteden, die hebben praktijktesten ingevoerd of zullen die invoeren.
Wel, collega's, we willen jullie vandaag ook helpen. We hebben een amendement toegevoegd om die praktijktesten toe te voegen aan dit voorstel van resolutie om het wat tanden te geven.
Komen die praktijktesten er niet omdat het niet kan volgens het regeerakkoord? Ik denk het ook niet, want daarin staat letterlijk: “Extra acties zullen ondernomen worden om discriminaties op de arbeidsmarkt aan te pakken.” Praktijktesten zoude een goede actie zou zijn.
Of is het ten slotte omdat racisme stopt aan de grenzen van een centrumstad? Dat denk ik niet. Ik ben heel zeker dat het dat niet is, want bij mijn weten woont de politicus die zwarte mensen met chocomousse vergelijkt niet in een centrumstad. Dus ook daar is er een probleem.
Wel, jullie krijgen nu van ons de kans om eindelijk een antwoord te geven op de eis van de tienduizend mensen die hebben betoogd, om als politiek te tonen dat we die mensen echt hebben gehoord en dat we ook iets gaan doen, om eindelijk eens de maatregel te nemen die echt werkt in de strijd tegen racisme.
Voer die praktijktesten op de arbeidsmarkt en de woningmarkt in voor heel Vlaanderen, alsjeblieft. Ik had het gevoel dat daar een draagvlak voor was de laatste tijd, bij één fractie specifiek, en daarvoor moet ik de Open Vld-fractie danken. Ik heb de voorzitter, de vicepremier en een lid van uw fractie dit horen bepleiten. Hiermee zijn jullie toch niet tevreden. Dat kan ik me toch niet inbeelden. Jullie voelen toch ook dat momentum, die drive, dat gevoel dat het eindelijk mogelijk zou kunnen zijn. Dan, net voor de meet, zoef, zakt het in. Dat gevoel heb ik hierbij.
Ik wil ons stemgedrag nog toelichten. We leggen dit amendement voor en ik vraag jullie om daar goed over na te denken – desnoods moeten we even schorsen – en het dan goed te keuren. Als het niet kan worden goedgekeurd, dan kunnen we dit voorstel van resolutie ook niet goedkeuren. We zijn er inhoudelijk niet tegen, maar eerlijk, collega's, ik ben die tandeloze resoluties beu. En als het echte sluitstuk in de strijd tegen racisme, zijnde de praktijktesten, er niet in staat, dan gaan we ons moeten onthouden. Het spijt me. (Applaus bij sp.a)
De heer D'Haese heeft het woord.
Voorzitter, ik zal voor de gelegenheid niet ingaan op het bijzonder voorspelbare discours van de heer Van Rooy, die steeds meer begint te lijken op de haatpredikanten die hij beweert te bestrijden, betaald met belastinggeld.
Ik zal me richten tot de meerderheid. Heel even dacht ik dat we vandaag eindelijk zouden doen wat we al veel langer hadden moeten doen, dat de roep om structurele aanpak van racisme en discriminatie, de roep om rechtvaardigheid in dit land eindelijk echt zou worden gehoord. Heel even dacht ik dat met al die schorsingen de meerderheid vanavond een alternatief voorstel van resolutie over praktijktesten op tafel zou leggen, dat er eindelijk een eerste stap zou worden gezet om praktijktesten in te voeren in Vlaanderen. Maar dat was jammer genoeg valse hoop. Er komen geen praktijktesten, maar er komt wel zelfregulering. Alweer zelfregulering. Hoe vaak hebben we dit al niet gehoord?
In 2015 vroeg dit parlement al om zelfregulering uit te werken met steekproeven en sensibilisering, exact wat er vandaag opnieuw voorligt, juist hetzelfde, in 2015. Bart Somers zei hier toen op deze banken als fractieleider van Open Vld dat als die zelfregulering twee jaar later niet zou werken, er op Vlaams niveau praktijktesten zouden moeten komen. Zijn we 2017 vandaag? Zijn we 2018 vandaag? Zijn we 2019 vandaag? We zijn 2020 vandaag en de zelfregulering werkt niet. Waar blijven die praktijktesten?
De zelfregulering is niet voldoende op de huurmarkt. Dat blijkt uit een onderzoek dat het Steunpunt Wonen heeft uitgevoerd in opdracht van toen nog Vlaams minister van Wonen, Liesbeth Homans. Zelfregulering is niet voldoende op de arbeidsmarkt. Binnen de sector van de poetsbedrijven is er een sectorconvenant met zogenaamde zelfregulering. Wat blijkt? Vandaag nog gaat 20 procent van de poetsbedrijven in op de vraag om geen poetshulp met een migratieachtergrond te sturen.
Zelfregulering, beste collega's, volstaat niet. En dat hoeft ook niet te verbazen. Wat zeggen al die sectoren waarmee die sectorconvenants worden afgesloten zelf in het HIVA-onderzoek (Onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving) van Miet Lamberts? Wat zeggen zij? Dat zij het niet als hun taak zien om controlerend of sanctionerend op te treden, dat dit een taak is die zij eerder weggelegd zien voor de overheid. Bovendien zeggen zij dat ze wel geloven – hou u vast – in het sensibiliserend effect dat kan uitgaan van monitoring van discriminerend gedrag via praktijktesten, maar dat ze dat niet uitvoerbaar zien binnen de convenantwerking.
Vrijdag worden er nieuwe sectorconvenanten afgesloten. Mevrouw Partyka, waar staan de praktijktesten in die sectorconvenanten? Nergens! Nergens! Ze staan er opnieuw niet in. We weten wat er wel werkt en we weten wat er niet werkt. We weten dat zelfregulering op zich niet werkt, dat het niet volstaat. We weten dat praktijktesten wel werken. We weten dat discriminatie op de huurmarkt daalt wanneer vastgoedmakelaars weten dat er praktijktesten georganiseerd worden. In Gent, waar praktijktesten op de huurmarkt werden ingevoerd, zien we straffe resultaten. We zien serieuze dalingen van discriminatie van mensen op basis van hun afkomst, op basis van hun handicap of op basis van het leven in armoede.
Alle meerderheidspartijen zeggen hier vandaag tot in den treure dat ze de roep van de beweging tegen racisme en discriminatie begrepen hebben, maar als we dit voorstel van resolutie zien, dan blijft alles bij het oude. Alles blijft bij het oude. We gaan nog eens onderzoeken hoe diep het probleem wel niet zit. We gaan nog maar eens inzetten op zelfregulering waarvan we weten dat het niet werkt. Nog eens woorden, woorden, woorden en een totaal gebrek aan actie.
Als jullie niet graag luisteren naar de mensen op straat, als jullie niet graag luisteren naar de linkse partijen, als jullie niet graag luisteren naar al die organisaties die zich al jaren inzetten voor praktijktesten, dan moeten jullie misschien eens luisteren naar de econoom waar een deel van jullie economisch beleid op is gestoeld, Stijn Baert. Ik ben het met die man niet op alle vlakken eens – dat weet iedereen –, maar hierover zijn we het volmondig eens. Stijn Baert zegt: “Sinds 2007 hebben we een heel duidelijke Antidiscriminatiewet. Het probleem is dat die wet onvoldoende wordt toegepast omdat er geen actieve opsporing voor discriminatie gebeurt door de overheid. Daarom pleit ik ervoor dat de overheid het uitvoeren van praktijktesten van ons” – hij bedoelt dan de academische wereld – “zou overnemen”. Stijn Baert zegt dat zelfregulering kan, maar enkel en alleen als er proactieve praktijktesten als een stok achter de deur worden gehouden. Anders is het een voetbalwedstrijd zonder scheidsrechter die gele of rode kaarten mag trekken. Het zal lang duren met zelfregulering op het voetbalveld. Wat zegt Stijn Baert nadat hij discriminatie op de arbeidsmarkt zorgvuldig heeft onderzocht? Hij is daar zeer scherp in. Hij zegt: “Wie praktijktesten nu nog weigert, legt zich neer bij discriminatie.” Wat doet deze meerderheid? Deze meerderheid weigert om praktijktesten in te voeren en legt zich dus neer bij discriminatie.
Niet iedereen in de meerderheid, ik weet dat wel. Ik weet zeker – en ze hebben zich vandaag ook uitgesproken – dat er in de meerderheid volksvertegenwoordigers zijn die zich daar niet bij willen neerleggen, die voorstander zijn van praktijktesten maar het vandaag niet hebben gehaald. Mevrouw Partyka, u zegt: “We willen het heikele punt van de praktijktesten niet uit de weg gaan”. Ik geloof dat, maar dan moet u wel consequent zijn. U kunt niet zeggen dat u het niet uit de weg gaat, maar tegelijkertijd voorstellen van resolutie van de linkse oppositie over praktijktesten wegstemmen, ze zelfs niet willen bespreken, maar dan een eigen voorstel van resolutie indienen waar het woord praktijktesten niet in voorkomt. Dat is niet consequent.
Mevrouw El Kaouakibi, u zegt dat u liever had gehad dat hier een breed draagvlak voor was geweest en dat dat woord gevoelig ligt. Maar eigenlijk zegt u hier – en een goede verstaander begrijpt dat – dat het voorstel van praktijktesten op de tafel lag maar het niet gehaald heeft. Dat is wat u zegt. Het kan zijn dat dat woord gevoelig ligt, maar, beste collega's van de meerderheid, zet u erover! Zet u er verdorie eindelijk eens over! Racisme en discriminatie hakken er elke dag bij mensen op in. Niet bij mij, ik heb geen last van discriminatie of racisme. Voor al die mensen bij wie het er elke dag op inhakt: zet u erover dat die woorden gevoelig liggen. Stelt u zich eens in hun plaats. Luister naar wat mevrouw El Kaouakibi jullie hier vandaag probeert te vertellen.
Ik geloof dat het draagvlak voor praktijktesten groeit, maar het is heel duidelijk wie de baas is in deze regering. Het is heel duidelijk wie hier vandaag zijn wil opdringt, namelijk de N-VA. De N-VA wijst hier in volle plenaire vergadering de eigen coalitiepartners terecht dat ze verkeerde dingen zeggen. De N-VA zegt dat discriminatie dan wel verboden is bij wet, maar dat we dat niet gaan handhaven. Elke dag worden mensen verhinderd om een huis te huren of een job te doen, maar de N-VA wil dat zo laten. De N-VA zegt tegen discriminatie te zijn, maar weigert categoriek om daar harde maatregelen voor te nemen.
Wat zegt minister van Wonen Diependaele? ‘Ik geloof niet in een overheid die burgers in de val probeert te lokken.’ Wat een onzin! Wat een onwaarschijnlijke onzin! Het gaat niet over in de val lokken. Het gaat over het naleven van wetgeving. Als het gaat over sociale fraude, beste collega’s van de N-VA, dan kan het allemaal niet streng genoeg zijn. Lik-op-stukbeleid heet dat dan, gedaan met de straffeloosheid. (Opmerkingen)
Ja, allemaal van neen knikken, maar dat is wel de taal als het daarover gaat. Maar als het over praktijktesten gaat, als het gaat over onaanvaardbare en bovendien strafbare discriminatie, dan is zelfregulering blijkbaar genoeg. Gaan we dat ook doen op andere domeinen? Geen alcoholcontroles meer in het verkeer, gewoon zelfregulering? Geen actie tegen fiscale fraude, zelfregulering? Ja, dat zou de N-VA nog wel graag hebben. Geen controles op de voedselveiligheid, zelfregulering?
Mevrouw Sminate, u spreekt over een heksenjacht. Maar dit heeft niets met een heksenjacht te maken. Die argumenten zijn al twintigduizend keer weerlegd. Dit is een simpele controle. Wie niet discrimineert, heeft niets te vrezen. Als er geen structureel racisme bestaat, wat hebt u er dan op tegen dat we discriminatie testen? We gaan het dan volgens u toch niet vinden. Dat is geen discriminatie, dat is de logica zelve.
Ik geloof in een overheid die burgers beschermt en die discriminatie daadwerkelijk aanpakt. Niet alleen in woorden, woorden die hier vandaag heel vaak zijn uitgesproken, maar ook in daden.
Collega’s, ik denk dat de mensen die lijden onder discriminatie beter verdienen. Ik denk dat de mensen die zich vandaag engageren tegen racisme beter verdienen. Ik meen dat echt. Ik weet dat er collega’s in de meerderheid zijn die wel verandering willen, die zich niet neerleggen bij discriminatie, die met heel hun overtuiging voor praktijktesten zijn. Ik wil jullie – en ik meen dat oprecht – vragen om jullie niet neer te leggen en niet te plooien voor de wil van de N-VA. Niet te plooien voor de wil van de N-VA en niet te plooien van voor de wil van het Vlaams Belang, die allebei geen praktijktesten willen. Beste collega’s, als we gaan wachten tot de N-VA er klaar voor is, dan kunnen we nog decennia wachten. Dan gaan ze er niet komen. Daarom hebben wij samen met sp.a en Groen een amendement ingediend. We hebben het gebundeld. Het amendementje dat jullie van ons hebben gekregen, wordt ingetrokken. Voor het gebundelde amendement van de PVDA, sp.a en Groen om de Vlaamse Regering op te roepen om praktijktesten in te voeren, is er in dit parlement een meerderheid. Er is een meerderheid in dit parlement om dit amendement goed te keuren. De N-VA en het Vlaams Belang hebben in dit parlement niet de meerderheid. Zij hebben niet de meerderheid om te beslissen dat discriminatie zomaar door kan blijven gaan op onze arbeidsmarkt en op onze woonmarkt. Zij hebben die meerderheid niet. Wij hebben de meerderheid om hier en nu te zeggen dat wij eindelijk harde controles gaan invoeren. Wij gaan eindelijk de stok achter de deur invoeren en ervoor zorgen dat wij iets kunnen doen aan het racisme, aan de discriminatie op de woon- en op de arbeidsmarkt.
Ik reken op de kracht van jullie overtuiging om daarvoor te stemmen.
Mevrouw El Kaouakibi heeft het woord.
Dank u wel, alle collega’s, voor alle woorden, of jullie er nu voor of tegen zijn. Ik heb een paar woorden gehoord die ik een beetje vreemd vind. Enerzijds zeggen collega’s: ‘Alles staat erin behalve het woord.’ Dan denk ik: ‘What’s in a name?’ In de toelichting bij het voorstel van resolutie van Groen staat dat de sensibiliserende praktijksessies in Gent werken. Dat hebben ze gedaan. Een academisch onafhankelijk onderzoek, sensibiliserende acties, parket om te vervolgen: dat is wat hier staat. Vorige week werd gezegd dat er, bij wat in negen steden gebeurt, wordt gewacht op monitoring. Nu staat er dat we het uitrollen over heel Vlaanderen. Al twintig jaar wachten we op een interfederaal antiracismeplan. Dat komt.
Wat me vooral verbaast – het verbaast me eigenlijk niet –, is wat je moet doen: je laten horen, je standpunten, je verontwaardiging over waar we nu staan. Ik kan geen deuren sluiten. Meestal kan ik dat wel, maar dit overstijgt mij. Zoals vele collega's hier, gaat het vandaag goed met mij. Het gaat niet over mij. Elke deur die ik dus kan openhouden voor verdere maatregelen, doe ik open. En laat ons alstublieft de strijd tegen racisme en discriminatie niet alleen reduceren tot praktijktesten, laat ons dus het debat telkens voeren wanneer het hoort. Als u wilt dat ik u ernstig neem, dan had ik u ook graag vorige week gehoord. Ik had graag gehad dat er vorige week gekoppelde vragen waren in de plenaire vergadering naar aanleiding van de actualiteit. Dat heeft mij nog het meest gechoqueerd, maar ik hou me in. Ik ga deze strijd tegen onrecht voeren met elke vezel in mijn lijf, maar niet op de kap van.
De kracht van onderschatting is een sterke kracht. Dit is maar een begin. Er is veel mogelijk en laat ons alstublieft – dat is wat wij horen te doen – vertrouwen hebben in de regering die hiermee aan de slag moet gaan. Ik snap dat het vertrouwen bij jullie er niet is, maar uitvoeren is het belangrijkste. Laat ons daarin doorzetten. Ik vind het dus jammer dat jullie de openheid die er vandaag is, niet steunen. Ik begrijp het, ik kan er begrip voor opbrengen. U zegt dat het hiermee in elkaar zakt, maar het is het begin. Hiermee mag het niet stoppen: dit is maar het begin. Er moet zoveel veranderen, omdat het inderdaad structureel is en omdat het inderdaad degelijk moet gebeuren. We hebben de waarheid niet in pacht, dus het gaat degelijk moeten gebeuren, absoluut.
Ik denk dat we vooral naar onszelf moeten kijken. Als wij het niet beter gaan doen, politiek gezien, als wij de mensen niet opnieuw overtuigen, als wij onze stem niet luider verheffen en omzetten in daadkracht, dan is het ons eigen falen. Wij horen dit hier te doen, elke keer opnieuw. Dat is wat ik heb proberen te doen en dat is waarom ik in de politiek ben gegaan. De collega's helemaal rechts motiveren mij. Ze kennen meer verzen uit de Koran dan artikels uit de grondwet. Er zijn 33 mensenrechtenschendingen nodig om een programma in elkaar te boksen. Het motiveert me telkens als ik u hoor spreken en lachen. Ja, het motiveert me wel. Het klopt inderdaad wat u al eerder hebt gezegd dat de partij die u was, mijnheer Dewinter, vandaag dezelfde is. Ik denk dat dat juist is. Alleen de verpakking is veranderd, niet de inhoud, en net de inhoud is het probleem. In dat opzicht motiveert het mij en ik hoop iedereen hier.
Ik wil verder alleen maar zeggen dat ik mezelf in dezen niet onderschat en de collega's niet onderschat en dat ik blij ben met waar we vandaag staan. Het is alleszins een begin, maar niet het einde. Een begin.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemmingen over het amendement en over het voorstel van resolutie houden.