Verslag plenaire vergadering
Verslag
Opheldering over de stand van zaken
Dames en heren, met toepassing van artikel 50 van het Reglement van het Vlaams Parlement heeft de heer Chris Janssens bij motie van orde het woord gevraagd.
De heer Janssens heeft het woord.
Voorzitter, wij vergaderen hier inderdaad in beperkte samenstelling, en de commissievergaderingen van het parlement verlopen ook via videoconferentie, allemaal uit bezorgdheid om de gezondheid van iedereen in dit gebouw, en ook overeenkomstig de genomen coronamaatregelen. We zien echter dat parlementsleden deelnamen aan betogingen waar tot tienduizend mensen verzamelen. Vervolgens komen die parlementsleden gewoon hier in het parlement het daar opgelopen virus verder verspreiden. Ik vind dat ontoelaatbaar. Als een parlementslid zoals de heer D’Haese niet vrijwillig kan wegblijven, uit bekommernis voor iedereen – alle personeelsleden, alle parlementsleden en medewerkers in dit parlement – na zijn deelname aan een illegale bijeenkomst, dan vind ik dat u hem de toegang tot dit gebouw moet ontzeggen en dat hij in geen geval deze plenaire vergadering kan bijwonen. Dat is niet alleen een kwestie van denken aan de gezondheid van ons allen, de gezondheid van het personeel en alle medewerkers hier in het Vlaams Parlement, dat is vooral een kwestie van gezond verstand, waarover de heer D’Haese blijkbaar niet beschikt. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer D’Haese heeft het woord.
Voorzitter, ik snap dat het Vlaams Belang graag zou hebben dat de PVDA niet meer in dit parlement zou zitten, maar zo gemakkelijk is het natuurlijk niet. De waarheid heeft ook haar rechten. Net als iedereen in dit parlement, neem ik aan, heb ik sinds het begin van de coronacrisis alle maatregelen strikt opgevolgd. Er zijn de jongste dagen al diverse sociale acties geweest. Ik denk aan onder andere acties van de verpleegkundigen zelf, ik denk aan de acties die op de luchthaven zijn gevoerd, waar steeds afstand is gehouden, waar de social distancing steeds kon worden gerespecteerd. Het is evident dat dat zondag niet is gebeurd. Het is evident dat er zondag te veel volk was. Dat was ook niet te voorspellen. Er is drie keer meer volk opgedaagd dan was aangekondigd.
Mijnheer Janssens, als u een glazen bol hebt, dan wil ik hem graag even lenen voor de volgende keer, maar ik kon dat niet voorspellen. Mijnheer Janssens, wat ik heb gedaan, is mijn verantwoordelijkheid nemen.
Wat ik heb gedaan, is mijn verantwoordelijkheid nemen, en dat is ervoor zorgen dat ik daar was mét een mondmasker, tussen mensen waarmee ik iedere dag samenwerk, op anderhalve meter afstand daarvan, met handenwassen, en toen het te druk werd, ben ik naar huis gegaan. (Gelach bij het Vlaams Belang)
Toen het onmogelijk werd om anderhalve meter afstand te houden, ben ik naar huis gegaan. Daarvoor heb ik anderhalve afstand gehouden en álle voorzorgsmaatregelen in acht genomen. (Opmerkingen bij het Vlaams Belang)
Ik weet dus niet waar u het vandaan haalt dat mensen die op die betoging aanwezig waren, nergens meer welkom zijn. Er is geen enkele viroloog die dat heeft gezegd. Er is één viroloog die daar een advies over heeft gegeven, en dat is: volg de maatregelen strikt op. Dat is wat ik sinds maanden doe en wat ik ook de komende weken en maanden uiteraard zal doen. Ten tweede heeft die man gezegd: vecht de rest van uw leven verder tegen racisme. Dat is absoluut wat ik zal doen, ook hier in dit parlement.
Voorzitter, parlementsleden hebben een voorbeeldfunctie. Er is bij ministerieel besluit een samenscholingsverbod uitgevaardigd vanaf het moment dat men met meer dan tien mensen samenkomt. Mijnheer D’Haese, ik denk dat u van bij uw aankomst meteen hebt gezien dat er meer dan tien mensen aanwezig waren, of u moest, zoals vaak het geval is in het racismedebat, ziende blind zijn geweest. Ik vraag u dus om uw verantwoordelijkheid te nemen, om de mensen in dit gebouw, niet alleen de parlementsleden, maar ook en vooral de medewerkers en het personeel van dit parlement, niet in gevaar te brengen voor het spook van het racisme dat u bent gaan najagen in Brussel. Er zijn andere parlementsleden die wél hun verantwoordelijkheid hebben genomen, die thuis zijn gebleven omdat ze blijkbaar tot schuldinzicht zijn gekomen, omdat ze hebben ingezien dat ze de bevolking in gevaar hebben gebracht. U die hier altijd de mond vol hebt van de zorgsector, u hebt die zondag een vuistslag in het gezicht gegeven. Uit eerlijke schaamte had u hier vandaag moeten wegblijven. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Collega Janssens, ik kan collega D’Haese natuurlijk niet de toegang tot dit parlement ontzeggen. Het is aan collega D’Haese zelf om hier zijn conclusies te trekken.
Het incident is gesloten.