Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Meremans heeft het woord.
Voorzitter, minister, achtbare collega's, in oktober 2019 hebben zo'n 24.000 fietsers een bevraging ingevuld, georganiseerd door de Fietsersbond in samenwerking met de Vlaamse Stichting Verkeerskunde (VSV). Daar zijn fietsrapporten van gemaakt per gemeente en voor heel Vlaanderen. Ook al moeten we bij elk rapport goed bekijken hoeveel mensen de bevraging hebben ingevuld en het in de juiste context plaatsen, het geeft toch een beeld. Uit de persmededeling van de Fietsersbond haal ik een gematigd positief beeld. Toch zijn er een aantal opvallende kenmerken.
In de vorige legislatuur hebben we met minister Ben Weyts een kentering gezien, met een verhoging van het aantal fietsinvesteringen. Ook deze regering trekt die lijn door naar 300 miljoen euro, maar er blijven wel een aantal pijnpunten. Het is wel comfortabeler fietsen, maar er blijven nog veel onveilige punten en daar worden nog wel wat vragen bij gesteld, terecht natuurlijk.
Minister, zult u rekening houden met de conclusies die naar voren komen uit de bevraging? Welke nieuwe initiatieven zult u nemen om de gemeenten bij te staan om hun gemeentewegen en om de gewestwegen fietsvriendelijker te maken?
Minister Peeters heeft het woord.
Mijnheer Meremans, ik dank u voor uw vraag. Ik wil u ook danken omdat u het hele fietsbeleid nog eens onder de aandacht wilt brengen en ook de bevraging door de VSV, Fietsberaad en in samenspraak met de administratie.
Zoals u zegt, blijkt uit het rapport dat onze inwoners gematigd tevreden zijn, maar het kan natuurlijk altijd beter. Daar willen wij ook ten volle op inzetten. Aangezien u zelf lokaal actief bent, zult begrijpen dat heel wat ruimte waarop fietsbeleid betrekking heeft, sowieso in het beheer is van de lokale besturen. Daarnaast heeft de Vlaamse overheid ook fietspaden langs gewestwegen in eigen beheer.
Wat doen we? Ik ben blij dat ik het even in kaart kan brengen. Enerzijds hebben we in ons investeringsplan 2020 – voor dit jaar dus – in een bedrag van 180 miljoen euro voorzien voor extra fietsinfrastructuur. Vorig jaar was dat nog 145 miljoen euro. Verder hebben we dit jaar al heel wat middelen mogen uitgeven voor veilige schoolomgevingen. In 2019 werd ongeveer 1,5 miljoen uitgegeven. Voor dit jaar zitten we al aan een bedrag van 2,3 miljoen euro, waarbij we inzetten op veilige schoolomgevingen, zodat zoveel mogelijk mensen op een duurzame manier naar school gaan.
Dan hebben we recentelijk onze toolbox duurzame mobiliteit gelanceerd, waarbij we opnieuw de lokale besturen informeren, faciliteren maar ook subsidies geven om nog een aantal kleinere ingrepen te kunnen doen. Zeker met de heropening van de scholen dachten we dat dit toch wel zeer interessant was. Ook daar hebben we nog eens 3 miljoen euro extra voor uitgetrokken. Dat liep samen met de fietscampagne die we hebben gelanceerd en waarbij we iedereen oproepen om te blijven fietsen. Verder hebben we uiteraard ook nog ons regulier Fietsfonds, om bovenlokaal in het functioneel fietsenroutenetwerk te investeren.
Kunt u afronden?
Wellicht hebt u ook kennis van onze laatste Mobiliteitsbrief, waarin een nieuwe stand van zaken en nieuwe tools aangereikt worden voor vergevingsgezinde wegen. Ook dat is een zeer interessant item voor de lokale besturen.
Het is geen coronavraag, maar wel een stukje coronagerelateerd omdat mensen meer de fiets nemen, gelukkig maar. Er zijn ook wat nadelen, want soms word ik voorbij gevlamd door vrouwelijke fietsers die ik niet kan volgen. Dat is altijd een moeilijk moment, voorzitter.
Ik ken dat.
Daar moeten we mee leren leven.
Het klopt dat er in gemeenten deels gemeentewegen en deels gewestwegen zijn. Een groot deel van de moeilijke punten ligt nog steeds op de gewestwegen, die historisch gegroeid zijn en vaak door dorpskernen gaan. Daar zijn ook fietsers, en soms is het te smal voor een fietspad. Ik weet dat gewestwegen gericht zijn op doorstroming, maar in sommige gevallen moeten we – vergeef me het woord – het dogma laten vallen en kijken of op bepaalde punten de zone niet verlaagd kan worden. Ik hoor dat heel wat gemeenten graag naar een zone 30 willen gaan voor een kort stuk op de gewestweg waar het vrij druk is. Ik wou dat toch meegeven.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Het Fietsrapport 2020 geeft inderdaad heel veel nuttige informatie en duidt op heel wat verbeterpunten, zowel op het vlak van comfortabel fietsen als op het vlak van veilig fietsen, bijvoorbeeld naar school. Collega Fournier had hierover een vraag om uitleg ingediend. Onze fractie is alleszins vragende partij om dit breder te bespreken in de commissie.
Wat alleszins opvalt, is dat de helft van de ondervraagden, na de heraanleg van een straat, die geen verbetering vindt voor fietsers. Nochtans is er een Vademecum Fietsvoorzieningen, met duidelijke richtlijnen.
Minister, op welke manier zult u de lokale besturen nog meer ondersteunen met betrekking tot het naleven van die richtlijnen van het vademecum?
De heer Schiltz heeft het woord.
Minister, u hebt het zelf aangehaald: in deze coronatijden is er meer fietsverkeer. Dat is een positieve ontwikkeling, en we hopen dat die ook kan worden doorgezet. En dus is het ook zaak om de klant, de fietser, duidelijkheid te geven. Of hij nu op een gewestweg, een lokale weg, een Vlaamse weg, een provincieweg of een fietsostrade rijdt, dat weet hij niet. Dat hoeft hij ook niet te weten. Het is zelfs de bedoeling dat hij dat niet merkt. Nochtans, als er klachten, obstructies of knelpunten zijn, weet hij vaak niet bij wie hij terechtkan om dit te melden.
Minister, mijn vraag is heel concreet: op welke manier kunt u de lokale besturen ondersteunen om tot een integrale aanpak te komen?
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Minister, investeren in fietspaden rendeert. Dat is dankzij deze fietsrapporten nogmaals bewezen. Ik maak van de gelegenheid gebruik om een bloemetje te werpen naar collega Axel Weydts, schepen van Mobiliteit, die met Kortrijk op de eerste plaats staat in de categorie ‘steden met meer dan 50.000 inwoners’. In die stad is de voorbije jaren een duidelijke fietsstrategie uitgetekend, met de focus op veiligheid en comfort. Daar zijn middelen tegenover gezet en daar zien we nu de resultaten van: extra fietsers en ook de formele appreciatie van de Fietsersbond.
Ik hoop dat u daar lessen uit trekt, minister. Want u zwaait vaak met budgetten voor nieuwe fietspaden, maar de realiteit is dat het aantal aangelegde fietspaden natuurlijk al een aantal jaren blijft dalen. Wij willen dus liever dat u resultaten boekt in plaats van met cijfers uitpakt.
Het is trouwens ook interessant om te kijken wie er op de laatste plaats staat. In de categorie ‘kleine gemeenten’ is dat Lubbeek. Om maar te zeggen dat wij Brusselaars van Theo Francken geen lessen te leren hebben over het aanleggen van fietspaden, bijvoorbeeld op de Wetstraat.
Hebt u ook een vraag?
Nee, dat was een opmerking.
Collega’s, ik dank jullie voor jullie bijkomende vragen.
Mijnheer Meremans, wat betreft de 30 kilometer per uur op de gewestwegen, heb ik in het verleden al een paar keer in de commissie gezegd dat, als lokale besturen daar vragende partij voor zijn, zij dat verzoek kunnen richten aan de administratie. En dan kan dat, uiteraard na onderzoek, worden doorgevoerd.
Ik heb altijd gezegd dat volgens mij lokale besturen het best geplaatst zijn om te beoordelen welk snelheidsregime waar moet worden toegepast. Wat dat betreft, denk ik dat dat sowieso duidelijk is.
Anderzijds investeren wij. Wij willen hier niet alleen de bedragen noemen. Maar wij investeren in heel wat items, niet alleen in de aanleg van nieuwe fietspaden, maar ook in de aanpak van gevaarlijke punten. U weet dat wij ervoor hebben geijverd om, inzake de dynamische lijst van de gevaarlijke punten, de factor 1,7 te hanteren voor de kwetsbare weggebruiker. Zo zijn er weliswaar meer gevaarlijke punten, maar kan er ook meer worden gefocust op ongevallen waarbij een kwetsbare weggebruiker betrokken is. Dat is een duidelijk gegeven. Verder zetten we volop in op fietsbruggen, fietstunnels en conflictvrije kruispunten enzovoort.
Ik heb daarstraks wel de bedragen genoemd. Je hebt die bedragen, dat geld natuurlijk nodig om die extra investeringen te doen. Ik herhaal: wij hebben dit jaar een engagement van 180 miljoen euro om te investeren in onze fietsinfrastructuur.
Mevrouw Schryvers, u had het over de naleving van het fietsvademecum. Ik kan u meegeven dat het fietsvademecum op dit ogenblik nog aan wijzigingen onderhevig is. Wij hopen dat eind dit jaar, ten laatste begin volgend jaar te kunnen finaliseren. Het is een richtlijn, maar ook een handige richtlijn. We zullen nog meer aan de lokale besturen communiceren dat ze het best gebruikmaken van de tools en informatie die wij aanreiken, om zo toch tot een uniforme en geïntegreerde aanpak te komen, waar ook de heer Schiltz naar verwees. Een fietser weet inderdaad niet of hij op een gewestweg of op een gemeenteweg fietst. Het zou tout court overal veilig en aangenaam fietsen moeten zijn.
Op 6 oktober – normaal gezien zou dat vandaag zijn – hebben we ons fietscongres. Ik hoop dat we daar dan nog meer items krijgen om te kijken hoe de ruimte straks nog beter ingetekend kan worden ten behoeve van onze fietsers en ten behoeve van de duurzame vervoersmodi.
Mevrouw Goeman, het is inderdaad gezellig fietsen in Brussel. U moet maar eens vragen aan de politievakbond hoe gezellig het daar is – maar daar komen we straks nog aan toe.
Voor de rest wil ik zeggen dat als bijvoorbeeld het gewest een moeilijk punt aanpakt, dat ook een impact heeft op de verkeersveiligheid van de gemeente. Je moet die cijfers dus ook zo bekijken.
Wat ik hier wel hoor, collega's, zijn positieve signalen. Dat betekent dat deze regering, net zoals de vorige, wel degelijk inzet op fietsveiligheid. Ik hoor ook van de collega's dat er nog veel werk aan de winkel is, maar dat we een positieve tendens hebben. We moeten daar met de meerderheid mee aan werken, in samenwerking met de collega's van de oppositie. Ik heb er geen enkel probleem mee dat we dit verder bespreken in de commissie. We zijn op de goede weg, ook al is er nog veel werk. Je kunt nu eenmaal niets realiseren zonder voldoende budget. Dat is wel degelijk aan de orde. Dat hebben we voorzien. Nu komt het erop aan om de spades in de grond te krijgen.
De actuele vraag is afgehandeld.