Verslag plenaire vergadering
Verslag
Het antwoord wordt gegeven door minister-president Jan Jambon.
De heer Parys heeft het woord.
Minister-president, federaal minister van Justitie Geens heeft bij het begin van de coronapandemie beslist om het aantal gevangenen met meer dan duizend te reduceren. Daarvoor heeft hij een aantal maatregelen genomen. Gedetineerden die in aanmerking komen voor strafonderbreking, zijn voor de duur van de coronacrisis in staat gesteld om de gevangenis te verlaten. De instroom is uitgesteld. Enkele penitentiaire verloven zijn verlengd.
De federale minister van Justitie stimuleert ook het gebruik van het elektronisch toezicht, en dat is een Vlaamse bevoegdheid. Zo komen we bij de enkelbanden. Het is vooral in het kader van de voorlopige hechtenis dat er nu extra wordt gekeken naar enkelbanden, om de in- en uitbewegingen in de gevangenissen zo sterk mogelijk te beperken.
Minister-president, dat heeft een gevolg. In twee maanden kent Vlaanderen, als gevolg van die federale beslissing, een stijging van meer dan 40 procent van het aantal justitiabelen die met een gps-enkelband moeten worden opgevangen. Zo'n sterke stijging op zo'n korte tijd is een potentieel probleem voor de capaciteit van de enkelbanden in Vlaanderen. Het zorgt voor extra druk op het Vlaams Centrum Elektronisch Toezicht, en uiteraard ook voor de vraag naar extra personeel.
Samengevat: een federale beslissing om het aantal gevangenen te doen dalen, resulteert in een Vlaams probleem. Het zorgt voor druk op het elektronisch toezicht, tekort aan personeel en vooral legt het de factuur van de federale gevangenisplannen helemaal bij Vlaanderen. Het is belangrijk dat die beslissing goed is overlegd en dat er een akkoord is met de gemeenschappen vooraleer er tot zulke beslissingen wordt overgegaan.
Minister-president, ik heb signalen gekregen dat Vlaanderen daar niet zonder meer een akkoord voor heeft gegeven en dat er toch beter had kunnen worden overlegd voor die beslissing werd genomen. Zult u deze problematiek aankaarten op een Overlegcomité of op de Nationale Veiligheidsraad, zodat er wel in goed overleg en met het akkoord van de gemeenschappen tot een soort beslissing wordt gekomen?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Collega's, we beleven uitzonderlijke tijden en het is om begrijpelijke redenen dat federaal minister Geens besmettingen in de gevangenissen, waar mensen, zeker een aantal uren per dag, dicht bijeen zitten, maximaal wou voorkomen door meer in te zetten op enkelbanden. Het toestaan van enkelbanden blijft uiteraard een beslissing van de magistratuur, maar ze doen dat wel op aansturen van de federale minister van Justitie. Die federale beslissing heeft een impact op het beleid in de deelstaten.
Minister Demir heeft die vreemde situatie, die vreemde gevolgen al meerdere malen via verschillende kanalen aangekaart. Ondanks de gevolgen voor Vlaanderen van federale beslissingen, blijft Vlaanderen natuurlijk zijn verantwoordelijkheid nemen. We hebben alle inspanningen gedaan om die stijging op te vangen.
Voor de coronacrisis was het dagcijfer van het aantal mensen dat een gps-enkelband droeg, 180. In twee maanden tijd is dat gestegen naar 260. Dat is een stijging van bijna 50 procent.
We, en dan vooral minister Demir, hebben alle mogelijke maatregelen genomen om die stijging op te vangen. We hebben mondmaskers, handschoenen en handgels voorzien voor de mobiele eenheid, om die enkelband te kunnen blijven plaatsen. Er is een snellere ophaling en reiniging geweest van de enkelbanden, en er zijn ook bijkomende bestellingen gebeurd van zowel het huidige materiaal als van een nieuw soort enkelbanden, om het tekort op te vangen. Dankzij deze initiatieven is er ook nooit een tekort aan enkelbanden geweest.
Maar het is evident dat minister Demir en de voltallige regering erop staat dat de straffen volledig worden uitgevoerd, ook als dat via elektronisch toezicht gebeurt. Minister Demir heeft daarom met aandrang haar federale collega, minister Geens, en de magistratuur gevraagd om zo snel als het kan terug te gaan naar de normale situatie van voorheen: minder enkelbanden, meer gevangenisstraffen. We hebben ondertussen van de magistratuur het signaal gekregen dat men bereid is om in gesprek te gaan over die situatie. Natuurlijk zal minister Demir dat gesprek aangaan.
Maar deze problematiek is toch weer het bewijs dat, wanneer men halve bevoegdheden overdraagt, en dan nog eens de middelen die daarmee gepaard gaan niet overdraagt, dat tot problemen leidt. Wanneer een federale beslissing leidt tot inspanningsverhogingen in Vlaanderen, waar de middelen niet voor voorzien zijn, en waar geen of een beperkt overleg aan voorafgaat, dan denk ik niet dat dat de goede manier is om een staat te ordenen. Maar u zult van mij aannemen dat ik dat in meerdere dossiers verdedig.
De heer Parys heeft het woord.
Minister-president, ik dank u voor een heel duidelijk antwoord. Minder enkelbanden en terug meer gevangenisstraffen na corona, ik denk dat dat het voorwerp is van discussie, een heel belangrijke discussie. Want mij wordt verteld dat de Federale Regering daar vandaag helemaal anders over denkt dan dat er vandaag op Vlaams niveau wordt over gedacht. Zij zouden deze situatie, met heel veel voorlopige hechtenissen die vandaag via enkelbanden worden uitgevoerd, graag bestendigen. Minister-president, ik denk dat het belangrijk is dat u dit aankaart op een overlegcomité, zodat hier duidelijkheid en klaarheid over komt.
Dan kom ik tot mijn heel concrete vraag, minister-president. Er was wat verwarring rond de interpretatie van een koninklijk besluit (KB) over volmachten. Daardoor heeft de directie van het gevangeniswezen federaal vijftien justitiabelen, mensen die een enkelband droegen, vrijgelaten. De vraag is of dat euvel ondertussen is opgelost, en of die vijftien mensen die onterecht zijn vrijgelaten, ondertussen opnieuw een enkelband hebben.
De heer Janssens heeft het woord.
Minister-president, je moet al behoorlijk wat op je kerfstok hebben in dit land om nog in de gevangenis te raken. En toch stellen we vast dat gevangenen vrijlaten bij gebrek aan infrastructuur stilaan een gruwelijke gewoonte is geworden. Het lakse enkelbandenbeleid wordt stilaan meer regel dan uitzondering. Er worden meer straffen kwijtgescholden dan volledig uitgezeten. En dan is er sinds de coronacrisis ook nog een toename van mensen met een enkelband of gps-enkelband die thuiszitten. En we stellen vast dat de kostprijs voor Vlaanderen is: extra enkelbanden, extra monitoring, extra werklast voor de justitiehuizen, en ga zo maar verder.
De Vlaming betaalt de rekening van het lakse federale justitiebeleid. En dat mogen u en uw Vlaamse Regering niet tolereren. Beperk u niet tot een beschouwing over de bevoegdheidsverdeling, maar pleit voor effectieve straffen en stuur die extra factuur, die extra kostprijs terug naar minister Geens en premier Wilmès.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
We zijn even door de cijfers van die enkelbanden gegaan, en blijkbaar is het aantal enkelbanden voor veroordeelden tussen 6 maart en 8 mei 2020 gedaald met 76: het ging van 902 naar 826. Wat verdachten in voorhechtenis betreft, zou er een lichte stijging zijn met 66. Opnieuw, dat is de exclusieve bevoegdheid van de magistraten en de rechterlijke macht om die al dan niet toe te kennen. Dus als er overleg moet zijn – iedereen staat altijd open voor overleg –, dan denk ik dat er hierover ook overleg moet zijn met de rechterlijke macht.
Minister-president Jambon heeft het woord.
We kunnen een heel lang debat voeren over staatshervorming en bevoegdheden. Ik denk dat iedereen wel weet in welke richting het voor mij moet gaan.
Op de heel concrete vraag van de heer Parys kan ik antwoorden dat minister Demir die vijftien enkelbanden heeft kunnen laten aangespen. Ik kan u zeggen dat ik die problematiek ook in het Overlegcomité zal aankaarten.
De bevoegdheidsverdeling is wat ze is. Bij een volgende gelegenheid moeten we dit zeker ter harte nemen. Maar zelfs met de huidige bevoegdheidsverdeling kan toch overleg plaatsvinden om te zeggen dat de federale overheid een maatregel neemt – daar hebben wij niets over te zeggen –, maar dat die een gevolg zal hebben voor de deelstaten, in casu hier het aantal enkelbanden. Mij lijkt het logisch dat hierover, in goede samenwerking, een goed overleg gebeurt.
Die – hoe zal ik het zeggen? – ‘hygiënische’ maatregelen zal ik aankaarten in het Overlegcomité. U mag daarop rekenen.
De heer Parys heeft het woord.
Minister-president, ik dank u voor uw antwoord. Ik denk dat het goed is dat de Vlaamse Regering zo snel heeft gehandeld en tweehonderd extra gps-enkelbanden heeft besteld.
Wat collega Van Rompuy zegt, klopt misschien voor het geheel van de enkelbanden, maar diegenen die in voorlopige hechtenis zitten, zitten in een aparte categorie, en dat zijn gps-enkelbanden. Daarvan zijn er nu tweehonderd extra besteld, en dat is een goede zaak. Vlaanderen doet wat het moet in de strafuitvoering en maakt zich zo ook geloofwaardig bij het uitvoeren van elke straf, ook al is dat met een enkelband.
Ik ben wel blij met uw antwoord, minister-president, dat u structureel een afspraak wilt. Wanneer er een inspanning van Vlaanderen wordt gevraagd door een federale beslissing, dan moeten wij vooraf een akkoord kunnen geven, voorbereid kunnen zijn en ervoor zorgen dat we ook de financiële gevolgen, samen met de Federale Regering, opvangen.
De actuele vraag is afgehandeld.