Verslag plenaire vergadering
Verslag
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is het voorstel van decreet van Wilfried Vandaele, Peter Van Rompuy en Willem-Frederik Schiltz tot tijdelijke afwijking van de Vlaamse Codex Fiscaliteit als gevolg van de coronacrisis.
De algemene bespreking is geopend.
De heer Gryffroy heeft het woord.
De maatregelen om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan, hebben een grote impact op het hele maatschappelijke leven. Zo zijn er ook gevolgen voor het nakomen van bepaalde verplichtingen binnen decretaal bepaalde termijnen aangaande onze Vlaamse fiscaliteit. Die zijn gebaseerd op de Vlaamse Codex Fiscaliteit. Het gaat onder meer over aangifte- en betaaltermijnen, zowel voor particuliere bedrijven als lokale overheden. Heel wat termijnen in de Vlaamse Codex Fiscaliteit kunnen door de Vlaamse Belastingdienst (VLABEL) versoepeld worden bij overmacht, met name de huidige coronacrisis. Voor die belastingen werd reeds een algemene termijnverlenging voorzien tot twee maanden na het einde van de periode van de verstrengde coronamaatregelen. Bepaalde termijnen kunnen uiteraard niet eenzijdig door VLABEL gemilderd worden en om die termijnen te wijzigen, hebben we dit voorstel van decreet.
Dit voorstel van decreet voorziet in drie tijdelijke aanpassingen, met name van de verkeersbelasting voor bedrijven, de opcentiemen inzake de onroerende voorheffing en de waardering van de aandelenportefeuille bij de aangifte van een erfbelasting. Voor al die aspecten is dit decreet dringend nodig. Hoe langer we wachten, hoe meer aangiftes er later nog moeten worden rechtgezet. Ook voor de eventueel hernieuwde vaststelling van de opcentiemen op de onroerende voorheffing zouden de termijnen voor de steden en gemeenten te kort worden.
De termijn voor het betalen van de verkeersbelasting door bedrijven – de betaaltermijn bedraagt normaal twee maanden – verlengen we tijdelijk naar zes maanden om de bedrijven zoveel mogelijk ademruimte te geven.
De tweede aanpassing gaat over de uiterste datum voor steden en gemeenten voor het doorgeven van hun opcentiemen inzake de onroerende voorheffing. Normaal moeten zij voor 31 januari 2020 daarover een beslissing nemen en die ten laatste doorgeven tegen 1 maart 2020. Die datum voor de beslissing wordt nu verlengd naar 20 mei 2020 en deze moet ten laatste tegen 31 mei 2020 worden doorgegeven. Hierdoor geven we lokale besturen de kans om hun steentje bij te dragen om de gevolgen van deze crisis op te vangen door bijvoorbeeld hun opcentiemen te verlagen of te differentiëren.
Door de derde aanpassing zorgt het nieuwe decreet voor een accuratere en correcte bepaling van de erfbelasting. Er komt een extra moment om de waarde te bepalen van aandelen die worden geërfd bij overlijdens tussen 13 maart 2020 en 30 september 2020, en voor overlijdens voor 13 maart 2020 waarvoor de aangiftetermijn nog niet verstreken was op 13 maart 2020. De facto geldt dit dus voor binnenlandse overlijdens vanaf 13 november 2019. Aandelen en andere financiële instrumenten die men erft, moet men uiterlijk binnen de vier maanden aangeven voor de waarde die ze hebben op een bepaald ogenblik. Dat waarderingsmoment is ofwel de datum van het overlijden ofwel een maand na het overlijden ofwel twee maanden na het overlijden. Door de crisis is de beurswaarde van de aandelen echter behoorlijk gedaald.
Erfgenamen riskeren erfbelasting te betalen op een hoger bedrag dan wat de aandelen effectief waard zijn. Dat wil ik dus hierbij aanpassen. In het voorstel van decreet wordt daarom tijdelijk een vierde waarderingsmoment ingevoerd, namelijk de derde maand na het overlijden. Dit werd ook toegepast tijdens de bankencrisis van 2008-2009. Ik dank u.
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Wij begrijpen absoluut dat er ten gevolge van de coronacrisis ook in Vlaanderen een aantal maatregelen moeten worden genomen inzake fiscaliteit, zoals een aanpassing van de betalingstermijnen. Wij gaan het decreet dus in zijn geheel zeker steunen.
Ik heb wel nog een vraag en een algemene opmerking met betrekking tot artikel 2, dat inderdaad zorgt voor de mogelijkheid om aandelen van overledenen over een langere termijn te waarderen. De gekozen termijn loopt vanaf 13 november voor overlijdens in België, en dat lijkt ons wel heel vroeg. Waarom mag men voor een overlijden meer dan drie maanden voor de uitbraak van het coronavirus zelf bepalen wat het moment van waardebepaling is? Waarom is dat zo vroeg?
Ik heb ook nog een algemene opmerking wat betreft artikel 2, dat voor ons toch wel wat haaks staat op een steeds luidere roep naar eerlijke fiscaliteit en een faire bijdrage van de allergrootste vermogens. Het is natuurlijk duidelijk dat dit artikel vooral de allerrijksten, met een dikke aandelenportefeuille, de mogelijkheid zal bieden tot een fikse korting op hun erfbelasting. Daar hebben wij het moeilijk mee, op een moment dat om budgettaire redenen extra steun voor de zwaksten wordt afgewimpeld. Daarom gaan wij ons op dit artikel onthouden, en ik vraag bij dezen dus ook de artikelsgewijze stemming. Ik dank u.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Ik wil gewoon antwoorden op die datum van 13 november. Dat is omdat de indieningstermijn van een erfaangifte maximaal vier maanden bedraagt. Als je 13 maart min vier maanden doet, kom je uit op 13 november. Dat is de reden waarom we voor 13 november hebben gekozen.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het voorstel van decreet. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2019-20, nr. 262/1)
– Er zijn geen opmerkingen bij artikel 1.
Er zijn dus wel opmerkingen bij artikel 2.
– Er zijn geen opmerkingen bij de artikelen 3 tot en met 5.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemmingen over de artikelen en over het geheel van het voorstel van decreet houden.