Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Janssens heeft het woord.
Minister, uit officiële cijfers van de stad Antwerpen blijkt dat het aandeel minderjarigen onder de daders van agressieve diefstallen fors is toegenomen, tot meer dan de helft. Ook in Roeselare was het vorige week prijs. Daar werd een jongen in elkaar geslagen om zijn gsm te stelen. Uit cijfers van de politie blijkt dat in 2015 15.000 minderjarige verdachten van een crimineel feit werden geregistreerd. 3 jaar later, in 2018, ging het al om 17.000 minderjarigen. Een opmerkelijke vaststelling daarbij is dat vooral de groep minderjarige criminelen met een niet-Europese nationaliteit fors is toegenomen. En dan is er nog het fenomeen van de tienerpooiers. Dat fenomeen is samen met andere culturen in onze samenleving geïmporteerd. We stellen daarbij vast dat het voornamelijk gaat om jonge allochtonen die zich op de kap van minderjarige meisjes op de meest brutale manier verrijken door die meisjes te dwingen om zich te prostitueren.
Minister, hoe barbaars die feiten die die criminelen op hun geweten hebben ook zijn, hoe groot de schade ook is die ze bij hun slachtoffers aanrichten, en hoezeer ze zich ook verrijken, al die minderjarige criminelen, die in onze samenleving alle kansen krijgen, en die als ze van buitenlandse afkomst zijn zelfs nog een beetje extra gepamperd worden, krijgen in Vlaanderen toch nog altijd, tot op vandaag, kindergeld.
Minister, dat pamperbeleid, waarbij criminelen worden neergezet als slachtoffers van de samenleving, heeft gefaald. De cijfers tonen dat aan. Daarom hebben wij nood aan andere oplossingen, aan een kordater immigratiebeleid, en zeker aan een kordater sanctioneringsbeleid. Bent u bereid om, in het kader van de evaluatie van het groeipakket, het met belastinggeld gefinancierde kindergeld dat wordt besteed aan minderjarige criminelen in te trekken? (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister Beke heeft het woord.
Collega, ik ben het er volledig mee eens dat minderjarigen die criminele feiten plegen een ernstig signaal moeten krijgen en ernstig aangepakt moeten worden. Maar ik wil toch even wijzen op de zeer recente cijfers van de jeugdparketten over de jeugdcriminaliteit.
Als het gaat over minderjarigen die een als misdaad omschreven feit hebben gepleegd, zien we dat er in 2010 82.938 registraties waren en in 2018 57.965. Dat is een daling met 30 procent. Gisteren hadden we in de commissie een debat over de capaciteit in de opvang. Ondanks die daling met 30 procent hebben we die capaciteit zien stijgen van 220 naar 320. Daarnaast gaan we nog eens 40 bijkomende plaatsen in Everberg creëren. En we creëren nog eens extra ruimte omdat we voor kinderen die in verontrustende opvoedingssituaties zitten 150 extra plaatsen zullen maken. Dat betekent dat diegenen die door een rechter in een gesloten instelling zouden worden geplaatst daar in de toekomst ruimte voor zullen krijgen. Het jeugddelinquentierecht voorziet daarnaast nog in andere mogelijke straffen en alternatieven.
Ik kom terug op uw vraag. Diegenen die in een instelling worden geplaatst, die zo’n ingrijpende maatregel wordt opgelegd, de jongeren die in zo’n instelling verblijven, krijgen nog maar een derde van het Groeipakket. Dat is dus vandaag al het geval.
Minister, ik heb het niet alleen over jongeren die in een instelling verblijven. Ik heb het over die vele duizenden jongeren die criminele feiten plegen en die nog altijd, ook al verrijken ze zich vaak op criminele wijze, geld van de belastingbetaler krijgen. En u wordt in al uw zorgsectoren geconfronteerd met geldtekort. Wanneer ik u dan een suggestie doe waarmee u kunt besparen, wilt u die niet aannemen.
Kijk eens naar het voorbeeld in andere landen. Kijk naar Frankrijk, waar partijen, regeringspartijen zelfs, van de ploeg van de regering-Macron, die toch niet meteen een rechts clubje is, het kindergeld intrekken van jongeren die op school geweld plegen.
Kijk naar Nederland, waar de liberalen van de VVD zeggen dat ze het kindergeld gaan afnemen van jongeren die ontsporen en van ouders die niet ingrijpen. Minister, mijn herhaalde oproep aan u, maar ook aan de andere meerderheidspartijen Open Vld en de N-VA, is: bespaar waar u kunt, en dat is wanneer criminele jongeren belastinggeld krijgen van de belastingbetaler terwijl dat absoluut niet meer kan. Bespaar daarop. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Daniëls heeft het woord.
Collega's, dat we bij jeugdcriminaliteit moeten appelleren aan de ouderlijke verantwoordelijkheid: ik denk dat niemand in dit parlement dat betwijfelt. Maar het geld afnemen van de minderjarigen, die dat geld toch al niet krijgt, dat is moeilijk.
Iedereen is uiteraard op de hoogte van artikel 23 van de Grondwet. Het is niet noodzakelijk mijn Grondwet, maar er staat wel in dat de gezinstoelagen absoluut zijn. Wat cruciaal is, is het sanctiebeleid, het straffeloosheidsgevoel. Dat moeten we absoluut opnemen.
Minister, zowel in het decreet als in het besluit van de Vlaamse Regering staan er opschortingsvoorwaarden. In welke mate kunnen we die opschortingsvoorwaarden ook gebruiken in situaties waarin ouders werkelijk hun ouderlijke verantwoordelijkheid niet nakomen en het criminele gedrag van jongeren daar klaarblijkelijk het uitvloeisel van is?
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
We zijn vanzelfsprekend ook van mening dat jongeren die als misdrijf omschreven feiten plegen, voor hun verantwoordelijkheid moeten worden gesteld. Het Jeugddelinquentiedecreet, dat nog maar recentelijk in voegen is, voorziet in een groot pakket aan maatregelen, en in meer mogelijkheden dan er vroeger waren. Die willen wij ook krachtdadig uitvoeren. Het is jongeren voor hun verantwoordelijkheid stellen, het is het slachtoffer meer centraal stellen en zorgen voor herstel, het is ook de ouders op hun verantwoordelijkheid wijzen. Dat is uitdrukkelijk opgenomen in het decreet. Daar zijn heel wat mogelijkheden voor en die zullen we verder uitvoeren. Dat is iets anders dan de middelen afnemen, die trouwens niet bij die minderjarigen terechtkomen. Voor zij die opgenomen worden in een gemeenschapsinstelling, wordt dat groeipakket sowieso verminderd naar een derde.
Mevrouw Van Cauter heeft het woord.
Collega Janssens, ieder misdrijf dat wordt gepleegd, is er voor ons één te veel. Daarover zijn we het eens. Met de problemen te onderstrepen en met cijfers uit hun context te rukken, ga je de problemen niet oplossen. Als we kijken naar Nederland, zien we dat we vandaag spelletjes spelen in leegstaande gevangenissen. Hoe is dat gekomen? Door een aanklampend beleid dat ertoe heeft geleid dat de recidivecijfers zijn gedaald. Dat is ook wat wij zinnens zijn met het nieuwe jeugddelinquentierecht, waar een arsenaal aan maatregelen voorhanden is dat toelaat aanklampend op te treden en de mogelijkheid biedt de ouders te betrekken wanneer zich ernstige feiten voordoen. Het vergt natuurlijk ook voldoende plaats en middelen om met dat decreet aan de slag te gaan.
Minister, ik hoor het u graag zeggen, maar ik zou het u graag nog eens horen bevestigen: zult u voldoende middelen en plaatsen voorzien zodat een gepaste reactie kan volgen op eventuele misdrijven?
Mevrouw De Martelaer heeft het woord.
Collega's, jongeren die criminele misdrijven begaan, moeten we bestraffen, of misschien beter gezegd, bestraffen en begeleiden. Of het nu om witte kinderen gaat, om bruine of gele, het doet er niet toe. Als je de kinderbijslag afneemt, dan straf je eigenlijk de ouders, die het soms moeilijk hebben omdat ze op het randje van de armoede of in de armoede leven. Het lijkt ons dan ook veel zinvoller om na te gaan of je kunt voorkomen dat minderjarigen criminele feiten plegen. Het lijkt ons zinvoller om na te gaan hoe je die minderjarigen op het rechte pad kunt krijgen en hoe je ouders beter kunt begeleiden.
Minister, gaat u voldoende middelen plannen om dat preventieve zorgpad voor de jongeren, maar misschien ook voor die ouders te realiseren?
De heer Anaf heeft het woord.
Ik wilde nog kort even tussenkomen. Er wordt hier terecht verwezen naar de verantwoordelijkheid van de ouders. Binnen het Groeipakket zijn er nu al een aantal participatieve toeslagen waarbij de verantwoordelijkheid voor een groot stuk al bij de ouders wordt gelegd. Ik heb het over de kinderopvangtoeslag, de kleutertoeslag, maar ook de schooltoeslag. Inderdaad, heel wat collega’s verwijzen er terecht naar dat als een jongere in een jeugdinstelling wordt geplaatst, nu al twee derde van dat kindergeld bij de ouders wordt weggenomen. Het wordt zelfs volledig weggenomen als ze geen contact meer hebben met de jongere in kwestie.
Maar met wat u hier voorstelt, collega Janssens, namelijk het kindergeld afnemen als de kinderen of jongeren nog thuis wonen, ga je gezinnen alleen maar verder in de armoede duwen. Ik ben heel erg benieuwd hoe u de criminaliteit denkt te bestrijden door gezinnen in de armoede te duwen. Ik denk dat dat de verkeerde manier is om iets te doen aan een terecht probleem.
Ik ben het eens met de meeste tussenkomsten die er gebeurd zijn, op een na. Kinderbijslag behoort als principe namelijk tot de rechten van het kind. Collega Daniëls verwees er al naar. Als er zaken zijn die niet door de beugel kunnen, dan moet daar passend tegen opgetreden worden. Daarvoor dient het jeugddelinquentierecht, zoals mevrouw Schryvers en mevrouw Van Cauter al hebben gezegd. Dat betekent dat we moeten kijken welke straf we moeten geven, en dat kan ook opsluiting zijn. Als dat zo is, dan hoort daar ook een verlies van twee derde van het kindergeld bij. En die mogelijkheid bestaat ook wanneer er een alternatieve straf wordt toegepast. Dan is het eveneens aan de jeugdrechter om daarover te oordelen. Dat is een hele oplijsting, een heel arsenaal van maatregelen om desgevallend op te treden.
Ja, we moeten zorgen voor capaciteit. Ik heb daarnet ook gezegd dat we dat doen. We zijn van 220 naar 320 plaatsen gegaan, en we gaan zelfs naar 360. Mevrouw Van Cauter heeft verwezen naar de situatie in Nederland. Daar zijn er voor jeugddelinquentie iets meer dan 500 plaatsen, voor een land van 18 miljoen inwoners. Wij zijn een regio die 6,5 miljoen inwoners telt, en we evolueren naar 360 plaatsen.
Daarnaast moeten we werken aan de instroom, de doorstroom en de uitstroom van diegenen die daarin terechtkomen. Dat is iets wat ik ook de komende periode zal aanpakken. Dat heb ik gisteren ook in de commissie gezegd.
Minister, in Vlaanderen zijn er in zowat elke component van de zorgsector wachtlijsten. Duizenden mensen met een handicap wachten vaak jarenlang tevergeefs op overheidssteun om een menswaardig leven te kunnen leiden. Jongeren die de pech hebben om geconfronteerd te worden met een problematische opvoedingssituatie, krijgen te maken met wachtlijsten in jongerenwelzijn. Want, zo klinkt het dan altijd, het geld is op.
Maar waar er blijkbaar wel geld aan moet blijven worden besteed, is aan kindergeld voor ouders van minderjarige criminelen. Collega’s van de N-VA, ik vraag mij toch af wat je hebt aan een centrumrechtse meerderheid, als je alleen maar een links beleid blijft voeren. Want wat is de vaststelling? Er is blijkbaar wel geld voor minderjarige criminelen. Maar voor brave mensen die steun nodig hebben heeft deze Vlaamse Regering geen geld.
Minister en collega’s van de meerderheidspartijen CD&V, Open Vld en de N-VA, dat is niet alleen de omgekeerde wereld, dat is vooral de schaamte voorbij. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De actuele vraag is afgehandeld.