Verslag plenaire vergadering
Verslag
Het antwoord wordt gegeven door minister Weyts.
De heer D’Haese heeft het woord.
Als wij hier na de debatten buitenkomen, zien we soms dat onze ministers worden opgepikt in niet-onaardige wagens. Dat interesseert ons wel en we hebben dan ook opgevraagd welke wagens op de verschillende kabinetten zijn ingeschreven. Daaruit blijkt dat 9 ministers samen 25 wagens hebben. En dat zijn niet meteen oude dieseltjes waarmee men geen lage-emissiezone meer binnen mag. Het gaat over een Audi-limousine, BMW, Mercedes, enzovoort.
U, mijnheer Weyts, u bijt de spits af, want u rijdt rond met een Jaguar. Een splinternieuwe Jaguar! Dat dachten wij. Want wij kregen twee weken later nog een mailtje binnen. Daarin stond dat er negen auto’s vergeten waren. De auto’s van de ministers zelf! Minister Weyts rijdt niet met een Jaguar, die Jaguar is er om boodschappen te doen. Dat zeg ik niet, dat zegt mijnheer Jambon. ‘James, de chips is op, ga eens met de Jaguar naar de nachtwinkel om de hoek!’ (Rumoer en opmerkingen)
U rijdt niet met de Jaguar. Mijnheer Weyts, u rijdt met een BMW die de belastingbetaler meer dan 1600 euro per maand kost. Mijnheer Jambon en mevrouw Crevits rijden met auto’s rond waarvan de leasingprijs 2500 euro per maand bedraagt. Mijnheer Weyts, realiseert u zich dat het grootste deel van de Vlamingen niet eens zoveel verdient op een maand als wat jullie gebruiken voor de leasingprijs van jullie dienstwagens? Dat is toch niet normaal?
Vindt u het normaal om met dergelijke auto’s rond te rijden? Dat is mijn vraag. (Opmerkingen van minister Weyts)
Uw vraag was op papier wel helemaal anders.
Daarnet zijn hier ook heel andere vragen gesteld. U kunt er meteen nog op terugkomen.
Minister Weyts, u kunt antwoorden op de vraag die was ingediend.
Minister Weyts heeft het woord.
Dat is wel kras! U stelt hier een totaal andere vraag dan u hebt ingediend. Dat is uw tactiek: een beetje verdraaien, een beetje valsspelen. We hebben de voorbije weken gezien dat dat de tactiek en de strategie van de PVDA is.
U had een vraag ingediend waarin u verwees naar een omzendbrief. Wel, die omzendbrief zorgt inderdaad voor een hertekening van het wagenpark. U zegt dat dat een meeruitgave is terwijl er moet bespaard worden op de Vlaamse overheid en buiten de Vlaamse overheid. Dat is niet zo. Het wagenpark van de Vlaamse overheid is tussen 2015 en 2020 gekrompen met 8,5 procent. De kabinetswagens zijn tussen 2016 en vandaag met 7 procent verminderd.
Het gaat om de olifant in de kamer. U tracht een beeld op te hangen van ons als regeringsleden en van anderen als profiteurs, als decadente potverteerders. Dat beeld tracht u op te hangen. U verdoezelt dat zelfs niet. U doet dat vrij expliciet.
Ik moet antwoorden namens de minister-president, maar u valt mij persoonlijk aan. Ik rijd inderdaad met een BMW break. Dat is een stationwagen. Ik doe dat omdat ik veel Curvers meeneem. U doet het uitschijnen alsof wij allemaal meerdere wagens hebben. Het gaat natuurlijk over wagens voor het kabinet. Een minister heeft maar één wagen. Dat is ook de waarheid. Stop met het verdraaien ervan.
U kunt zeggen dat dat luxewagens zijn. Volledig mee eens. Maar ik denk dat je als minister, die in contact treedt met regeringsleiders, staatshoofden en top-CEO’s, toch nog enige standing mag hebben. Wij zouden met een Toyota Corolla kunnen rijden of met de bus of met de trein komen. Dat zou kunnen. Uw groot inspirerend voorbeeld, de staatsleider van Noord-Korea, komt met de trein. Dat is zijn eigen trein. Hij heeft zelf een trein. Dat vind ik geen inspirerend voorbeeld. Ik heb dus van u geen lessen te leren. (Applaus bij de meerderheid en het Vlaams Belang)
Mijnheer Weyts, wees gerust, van mij mag u met een chique auto rondrijden. (Opmerkingen van minister Weyts)
Dat is echt het probleem niet. Wat ik mij afvraag, mijnheer Weyts, is hoe u erin kunt slagen om die negen auto’s te vergeten. Zelfs als ik compleet stomdronken zou zijn – u weet wel, zo stomdronken dat u de weg naar huis niet meer vindt en uw sleutel niet meer in uw sleutelgat krijgt – zelfs als iemand mij dan zou vragen hoeveel auto’s ik heb, ik zou het nog weten: één. Maar blijkbaar lukt het bij de kabinetten niet om daarop te antwoorden.
Mijnheer Weyts, het punt is dat u de afgelopen vijf jaar De Lijn hebt kapotbespaard. We hebben nog nooit zoveel afgeschafte ritten gehad, we hebben nog nooit zoveel vertraging gehad, we hebben nog nooit zoveel klachten gehad als vandaag. Dan zijn jullie lage-emissiezones (LEZ’s) beginnen in te voeren, zodat mensen met een auto niet meer in de stad kunnen rijden. En dan komt u hier zeggen dat jullie meer budget nodig hebben om elektrische wagens te kunnen aankopen.
Minister, weet u hoeveel Tesla's je kunt kopen met die 114.000 euro aankoopbudget? Niet een, maar twee. Daar kun je twee Tesla's van kopen. Is een niet genoeg misschien? Vindt u het echt normaal dat iedereen moet besparen, dat de zorg moet besparen, dat de cultuur moet besparen, het secundair onderwijs moet besparen, en dat de ministers zichzelf meer budget geven om dienstwagens aan te kopen? Vindt u de tegenstelling normaal dat iedereen moet besparen, behalve de ministers zelf? (Applaus bij de PVDA)
De heer Claes heeft het woord.
Collega's, een wagen is in ons land nog altijd de grootste garantie op een vlotte mobiliteit. Daarom is het ook begrijpelijk dat onze ministers voor hun job gebruik kunnen maken van een wagen. Welke wagens dat zijn, daar kunnen we over discussiëren.
Wat ik niet begrijp, is dat het beleid dat door diezelfde ministers wordt uitgestippeld, er een is waarbij de gewone automobilist die geen dienstwagen en geen chauffeur heeft, wordt ontmoedigd en vaak zelfs gestraft om zijn eigen wagen te gebruiken.
Minister, volgens jullie beleid moeten we allemaal met het openbaar vervoer gaan, moet de maximumsnelheid op sommige snelwegen worden verlaagd en moeten er op sommige banen zelfs minder rijstroken komen. Door toedoen van de lage-emissiezones mogen meer dan 1,2 miljoen van onze wagens niet langer binnen in onze grootste steden. Dat terwijl jullie zich met jullie dienstwagens de afgelopen drie maanden voor meer dan 117.000 kilometer hebben laten rondrijden. Dat is ongeveer drie keer rond de aarde.
Minister, jullie mogen best gebruikmaken van de wagen, maar gun de burgers, de belastingbetalers, zij die jullie loon betalen, dan ook dezelfde vrijheid en stop met het pestbeleid ten aanzien van automobilisten. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Rzoska heeft het woord.
Minister, de kern van het debat is voor mij niet of een minister of een kabinet met auto's mag rondrijden. Als fervent gebruiker van het openbaar vervoer begrijp ik goed dat het niet zo evident is om bepaalde afspraken te combineren. Het beeld dat is ontstaan, is dat er blijkbaar geen lijn zit in wat jullie doen met de leasing en aankoop van auto's. Dat is het probleem.
Minister, ik wil u uw auto absoluut niet afpakken. U kijkt al fronsend naar mij, maar ik vraag u: zou het niet beter zijn dat er een duidelijke lijn is waarbij elk kabinet volgens dezelfde spelregels speelt? Het valt moeilijk te verantwoorden dat bepaalde ministers en bepaalde kabinetten een pak meer uitgeven dan andere. Een transparant en eerlijk beleid is om daar afspraken over te maken binnen de Vlaamse Regering, en om op dezelfde manier met het wagenpark om te gaan. Het ligt inderdaad gevoelig in de buitenwereld, zeker op het moment dat u inspanningen vraagt van heel wat sectoren in de samenleving.
Mijnheer D'Haese, het riedeltje dat u hebt voorbereid, is: u bespaart niet op uzelf , u bespaart enkel op de anderen. Dat is opnieuw het beeld van potverteerders. Ik heb u net geschetst dat het wagenpark, niet alleen van de volledige Vlaamse overheid maar ook van de kabinetten, is gedaald in vijf jaar tijd. Er is dus niet potverteerd. Er zijn zelfs minder uitgaven, er is bespaard. Maar u blijft maar draaien en keren, u hebt trouwens ook andere vragen ingediend dan degene die u hier stelt. Maar goed, ik antwoord u met open vizier.
Mijnheer Rzoska, vandaag zijn er wel eenduidige regels. Elk kabinet heeft een budget ter beschikking dat het kan gebruiken om te besteden aan wagens voor het kabinet. Er is dus een budget. We gaan toch niet zeggen dat iedereen met dezelfde wagen met dezelfde kleur moet rijden. Dat lijkt me niet de weg die we moeten gaan.
Ik spreek hier niet meer namens de minister-president aan wie de actuele vraag was gericht, ik spreek namens mezelf, en de tomaten mag u naar mij gooien. Mijnheer D'Haese, let toch op met het oppoken van de afgunst, met het beeld van potverteerders, van profiteurs, van vuile politiekers, want God verhoede, misschien komt er ooit een dag dat u hier staat. Wel, diezelfde mensen zullen u dat dan verwijten.
Minister, wij zitten mee in het bestuur in Zelzate. Het eerste wat we daar hebben gedaan, is de dienstwagens schrappen. Het waren dienstwagens van de Open Vld’ers. Ze hadden zichzelf een dienstwagen uitgekeerd en die hebben wij afgeschaft. Maar dat is niet mijn punt.
Maar waar gaat het over, minister? Het punt is niet dat er een paar procentjes werden bespaard op de wagens van kabinetten of ministeries. Het punt is dat jullie rondrijden in auto’s die meer kosten dan wat een normale mens op een maand verdient, en dat jullie ondertussen van diezelfde mensen inspanningen vragen op school, in de cultuursector en in de zorg. Dat is het punt. Ik vind dat wereldvreemd. Ik sta perplex van uw antwoord, ik vind dat echt wereldvreemd. Dat is hier misschien de afgelopen jaren kunnen passeren, maar dat gaat nu niet meer het geval zijn. (Applaus bij de PVDA)
De actuele vraag is afgehandeld.