Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Maertens heeft het woord.
Voorzitter, een tijdje geleden hebben we het in de commissie Mobiliteit al gehad over incidenten waarbij het rijgedrag van chauffeurs werd gefotografeerd of gefilmd, maar nu wil ik het hebben over een nog iets verregaandere stap, namelijk verbale en fysieke agressie ten aanzien van de chauffeurs en de controleurs van De Lijn.
Minister, er is vorige week nog een incident in uw provincie geweest. In Houthalen is een chauffeur van De Lijn aangevallen met een glasscherf. Dat zijn zaken die we maximaal moeten proberen te vermijden. In het kader van die tekenen van agressie, waarover we in de media steeds meer horen en lezen, heb ik u een schriftelijke vraag gesteld. Ik wilde de cijfers voor 2018 en 2019 met betrekking tot uitingen van agressie ten aanzien van chauffeurs en controleurs van De Lijn eens met elkaar vergelijken. Zo wilde ik nagaan of de inspanningen die De Lijn op dit vlak wel degelijk levert, lonen.
Ik heb gemerkt dat er in 2018 1860 incidenten met verbale of fysieke agressie ten aanzien van chauffeurs of controleurs zijn geweest. Als ik dat omreken, gaat het om dertien voltijdse equivalenten die ten gevolge van agressie tegen hun persoon permanent afwezig zijn. Dat is toch bijzonder opmerkelijk. Ik heb ook de cijfers voor de eerste drie kwartalen van 2019 gekregen. Tijdens de eerste negen maanden van dat jaar ging het om 20.388 uren aan werkonbekwaamheid. Ik leid hieruit af dat de cijfers voor 2019 niet beter zullen zijn dan de cijfers voor 2018. Misschien kunt u hier straks op ingaan, maar ik weet niet of u nu al over de cijfers beschikt.
Minister, ondanks de inspanningen van De Lijn inzake camerabewaking, alarmsystemen en flexibel afsluitbare chauffeursposten, is dit een probleem. Wat kunt u, nu we al die inspanningen al leveren, bijkomend nog doen om de agressie ten aanzien van chauffeurs en controleurs meer in te dijken?
Minister Peeters heeft het woord.
Voorzitter, elke vorm van agressie, fysiek of verbaal, is er natuurlijk eentje te veel. Om die reden neemt De Lijn al heel wat maatregelen om die vormen van agressie zo veel mogelijk te voorkomen, want dat is natuurlijk het beste. Als die agressie zich dan toch voordoet, moet dit absoluut tot een minimum worden beperkt en vervolgens moet er zeker ook handhaving of bestraffing zijn. Dat zijn de drie elementen waarop we moeten inzetten.
Mijnheer Maertens, u hebt zelf vermeld dat De Lijn al heel wat doet. De Lijn heeft een veiligheidsplan dat enerzijds op de buschauffeurs en anderzijds vooral op de reizigers focust. Dat plan omvat heel wat gerichte en flexibele maatregelen, zowel met betrekking tot de organisatie als met betrekking tot technische aspecten, preventieve maatregelen en dergelijke.
Wat houdt dat zoal in? In de eerste plaats plaatsen we camera’s op al onze bussen. Alle bussen hebben al camera’s, maar het is de bedoeling dat alle bussen tegen 2025 sowieso een camera hebben. Nu gaat het om 70 tot 75 procent. Ook in de premetrostations worden camera’s geplaatst.
Verder is de dispatching continu bemand. Naar aanleiding van het spijtig voorval van vorige week zijn de maatregelen met betrekking tot de dispatching opnieuw bijgestuurd. Elke oproep zal als een noodoproep worden behandeld en sowieso volgt nadien nog een tweede telefoongesprek om te vragen of alles in orde is. Zo kunnen dergelijke spijtige voorvallen zich niet meer voordoen.
Die maatregelen omvatten onder meer ook de flexibel af te sluiten stuurpost, wat ook een technisch aspect is.
Verder wordt ten volle ingezet op de samenwerking met de politie, de lokale besturen, de gemeenschapswachten, de lijnwachters en dergelijke. Er wordt heel veel materiaal en personeel ingezet, maar tegelijkertijd is er ook sensibilisering en zijn er opleidingen over de omgang met agressie.
Kortom: heel wat maatregelen waarmee we toch echt proberen om alles tot een absoluut minimum te herleiden.
Dank u, minister. Ik waardeer ten zeerste de inspanningen die De Lijn levert. Dat heb ik al gezegd. Ik denk dat daarin inderdaad wel zeer veel geïnvesteerd wordt. Maar ik wil toch mijn oproep herhalen die ik een aantal weken gedaan heb in de commissie. Ik wil het opnemen voor de chauffeurs. U weet, beter dan geen ander, dat chauffeur bij De Lijn een knelpuntberoep geworden is. We moeten er echt voor zorgen dat we voldoende mensen kunnen aantrekken. Dat zal alleen kunnen als er meer respect wordt afgedwongen voor die chauffeurs. Vandaar nogmaals mijn pleidooi om een echte hoffelijkheidscampagne te organiseren vanuit De Lijn. Ik denk dat dat effect moet hebben. We moeten dus ten eerste sensibiliseren.
Dat we ten tweede moeten slaan indien nodig, is zeker duidelijk. Dan moet de pakkans verhoogd worden. Dan moeten er camera’s komen, zoals u zegt, in alle bussen van De Lijn. Vandaag is dat het geval voor 70 procent van de bussen. Ik roep u op om daar versneld in te investeren en die inhaalbeweging te doen. Als we vaststellen dat bij de pachters, de onderaannemers, slechts 64 procent van de bussen is uitgerust met camera’s, dan denk ik dat daarvoor een extra inspanning geleverd moet worden. Hoe zult u die inspanning leveren?
De heer Verheyden heeft het woord.
Collega’s, het Vlaams Belang heeft al herhaaldelijk, ook tijdens de vorige legislaturen, dit probleem van agressie aangekaart. We weten allemaal – de heer Maertens haalt het zonet aan – dat de maatregelen die we hier zonet gehoord hebben en die inderdaad heel mooi klinken, maatregelen zijn die al veel langer worden aangekondigd, waar men al veel langer op moet inzetten. Maar blijkbaar brengt dat toch niet veel zoden aan de dijk.
We mogen ook niet vergeten dat dit, vooral in de stedelijke agglomeraties, een probleem is dat zich nogal eens beperkt tot een bepaalde bevolkingsgroep. Nogal wat daders zijn namelijk van allochtone afkomst. U spreekt over een mentaliteitswijziging. Ik denk dat u daar inderdaad dringend op moet inzetten.
De chauffeurs voelen zich ondertussen toch wel in de steek gelaten. We hebben dat vorige week gezien in Limburg. Daar is een staking uitgebroken, terecht. En waarom? Omdat de politieondersteuning die gevraagd werd, zelfs niet is komen opdagen. Is dat respect voor onze chauffeurs?
Minister, ik rond af. Inderdaad, meer camera’s en meer afscherming voor de chauffeurs: maak daar nu eens eindelijk werk van. Geen woorden maar daden: we horen dat al langer dan vandaag. De chauffeurs van De Lijn hebben meer dan recht op hun veiligheid. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister, in de beheersovereenkomst werd onder andere heel veel belang gehecht aan het veiligheidsplan dat opgesteld is en dat trimestrieel met de vakbonden wordt bekeken. Ik denk dat er dus al heel wat gebeurt. U hebt ook verwezen naar camera’s enzovoort. Maar in dit specifieke geval zullen we misschien de procedures in het kader van dat overleg wat moeten aanscherpen. U hebt daarnet gezegd dat er nog een tweede keer wordt gebeld. Maar blijkbaar heeft de politie hier de bus niet gevolgd, terwijl de chauffeur bedreigd werd. Normaal gezien moet een chauffeur wachten aan een halte wanneer hij bedreigd wordt. Maar hier hebben ze hem aangemaand om te beginnen rijden. Hij is dan beginnen te rijden. Maar dan zou ik toch verwachten dat de politie die bus volgt. Dus misschien: opnieuw betere afspraken maken, ook met de politie, over de interventies die al dan niet nodig zijn. Zult u daarover, samen met uw federale collega of met de politiediensten in het algemeen, verder overleg plegen?
De heer Keulen heeft het woord.
Nederland Gidsland: het openbaar vervoer is daar meer en beter uitgebouwd dan bij ons. Daar is het ondertussen common practice, dagelijkse praktijk, dat ook op bussen en trams handhavers aanwezig zijn, controleurs, die de chauffeur de vrijheid geven om zijn kerntaak uit te voeren, namelijk zorgen dat die reizigers veilig van punt A naar punt B worden vervoerd. Iemand anders houdt daar dan toezicht op. Ik denk dat dat een praktijk is die we absoluut ook moeten zien te introduceren hier in Vlaanderen bij De Lijn, zowel op de trams als op de bussen. We moeten, eventueel op bepaalde lijnen, controleurs of handhavers meesturen. Want laat het ook duidelijk zijn: vandaag is in grotere steden veiligheid bij het gebruik van het openbaar vervoer een factor waardoor mensen soms besluiten om dat niet te gebruiken. En dat is jammer. Eigenlijk moet het openbaar vervoer niet alleen betrouwbaar en betaalbaar zijn maar ook veilig. Vandaar dat we inderdaad eens over de grens moeten kijken, naar Nederland, naar hoe zij dat daar succesvol aanpakken.
De heer Rzoska heeft het woord.
Minister, ik wil mij graag aansluiten bij de vraag van collega Maertens. Ik ga ervan uit dat u erkent dat de cijfers die we vandaag zien geen echte kentering in zich dragen. Het probleem stagneert. Dat is niet goed want die bus- en tramchauffeurs zijn de mensen die zorgen voor ons dagelijks kwaliteitsvol vervoer en zij moeten hun job op een veilige manier kunnen doen. Er zit al heel wat in de pijplijn, zoals die camera's en eventueel mensen meesturen die toezicht houden. Maar ik denk dat het tijd wordt, en daarin steun ik collega Maertens, dat we een hoffelijkheidscampagne doen in de richting van de chauffeurs. Ik denk dat bij het merendeel van de gebruikers van het openbaar vervoer er echt wel respect bestaat voor degenen die die job doen. Misschien moeten we dat de volgende maanden eens versterken.
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Minister, ik sluit me graag aan bij de collega's. We weten allemaal dat met de uitdagingen van vandaag in verband met het klimaat, het fijn stof en de files, investeren in kwaliteitsvol en betaalbaar openbaar vervoer meer dan ooit nodig is. Dat betekent niet alleen voldoende stipte bussen maar ook zorgen voor kwaliteitsvolle en veilige werkomstandigheden voor het personeel. Iedereen moet de zekerheid hebben om zijn job op een veilige manier te kunnen uitoefenen. Het is de taak van de overheid om die veiligheid te garanderen. Er gebeuren allerhande inspanningen maar we stellen toch vast dat die zekerheid vandaag niet geboden kan worden. Dus bij deze nog eens een warme oproep: investeer in kwaliteitsvol openbaar vervoer en zorg ervoor dat onze buschauffeurs onze reizigers op een veilige manier kunnen vervoeren. (Applaus bij Groen en sp.a)
De heer D’Haese heeft het woord.
Het is inderdaad een heel belangrijk probleem. In 2017 waren er drieduizend meldingen van agressie tegen chauffeurs. Als we aan die problematiek iets willen doen, dan moeten we op twee sporen lopen. We moeten ten eerste zorgen dat er geen aanleiding is voor agressie, dat wil zeggen een goede dienstverlening uitbouwen, en ten tweede zorgen dat er effectief wordt gewerkt aan veiligheid op die bussen. Ik denk dat het voor het eerst in een aantal maanden is dat ik het eens ben met collega Keulen dat je daar ook mensen op het terrein voor nodig hebt. Dispatching is goed, camera's zijn goed, contact met de politie is goed, maar je hebt ook mensen op het terrein nodig, je hebt ook extra mannen en vrouwen op de bus nodig om een oogje in het zeil te houden om dat soort dingen te kunnen afwikkelen. Maar dan moeten we wel loskomen van de slogans. We hebben hier de directeur en de voorzitter van de raad van bestuur van De Lijn op bezoek gehad en die hebben gezegd dat ze met de huidige budgetten op of over de limiet zitten. Projecten voor extra mensen op de bus, zitten er niet in met de huidige budgetten. Minister, daarom is mijn vraag aan u of u bereid bent om extra middelen vrij te maken om te zorgen dat we de kwaliteit van het werk van de mensen die met onze bussen rijden, kunnen garanderen.
Dank u wel, collega's, voor de bijkomende vragen en suggesties. Mijnheer Keulen, Nederland als gidsland: ik zal daar zeker mijn oor te luisteren leggen om te kijken welke suggesties we van hen kunnen meenemen of wat we van hen kunnen bijleren.
Elke vorm van agressie, of dat nu verbale of fysieke agressie is, is er een teveel. Ik heb daarstraks al alle maatregelen opgesomd die wij nemen. Daar zit zeker ook het verhaal in van sensibilisering, opleiding en informatie. Ik wil zeker ook de suggestie van de hoffelijkheidscampagne daarin meenemen. Ik denk immers dat het een en-enverhaal is. Hoe meer maatregelen we nemen des te beter, zowel preventief als achteraf inzake handhaving, om die cijfers die te hoog zijn – dat beaam ik – drastisch te doen verlagen.
Ik had wel verwacht dat sommige mensen automatisch zouden beginnen met de mededeling dat De Lijn veel te weinig middelen heeft. Ik kan u alleszins al meegeven dat wegens de cijfers inzake de verbale en fysieke agressie er specifiek in 2019 nog dertien extra lijncontroleurs werden aangeworven en op dit ogenblik staat nog de vacature van een extra sociaal assistent open om nog meer te zorgen voor begeleiding. De procedure voor de oproep van de dispatching werd volledig herbekeken en zoals ik daarstraks al zei, wordt er ook een terugbelmoment opgenomen. Tegelijkertijd heeft men meerdere maatregelen genomen naar aanleiding van het spijtige voorval van vorige week. Men heeft er ook voor gezorgd dat de interventietijden worden verkort door een betere spreiding van het aantal lijncontroles en van het aantal mensen die ter plaatse zijn.
Dus wat dat betreft probeert men alleszins toch de interventies zo hoog mogelijk te hebben. Tegelijkertijd zijn er in het kader van het veiligheidsplan nog een aantal aandachtsbuurten, zoals u ook wel weet, waar nog veel meer en intenser wordt samengewerkt met lokale besturen en met politiediensten om daar de alertheid nog meer te verhogen als er iets gebeurt in welbepaalde aandachtsbuurten. Ook daar worden heel specifiek een aantal maatregelen genomen.
Voorkomen is beter dan genezen, dat beaam ik ten zeerste. Men vraagt dan ook wat wij specifiek nog gaan doen inzake handhaving – ik denk dat mevrouw Brouwers daar nog een aantal vragen rond stelde. Naast de wijziging in de dispatchingprocedure, naast het inkorten van die interventietijden, is het zeker ook heel belangrijk dat wij een vertegenwoordiger kunnen afvaardigen in het algemeen expertisenetwerk van het strafrechtelijk beleid, waar collega Demir voor bevoegd is. Wij hebben ten eerste vorige week naar aanleiding van dat spijtige voorval al gevraagd om zeker ook mee te mogen participeren in dat algemeen expertisenetwerk voor het strafrechtelijk beleid. Ten tweede wil ik inzake handhaving het hele voorval ook een hogere prioriteit laten krijgen bij het parket-generaal. We weten dat onze minister-president regelmatig samenzit met het parket-generaal. Daarom zullen we daar zeker ook vragen om de nodige alertheid aan de dag te leggen voor alles wat te maken heeft met agressie op onze bussen, zowel naar onze buschauffeurs als naar onze reizigers. Ik herhaal opnieuw: elk geval van agressie is er een te veel.
Dank u wel, minister, ik ben het volmondig met u eens. Het is en-en-en, niet of-of, want anders zullen we die problematiek niet oplossen, het moet en-en-en zijn om de veiligheid van de reiziger en van de chauffeur en controleur te garanderen. Dan heb ik het over de sensibilisering met die hoffelijkheidscampagne, dan hebben we het over het vergroten van de pakkans door alle bussen uit te rusten met camera’s – dat is echt belangrijk –, door controleurs mee te sturen op de meest risicovolle lijnen. Het derde luik van het drieluik is natuurlijk de handhaving. Ik reken erop, minister, dat u, wat die drie elementen betreft, de komende maanden verder werk maakt van een goede aanpak.
De actuele vraag is afgehandeld.