Verslag plenaire vergadering
Verslag
Hoofdelijke stemming
Dames en heren, aan de orde is de hoofdelijke stemming over de motie.
De heer Claes heeft het woord.
Voorzitter, beste collega's, wie vandaag een nieuwe laptop zou kopen, verwacht dat hij die over enkele jaren uiteraard ook nog vlot kan gebruiken en bij gebruik niet plotseling een toeslag zou moeten betalen op zijn internetabonnement of dat hij die na enkele jaren al helemaal niet meer zou mogen gebruiken voor bepaalde functies, ook al werkt het toestel in realiteit nog prima. Wel, hetzelfde geldt in principe voor onze auto's. Maar door toedoen van de lage-emissiezones (LEZ's) is ondertussen meer dan een op de vijf van onze wagens niet langer welkom in de stadscentra van Antwerpen en Gent. Het gaat concreet over ongeveer 1.200.000 auto's.
In 2025 zullen de normen nogmaals worden verhoogd, zodat tegen dan zo'n 2 miljoen van onze wagens niet langer toegang zullen krijgen tot onze stadscentra. Dit neemt uiteraard niet weg dat al deze wagens nog steeds de jaarlijkse keuring doorstaan, verkeersbelastingen betalen en best hoge taksen betalen op hun brandstof.
Rekening houdend met het feit dat veel van onze burgers niet de financiële mogelijkheid hebben om zomaar een nieuwe wagen aan te kopen en rekening houdend met de belabberde staat van het openbaar vervoer, vragen we met deze motie de Vlaamse Regering om de bestaande LEZ's niet te verstrengen en geen nieuwe LEZ's in te voeren.
Collega's, we gaan echt geen betere of eerlijkere samenleving bereiken door draconische maatregelen te nemen waarbij de mobiliteit van onze burgers dermate wordt ingeperkt dat mobiliteitsorganisaties nu reeds waarschuwen voor mobiliteitsarmoede, en al helemaal niet met een systeem zoals de LEZ's, die louter en alleen kijken naar de euronorm van een wagen en niet naar de werkelijke uitstoot.
Wie bijvoorbeeld met een nieuwe wagen elke dag 20 kilometer in het stadscentrum zou rondrijden, wordt terecht met rust gelaten, maar wie ocharme een keer met een oude wagen naar Antwerpen of Gent zou afzakken, daar misschien twee kilometer in het stadscentrum rondrijdt, die wordt op de bon gegooid en moet een boete betalen of een dagpas kopen. De absurditeit van LEZ's ten top.
Laat ons samen werk maken van slimme oplossingen die leiden tot een verbeterde wegeninfrastructuur, een vlottere verkeersdoorstroming, een betrouwbaar openbaar vervoer en het maximaal benutten van nieuwe vervoersmodi. En laat ons stoppen met het pesten van de automobilist die nu al de uitgeperste melkkoe van de fiscus is geworden, want een moderne overheid is een dienstverlener en geen lastige schoonmoeder. Steun deze motie en steun dus onze automobilisten, en stop alsjeblieft de waanzin van de lage-emissiezones. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Rousseau heeft het woord.
Collega's, vergis u niet. Het zijn de meest kwetsbaren onder ons die de meest vervuilde lucht inademen. Het zijn ook de meest kwetsbaren onder ons die in de slechtst geïsoleerde woningen wonen. En dus is strijden voor een beter klimaat, strijden voor propere lucht ook een strijd tegen ongelijkheid. Daarom is die voor ons heel belangrijk.
Maar we moeten er ook voor zorgen dat de maatregelen voor betere lucht en voor een beter klimaat de ongelijkheid op zich niet doen toenemen. Het is niet voor iedereen vanzelfsprekend om morgen een nieuwe auto te kopen als je vandaag je auto moet wegdoen. En het is zeker asociaal wanneer een Vlaamse Regering de steden en gemeenten en de Vlamingen in de kou laat staan, letterlijk en figuurlijk. Want er wordt hun een auto afgenomen maar er komt geen bus of geen tram in de plaats.
Daarom willen wij met sp.a op de pauzeknop duwen wat de LEZ’s betreft. We gaan een voorstel van decreet indienen dat een uitbreiding of een verstrenging van de LEZ’s on hold zet op basis van drie principes. Ten eerste: geen verstrenging en uitbreiding voor er een evaluatie is gebeurd. Het lijkt me een kwestie van goed bestuur dat we duidelijkheid verschaffen aan de Vlamingen, de impact op de luchtkwaliteit kunnen staven en de impact van de sociale gevolgen in kaart brengen. Dat lijkt mij heel belangrijk. Ten tweede: het lijkt mij ook normaal dat de Vlaamse Regering haar verantwoordelijkheid opneemt, investeert in openbaar vervoer, investeert in alternatieven en ervoor zorgt dat er alternatieven zijn voor de wagen. Ten derde: de overheden moeten zelf hun wagenpark vergroenen. Ik krijg het hierbuiten niet uitgelegd dat De Lijn voor 8 miljoen euro aan boetes moet betalen omdat ze in LEZ’s zelf niet aan de normen voldoet. Als we iets verwachten van de burger, dan moet de overheid ook het goede voorbeeld geven.
Goed bestuur is maatregelen, ook je eigen maatregelen, in vraag durven te stellen en bijsturen waar nodig. Maar goed bestuur is niet iets invoeren op 1 januari en het terugtrekken op 1 februari. Daarom kunnen wij deze motie niet steunen, maar we zullen een eigen voorstel van decreet indienen. We zijn daar al mee bezig. Voor sp.a is het zeer duidelijk: we gaan voor propere lucht, voor een beter klimaat, maar op een sociale en rechtvaardige manier. (Applaus bij sp.a)
De heer Vandaele heeft het woord.
Blijkbaar zal er in bepaalde steden nog eens goed doorgepraat moeten worden tussen de collega's van Groen en die van sp.a waar ze samen in het bestuur zitten. Ik denk dat ze toch andere accenten leggen. (Opmerkingen bij Groen en sp.a)
Voorzitter, ik dacht dat de bedoeling van de LEZ’s was om een betere luchtkwaliteit te krijgen op plaatsen waar die kwaliteit slecht is. Dat is dan vooral een gevolg van uitlaatgassen van auto's en vooral in straten en steden waar die uitlaatgassen blijven hangen. We noteren dat alleen al door fijn stof er 4200 sterfgevallen per jaar zijn. Als je daar nog NO2 of stikstofdioxide bij neemt, dan zijn dat nog eens 2000 sterfgevallen. Het is eigenlijk wel een kwestie van volksgezondheid.
Het klopt natuurlijk dat we oog moeten hebben voor de sociale dimensie en de sociale gevolgen dat mensen met een laag inkomen niet meteen een nieuwe, minder vervuilende auto kunnen kopen, als ze al een auto hebben, natuurlijk. Maar we moeten evengoed vaststellen – ik denk dat het dat is wat collega Rousseau daarnet zei – dat het uitgerekend ook die mensen met een laag inkomen zijn die wonen op die plaatsen waar die vervuiling het hoogst is: in de steden. Die LEZ is wat dat betreft ook een sociale maatregel voor die mensen. Het snijdt dus eigenlijk aan twee kanten. Ook zij hebben natuurlijk recht op propere lucht.
Dat die LEZ’s wel degelijk effect hebben, blijkt uit onderzoek, ook in het buitenland, vooral dan wat dieselroet betreft. Daar is een vermindering tot 40 procent.
Vlaanderen biedt het kader, dat weten we. Het zijn de steden en gemeenten die daarop kunnen inspelen en daarmee kunnen omgaan zoals ze dat zelf wensen.
Voorzitter, mijn conclusie: bijsturen en verfijnen van de regeling en van de LEZ’s is zeker altijd nuttig, en dat zal dus wellicht ook gebeuren in de toekomst. Maar het kind dreigt met het badwater te worden weggegooid, en dat is in deze fase misschien toch niet verstandig.
De heer De Meester heeft het woord.
Voorzitter, u hebt niet gezegd hoeveel tijd we hebben voor een tussenkomst. Is dat een half uur?
Vijf minuten per fractie, bij deze motie.
Wij zijn grote voorstanders van een betere luchtkwaliteit, collega's. Maar de LEZ’s in Gent en Antwerpen zijn asociaal en elitair.
Ik vraag me af, mijnheer Vandaele, of u de sociale impact van die LEZ wel goed beseft. Want u zegt dat dit een sociale maatregel is, maar jullie treffen wel de hardwerkende Vlaming met een klein inkomen, mensen die hun auto nodig hebben om naar het werk te rijden. Jullie treffen, mijnheer Vandaele, die bejaarde mevrouw die haar dieselautootje heel haar leven goed verzorgd heeft en daarmee één keer per maand naar haar vriendin in het rusthuis rijdt. Die mevrouw met haar klein pensioentje moet ofwel een nieuwe auto kopen ofwel moet zij, zoals in Antwerpen, 350 euro taks betalen. De LEZ, collega’s, is een taks op kleine inkomens, en dat is sociaal onrechtvaardig. Voor topinkomens is 350 euro natuurlijk niks, maar voor mensen met een klein inkomen is dat veel geld.
Laat ons een kat maar een kat noemen: de LEZ moet de belastingkas spijzen. Zo simpel is dat. 10 miljoen euro boetes in Antwerpen, 6 miljoen euro in Gent. Per jaar.
Wij zijn tegen de LEZ, maar ik ga mij niet laten vangen aan de politieke spelletjes van het Vlaams Belang, mijnheer Claes. Jaja, het Vlaams Belang dat zich nu plots zorgen maakt over het slinkende draagvlak voor het milieubeleid en dat plots positieve initiatieven wil om de luchtkwaliteit te verbeteren. Mijnheer Claes, ik ben Roodkapje niet, de schijnheiligheid straalt zo van uw gezicht af. Ja, de schijnheiligheid! De schijnheiligheid! Jullie doen alsof jullie voor een sociaal milieubeleid zijn, maar als wij in Gent, mijnheer Deckmyn, een studie voorstellen voor gratis openbaar vervoer, dan stemt het Vlaams Belang tegen. Als wij in Antwerpen voorstellen om Linkeroever uit de LEZ te halen, dan stemmen jullie tegen. Als wij voorstellen om mensen die hun auto wegdoen, een gratis abonnement van De Lijn te geven, dan stemmen jullie tegen.
Weet u wat wij moeten doen om de luchtkwaliteit te verbeteren, collega’s? Dat is niet de LEZ, dat is de automultinationals strengere normen opleggen. Dat is een uitdoofbeleid voor diesels. Dat zijn veilige kruispunten voor fietsers. Dat is de ring in Antwerpen overkappen. Dat is investeren in betaalbaar, beter openbaar vervoer. Dat zijn sociale alternatieven bij de vleet, collega’s, maar stop met de LEZ, die gewone mensen op kosten jaagt, want die is asociaal, elitair en contraproductief. (Applaus bij de PVDA)
De heer Rzoska heeft het woord.
De reden waarom heel wat steden en gemeenten ofwel een LEZ invoeren of het van plan zijn, is toch alleszins de gezondheid van de mensen die in een stad wonen. Ik parafraseer een burgemeester die het ooit, in mijn ogen, zeer treffend heeft verwoord: ‘De belangrijkste wegen zijn uw luchtwegen.’ Gezondheid is toch wel een heel essentieel onderdeel van het leven in een stad, en dus ja, luchtkwaliteit en lage-emissiezones zijn wat ons betreft een belangrijk instrument om die luchtkwaliteit en de leefbaarheid van steden te garanderen.
Het stoort mij mateloos dat een aantal collega’s die zelf mee aan de knoppen draaien en zelf mee het initiatief hebben genomen om een lage-emissiezone in te voeren, daar nu op terugkomen. Dat betekent niet, collega’s, dat je niet sociaal kunt of moet corrigeren. Dat gebeurt ook in de meeste steden die dat invoeren. In de meeste steden die dat invoeren, wordt er wel degelijk sociaal gecompenseerd. Iedereen moet dus zijn verantwoordelijkheid nemen. Ook de Vlaamse overheid moet haar verantwoordelijkheid nemen, want ik ben het er mee eens dat een robuust openbaar vervoer een essentieel onderdeel van een goed functionerende lage-emissiezone is, maar ik vind wel niet dat het getuigt van politieke moed om terug te komen op een beslissing die we met z’n allen in sommige steden hebben genomen en waar de Vlaamse Regering toch ook wel een verantwoordelijkheid in draagt, zeker op het vlak van het openbaar vervoer.
Mijnheer Claes, ik denk dat het duidelijk is dat we deze motie met onze fractie niet zullen goedkeuren. (Applaus bij Groen)
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Ik wil graag ook even tussenkomen in dit debat, en vraag vooral om nuance, want ik denk en hoop dat iedereen toch wel moet erkennen dat deze maatregel genomen wordt om een beleid rond onze gezondheid en de luchtkwaliteit te voeren. Als we die maatregel niet zouden genomen hebben, dan zouden we daar vandaag het debat over voeren. Nu we die wel hebben genomen, gaat het erover dat de maatregel toch niet oké is. Ik hoor echter geen alternatieven.
Collega’s, we hebben deze discussie vorige week ook gevoerd in de commissie Leefmilieu. Ik wil even meegeven wat ons standpunt is ten aanzien van deze lage-emissiezones.
Heel duidelijk: deze lage-emissiezones hebben hun bestaansreden in het verbeteren van de luchtkwaliteit. Een slechte luchtkwaliteit veroorzaakt namelijk tien keer meer overlijdens dan verkeersongevallen. Daarbij komt ook de bijkomende economische kost. Voor België komt de economische kost van verkeersvervuiling neer op 17,7 miljard euro per jaar. Dat is toch een cijfer om even bij stil te staan.
Is de LEZ dan een wonderoplossing voor deze problematiek? Ik denk ook dat wij hier in dit parlement het erover eens kunnen zijn dat het dat niet is. Voor CD&V is de lage-emissiezone een overgangsmaatregel, een maatregel die er is zolang er wagens zijn die op fossiele brandstoffen rijden, zolang ons wagenpark niet méér vergroend is. Ja, wij zullen als partij ook heel graag meewerken aan een versnelde vergroening van dat wagenpark. Maar zolang dat niet het geval is, hebben we nood aan stimulerende en efficiënte maatregelen om het doel van een betere luchtkwaliteit te bereiken.
Een lage-emissiezone gaat voor ons ook, zoals ik al in verschillende debatten aanhaalde, steeds gepaard met een flankerend beleid. Er moeten ecologische alternatieven voorhanden zijn in de steden die het besluit hebben genomen om deze maatregel in te voeren. Het gaat dan om openbaar vervoer, autodelen, toegankelijke fietsen en fietspaden, voldoende randparkings enzovoort.
Dit is in de eerste plaats de taak van de lokale besturen, maar ook Vlaanderen heeft hierin een ondersteunende en controlerende rol. Maatregelen die een flankerend beleid dwarsbomen of tenietdoen, kunnen dan ook niet aanvaard worden. Ik heb in de commissie dan ook gevraagd dat de minister daaromtrent een zeer duidelijk signaal geeft dat maatregelen die tegen het beleid van de LEZ of tegen het flankerend beleid ingaan, heel duidelijk worden afgestraft of niet worden goedgekeurd.
Collega’s, ik hoop dat we hierover een genuanceerd debat kunnen voeren, want we weten waarvoor we het doen. We weten dat het in het kader van de luchtkwaliteit is en dat we samen zullen moeten zorgen voor de alternatieve en flankerende maatregelen, en het liefst zo snel mogelijk overgaan tot de vergroening van ons wagenpark. (Applaus bij CD&V)
De heer Schiltz heeft het woord.
Collega’s, ik sluit me grotendeels aan bij de laatste tussenkomst. De lage-emissiezone is een beleidsinstrument dat een heel aantal partijen, vertegenwoordigd in dit halfrond, hebben ingevoerd op lokaal niveau en waar ook een Vlaams kader voor ontworpen is. Na een aantal jaren dat dit instrument effectief in werking is, is het – denk ik – gepast om erbij stil te staan of het wel effectief is, of het rechtvaardig is, of de flankerende maatregelen werken …, met andere woorden: of het zijn doel bereikt.
Het heeft dus geen zin om er hier nu snel een motie door te rammen en bepaalde bevolkingsgroepen of mensen met frustraties te willen bedienen. Ik denk dat dit onderwerp een verdergaand debat in de commissie vergt, zodat we met opgeheven hoofd, en vooral met de rechtvaardigheid en de doelmatigheid indachtig, degelijk werk kunnen leveren. Wij zullen de motie niet steunen, maar verwelkomen wel initiatieven in de commissie hieromtrent.
De heer Vandaele heeft het woord.
Voorzitter, ik wil heel kort reageren op collega De Meester, die hier eigenlijk de meester is in het verdraaien van woorden. Wat ik heb gezegd, collega, is dat het uitgerekend mensen zijn met een laag inkomen die op die plaatsen in de steden wonen waar de luchtvervuiling het hoogst is, ook op de invalswegen. Dat is aangetoond. Als u dus die mensen propere lucht onthoudt, dan is dat een asociale maatregel. Dat is wat ik gezegd heb.
Begin van de stemming.
Stemming nr. 2
Ziehier het resultaat:
114 leden hebben aan de stemming deelgenomen;
21 leden hebben ja geantwoord;
89 leden hebben neen geantwoord;
4 leden hebben zich onthouden.
Dientengevolge neemt het Vlaams Parlement de motie niet aan.