Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer De Meester heeft het woord.
Minister, ik lees deze week in de krant een studie van de PVDA, geloof ik, waarin staat dat drie op de vier sociale huurders door uw beleid sinds 1 januari veel meer betalen voor een sociale woning. Gemiddeld betalen die mensen 40 euro meer, maar het kan soms oplopen tot 200 euro extra per maand. Dat is toch wel zeer opmerkelijk. In december heeft mevrouw Smeyers van de N-VA in deze zaal nog beweerd dat 90 procent van de mensen minder zou betalen. Wat blijkt? Iedereen betaalt meer. Drie op de vier betaalt een groot stuk meer.
U kunt nu wel zeggen dat het maar om 40 euro gaat. Voor wie een parlementaire wedde van 6000 euro per maand heeft, is dat inderdaad niet veel. Maar voor mensen met een klein inkomen is dat veel geld.
Minister, ik heb hier een hele map met getuigenissen van mensen, want achter die cijfers zitten natuurlijk mensen. Dat zijn zeer straffe verhalen. Martine uit Gent: 181 euro per maand erbij omdat de marktwaarde van haar woning verhoogt. Christine uit Dendermonde: 218 euro per maand erbij omdat ze voor haar gehandicapte broer zorgt. Ahmed uit Antwerpen: 198 euro per maand erbij. Martin uit Gent: 187 euro extra omdat zijn pensioen plots volledig wordt meegeteld. Karel uit Antwerpen, een gepensioneerde vader met een mindervalide dochter: 333 euro per maand erbij omdat haar toelage meegerekend wordt.
Mijn vraag aan u is zeer simpel. Wat zult u daaraan doen? Hoe zult u dat oplossen?
Minister Diependaele heeft het woord.
Mijnheer De Meester, laat het zeer duidelijk zijn dat als het parlement mij vraagt om antwoorden te komen geven op vragen, ik daar altijd op zal ingaan. Absoluut. Maar er valt niets meer te vertellen dan vorige week. Dat lijkt me de logica zelve, want we hebben toen zeer duidelijk afgesproken – en eigenlijk al een maand geleden – dat ik die cijfers zou opvragen bij de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW), dat de sociale huisvestingsmaatschappijen die gingen bezorgen en dat we op basis daarvan het effect van de maatregelen op het terrein gingen bekijken.
U spreekt hier over een studie van de PVDA. U hebt niet eens de beleefdheid gehad om mij die te bezorgen. Ik heb die niet gezien. Ik heb die op geen enkel moment gekregen. Ik heb nochtans een eigen postvakje op het kabinet. U hebt mij die niet gegeven.
Over de methodologie daarvan hebt u geen enkele uitleg gegeven, ook niet in de krant. U vraagt mij hier te reageren op cijfers die ik nog niet gehad heb. Het omgekeerde had een keer waar moeten zijn. Ik ging het hier als minister eens moeten hebben over cijfers die het parlement niet kreeg. De voorzitter zou mij direct gebeld of gemaild hebben of weet ik nog wat allemaal om toch maar te zeggen hoe schandalig dat is. (Applaus bij de meerderheid)
Maar de PVDA vindt dat normaal.
En dan, mijnheer De Meester, heb ik deze morgen een aantal directeurs van sociale huisvestingsmaatschappijen bij mij op kantoor gehad. Een daarvan werd vernoemd in ‘uw studie’. Met de hand op het hart zegt hij dat hij als directeur in elk geval niet weet hoe die cijfers bij de PVDA zouden komen. Mijnheer De Meester, het spijt me verschrikkelijk en ik wil u geen kwaad aandoen, maar ik vertrouw die mensen meer dan ik u vertrouw.
Ik grijp heel graag terug naar de originele afspraak die ik heb gemaakt met dit parlement om tegen het einde van deze maand – zijnde vrijdag – de cijfers op te vragen bij de sociale huisvestingsmaatschappijen. Ik beloof u zeer snel werk te doen om te kijken wat het effect precies is en wat de eventuele bijsturingen zijn. Er is niets mis met een minister of beleidsmakers in het algemeen die hun beleid willen onderbouwen met degelijk cijfermateriaal, met degelijk denkwerk om ervoor te zorgen dat de oplossingen aangereikt worden die nodig zijn. Ik vraag u daar in alle bescheidenheid enkele dagen voor. Niet meer dan dat. Ik denk dat dat een goede zaak is voor die mensen die het het meeste nodig hebben. (Applaus bij de meerderheid)
De heer De Meester heeft het woord.
Minister, u trekt hier dus mijn cijfers in twijfel, maar wij hebben dezelfde cijfers. (Opmerkingen van minister Matthias Diependaele)
Natuurlijk hebt u ze wel gezien. Het zijn namelijk dezelfde cijfers. Wij hebben die cijfers opgevraagd bij de huisvestingsmaatschappijen. We zijn alleen een beetje rapper dan u en hebben ze al, bij u liggen ze op uw bureau.
Minister, ik weet ook niet waarop u wacht. Waar wacht u op? Het is toch zeer duidelijk. (Opmerkingen van Sarah Smeyers)
Ik zal u dadelijk de cijfers geven, mevrouw Smeyers.
De heer De Meester heeft het woord. U kunt het eens zijn of niet, maar de heer De Meester heeft het woord.
Minister, het is toch zeer duidelijk dat drie op de vier mensen impact ondervinden van die maatregel. Het is toch duidelijk dat u dat fors hebt onderschat. Waar wacht u op om maatregelen te nemen?
Ik heb u net een hele lijst voorgelezen van concrete voorbeelden van echte mensen uit het echte leven die vandaag meer betalen. Die mensen betalen nu, en ik wil graag dat u nu een oplossing hebt, niet over een week, niet over een maand, nu.
Mevrouw Smeyers heeft het woord.
Minister, ik kan niet veel toevoegen aan wat u hebt gezegd. Mijnheer De Meester, u was ook in de commissie. U weet ook dat de minister zelfs al enkele weken geleden een duidelijke opening heeft gemaakt en in de commissie een belofte heeft gedaan om op basis van de cijfers die we overmorgen zullen hebben, op korte termijn een evaluatie te doen. Veel is er niet voor nodig. Ik denk dat we allemaal weten dat er iets met die inkomensvervangende tegemoetkoming van inwonende meerderjarige kinderen moet gebeuren. De minister heeft die opening gelaten.
Ik weet niet wat u meer wilt. Wat u nu aan het doen bent, is een politiek spelletje spelen. U staat hier bijna kinderachtig te zeggen: ‘Ik heb de cijfers want wij hebben ze achter uw rug ook opgevraagd en wij hebben ze al. En we vinden dat u nu iets moet doen ten voordele van die echte mensen die in het echte leven staan.’ Wel, als u echt aan politiek wilt doen op een correcte manier, werk dan mee, geef de cijfers aan de minister en dan konden we die berekeningen al gedaan hebben. (Applaus bij de N-VA)
De heer D'haeseleer heeft het woord.
Voorzitter, wij hebben van in het begin gezegd dat deze regering met de herberekening van de huurprijzen een groot deel van de sociaal zwakkeren in de samenleving treft. Ik denk dan bijvoorbeeld specifiek aan de gezinnen met een persoon met een handicap.
Minister, ik ben dan ook tevreden dat de meerderheidspartijen beginnen in te zien dat er, wat dit betreft, een serieuze kemel is geschoten waardoor nog meer mensen in armoede dreigen terecht te komen. Wij zijn partner van deze regering om deze flater met terugwerkende kracht recht te zetten.
Voorzitter, ik wil besluiten met de hypocrisie aan te klagen van partijen, waaronder de communisten van de PVDA, de socialisten, de groenen en eigenlijk elke andere partij die pleit voor open grenzen en massa-immigratie. (Opmerkingen)
Het zijn net die partijen die al jaren bezig zijn met onze sociale woningen uit te verkopen aan vreemdelingen die nog geen euro belasting hebben betaald.
Kunt u ook afronden?
Het zijn die partijen die ervoor zorgen dat de sociale woonwijken verworden tot sociale getto's waardoor de woningen van Maria en Jozef steeds meer worden ingenomen door Fatma en Mohammed. (Applaus bij het Vlaams Belang) (De voorzitter zet de microfoon van Guy D’haeseleer uit)
Het is duidelijk. Alstublieft zeg.
Mevrouw Jans heeft het woord.
Voorzitter, ook onze fractie steunt de filosofie van deze huurprijsherziening voor sociale huurwoningen. Maar ook wij kloppen al sinds oktober op dezelfde nagel, namelijk dat er moet worden bijgestuurd.
Minister, het probleem is intussen gekend. Mensen met een handicap die een tegemoetkoming ontvangen en hun gezinnen mogen niet het slachtoffer worden van deze huurprijsherziening. Daarom moet er inderdaad op zeer korte termijn duidelijkheid komen zodat de mensen met een handicap die die uitkering – de inkomensvervangende tegemoetkoming – ontvangen, en hun gezinnen niet op kosten worden gejaagd. De bijsturing moet niet alleen snel komen, maar moet ook retroactief zijn.
Voor CD&V is het intussen zeer duidelijk dat elke volgende hervorming van de sociale huurprijs het best zal worden onderworpen aan een armoedetoets. (Applaus bij CD&V)
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Collega De Meester, de politieke show die u hier al weken opvoert op de kap van mensen met een beperking en ouders van kinderen met een beperking: u moest zich daar echt over schamen. U moet zich daarover schamen, echt waar. (Applaus bij de meerderheid)
Alle partijen – u mag mij één iemand aanduiden die het niet heeft gedaan – hebben aangegeven dat we de anomalieën, als die er zijn, gaan rechtzetten en dat disproportionele effecten voor mensen met inwonende kinderen met een beperking zullen worden rechtgezet. De minister heeft ook aangegeven dat dat retroactief gaat gebeuren.
De noodzaak aan cijfers bewijst u met uw onderzoek zelf. U hebt in de plenaire vergadering en in de commissie altijd gesproken over stijgingen van 200 à 300 euro, maar uit uw eigen cijfers blijkt dat het gemiddeld om 30 euro gaat. (Opmerkingen van Tom De Meester)
Jawel, u mag het nagaan. Die evaluatie is dus net nodig om te zien waar de disproportionele effecten zitten, om die recht te zetten.
Collega's aan de linkerzijde, eind september bent u hier massaal uit deze plenaire vergadering vertrokken omdat u geen cijfers kreeg. Nu zijn die cijfers ineens niet meer nodig om beleid te voeren. Het is het een of het ander, u moet wel een keuze maken. Wij gaan die evaluatie afwachten. En net zoals collega Jans zijn we het er volledig mee eens dat disproportionele effecten moeten worden weggewerkt. Maar laat ons alstublieft gewoon kijken waar die zitten. Dat is alles. (Applaus bij de meerderheid)
Mevrouw Moerenhout heeft het woord.
Minister, collega's, ik weet niet hoe het met uw mailbox gesteld is, maar die van ons puilt uit – ik neem aan die van u ook – met echt schrijnende verhalen van heel wat sociale huurders die echt de wanhoop nabij zijn. En dan gaat het inderdaad over sociale huurders met inwonende gehandicapte kinderen. Het getuigt trouwens van degelijkheid dat u dat wilt rechtzetten. Maar het gaat ook nog over andere verhalen. Het gaat over huurders die kinderen tout court, dus min 25-jarigen, bij zich hebben wonen. Die kinderen sparen tot ze genoeg geld hebben om alleen te kunnen wonen. Zij moeten nu meer gaan betalen. Die mensen contacteren ons ook: ‘Wij kunnen dat niet, en we hebben nu het gevoel dat we onze kinderen op straat moeten zetten.’ Daar komen dan familiale spanningen uit voort. Er zijn heel wat vragen bij de energiecorrectie. Hoe hoog is die? Hoe wordt die berekend? Wat zijn de gevolgen? En zo is het het ene verhaal na het andere.
Ondertussen zien we natuurlijk dat de wachtlijsten langer worden en dat de huurprijzen op de private markt hoger worden. En dus hebben die mensen het gevoel dat ze geen alternatief hebben en voelen ze een heel grote wanhoop. Daarom is mijn vraag aan u, minister, om niet alleen snel, maar ook met open blik en een open vizier die evaluatie en bijsturing te doen en die echt serieus te nemen, want de gevolgen voor de samenleving en voor die sociale huurders zijn echt en ze zijn hard. (Applaus bij Groen en de PVDA)
De heer Veys heeft het woord.
Voor onze fractie zijn sociale woningen heel belangrijk. Betaalbaar wonen is heel belangrijk. Sociale woningen maken het verschil voor heel veel mensen met lage inkomens die het vandaag moeilijk hebben. We moeten daar dan ook wel voorzichtig in zijn en er terdege over discussiëren, zoals we – en de minister weet dat ook – in de commissie al vaak gedaan hebben. Het is niet de bedoeling dat we er met platte slogans mee omgaan, zoals ik hier van andere fracties soms hoor.
Mijnheer De Meester, als ik me niet vergis, zijn dat cijfers op basis van tien sociale huisvestingsmaatschappijen, die u gebruikt om uitspraken te doen over heel Vlaanderen. Ik vind dat we ook daar zeer voorzichtig moeten zijn. Want wat weten we vandaag? Op het volledige plaatje in Vlaanderen hebben we geen zicht. De minister heeft gezegd dat dat komt. Mijn fractie kijkt daar dan ook naar uit, zodat we die cijfers ook volledig kunnen analyseren.
Wat we wel al weten, en dan gaat het niet over cijfers, maar over het principe, is dat die inkomensvervangende tegemoetkoming voor meerderjarige kinderen met een handicap wordt meegeteld. Daarover hebben wij vorige week een voorstel gedaan in de commissie, maar dat is weggestemd door deze meerderheid.
Hoe dan ook is het belangrijk dat we afwachten wat die volledige cijfers geven. We moeten er inderdaad voor zorgen dat niemand erop achteruit gaat en dat sociaal wonen betaalbaar blijft. Minister, komen die cijfers goed binnen? Zal het lukken om die tegen vrijdag binnen te hebben? Zo ja, wanneer mogen we een initiatief van u verwachten? Is dat dan de week daarop, of zal daar meer tijd voor nodig zijn? (Applaus bij sp.a)
Minister Diependaele heeft het woord.
Mijnheer Veys, bedankt voor uw tussenkomst. Het is inderdaad juist dat we die cijfers moeten afwachten. Er zijn er die nu al binnenlopen. Die worden verzameld. We gaan ervan uit dat we tegen vrijdag werkelijk een representatief deel gaan hebben.
Ten tweede, ik beloof u: als er moet worden ingegrepen, zullen we dat zeer snel doen. We zijn niet achterlijk, we hebben al opties voorbereid. De reden waarom ik mij verleden week tegen uw voorstel heb verzet, is omdat ik het ook effectief geen goede ingreep vond. Maar we zullen het debat daarover nog voeren, als we zover zijn. Dat komt er zeker nog aan.
Mijnheer De Meester, u staat te zwaaien met die cijfers. Maar nogmaals, ik heb die nooit gekregen. U hebt mij die niet bezorgd. Maar ik heb u daarnet wel zeer duidelijk gezegd dat een van de directeurs van de sociale huisvestingsmaatschappijen, een van de tien die vermeld zijn, mij heeft gezegd dat ze jullie geen cijfers hebben gegeven. U beweert het tegendeel en zegt dat u die cijfers hebt opgevraagd. Ik reken op de voorzitter om ervoor te zorgen dat u dat bewijs aanlevert. Want een van jullie twee liegt. En daar ga ik niet licht over. (Opmerkingen van de voorzitter)
Nee, dat zou ik niet durven. (Gelach)
Dat zou ik écht niet durven.
Het ging dus niet over mij.
Maar een van jullie twee liegt, mijnheer De Meester. En daar ga ik niet licht over. Ik hoop dat u op een andere manier aan politiek doet dan u dat nu doet. Want de beleefdheid gebiedt toch dat u mij op zijn minst die cijfers had bezorgd, dat u op zijn minst nog iets rond die methodologie had gedaan. (Opmerkingen van Tom De Meester)
Mevrouw Moerenhout, wij zitten daar inderdaad op een andere piste. Want ik ben het daar niet mee eens. Ik was zondagnamiddag thuis wat mails aan het beantwoorden. Op een bepaald moment had ik een discussie met een vrouw die in een sociale woning woont. Haar zoon heeft een job en verdient ongeveer 1800 euro per maand. Zij vindt het onrechtvaardig dat ze hem moet laten bijbetalen. Dat vind ik niet correct. Ik vind het niet abnormaal dat mensen die een degelijk loon hebben, ook een zoon onder de 25 jaar, een bescheiden bijdrage leveren wanneer ze inwonen. Ik denk dat er heel veel mensen zijn die dat zelf ook hebben moeten doen, die zelf ook een kleine bijdrage hebben moeten betalen, zelfs wanneer hun ouders eigenaars zijn – zeker in het geval van mensen in een precaire situatie die zich op de privémarkt bevinden, en dus per definitie verhoudingsgewijs veel meer betalen dan mensen met een sociale woning. Er is geen speld tussen die redenering te krijgen, want die klopt wel degelijk. We zitten inderdaad op een andere golflengte.
Mijn punt is dat we vooral moeten focussen op die mensen die dat het meest nodig hebben. Wel, als je inwonende kinderen hebt met een degelijk loon en je vraagt hun om een bescheiden bijdrage in het huurgeld, denk ik niet dat iemand dat kan tegenspreken, zeker niet als je weet dat we daardoor andere mensen, die het veel meer nodig hebben, sneller aan een sociale woning kunnen helpen. Dat blijft absoluut mijn standpunt. (Applaus bij de meerderheid)
De heer De Meester heeft het woord.
Minister, hoe durft u hier eigenlijk zeggen dat wij onze cijfers op een oneigenlijke manier hebben verkregen? (Opmerkingen van minister Matthias Diependaele)
U hebt dat gezegd. En ik neem dat niet. Ik wil dat u die woorden terugtrekt. Wij hebben al die cijfers officieel opgevraagd bij de huisvestingsmaatschappijen. U beschuldigt mij van leugens. Dat neem ik niet. Ik wil dat u die woorden intrekt.
De collega’s van de N-VA en Open Vld hebben dringend een cursus begrijpend lezen nodig. Het is natuurlijk waar dat u in de commissie hebt gezegd dat u een uitzondering zult maken voor inwonende kinderen met een beperking. U hebt gezegd dat u daarvoor de maatregel zult herzien. Maar het gaat niet alleen daarover, collega's. Het gaat ook over gepensioneerden wier inkomen plots volledig wordt meegeteld. Het gaat ook over mensen die plots een hogere marktwaarde aangerekend krijgen. Ik ken mensen die al tien jaar een schimmelwoning betrekken. En plots is de marktwaarde van die woning met 150 euro gestegen. Vindt u dat normaal? Neen. Ik vind dat niet normaal. Dat is onrechtvaardig. U hebt moeten plooien voor de kwestie van die inwonende kinderen. Wel, ik garandeer u: voor die andere punten zult u óók moeten plooien, want dat is en blijft onrechtvaardig. (Applaus bij de PVDA en Groen)
De actuele vraag is afgehandeld.