Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de invoering van zwarte lijsten voor huurders, verhuurders en vastgoedmakelaars
Actuele vraag over de opmaak van zwarte lijsten voor huurders en verhuurders
Verslag
Mevrouw Claes heeft het woord.
Dank u wel, voorzitter. Geachte minister, geachte collega’s, u hebt het wel gelezen of gehoord: de afgelopen dagen is er heel wat te doen geweest over de lijst met malafide huurders, verhuurders en vastgoedmakelaars.
Minister Diependaele, u hebt aangegeven te willen onderzoeken of deze lijst ingevoerd kan worden in de vastgoedsector in Vlaanderen. U wilt hiermee voorkomen dat verhuurders te maken hebben met bijvoorbeeld achterstallige huur. Maar u wilt ook tegelijkertijd de toekomstige huurders informeren en waarschuwen voor verhuurders die het niet zo nauw nemen met de regelgeving.
Een reactie uit de vastgoedsector wijst op het belang van het correcte gebruik en de juiste toepassing van dit systeem, maar ook op het uitwerken van goede criteria. Het Vlaams Huurdersplatform is echter geen vragende partij voor deze lijst.
Minister, eind vorig jaar hebben we de beleidsnota Wonen besproken. U hebt toen duidelijk gesteld dat het niet de bedoeling is dat de mensen die hun huur moeilijk kunnen betalen, automatisch op die lijst terechtkomen zodat ze ook moeilijk een woning kunnen zoeken. Integendeel, u wilt hen net beschermen tegen huisjesmelkerij en u wilt verhuurders behoeden voor slechte ervaringen met huurders. Denk aan een woning die in slechte toestand wordt achtergelaten.
Minister, u hebt het al meerdere keren herhaald, ook in de pers: het gaat over een dynamische lijst. Hoe ziet u de verdere uitwerking van die dynamische lijst?
Mevrouw Jans heeft het woord.
Minister, een goed werkende huurmarkt is inderdaad ontzettend belangrijk om alle woonnoden in Vlaanderen te lenigen. Jammer genoeg zijn er op die huurmarkt ook mensen die je liever niet tegenkomt. Dat kan gaan over huurders en over verhuurders. Of het gaat om een ordinaire huisjesmelker die misbruik maakt van de meest kwetsbaren of om een huurder die er een sport van maakt keer op keer andermans eigendom te vernielen, beiden doen ze geen goed aan de goede werking van de huurmarkt.
Het aangekondigde onderzoek in het regeerakkoord naar de lijst van malafide huurders en verhuurders kan daarom mogelijk een nuttig instrument zijn voor iedereen die zich met goede bedoelingen op die markt begeeft. Maar alles staat of valt met hoe u die lijst gaat vormgeven.
Minister, hoe gaat u dat aanpakken? Wie gaat u waar en hoe consulteren om te komen tot een dynamische en evenwichtige lijst van malafide huurders en verhuurders?
Mevrouw Van Volcem heeft het woord.
Minister, u hebt wat kritiek gekregen in de krant omdat u een dynamische lijst van malafide huurders en verhuurders wilt invoeren. Onze partij is er voorstander van dat er werk wordt gemaakt van die dynamische lijst. In Vlaanderen is 70 procent van de mensen eigenaar en 30 procent huurder, en we hebben een kleine sociale huurmarkt.
Er staan heel wat mensen op de wachtlijst voor een sociale woning die vandaag door een private verhuurder een woning krijgen. Het is dan ook belangrijk dat we een heel goed werkende private huurmarkt hebben. In die goed werkende private huurmarkt is het belangrijk dat de huurder zijn verplichtingen nakomt. Dat betekent dat hij netjes de huur betaalt en goed onderhoudt.
We hebben altijd geleerd dat huur betalen en de lening afbetalen het eerste is wat je doet. Als je dat niet meer doet, blijf je in een cirkel van problemen zitten. De mensen die te goeder trouw zijn, kunnen vandaag bij het Fonds ter bestrijding van de uithuiszettingen terecht. Dat is een nieuw initiatief van 2019 dat nu in werking treedt. Het is natuurlijk ook belangrijk dat de mensen weten dat dat bestaat zodat de mensen die te goeder trouw zijn goed kunnen worden begeleid door het OCMW.
Minister, natuurlijk moeten de rotte appels eruit, en dat aan beide zijden. De slechte verhuurders, de huisjesmelkers, die moeten uit de markt. De slechte huurders hebben we ook. Dat zien we in het vredegerecht. De mensen die systematisch hun huur niet betalen, daartegen moeten verhuurders worden beschermd.
Minister, hoe zult u dat uitrollen en tegelijk de privacy bewaken?
Minister Diependaele heeft het woord.
Eerst en vooral, mijn beste wensen voor iedereen in het parlement.
De context werd correct geschetst door de drie vraagstellers. Ik wil eerst twee belangrijke bedenkingen maken. We hebben zeer duidelijk aangegeven, zowel in de beleidsnota als in het regeerakkoord, dat het gaat om onderzoek. We willen onderzoeken of dit kan. Laat dat een slag om de arm zijn.
Bij de beleidsnota zat ook een regelgevingsagenda met een timing wanneer we dit zouden doen. Het heeft mij in alle eerlijkheid een beetje verwonderd dat dit nu naar boven komt, want er staat zeer duidelijk in de regelgevingsagenda dat dat voor de tweede helft van de legislatuur zou zijn. Ik kan u nog niet veel antwoorden geven op de vragen die jullie stellen over de precieze modaliteiten, maar ik heb wel begrip voor de bezorgdheden die jullie hebben geuit.
Het onderzoek dat we nu voeren, zal moeten aantonen of we onze doelstellingen al dan niet kunnen bereiken terwijl we ook tegemoetkomen aan de bezorgdheden die geuit zijn. Privacy is er slechts een van, er zijn er wel meer. We gaan dat doen door alle belanghebbenden op te huurmarkt te betrekken bij dat onderzoek. We zijn ons er zeer goed van bewust dat het een heel moeilijke evenwichtige oefening zal moeten zijn.
Wat is het doel? Wat willen we juist op poten zetten? Dat is wel belangrijk. We willen een instrument voor alle partijen op de huurmarkt om beter in te schatten met wie ze een contract aangaan. Een woning is niet zomaar een balpen die men koopt; het gaat effectief over een woning. Dan wil men echt wel weten wie de tegenpartij is en of die zich in het verleden al dan niet aan zijn verplichtingen heeft gehouden. We willen kijken of we dat met een lijst kunnen doen, of er daar iemand is die dat eigenlijk met kwaadwillige bedoelingen doet. Dat geldt zowel voor huurders als verhuurders. Ik ben zeer blij dat iedereen dat benadrukt heeft. Het is voor de beide kanten.
Het is natuurlijk niet wetenschappelijk, het is geen goede graadmeter, maar voor mij is het een vinger aan de pols: de mails die ik de voorbije dagen binnenkreeg, na die communicatie daarover, komen van beide kanten, zowel huurders als verhuurders. Ik weet dat de huurdersbond eerder negatief was, maar ook van huurders heb ik mails gekregen die het goed vonden – dat zijn individuen – dat we ook verhuurders aan hun verplichtingen houden. Voor mij is dat een graadmeter die aangeeft dat er wel degelijk iets mee te doen is.
Het is al geschetst. Het gaat over verhuurders die bijvoorbeeld systematisch de waarborg te laat terugbetalen, of zaken opnemen in het contract wetende dat zij in veel gevallen een sterkere contractpartij zijn, en dat zijn dan zaken die er niet in thuishoren of er niet in mogen staan. Voor huurders – dat is evident – gaat het om mensen, zoals u zegt, die schade aanbrengen of stelselmatig een betalingsachterstand hebben.
Het moet zeer duidelijk zijn – en het zal een moeilijke zijn, dat gaan we bekijken met die studie – dat het enkel en alleen gaat over kwaadwillige mensen. Het zal niet zo zijn – dat is uitdrukkelijk niet de bedoeling – dat iemand die er een of twee keer niet in slaagt om zijn huur te betalen, onmiddellijk op die lijst komt. Een verhuurder die verbouwingen gepland heeft om iets in orde te zetten, maar daar wat vertraging mee oploopt, zal niet onmiddellijk op die lijst komen. Het gaat wel degelijk uitdrukkelijk om recidivisten, om mensen die kwaadwillig op die markt zijn en zich niet houden aan hun verplichtingen, zowel huurders als verhuurders.
Verder – dat is ook zeer duidelijk aangegeven – moet het dynamisch zijn. Een huurder of verhuurder die op die lijst staat, maar ondertussen kan aantonen dat hij zijn verplichtingen als verhuurder is nagekomen of als huurder al zijn achterstallige betalingen heeft betaald – ik geef maar een voorbeeld –, die moet er opnieuw af gehaald kunnen worden. Het is een dynamische lijst, het is niet voor de eeuwigheid.
Het is mijn overtuiging, als we erin slagen, als het onderzoek aantoont dat we een systeem kunnen uitwerken dat zorgt dat we die doelstelling kunnen bereiken, en rekening houden met de bezorgdheden zoals de privacy en dergelijke, dan hebben we een heel sterk instrument waarmee we alle partijen op de huurmarkt helpen.
Hoe gaan we dat concreet doen? We gaan het Steunpunt Wonen de opdracht geven om dat uit te werken met de uitdrukkelijke vraag om alle belanghebbenden op de huurmarkt daarbij te betrekken. We zullen verder de Privacycommissie – omdat dat al uitdrukkelijk aan bod kwam – om meer toelichting vragen.
Minister, dank u voor de verduidelijking. U bent nog maar net gestart, u bent net uit de startblokken, en u moet nog verschillende pistes onderzoeken betreffende deze lijst. Ik vind het dan ook frappant dat we veel kritiek lezen in de media in verband met de uitwerking van de lijst terwijl die nog moet starten.
Ik wil nog wijzen, geachte minister, op het belang van zorgvuldigheid bij het opmaken van deze lijst. Ik hoor dat u in gesprek zult gaan met de verschillende actoren. Dat is belangrijk, dat is nodig, om alle belangen te vertegenwoordigen. Het gaat om een dynamische lijst. Mensen kunnen op de lijst geraken, ze kunnen er ook weer af gehaald worden. Is er al enige duidelijkheid over de voorwaarden voor opname en schrapping? Hoe zal dat worden bepaald?
Minister, dank u voor uw antwoord. Die goed werkende huurmarkt is echt wel een onmisbare schakel binnen ons woonbeleid. Tegelijkertijd, met of zonder lijst, blijft wonen een grondrecht. We vragen ons dus ook wel af hoe we ervoor kunnen zorgen dat we ook voor huurders op dergelijke zwarte lijsten, die inderdaad enkel maar in de onderzoeksfase zijn, zo staat dat ook in het regeerakkoord, dat grondrecht op wonen kunnen blijven garanderen. Hoe zorgen we ervoor dat we die mensen niet de dakloosheid insturen? Hoe gaan we dat aanpakken? Meer nog en heel belangrijk, ook voor ons, hoe zorgen we ervoor dat huurders die door de een of andere omstandigheid een aantal maanden hun huur niet kunnen betalen, niet op die lijst terechtkomen en dan waarschijnlijk meer moeite zullen hebben om eraf te geraken dan ze ooit hadden om erop te komen? Ik vind het zeer positief dat u daar ook al naar verwees in uw antwoord. Ik vind het heel goed dat u zei in deze fase vooral oog te hebben voor de bekommernissen van degenen die daar een mening over hebben. Ik vind het dus belangrijk om die bekommernis aan u mee te geven.
Minister, dank u wel voor uw antwoord. Ik denk dat wij volledig op dezelfde golflengte zitten wat dat betreft. Ik vind het ook een goede zaak dat u grondig te werk wilt gaan, met de privacy, het inschakelen van het Steunpunt Wonen. Ik vind dat dat steunpunt heel goed werk levert en ook heel grondig is. Er zijn ook heel wat uitdagingen, zoals die van de privacy, zoals werd gezegd. Hoe zal men het onderscheid maken tussen iemand die malafide is en iemand die te goeder trouw is? Ik denk echter dat het ook nog meer preventief kan: betaal toch alstublieft uw huur, en als dat niet gaat, verwittig meteen uw verhuurder, ga naar het OCMW, neem een begeleidingscontract, probeer een beroep te doen op het fonds dat net die uitzetting moet vermijden. Ik denk dat dat allemaal belangrijke zaken zijn, die ook aantonen dat iemand eigenlijk te goeder trouw is. Ik denk dat we er allemaal begrip voor hebben dat er misschien niet wordt betaald als iemand eens tegenslag heeft in het leven. Ik denk dat de verhuurders daar meestal ook begrip voor hebben. Er wordt dan een afbetalingsplan opgesteld voor de achterstal.
Minister, in Duitsland, bijvoorbeeld, doet men wel al een beroep op zo’n instrument. Dat heet het SCHUFA-register, als ik me niet vergis. Misschien kan met het Steunpunt Wonen ook eens worden nagegaan hoe dat in andere landen gaat en hoe we tot een performant, maar werkbaar systeem kunnen komen, zodat de verhuurders niet meer met mensen worden geconfronteerd die als het ware keer op keer shoppen, niet betalen, worden uitgedreven, want het zijn eigenlijk de slechtste voorbeelden, zowel aan huurders- als verhuurderszijde, die maken dat veel mensen die huurmarkt verlaten.
De heer Veys heeft het woord.
Minister, net zoals we tijdens de bespreking in de commissie al meedeelden, is voor mijn fractie een dergelijke zwarte lijst onverteerbaar, met name omdat ze volgens ons niets zal oplossen. Ze lost niets op en is zeer symbolisch, maar we hebben al gezien dat deze regering vooral goed is in symboliek, die weinig zoden aan de dijk zal zetten.
Dit is vooral symbolisch omdat er al voldoende instrumenten bestaan op de private huurmarkt waar de verhuurder overduidelijk in een veel sterkere positie, in een machtspositie staat ten opzichte van de huurder. Er bestaan al voldoende instrumenten om een goed huurbeleid te voeren. We stellen voor dat u die dan ook beter gebruikt. Wat zien we echter? Er wordt bespaard op de huurdersbonden, die opkomen voor de rechten van die huurders, wat juridisch gezien ook zeer belangrijk is. U zet niet in op extra controles op woonkwaliteit. U hoopt wel dat de lokale besturen dat voor u zullen doen, maar extra inzetten om dat echt degelijk te controleren, dat doet u niet. De woonkwaliteit zal met die zwarte lijst dus ook niet verbeteren. Er komen ook geen praktijktesten op discriminatie, ook belangrijk om misbruiken door de verhuurder tegen te gaan en aan die zwarte lijst te kunnen werken, als die er toch zou komen. Vandaar dus het voorstel van onze fractie: doek dat idee van die zwarte lijst gewoon op, zet er een grote stempel op. Dit is puur symboliek. Dit zal niets oplossen. (Applaus bij sp.a)
De heer D’Haese heeft het woord.
Ik heb geen vragen bij de uitwerking – die blijkbaar pas voor de tweede helft van de legislatuur zal zijn –, maar wel bij het principe van die zwarte lijsten. Want er is uiteraard een probleem van wanbetalers aan de ene kant en van malafide verhuurders aan de andere kant. Ik ben afgelopen weekend in een appartement geweest waarvan ik mij afvraag hoe het mogelijk is dat dat soort appartementen in 2020 in ons land nog wordt verhuurd. Maar ik denk niet dat een zwarte lijst met het ene of het andere zal helpen. Voor de huurders die in wanbetaling gaan, zal het niet veel oplossen. Want het feit dat mensen hun huur niet kunnen betalen, heeft meestal te maken met het feit dat ze een tekort aan geld hebben of met het feit dat de huurprijzen zeer hoog zijn. Een zwarte lijst aanleggen, ervoor zorgen dat die mensen op die manier gebrandmerkt worden, zal er niet voor zorgen dat die mensen hun huur kunnen betalen, maar zal ervoor zorgen dat die mensen geen andere woning meer kunnen vinden.
Voor de malafide verhuurders zal het ook weinig oplossen. Want er is een heel ongelijke machtssituatie, waarbij de misbruiken van die verhuurders veel te weinig worden aangekaart en er is veel te weinig wooninspectie om dat op te lossen.
Minister, zou u in plaats van die zwarte lijsten, die volgens mij geen zoden aan de dijk zullen brengen, niet beter investeren in het versterken van huurders en het onder controle houden van die huurprijzen op de huurmarkt die geweldig onder druk staat en langs de andere kant meer inzetten op wooninspectie om een beter zicht te krijgen op wie er effectief de regels overtreedt langs de kant van de verhuurders? (Applaus van Lise Vandecasteele)
De heer Brusselmans heeft het woord.
Minister, onze partij vindt wél dat de zwarte lijst in zekere zin een goed idee is. Het kan wat meer zekerheid geven, niet alleen aan de verhuurder, maar zeker ook aan de huurder. Ik denk bijvoorbeeld aan de familie Appeltans, die actief is in het Leuvense.
Maar ik wil u ook graag op het hart drukken om de huurder met betaalproblemen op een zeer zachte manier te behandelen. Want in de meeste gevallen is er geen sprake van kwaad opzet.
Ten slotte wil ik u ook vragen om er écht werk van te maken. Want ik heb wat het gevoel dat het hier niet enkel gaat over het uitwerken van criteria of het opvragen van advies, maar dat u er eigenlijk nog geen flauw benul van hebt hoe u daaraan moet beginnen of wat u daar nu precies mee wilt bereiken. En het zou ook niet de eerste keer zijn, het komt vaak voor bij de N-VA. Ze kondigen dingen aan, maar voeren ze niet door of ze kondigen dingen niet aan, maar voeren ze wel door, zoals op 1 januari het afschaffen van de woonbonus. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw Moerenhout heeft het woord.
Minister, er zijn uiteraard huurders die hun huur niet betalen en slechte panden die verhuurd worden. Maar wat ons betreft, zijn zwarte lijsten niet de oplossing. Zwarte lijsten dienen eigenlijk voor het bestrijden van de symptomen, zoals mijn collega’s zeggen. De echte problemen op die woonmarkt worden op die manier niet aangepakt.
Mevrouw Van Volcem, u zei: ‘In een goed werkende private huurmarkt is het belangrijk om de huur goed te betalen.’ Maar u weet net zo goed als ik dat we vandaag geen goed werkende private huurmarkt hébben. Er staan 150.000 Vlamingen te wachten op een sociale woning. Die mensen moeten noodgedwongen een veel te dure private woning huren. En natúúrlijk kunnen zij vaak hun huur niet betalen, natúúrlijk zijn er betaalproblemen.
Minister, u hebt het over kwaadwillige recidivisten. Maar hoe zult u die onderscheiden? Dat kunt u niet. Dus, goed, er zijn heel veel mensen met betaalproblemen, die mensen komen op een lijst en kunnen dan een bepaalde periode – misschien drie jaar, zoals in de sociale huur? – geen andere woning huren. Maar waar moeten zij dan naartoe? Waar moeten die mensen leven? U zegt dat het voor beide kanten geldt, huurder en verhuurder. Maar de gevolgen voor de huurders zijn wel veel groter. Moeten zij dan op straat gaan leven? Is dat het beleid waar u voor staat? (Applaus bij Groen, sp.a en de PVDA)
Ik vind het zeer vreemd dat u vraagt hoe ik de kwaadwilligen eruit zal halen, terwijl er nog maar net werd verwezen naar de familie Appeltans, die wel degelijk kwaadwillig was. Ik denk dat dat écht niet zo moeilijk is. Maar ook voor huurders bestaat dat. Er bestaan effectief mensen die slechte bedoelingen hebben. En die kunnen we er wel degelijk uithalen. Mocht dat niet mogelijk zijn, zou ons justitiesysteem niet veel voorstellen. Dat is dus larie.
Eerst en vooral probeer ik de term ‘zwarte lijst’ zeer uitdrukkelijk te vermijden in onze communicatie. Waarom? Ik wil niet dat die wordt beschouwd als zwarte lijst. Het is een lijst waarop mensen zich kunnen verifiëren, waarop ze kunnen nagaan of de contractpartij waarmee ze aan tafel zitten, wel de juiste bedoelingen heeft. Dat lijkt mij belangrijk. Het zomaar een zwarte lijst noemen, vind ik stigmatiserend en probeer ik in elk geval te vermijden.
Ten tweede, mijnheer D’Haese, u bent het voorbije weekend in een appartement geweest. Ik hoop dat u die mensen hebt aanbevolen om een controle te vragen. Want dat kun je perfect doen. Als huurder kun je een controle doen om de woningkwaliteit na te gaan, zodat de gepaste stappen kunnen worden gezet. Als u dat hebt gedaan, dan zullen zij normaal gezien worden geholpen en dan zal die controle op de woningkwaliteit worden doorgevoerd. Ik hoop dat u dat effectief hebt doorgegeven.
Er zijn nog een paar vragen gesteld over de modaliteiten, maar zoals gezegd, kan ik daar nog niet op antwoorden. Er is niets mis mee om dat eerst eens grondig te onderzoeken. We weten zeer duidelijk wat de doelstelling is, maar er worden ons ook heel wat bezorgdheden gemeld. Het lijkt mij dus maar verstandig dat we als beleidsmakers eerst nakijken – mijnheer Brusselmans, ik ben aan het antwoorden – of we die twee met elkaar kunnen verzoenen. Dat lijkt mij verstandig beleid. En dat is inderdaad wat we gaan doen. Dat heeft niets te maken met aankondigingspolitiek, absoluut niet.
Er is ook verwezen naar het grondrecht op wonen. Het grondrecht op wonen ontslaat niemand, trouwens ook de verhuurder niet, van het nakomen van zijn verplichtingen. Iedereen heeft recht op wonen, maar dan nog moet je je huurgeld betalen.
Het voorbeeld van Duitsland, daar moeten we wel mee opletten. We gaan dat nakijken. We zullen dat ook meenemen. We weten op dit moment niet of er nog buitenlandse voorbeelden zijn, maar alles waar we kunnen van leren, gaan we natuurlijk meenemen in de studie. In Duitsland zijn er ook wel bedenkingen te maken. Ik kan daarover niet in detail treden, maar er zijn redenen om daar met voorzichtigheid naar te kijken. Er zijn hier trouwens ook al privé-initiatieven geweest, bonden die geprobeerd hebben om zulke lijsten op te stellen, maar ook niet altijd met het gewenste succes.
Voor de mensen die absoluut tegen zijn: ik heb u al gezegd – dat is niet wetenschappelijk, het is maar een aanvoelen – dat ik geen mails binnengekregen heb van mensen die tegen zijn. Zowel huurders als verhuurders waren vragende partij, althans voor de doelstellingen. Vanuit de Huurdersbond is er wel een bezorgdheid gekomen ten aanzien van de modaliteiten, maar noch van de huurders, noch van de verhuurders heb ik mails gekregen dat men absoluut tegen is. Integendeel, iedereen is ervoor, natuurlijk op voorwaarde dat we die modaliteiten verzoend krijgen met de doelen.
Dan is er nog een laatste punt, en laat dat het belangrijkste zijn dat we gaan meenemen in die studie: we moeten inderdaad een systeem vinden om de kwaadwilligen eruit te halen. Dat lijkt mij ook niet onmogelijk, maar we gaan moeten bekijken hoe we dat precies doen en of we dat kunnen verzoenen met de bezorgdheden die tot nu toe naar voren gebracht zijn. Ik denk dat het niet onverstandig is om daar als beleidsmakers eens over na te denken of dat mogelijk is. We zullen zien wat de resultaten van dat onderzoek precies zijn.
Bedankt voor de heldere uitleg, minister. Het voornemen is goed. Daarover zijn we het eens. Ik ben heel benieuwd naar het resultaat van uw onderzoek. U hebt gezegd dat het helder en haalbaar moet zijn. Ik ben heel benieuwd. Ik hoop alvast dat uw traject, uw onderzoek en uw uitwerking, positiever zal verlopen dan de afgelopen dagen.
Minister, het is heel goed om te horen dat u een slag om de arm houdt, want het is een moeilijke oefening. Ik vind het goed dat u het laat onderzoeken en het Steunpunt Wonen aan het werk zet, en dat u hier hoort wat onze bekommernissen en gevoeligheden zijn, want die zijn er wel degelijk. Ik zou u willen vragen, zoals u zelf ook aangaf, om met zoveel mogelijk mensen in overleg te gaan en hen bij de voorbereiding te betrekken, om tot een zoveel mogelijk gedragen lijst en project te komen. Het is goed dat alle actoren betrokken zijn. En dan lijkt het mij, zoals ik in mijn vraagstelling al zei, dat het een meerwaarde kan bieden aan onze woningmarkt. Maar dan moeten de modaliteiten en de voorwaarden echt wel tegemoetkomen aan de gevoeligheden die hier zijn geuit.
Minister, ik heb volledig vertrouwen in u dat u de daad bij het woord gaat voegen en dat we de rotte appels eruit zullen krijgen. Dat is zeer belangrijk.
Ik wil hier ook wel een pleidooi houden. We moeten ook niet beschaamd zijn om aan de mensen te zeggen dat het een normale zaak is dat je je huur betaalt. Als je niet kunt betalen, heb je pech. Dat is ook oké, dan word je geholpen door het OCMW en kan er een begeleidingstraject gebeuren. Maar wie moedwillig niet betaalt, zich steeds laat uitzetten, van het ene naar het andere gaat en steeds een nieuwe verhuurder kwelt, die verstoort de markt. En daarvoor rekenen we op u.
De actuele vragen zijn afgehandeld.