Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
Vanaf 2021 is het voor elke eigenaar van een risicoperceel verplicht om een bodemonderzoek te laten uitvoeren en desnoods de grond te laten saneren. Risicopercelen zijn die percelen waar ooit vervuilende activiteiten op hebben plaatsgevonden en die mogelijk vervuild zijn. Een bodemonderzoek kan daar uitsluitsel over bieden. De Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) trekt dit jaar middelen uit om particulieren en scholen bij te staan bij de kost van dergelijk oriënterend onderzoek. Op dit ogenblik is voor 125 gemeenten bekend of er risicopercelen zijn of niet op www.degrotegrondvraag.be. De OVAM schat alle gegevens in kaart te hebben gebracht tegen eind dit jaar. Aangezien de verplichting vanaf volgend jaar ingaat en de tijd dus dringt, is mijn vraag aan u of eigenaars van risicopercelen proactief contact kunnen opnemen met de OVAM om in eerste instantie te vernemen of zij eigenaar zijn van een risicoperceel en zo ja, of er al een bodemonderzoek kan worden uitgevoerd.
Minister Demir heeft het woord.
Ik wil vooreerst aan iedereen mijn beste wensen overmaken voor 2020.
Collega Perdaens, ik kan heel kort antwoorden op uw vraag. In de gemeenten die de nodige informatie nog niet hebben doorgegeven en waarvan de data dus nog niet zijn opgenomen in De Grote Grondvraag, kunnen mensen zich tot de gemeente zelf richten om de informatie op te vragen. Zij kunnen zich dus niet tot de OVAM richten, want die heeft de nodige informatie niet; de OVAM stelt haar databank op op basis van de informatie die gemeenten haar ter beschikking stellen. Zoals u zelf zegt, hebben 125 gemeenten dat al gedaan. 70 gemeenten zitten nu in een testomgeving; hun informatie wordt binnenkort geüpload. Wij hopen dat alle andere gemeenten tegen eind dit jaar alle informatie die zij hebben, doorspelen aan de OVAM, zodat de OVAM die kan opnemen in De Grote Grondvraag, maar als er dus nog geen informatie is over een bepaald perceel, kunnen burgers die info in de eerste plaats bij de gemeente gaan opvragen.
Ik denk dat het inderdaad heel belangrijk is dat u aangeeft dat de bal in het kamp ligt van de gemeenten en dat zij het zijn die de data aan de OVAM moeten doorgeven. Van 125 gemeenten staan de data al online op De Grote Grondvraag en 70 gemeenten zitten in de testfase, maar dat laat nog een gigantisch gat tegen het einde van dit jaar. De vraag is of u op een bepaalde manier gaat aandringen bij de resterende gemeenten om hun data zo snel mogelijk door te geven. Dat kan misschien in samenwerking met uw collega bevoegd voor Binnenlands Bestuur.
De heer Tobback krijgt als eerste het woord.
Ik waardeer uw nieuwjaarscadeau, voorzitter. Bij dezen wil ik ook mijn beste wensen uitspreken. Ik ben blij dat ik daar mijn eerste tussenkomst voor mag gebruiken. Hetzelfde voor u, uiteraard, minister.
Ik wou toch even om informatie vragen. Aangezien het gaat om een plicht die zal rusten bij de eigenaar van een grond, die er eventueel iets mee wil doen, en aangezien grondeigendom de neiging heeft om over te gaan van de ene op de andere, denk ik dat het nuttig is dat we niet alleen passief aan mensen laten weten dat ze de informatie kunnen vinden bij de OVAM, maar dat we misschien ook een systeem voorzien om mensen actief op de hoogte te brengen indien hun grond als risicogrond wordt beschouwd. Het kan ook nuttig zijn om bij de eventuele verkoop van de grond – al dan niet via een notaris, zolang men het nog nuttig vindt om die te hebben – te garanderen dat de koper ook actief op de hoogte gebracht wordt van de status van die grond, want uiteraard heeft dat een impact. ‘Ga het maar opzoeken bij de OVAM’ is misschien toch een beetje kort door de bocht voor een overheid die haar burgers wil informeren.
De heer Danen heeft het woord.
Dank u wel. Blijkbaar hadden de gemeenten tegen eind 2018 al alle gegevens in kaart gebracht, maar om een of andere reden hebben ze die nog niet gedeeld met de rest van de bevolking, wat collega Perdaens terecht aangeeft. Ik vind dat vreemd. Er moeten blijkbaar redenen zijn waarom men de gegevens die men heeft, niet wil delen. Die vraag heeft zij al gesteld, ik ga die niet opnieuw stellen.
Waar ik me wel zorgen om maak, minister, is het volgende. Er zijn een aantal mensen die waarschijnlijk geconfronteerd worden met het feit dat hun grond op de kaart staat als risicogrond, terwijl die toch in orde is. En het zou kunnen dat ze toch een aantal jaren moeten wachten eer die grond onderzocht wordt, zeker als ze zelf niet verantwoordelijk zijn voor die verontreiniging. Mijn vraag is: hoe gaat u ervoor zorgen dat mensen niet met dit soort onaangename situaties geconfronteerd blijven worden?
Ik denk dat we op de eerste plaats onze burgers zo veel mogelijk moeten informeren, zodat ze weten of hun grond al dan niet gezond is, al dan niet risicovol. Op dit moment stel ik vast dat wij ook de informatie moeten krijgen van de gemeenten en de steden. De OVAM heeft op dit ogenblik dus niet alle gegevens van de gemeenten en de steden. Daarom hebben wij, onder andere samen met de VVSG, de steden en de gemeenten die het nog niet gedaan hebben, aangespoord om dat zo snel mogelijk te doen. Dan kunnen de inwoners zich namelijk informeren en dan kunnen we nagaan of een grond al dan niet gezond is, al dan niet gesaneerd moet worden en wie dat zal betalen. Dat zijn allemaal vragen die meespelen. Maar op dit moment is het ‘first things first’: ervoor zorgen dat alle gemeenten – en ik doe daarvoor vandaag een oproep – zo snel mogelijk die informatie meedelen aan de OVAM zodat de OVAM dan aan de slag kan gaan om die burgers ook te informeren en zodat, als er overgegaan moet worden tot sanering, dat zo snel mogelijk kan gebeuren.
Mijns inziens is de taak van de gemeente, van de lokale overheden, dan tweeledig: enerzijds die data zo snel mogelijk verschaffen, anderzijds de inwoners inlichten. Aansluitend op uw oproep, minister, wil ik ook nog een oproep doen aan de eigenaars van risicopercelen, om niet te wachten tot ze geïnformeerd worden, maar effectief proactief die bodemattesten op te vragen bij hun gemeente indien hun data niet beschikbaar zijn op www.degrotegrondvraag.be. Ik dank u voor uw antwoord. (Applaus bij de N-VA)
De actuele vraag is afgehandeld.