Verslag plenaire vergadering
Verslag
Voorstel tot spoedbehandeling
Dames en heren, vanmiddag heeft de heer Wilfried Vandaele bij motie van orde een voorstel tot spoedbehandeling gedaan van het voorstel van resolutie van Karl Vanlouwe, Vera Jans, Bart Tommelein, Philippe Muyters, Karin Brouwers en Cathy Coudyser betreffende het openen van de politieke dialoog met de Europese Commissie over de (post)brexitstrategie.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Dank u, voorzitter. Het is niet alleen hoogdringend vanwege ‘de voetbal’ vanavond tussen Club Brugge en Real Madrid.
Ik val in herhaling. Het zijn opnieuw brexittijden. Morgen is er een belangrijke stemming in het Verenigd Koninkrijk, die vermoedelijk zal bepalen wat er zal gebeuren. Komt er een brexit? De kans is bijzonder groot.
Wij moeten daar als Vlaanderen op voorbereid zijn. Ook de vorige Vlaamse Regering heeft met een brexitactieplan en met verschillende maatregelen reeds ingegrepen. Overmorgen is er desbetreffend ook een Europese Raad die de toekomstige relaties tussen de EU27 en het Verenigd Koninkrijk zal vastleggen of toch zal proberen te stroomlijnen. Het is dan ook hoogdringend dat wij vanuit het Vlaams Parlement direct een signaal tonen aan de Europese instellingen.
De heer D’Haese heeft het woord.
Ik snap niet goed waarom we dit in spoedbehandeling moeten nemen, omdat u allemaal data vernoemt die op voorhand al lang geweten waren. Ik snap dus niet goed waarom we hier niet gewoon de tijd voor kunnen nemen. Dat is geen fundamenteel bezwaar, maar ik vind het een beetje een vreemde manier van werken.
Is het parlement het eens met dat voorstel tot spoedbehandeling? (Instemming)
Dan stel ik voor dat het voorstel van resolutie van Karl Vanlouwe, Vera Jans, Bart Tommelein, Philippe Muyters, Karin Brouwers en Cathy Coudyser betreffende het openen van de politieke dialoog met de Europese Commissie over de (post)brexitstrategie onmiddellijk wordt behandeld.
Is het parlement het daarmee eens? (Instemming)
Het incident is gesloten.
Bespreking
Dames en heren, aan de orde is het voorstel van resolutie van Karl Vanlouwe, Vera Jans, Bart Tommelein, Philippe Muyters, Karin Brouwers en Cathy Coudyser betreffende het openen van de politieke dialoog met de Europese Commissie over de (post)brexitstrategie.
De bespreking is geopend.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Collega’s, voor ik begin met de inhoud van dit voorstel van resolutie, zou ik het ook over de vorm willen hebben. Dit is eigenlijk niet zomaar een klassiek voorstel van resolutie waarbij we een oproep doen aan de Vlaamse Regering, neen, het is een voorstel van resolutie in het kader van de politieke dialoog zoals die beschreven staat in het Verdrag van Lissabon, en waarbij we eigenlijk rechtstreeks een oproep doen aan de Europese Commissie. We gaan dus een rechtstreekse dialoog aan met de Europese Commissie. We zijn misschien wel een deelstaatparlement, maar door verklaring 54 bij het Verdrag van Lissabon moeten wij aanzien worden als een volwaardige component van een nationaal, een federaal parlement. Wanneer deze tekst wordt aangenomen, gaan wij rechtstreeks in debat met de Europese Commissie, en moet de Europese Commissie ook rechtstreeks communiceren en reageren op de voorstellen en de vragen die door ons gesteld worden. Ze is absoluut verplicht om te reageren op het standpunt van ons parlement. Dit voorstel van resolutie lijkt me dan ook een heel mooi voorbeeld van hoe we in Vlaanderen zelf kunnen participeren, hoe we Vlaanderen op de Europese kaart kunnen zetten.
Wat de inhoud van het voorstel van resolutie betreft: Vlaanderen en het Verenigd Koninkrijk hebben historische, economische, culturele, politieke, diplomatieke en academische banden. Die banden moeten we als buurlanden blijven aanhouden. Het zal onze buur blijven, ze zullen vermoedelijk geen deel meer uitmaken van de Europese Unie van de 28 – we gaan naar 27 – maar wij moeten als buurland goede economische en culturele banden blijven aanhouden. Of ze nu in de EU blijven of vertrekken – en die kans is bijzonder groot –, ze blijven toch wel goede buren. Daarom zijn de modaliteiten van de brexit ook zo belangrijk voor Vlaanderen. Vlaanderen heeft baat bij een snel en ambitieus partnerschap tussen de EU27 en het Verenigd Koninkrijk. Deze samenwerking moet zo breed mogelijk ingevuld worden. In de eerste plaats kijken we dan naar handel: onze open en exportgerichte Vlaamse economie moet vlot handel kunnen drijven over het Kanaal, vooral onze landbouwexporteurs. Denk maar aan de producenten van diepvriesgroenten en -fruit, vooral vanuit West-Vlaanderen via de haven van Zeebrugge: 45 procent van de overslag vanuit Zeebrugge gaat naar het Verenigd Koninkrijk. Het is dan ook absoluut cruciaal dat wij daar rekening mee houden. Een vlotte handel tussen Vlaanderen en het Verenigd Koninkrijk kunnen we realiseren wanneer we gaan voor nultarieven, voor een verregaande douanesamenwerking – geen files aan de haven van Zeebrugge, aan de haven van Antwerpen, aan de haven van Gent –, en voor zo weinig mogelijk niet-tarifaire handelsbelemmeringen. Als Noordzeeregio is Vlaanderen met zijn havens een belangrijke toegangspoort tot de Britse markt.
Wagens die bijvoorbeeld afkomstig zijn uit Japan en die voor de Europese – maar ook voor de Britse – markt bestemd zijn, komen toe in de haven van Zeebrugge. Door de impact van de brexit kan het zijn dat die wagens niet meer via Zeebrugge Europa binnenkomen, maar rechtstreeks naar Groot-Brittannië gaan. Wij steunen ook volop de oproep van de regering tot een Europese macroregionale strategie voor de Noordzee met het oog op een strategische, overkoepelende visie. Wij willen meer coördinatie en een duidelijk gedeelde visie op de ontwikkeling van de Noordzeeregio. U zult zich herinneren dat ook de voormalige minister-president Geert Bourgeois reeds heeft opgeroepen tot die duidelijke strategie en die samenwerking tussen de Noordzeelanden en regio’s die getroffen zullen worden door de brexit.
Daarenboven pleiten wij duidelijk voor een gewaarborgde toegang voor de Vlaamse vissers tot de Britse wateren.
Maar de toekomstige relatie tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk moet breder zijn dan louter en alleen handel. Wij denken uiteraard ook aan onderwijs, onderzoek, veiligheid, transport en energie, aan de vele Vlamingen die actief zijn in het Verenigd Koninkrijk en aan de vele Britten die hier in Vlaanderen en Brussel werkzaam zijn.
Het onderhandelen van het toekomstige partnerschap zal waarschijnlijk niet vandaag of morgen afgerond zijn. We zien dat de perikelen rond de brexit intussen al drie jaar duren, terwijl een brexit wel van de ene op de andere dag een stevige impact kan hebben op onze economie. Daarom roepen wij in dit voorstel van resolutie de Europese Commissie ook op tot zes heel concrete maatregelen, die nu of op korte termijn genomen kunnen worden om onze belangen in Vlaanderen tegen de mogelijke gevolgen van de brexit te kunnen verdedigen.
Ten eerste vragen wij aan de Europese Commissie dat er een brexitgarantiefonds binnen de bestaande budgetten en binnen het meerjarig financieel kader komt waarover de onderhandelingen nu al anderhalf jaar lopen, en dit ter ondersteuning van regio’s en lidstaten die door de brexit het hardst zullen worden getroffen. Uit studies is al gebleken dat Ierland daar het hardst onder zal lijden en dat Vlaanderen als tweede regio de gevolgen van de brexit het meest zal dragen.
Ten tweede roepen wij de Europese Commissie op tot een versterking van het Europese COSME-programma (Competitiveness of Enterprises and Small and Medium-sized Enterprises) voor het concurrentievermogen van kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s). Dit programma heeft tot doel het initiatief van ondernemers te stimuleren en daardoor de competitiviteit van de Europese markt te vergroten.
Ten derde roepen we de Europese Commissie op om het systeem te handhaven waarbij de lidstaten 20 procent van de geïnde EU-douanerechten kunnen inhouden, en niet, zoals door de Europese Commissie werd voorgesteld, om in 2021 naar 10 procent te gaan. Op ons, met belangrijke havens waar veel producten binnenkomen, zou dat een enorme impact hebben, ook op onze begroting en ons budget.
Ten vierde roepen wij de Europese Commissie op om het mogelijk te maken om de regels die in het kader van het Europees Globalisatiefonds (EGF) gelden naar de kmo’s uit te breiden. Dit fonds heeft tot doel om werknemers, die werkloos zijn geworden door een crisis of een door globalisering veranderde markt, opnieuw toegang te laten vinden tot de arbeidsmarkt.
Ten vijfde roepen wij op, en wij hebben dat ook reeds met minister-president Jambon besproken, om een tijdelijke flexibiliteit toe te staan voor de toch wel moeilijke staatsteunregels zodat we makkelijker brexitgerelateerde maatregelen kunnen nemen.
Ten laatste roepen wij de Europese Commissie op om extra middelen uit te trekken voor het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij (EFMZV), zodat reders en vissers vergoed kunnen worden in geval van een brexitgerelateerde stopzetting van de visserijactiviteiten.
Collega’s, dit is onze visie op hoe een Europese postbrexitstrategie er moet uitzien. De voorgestelde maatregelen moeten Vlaanderen helpen om zich tegen mogelijke negatieve gevolgen te weren. Als we dit voorstel van resolutie straks goedkeuren, gaat Vlaanderen als een volwassen deelstaat rechtstreeks in dialoog met de Europese Commissie, en dat is voor mij, voor ons, toch een belangrijk signaal. Het rechtstreeks contact, de rechtstreekse dialoog: we zullen zien hoe de Europese Commissie hierop zal antwoorden.
Ik wil heel kort ingaan op het amendement van mevrouw Lambrecht en de heer Rousseau. Daarin vragen zij om de mogelijke meeruitgaven voor het opvangen van de brexit buiten de begrotingsinspanning te houden. Ik denk – dat is althans de mening van mijn fractie en ik dacht ook van de andere initiatiefnemers – dat we moeten proberen om dit binnen de Europese begroting op te nemen. Het staat ook in onze resolutie. Als we dit zouden goedkeuren, vrees ik dat we eigenlijk strijdig zijn met andere punten. In het eerste punt staat onder meer dat we het binnen de begroting wensen te houden. In de andere punten van de resolutie, namelijk punten twee tot vijf, pleiten we ervoor om dat binnen de bestaande fondsen, het Globalisatiefonds, het Stabilisatiefonds, te houden.
Dat is de reden waarom ik hoop dat we een brede steun zullen hebben voor de resolutie en dat we dit amendement van sp.a niet kunnen steunen. Ik dank u. (Applaus bij de N-VA en CD&V)
Mevrouw Jans heeft het woord.
Voorzitter, beste collega’s, de voorbije jaren heeft niets zo veel inkt doen vloeien als de aangekondigde brexit. U kunt voor- of tegenstander zijn, maar feit is dat de brexit onafwendbaar is en dat het er nu op aankomt om de schade voor Vlaanderen te beperken. Wíj moeten ons voorbereiden, maar ook de Europese Unie moet zich voorbereiden.
Vlaanderen heeft al eeuwen een prima handelshuwelijk met het Verenigd Koninkrijk. Doorheen de geschiedenis hebben wij die handel levendig gehouden. De afgelopen decennia zijn onze markten nog meer vergroeid. Sterke banden of niet, goede handelsrelaties of niet, ze zullen in elk geval anders worden. Er moet nog een akkoord worden bevestigd door het Britse parlement en daarin zullen de verkiezingen van morgen doorslaggevend zijn – zo neem ik toch aan, al weet je het nooit.
Hoe bereid je je voor op een scheiding met een van je meest verbonden en belangrijkste handelspartners? Die vraag leeft ook bij heel wat Vlaamse bedrijven, wegens die aanslepende onduidelijkheid. Want ondanks het bestaande raamakkoord en de daarin voorziene overgangsperiode, moet er nog een definitief akkoord over die toekomstige handelsrelatie worden uitgewerkt. Onze bedrijven volgen dit met argusogen op. En dat lijkt mij niet meer dan terecht.
De deadline van de brexit werd al enkele keren verdaagd. Telkens wordt erop gewezen dat alle partijen baat hebben bij een ruim handelsakkoord. Telkens wordt erop gewezen dat in geval van een handelsakkoord nieuwe procedures in werking zullen treden. Telkens wordt erop gewezen dat de Britse economie bijna volledig geïntegreerd was in die van de andere Europese lidstaten en dat niemand op dit moment eigenlijk echt weet hoe we dat raamwerk aan regels en wetten die aan de basis van die integratie liggen, uit elkaar moeten halen. Dat leidt tot onzekerheid bij de mensen en bij onze bedrijven, ook met het recente akkoord van oktober jongstleden.
Voor onze Vlaamse ondernemingen, en in het verlengde hiervan voor de welvaart van eenieder van ons, is het belangrijk dat de nieuwe Europese Commissie werk maakt van een strategie voor de periode nadat het Verenigd Koninkrijk de Europese Unie verlaten heeft. Onze voorliggende resolutie reikt een aantal elementen aan die de Europese Commissie in acht zou moeten nemen. Collega Vanlouwe heeft ze allemaal overlopen, ik zal er een aantal uit halen. Zo willen we natuurlijk werk maken van het zogenaamde Brexitgarantiefonds. Want daar waar heel wat EU-lidstaten niet meteen zwaar worden getroffen door de brexit, geldt dit absoluut niet voor Vlaanderen. Wij, als onmiddellijke buur van het Verenigd Koninkrijk, hebben daar zeer intense handelscontacten mee. Die handelscontacten zullen we ook na de brexit blijven handhaven. Voor bedrijven en kmo’s, toch het hart van onze Vlaamse economie, komt die brexit hard aan. Daarom moet de EU die kmo’s begeleiden en een tijdelijke flexibiliteit toestaan voor staatssteunregels.
De brexit betekent ook een mogelijke ramp voor onze Vlaamse vissers. Indien er geen akkoord zou komen, verliezen onze vissers hun toegang tot de Britse wateren waarvan zij voor 50 procent afhankelijk zijn. De Europese Commissie had al aangekondigd klaar te staan om die vissers te helpen indien ze plotsklaps niet meer in Britse wateren zouden mogen vissen. Maar de Europese Commissie heeft er meteen aan toegevoegd dat die hulp vooral van de lidstaten zelf zal moeten komen, aangezien Europa zich beperkt tot het toelaten van staatssteun.
Ons voorstel van resolutie gaat een stap verder en stelt dat de EU niet alleen moet inzetten op het behoud van de toegang maar ook op de vergoedingen voor vissers die getroffen worden door een mogelijke tijdelijke stopzetting van hun activiteiten. Kortom, niet alleen Vlaanderen moet zich voorbereiden op de nakende brexit, ook voor de nieuwe Europese Commissie ligt er heel wat werk op de plank. Naast de bovengenoemde maatregelen is er voor onze bedrijven vooral nood aan een degelijk en sterk handelsakkoord. Vooral dit laatste zal de EU moeten realiseren.
Ik hoop dan ook dat alle andere partijen dit voorstel van resolutie zullen steunen zodat dit een breed gedragen signaal is aan het adres van de nieuwe Europese Commissie. (Applaus bij de meerderheid)
De heer Tommelein heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, morgen wordt opnieuw een belangrijke dag in de ellenlang durende brexittragedie. Morgenavond of de dagen erna zullen we mogelijk een eerste voorzichtige inschatting kunnen maken of premier Boris Johnson zijn op 18 oktober onderhandeld akkoord over de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie, de komende weken ter goedkeuring zal kunnen voorleggen aan een stabiel Brits Lagerhuis met een stevige conservatieve meerderheid die hem steunt, dan wel of hij op zoek moet naar coalitiepartners die bereid zullen zijn dit akkoord mee goed te keuren. Misschien is Johnson zelfs helemaal niet meer aan zet en staan we, niet voor het eerst, voor nieuwe en onverwachte omwentelingen in het brexitproces. Ik denk dan onder meer aan het voorstel van Labourleider Jeremy Corbyn om opnieuw een referendum te organiseren. Zeker is dat de Britten morgen zullen bepalen welke politici of partijen de komende dagen, weken of maanden het brexitproces verder mogen begeleiden, toch langs hun kant. Laat ons van onze kant hopen dat, wat de uitkomst ook moge zijn, ze niet de weg inslaan van een brexit zonder akkoord, een no-deal.
De impact van een brexit, of het nu deal of no deal wordt, zal sowieso zeer ingrijpend zijn voor Vlaanderen, vooral op het vlak van economie en tewerkstelling. We voeren jaarlijks ongeveer 27 miljard euro uit vanuit Vlaanderen naar het Verenigd Koninkrijk. Als vierde exportmarkt voor Vlaanderen hangen bijzonder veel jobs af van onze handelsrelaties met de Britten. Het risico op banenverlies loopt bij een no-dealbrexit op tot 28.000, waarvan maar liefst 11.000 bedreigde jobs in mijn geliefde provincie West-Vlaanderen alleen al.
De gevolgen voor onze provincie zouden dan ook enorm zijn. West-Vlaanderen dreigt de meest getroffen provincie van ons land te worden. Ik verwijs graag naar de aanwezigheid van onze kusthavens van Zeebrugge, die ‘the gateway to the UK’ genoemd wordt, waar duizenden jobs afhankelijk zijn van de handelstrafiek en van Oostende, waar de visserijsector, die het de afgelopen jaren niet gemakkelijk had, zware klappen dreigt te krijgen wanneer de toegang tot en de vangstrechten in de Britse wateren beperkt zouden worden. Ik verwijs verder ook naar belangrijke speerpuntsectoren in het zuiden van de provincie zoals de voedingssector en de textielsector. Ook zij zullen ernstig worden geschaad bij elke vorm van harde brexit. Het is dan ook van cruciaal belang dat we vanuit diverse instellingen en organen onverminderd actie blijven ondernemen om de impact van de brexit op onze economie zoveel mogelijk te beperken, zowel wat de directe gevolgen en milderende maatregelen betreft als de wijze waarop we in de toekomst handel met de Britten willen drijven.
Dat is exact wat we met dit voorstel van resolutie beogen. Als parlement zelf proberen we rechtstreeks in contact te treden met de Europese Commissie om onze bezorgdheden over de toekomstige handelsrelatie en onze oproep voor compenserende maatregelen kracht bij te zetten. De diverse aspecten van onze oproep aan de Commissie zijn niet nieuw. We vinden ze al terug in het brexitactieplan dat de vorige Vlaamse Regering in november vorig jaar goedkeurde of in het regeerakkoord dat de leidraad is voor het beleid van deze Vlaamse Regering.
Het gaat dan over de oprichting van een brexitgarantiefonds voor de hardst getroffen regio’s, het optimaal kunnen inzetten van het COSME-programma (Europe’s programme for small and medium-sized enterprises) in het kader van de brexit, het behouden van 20 procent van de geïnde douanerechten in plaats van de door de commissie voorgestelde 10 procent, het vrijmaken van middelen uit het Europees Globalisatiefonds voor de verliezen die bij kmo’s zullen worden geleden, het tijdelijk en gericht versoepelen van de regels inzake overheidssteun als de bestaande middelen ontoereikend blijken, en extra middelen voor het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij om getroffen vissers en reders te ondersteunen.
Collega's, het zijn allemaal, stuk voor stuk, cruciale maatregelen die nu besproken en beslist moeten worden op het Europese niveau, waar de onderhandelingen over het meerjarig financieel kader (MFK) voor Europa volop lopen. Als fractie ondersteunen we dan ook ten volle deze oproep naar Europa om met deze verschillende voorstellen rekening te willen houden. Maar we willen vanop dit spreekgestoelte ook de Vlaamse regering en de minister-president oproepen om de nodige initiatieven te blijven nemen, diplomatieke en andere, om partners en bondgenoten te zoeken, zowel binnen België als binnen de Europese Unie, opdat deze maatregelen geïmplementeerd zouden kunnen worden.
De Commissie is immers maar één speler rond de Europese beslissingstafel, weliswaar een zeer belangrijke speler. Het op één lijn krijgen van de Raad wordt evenzeer een grote opdracht. Veel lidstaten maken hun eigen strategische overwegingen in de budgettaire discussies die nu aan de gang zijn. We zullen dus op zoek moeten gaan naar medestanders, en daar ligt een belangrijke opdracht weggelegd voor de regering. Ik weet dat de minister-president dit dossier ter harte neemt en ik vertrouw erop dat hij alle mogelijke initiatieven hiertoe neemt. Op het Europese niveau is onze vorige minister-president trouwens ook actief en hij heeft dit dossier ook altijd zeer ter harte genomen.
Collega's, laat er geen misverstand over bestaan: het vertrek van het Verenigd Koninkrijk betreuren we ten zeerste en het is ook een slechte zaak voor de EU als geheel. Alhoewel het land op verschillende gebieden niet deelnam aan Europese integraties, waaronder de Eurozone en Schengen, bracht het Britse lidmaatschap ook vele voordelen: de Britten hebben nu eenmaal een groot diplomatiek gewicht in de wereld, zijn het militair sterkste land binnen Europa en hebben met Londen vandaag nog een van de belangrijkste financiële centra in de wereld. Bovendien waren ze steeds de drijvende kracht voor meer economische liberalisering binnen de EU, en hebben ze sterk gewogen op de ontwikkeling van de interne markt. Dat zijn nu net ook doelstellingen die mijn fractie onderschrijft.
De brexit kan echter ook, als ze plaatsvindt, een opportuniteit betekenen voor de EU. Een notoire dwarsligger voor verdere integratie verlaat de Unie en de brexit heeft het besef versterkt dat de EU efficiënter moet worden en meer moet doen om aan de bezorgdheden van de burgers tegemoet te komen. We zien nu reeds dat de EU en Europese leiders volop nadenken over de toekomst van de EU. Onze Europese leiders, met Charles Michel en Ursula Von der Leyen voorop, weten wat hen te doen staat.
Collega's, ik rond af. De komende dagen krijgen we weer belangrijke aandacht in het licht van de brexitsaga. Voor velen is dat gewoon een slecht schouwspel, maar voor onze bedrijven, ondernemers en mensen die tewerkgesteld zijn in diverse sectoren die bedreigd worden, is dit bittere ernst.
Laat ons als Vlaams Parlement tonen dat ook wij dit proces zeer ernstig nemen en alles in het werk willen stellen om onze economische belangen en de belangen van onze burgers te verdedigen. Daarom vraag ik om dit voorstel van resolutie goed te keuren. (Applaus bij de meerderheid)
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Collega’s, zoals ik in de commissie al vaak heb gezegd, is de schok van de brexit, met of zonder deal, enorm negatief voor onze bedrijven. Gewone mensen gaan het gelag betalen en ons land, en in het bijzonder ons geliefde West-Vlaanderen, zal een enorme schok voelen. Tienduizenden banen staan op het spel.
Wat we nodig hebben, zijn inderdaad schokdempers, zoals hier toegelicht. De Europese Commissie stelde op 4 september 2019 haar plannen voor, met onder meer een solidariteitsfonds en ook een globaliseringsfonds. Ondertussen weten we dat dat solidariteitsfonds niets zal worden. Van het globaliseringsfonds weten we dat het middelen zal brengen, maar hoeveel weten we niet concreet, laat staan dat we weten wanneer die middelen er zouden zijn. We steunen zeker de vraag aan de Europese Commissie om een soort van nieuw Europees brexitgarantiefonds op te zetten voor de hardst getroffen landen en regio’s. Zoals ik al zei, zijn schokdempers zeker nodig.
Toch vrezen wij zeer sterk dat, als het vanuit de EU moet komen, het te laat en te weinig zal zijn. Daarom zou ik graag willen voorstellen om een kleine toevoeging te doen aan het voorstel van resolutie, een nieuw punt 8, dat luidt als volgt: “Het Vlaams Parlement roept de Europese Commissie op om de noodzakelijke meeruitgaven voor het ondervangen van een brexit buiten de structurele begrotingsinspanning te houden en deze te beschouwen als een tijdelijke afwijking van het traject naar de middellangetermijndoelstelling, die het gevolg is van een ongewone, buiten de macht van de lidstaat vallende gebeurtenis met een aanzienlijk effect op de financiële positie van de overheid.” Dit naar analogie met andere tijdelijke urgente crisissituaties in het verleden.
Op die manier zullen we de schokken van de brexit budgettair door Vlaanderen kunnen doen opvangen zonder hiervoor door Europa te worden bestraft. Dit lijkt me een billijke aanvulling.
Mijnheer Vanlouwe, om even terug te komen op uw betoog: ik volg uiteraard het betoog, wij gaan daarin mee, maar wij vrezen dat de middelen te laat en te weinig zullen zijn. We willen dus als Vlaanderen het voortouw nemen om die schokken zeker tijdig op te kunnen vangen, en dat kan perfect met wat hier voorligt.
Ik zou graag afsluiten met een verwijzing naar wat collega Meremans deze middag zei. Hij zei: “Vertrouwen is goed, controle is beter.” Wel, ik denk dat we beter de controle kunnen houden over alle scenario’s, en het zou me enorm plezieren als u zou volgen wat wij voorleggen, ook al zijn wij van de oppositie. (Applaus bij sp.a)
De heer Deckmyn heeft het woord.
Collega’s, over de brexit is er al veel gezegd. We hebben dat hier al vaak gesteld, en er zullen nog initiatieven en vragen volgen. De blijvende opvolging van dit dossier is dus uiteraard noodzakelijk. Het voorliggende voorstel van resolutie formaliseert nogmaals de vraag vanuit het Vlaams Parlement om de gevolgen van de brexit in goede banen te leiden. Vlaanderen is immers inderdaad een exportgerichte economie met een grote interactie met Groot-Brittannië. We zullen worden geconfronteerd met de gevolgen van een harde of een zachte brexit. Laten we hopen dat het het laatste is. Er is sprake van dat er tot 28.000 jobs verloren zullen gaan. We moeten uiteraard de nodige aandacht schenken aan dat jobverlies, maar een punt dat soms wordt onderbelicht en dat ik in het verleden ook al heb aangehaald, is de jobwinst die we kunnen hebben als we bedrijven kunnen aantrekken omdat die ten gevolge van de brexit natuurlijk terug naar het Europa buiten het Verenigd Koninkrijk komen. Volgens eerste inschattingen zullen er zo nu al tweeduizend extra jobs worden gegenereerd. Ik vind dat op zich een goede zaak, maar dat weegt natuurlijk niet op tegen de negatieve gevolgen die er ongetwijfeld zullen zijn door die brexit.
Een van de belangrijke aandachtspunten, dat ook in dit voorstel naar voren wordt gebracht, is het feit dat de Vlaamse Regering heeft opgeroepen om in de periode na de brexit zo snel mogelijk werk te maken van een Europese macroregionale strategie voor de Noordzee, met het oog op een strategische overkoepelende visie. Het Vlaams Belang vindt dat men zeer goed moet bekijken hoe onze visserijsector, die het al moeilijk heeft, zeer goed beschermd zou kunnen worden na de brexit. Diverse collega’s hebben dat hier echter al voor mij gesteld.
Dit voorstel van resolutie handelt ook over het openen van de politieke dialoog met de Europese Commissie over de postbrexitstrategie. Op zich is dat een goede zaak, maar ik vind dat we dat eigenlijk ook samen met de federale collega’s eens moeten bekijken. Zullen er ook federaal dergelijk initiatieven worden ingediend? Dat is uiteraard hier niet het punt van bespreking, maar ik vind dat wel een aandachtspunt, aangezien de EU natuurlijk altijd via lidstaten werkt en dit dus wel een essentiële vraag is. Het is echter uiteraard een goede zaak dat er vanuit dit parlement aan de alarmbel wordt getrokken. Ik hoop dan ook dat we zullen worden gehoord in Europa.
Een van de overwegingen in dit voorstel van resolutie is dat Vlaanderen elke vorm van brexit betreurt, ook die waarbij een ordelijke terugtrekking kan worden gerealiseerd, maar in het bijzonder een no-dealscenario wil vermijden. Ik wil er de collega’s toch op wijzen dat de brexit een democratische keuze is geweest van de Britten en dat we respect moeten hebben voor die legitieme beslissing.
Over de gevolgen hiervan wil ik een klein zijsprongetje maken. De Schotse premier Nicola Sturgeon wil volgend jaar een nieuw referendum houden over de onafhankelijkheid van Schotland. Dat nieuwe referendum is nodig omdat Schotland tegen zijn wil uit de EU moet stappen. Ook dit is een legitiem recht. Indien Schotland voor onafhankelijkheid kiest, hoop ik dat Vlaanderen als een van de eerste naties deze onafhankelijkheid zal erkennen.
Wat het amendement van mevrouw Lambrecht en de heer Rousseau betreft, volg ik de redenering van de heer Vanlouwe. Dit lijkt mij niet de goede manier van werken. Er wordt trouwens al genoeg buiten de begroting gehouden.
Tot slot wil ik concluderen dat het Vlaams Belang elk voorstel wil steunen dat erop gericht is om Vlaanderen en de Vlaamse economie te beschermen. Dit voorstel van resolutie wil Europa erop wijzen dat de gevolgen van de brexit voor Vlaanderen zwaarder zullen zijn dan voor de rest van Europa. We hopen dan ook dat de Europese solidariteit voor één keer ook onze richting zal uitgaan. We zullen dit voorstel van resolutie dan ook steunen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Voorzitter, collega's, er is al veel gezegd over de brexit, ook in het voorbije halfuur. Ik zal dus niet alles herhalen.
Dit is een goed initiatief, en het is goed dat we met grote aandacht de evolutie met betrekking tot de brexit in de komende dagen en tijden vanuit het parlement volgen. Toen ik naar voren kwam, hoorde ik ‘de provincie West-Vlaanderen’ fluisteren. Het valt blijkbaar op dat er hier heel veel West-Vlamingen staan, en dat is niet toevallig. Iedereen is er zich van bewust dat de impact van de brexit economisch voor heel Vlaanderen en specifiek voor West-Vlaanderen gigantisch is. Dit moet ons allemaal zorgen baren.
Maar de impact is niet alleen economisch groot, maar ook politiek groot. De heer Tommelein heeft dat daarnet ook al geschetst. We kunnen de politieke impact nog niet helemaal inschatten, maar die zal ook groot zijn en dat maakt ons ook bezorgd in het niet-perfecte – voor alle duidelijkheid – maar wel zeer waardevolle project van Europese samenwerking en waarbij Vlaanderen en België steeds mee aan de kar hebben geduwd van die Europese samenwerking.
Het is dan ook goed dat we met hoge waakzaamheid de toekomstige evoluties opvolgen en dat we het gesprek met de Europese Commissie goed opstarten. We moeten daar dringend een versnelling hoger schakelen. We moeten ook een grote versnelling hoger met ons Vlaams beleid met betrekking tot de brexit, want we zijn negen maanden na de uitgerekende datum. We zitten dus eigenlijk een zwangerschap te ver, maar ons beleid is nog altijd niet helemaal klaar. Dat is niet evident in een complex dossier, maar tegelijk denk ik en geloof ik dat we echt volgende stappen moeten zetten. We zullen dit voorstel van resolutie steunen.
We roepen echter ook op om niet naïef te zijn en niet al onze eieren in de gesprekken met de Europese Commissie en de Europese instanties te leggen. Er zijn signalen die erop wijzen dat niet alles op de perfecte manier op Europees niveau opgelost zal worden. Naast onze steun doen we een grote oproep – ik zal dit volgende week tijdens de begroting nog eens herhalen – om te starten met de voorbereiding van transitiemaatregelen op Vlaams niveau en om in de nodige middelen te voorzien. Op dit moment is er in 0 euro voorzien voor overgangsmaatregelen richting specifieke sectoren, zoals de visserij. We hebben al een aantal jaren de tijd gehad om ons daarop voor te bereiden, maar waarschijnlijk wordt dit de volgende financiële discussie die we hier zullen voeren. Ik stel voor dat we daar vooraf mee beginnen.
Ik wil verder een fundamentele aanklacht formuleren: het gaat voor ons nog verder dan dat. Als we willen voorbereid zijn, dan is het toch wel heel lastig dat we in de begroting die hier volgende week wordt besproken, meer dan 60 procent afbouwen op de middelen die voorzien zijn voor het opvangen van de effecten van de brexit en de ondersteuning van bedrijven. We gaan voor meer dan 1 miljoen euro snijden in de middelen die in 2019 waren opgenomen, maar blijkbaar is er in 2020 in geen brexit meer voorzien.
Wij zullen dit voorstel van resolutie steunen, ook het amendement van sp.a. En als we echt ernstig met de brexit aan de slag willen gaan, roepen we ook op om ons Vlaams huiswerk versneld en beter te doen. (Applaus bij Groen en sp.a)
De heer D’Haese heeft het woord.
Veel is al gezegd, dus hou ik het kort.
Ik blijf het een beetje vreemd vinden dat we dit met spoed behandelen omdat de meeste maatregelen die in dat voorstel van resolutie staan, ook al weken geleden zijn besproken in de commissie Buitenlands Beleid. Ik snap niet goed waar deze werkwijze vandaan komt.
Ik denk dat het goed is dat er een vraag voor ondersteuning komt zodat de burgers van Europa in Vlaanderen en in België niet moeten lijden onder de brexit. Het was logischer geweest om dat via de federale overheid te vragen, want zo werkt het normaal.
De vraag in punt 5 over het loslaten van de budgettaire orthodoxie over de besparingsmaatregelen is een goede vraag om uitzonderingen. De vraag is alleen waarom we dit alleen in dit geval vragen. We weten dat net de besparingslogica van de Europese Unie heel belangrijk is geweest in de ‘leave’-stem voor de brexit.
Er wordt opgeroepen tot vrijhandel, maar er wordt enkel gesproken over het aspect ‘free trade’ en niet over ‘fair trade’. Er worden geen sociale en ecologische voorwaarden verbonden aan de vrijhandel met Groot-Brittannië.
Wij zullen ons bij de stemming over dit voorstel van resolutie onthouden.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De bespreking is gesloten.
Stemming over het amendement
Dames en heren, aan de orde is de stemming over amendement nr. 1, van Annick Lambrecht en Conner Rousseau.
Stemming nr. 1
Ziehier het resultaat:
98 leden hebben aan de stemming deelgenomen;
22 leden hebben ja geantwoord;
58 leden hebben neen geantwoord;
18 leden hebben zich onthouden.
Het amendement is niet aangenomen.
Hoofdelijke stemming
Dames en heren, aan de orde is de hoofdelijke stemming over het voorstel van resolutie.
Stemming nr. 2
Ziehier het resultaat:
98 leden hebben aan de stemming deelgenomen;
95 leden hebben ja geantwoord;
3 leden hebben zich onthouden.
Dientengevolge neemt het Vlaams Parlement het voorstel van resolutie aan. De resolutie zal aan de Europese Commissie worden overgezonden.