Verslag plenaire vergadering
Ontwerp van decreet houdende aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2019
Ontwerp van programmadecreet bij de aanpassing van de begroting 2019
Verslag
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde zijn het ontwerp van decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2019, het ontwerp van decreet houdende aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2019 en het ontwerp van programmadecreet bij de aanpassing van de begroting 2019.
Het Uitgebreid Bureau stelt voor om de algemene besprekingen van de drie ontwerpen van decreet samen te voegen tot één algemene bespreking. Is het parlement het hiermee eens? (Instemming)
De algemene bespreking is geopend.
De heer Muyters, verslaggever, heeft het woord.
Hoewel de heer Lantmeeters heeft gevraagd dat ik een heel uitvoerig verslag zou geven, zal ik dat niet doen en het eerder beperkt houden.
In de commissie heeft minister Diependaele gezegd dat heel wat van wat hij wilde voorstellen al aan bod is gekomen in de ad-hoccommissie van 8 en 10 oktober, en dat uiteindelijk de aanpassing van de begroting 2019 heel beperkt is. Er is in 20 miljoen euro nieuw beleid voorzien. Als die 20 miljoen euro wordt ingevuld, resulteert dat in een nieuw saldo van 154 miljoen euro in plus voor de begroting 2019. Die 20 miljoen euro zal worden ingezet voor de didactische uitrusting voor Science, Technology, Engineering en Mathematics (STEM) en voor de opleidingen in West-Vlaanderen en in Hasselt.
Er waren een aantal vragen. Ik noem er enkele.
Mevrouw Van dermeersch vond dat er te positieve cijfers werden gebruikt, dat de minister in zijn toekomstperspectieven altijd uitgaat van de meest voordelige situaties.
De heer Rzoska stelde vragen over het Vlaams Fonds voor de Lastendelging (VFLD), en zeer specifiek over de landbouwrampen. Daarvoor wordt natuurlijk in iets voorzien in de begroting, maar dat moet worden bijgeschaafd in de loop van het jaar. Kan daarvoor niet een meer coherent geheel zijn?
De heer Rzoska verwees ook naar de onderbenutting en vooral naar het forfaitaire deel dat daarbovenop is gekomen in de begrotingsaanpassing 2019.
Mevrouw Van dermeersch had het ook nog over de fiscale regularisaties.
Minister Diependaele heeft op die zaken geantwoord. Uiteraard heeft hij vermeld dat de regering niet de meest voordelige vooruitzichten hanteert, maar dat er altijd wordt teruggegaan naar de septembercijfers van het Planbureau, dat de regering uiteraard een evenwicht nastreeft, dat de regularisatie waarover werd gesproken maar 25 miljoen euro heeft opgeleverd in 2018, en dat de 75 miljoen euro die was voorzien voor 2019 niet werd gehaald. Daarom werd dit in deze begrotingsaanpassing teruggebracht naar 15 miljoen euro.
Wat betreft het Fonds voor Lastendelging heeft minister Diependaele gezegd dat wat de heer Rzoska zegt over de landbouwrampen terecht is, maar dat hij ook geen voorstander is van het werken met provisies omdat wat er aan de kant wordt gelegd niet kan worden gebruikt. Hij hoopt dat er met de weersverzekering een stap vooruit kan worden gezet.
Over de onderbenutting zei minister Diependaele dat op basis van de voorzichtige inschatting die 80 miljoen euro extra naar voren kon worden geschoven, vooral omdat er in het begin van een legislatuur naar verhouding meer nieuw beleid is en dat daar dus ook wel meer onderbenutting op is.
Mevrouw Van dermeersch sprak nog even over de erfenisrechten. Minister Diependaele zei daarop dat een van de belangrijkste elementen daarbij de onvoorspelbaarheid is.
We hebben dan nog een technische correctie besproken. Die is met negen stemmen voor en drie onthoudingen goedgekeurd. De eindstemming was acht stemmen voor, drie stemmen tegen en één onthouding.
Tot daar het verslag. (Applaus bij de meerderheid)
Dank u wel, collega Muyters, voor het schitterende verslag.
Mevrouw Van dermeersch heeft het woord
Minister, we hebben inderdaad een grondige bespreking gehad over de aanpassing van de algemene uitgavenbegroting en de middelenbegroting van het begrotingsjaar 2019, en de bepalingen die daarbij horen. Dat past natuurlijk allemaal in een financieel en fiscaal beleid dat niet alleen over 2019 gaat, want dat is een doorlopend geheel. We zullen in de toekomst ook de begroting voor 2020 bespreken. Ik begrijp dat zo'n aanpassing niet zoveel kan inhouden. Niet alles kan natuurlijk worden voorzien. Daarom is het nodig dat er jaarlijks opnieuw een aanpassing is.
Het is nu het prille begin van een nieuwe legislatuur. Dat geeft een nieuw elan. U had misschien nog meer uw stempel kunnen drukken, maar u hebt een paar kansen gemist. U hoorde in het verslag van de commissie dat er drie tegenstemmen waren. Dat zijn onze stemmen. We zullen ook in deze plenaire vergadering tegenstemmen omdat we denken dat u meer uw stempel zou moeten drukken. Ik hoop dat u dat in de toekomst zult doen.
Wij willen onder andere dat er meer rekening wordt gehouden met onzekerheden. U gaat inderdaad uit van de juiste parameters die worden aangeleverd door het Federaal Planbureau. Dat Planbureau gaat natuurlijk ook uit van bepaalde parameters, waarbij er bijvoorbeeld geen rekening wordt gehouden met een harde brexit, met de eventuele vertroebeling van handelsrelaties, enzovoort. We hebben daarover gesproken in de commissie. We hebben een kleine, open en dus een zeer gevoelige economie.
Wat de aanpassingen betreft, de 20 miljoen euro nieuw beleid is natuurlijk een goede aanpassing. Daarin kunnen we u volgen. Anderzijds zijn er ook zaken waarin we u niet volgen. De onderbenutting blijft altijd maar opduiken. De broodnodige investeringsprogramma's zoals voor onze Vlaamse weginfrastructuur en fietspaden, dat is allemaal nodig, maar er zijn een paar misrekeningen en verkeerde inschattingen.
Minister, inzake fiscale regularisaties had u gerekend op 75 miljoen euro. Het is maar 15 miljoen euro geworden en dat is een van een hele reeks van misrekeningen. Ik hoop dan ook dat het in de toekomst beter wordt gedaan, zeker met het oog op de begroting 2020. Dit wil ik toch even zeggen naar aanleiding van de aanpassing van de begroting 2019.
Minister, ik hoop dat u meer uw stempel zult drukken. Ik heb hoge verwachtingen van u als Vlaams-nationalistisch minister van Financiën. Ik hoop dat u nog meer toekomstgericht zult werken, dat u ook zult zorgen voor schuldafbouw, dat we budgettaire en politieke autonomie kunnen gebruiken en een eventuele Vlaamse onafhankelijkheid nastreven, en dat we in de toekomst sterk genoeg in onze fiscale schoenen zullen staan om eventuele schulden, die we dan zullen moeten overnemen van de federale overheid, op te vangen. Er is dus heel wat werk, er is een fiscale hervorming nodig. Ik hoop op u te kunnen rekenen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister, wat u niet moet doen, is zomaar cijfers kiezen in functie van wat u het beste uitkomt. Daarom wordt er gevraagd om altijd dezelfde cijfers te nemen. Zoals het Rekenhof heeft gezegd in de commissie, wordt er bij de voorspelling van de groei bijvoorbeeld rekening gehouden met economische omstandigheden, met de ruzie tussen Amerika en China, enzovoort. Daarom denk ik dat u moet blijven vasthouden aan de vaste cijfers, en niet moet ingaan op het voorstel van collega Van dermeersch.
Ik stel helemaal niet voor om niet de juiste parameters te gebruiken. Die moeten inderdaad worden gebruikt. Wat ik wel voorstel, is dat de schulden onder controle worden gehouden. Er worden heel wat schulden gemaakt. Ze zullen naar aanleiding van de begroting 2020 ook worden besproken. We blijven gelukkig onder de norm van 65 procent, maar we moeten wel nog rekening houden met het feit dat in deze begroting nooit rekening wordt gehouden – niet in het verleden en waarschijnlijk ook niet in de toekomst – met bijvoorbeeld de Oosterweelverbinding, die een serieuze impact zal hebben, zeker wanneer de Europese Commissie niet goedkeurt dat we daarvoor een uitzondering krijgen, want die goedkeuring hebben we niet.
Met andere woorden, ik zou heel graag een structureel saneringsplan hebben, zodat we een bepaalde richting uitgaan om ervoor te zorgen dat we in de toekomst steviger in onze schoenen staan en ook zeggenschap hebben ten overstaan van de federale staat, ten overstaan van de andere deelstaten die geen evenwicht hebben en tekorten aaneenrijgen. Dan hebben we tenminste recht van spreken. Dat is wat ik voorstel. Maar u moet inderdaad de juiste parameters gebruiken.
Minister Diependaele heeft het woord.
Mevrouw Van dermeersch, u mag het mij niet kwalijk nemen, maar ik was toch wat verwonderd over uw betoog. U hebt namelijk dezelfde opmerkingen gemaakt in de commissie en die zijn toen, naar mijn aanvoelen, door mezelf en door het Rekenhof heel helder beantwoord. Maar u blijft volharden in de boosheid.
Eerst en vooral vind ik het vreemd dat jullie tegenstemmen. Want eigenlijk is deze begrotingsaanpassing, behalve enkele technische correcties en inschattingen die worden rechtgezet, niet veel meer dan 20 miljoen euro voor onderwijs. Maar u stemt daartegen, hoewel hier voor de rest bitter weinig in zit. Andere oppositiepartijen zijn dan tenminste zo eervol geweest om zich te onthouden. Want u stemt tegen 20 miljoen euro extra voor onderwijs. Meer is er niet aan.
Ten tweede, wat de heer Muyters zegt over de parameters, is heel juist. We zijn verplicht om de parameters van het Planbureau te volgen. U hebt daarnet gezegd dat u die parameters in twijfel trekt. U mag dat doen, want de Europese Commissie, de OESO die hebben er allemaal andere. Maar wij zijn verplicht om die van het Planbureau te volgen. Bovendien zitten de elementen die u hebt vernoemd, daar reeds in. Dat is zeer duidelijk uitgelegd door het Rekenhof. De brexit, de verwachte economische omstandigheden door een handelsoorlog met China, die werden door het Planbureau verrekend in die parameters. Die zitten daar al in. U vraagt nu aan mij om daar nóg eens rekening mee te houden. Maar dan zouden we daar twee keer rekening mee houden. Ik heb in de commissie uitgelegd dat ik dat absoluut niet wil. Waarom? Dit is niet mijn geld, dit is niet ons geld, dit is geld van de burger. En hij betaalt dat aan de overheid, om daar beleid mee te voeren. Ik moet er dus voor zorgen dat we dat zo correct mogelijk inschatten en dat we elke euro die de burger aan ons geeft, ook aan hem teruggeven, in de vorm van beleid. U pleit er eigenlijk vooral om dat bij ons te houden en niet terug te geven aan de burger. Daar doe ik niet aan mee. Dat geld is van de burger, we geven hem dat.
Het klopt: investeringsprogramma's worden na verloop van tijd altijd bijgesteld. We hebben het deze ochtend nog gehoord, ik denk dat er daarover actuele vragen zijn gesteld. Oosterweel loopt vertraging op. Wel, dan zorgen wij ervoor dat we de financiën die daarachter zitten, corrigeren. Het zou maar dom zijn om dat geld op te potten en aan de kant te houden als we weten dat we het dit jaar niet meer zullen uitgeven. Dus wat doen wij? Wij volgen de situaties op het terrein. Ik ben geen bouwvakker, ik weet niet hoe dat loopt. Maar wanneer er vertragingen zijn of eventueel zelfs versnellingen, dan passen wij de financiën die daarachter zitten aan. Dat is toch de logica zelf. U kunt het mij niet kwalijk nemen, dat zijn de feiten op het terrein.
Wat de fiscale regulatie betreft, hebt u gelijk. We hebben die inderdaad bijgesteld, ook voor volgend jaar.
U hebt het over schuldafbouw en maakt een hypothese over een onafhankelijk Vlaanderen. Ik kan u enkel puur ter informatie meegeven dat wij, in het confederalisme dat wij voorstaan, niet meedoen aan die schuldafbouw. Wij nemen die niet over. U bent dat blijkbaar wel van plan in een onafhankelijk Vlaanderen. Maar wij hebben een ander systeem uitgedacht. Ik raad u aan om dat eens te lezen. Het is zeer interessant.
Vlaanderen en schuldopbouw? Wij doen niet aan schuldopbouw, in die zin dat wij geen schulden opbouwen doordat we meer uitgeven dan er binnenkomt. Dat doen wij niet. Er is daarbij één uitzondering, Oosterweel. Maar dat houden we buiten de begrotingsdoelstelling. Ik verwacht dat we daarover nog een discussie zullen voeren. Voor 2020 gaan we ook naar een tekort. Maar voor de rest doen we dat niet. Wat wél bij ons gebeurt, is de consolidatie die Europa ons oplegt, bijvoorbeeld voor sociale woningen. En áls we de laatste jaren al schuldopbouw hebben gehad en als we die ook de komende jaren zullen hebben, dan is dat door die gewijzigde Europese begrotingsregels en dus níét doordat we meer uitgeven dan er binnenkomt. Als we sociale woningen bouwen, moeten de schulden die we daarvoor aangaan, ook in de begroting. Maar u weet ook dat daar actief en afbetalingen tegenover staan. Verder moeten we ook een heel pak ziekenhuizen die we hebben overgekregen van het federale niveau, de schulden de zij meebrengen, opnemen in de begroting. Maar dat zijn geen schulden die we zijn aangegaan door meer uit te geven dan er binnenkomt. Dat is een cruciaal onderscheid.
Als u daarover nog verdere vragen heeft, nodig ik u zeker uit om daar in de commissie verder op in te gaan. We kunnen daarover een ruim debat voeren. Het zit allemaal zeer logisch en correct in elkaar. U moet absoluut geen schrik hebben dat Vlaanderen een schuldprobleem zou hebben. Ook de ratingbureaus bevestigen trouwens overduidelijk dat Vlaanderen dat niet heeft. (Applaus bij de meerderheid)
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.