Verslag plenaire vergadering
Septemberverklaring van de Vlaamse Regering betreffende de algemeen maatschappelijke situatie en betreffende de krachtlijnen van de begroting 2020
Verslag
Dames en heren, aan de orde zijn het regeerakkoord en de verklaring van de Vlaamse Regering betreffende de algemeen maatschappelijke situatie en betreffende de krachtlijnen van de begroting 2020.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Voorzitter, beste collega’s, ik leg mijn eerste Septemberverklaring als minister-president af in oktober. De Oktoberrevolutie vond ook plaats in november en het Oktoberfest in München heeft plaats in september, dus een uitzondering in de geschiedenis is dat niet.
Vandaag leg ik u een regeerakkoord voor dat het lange wachten hopelijk de moeite waard maakt. Een regeerakkoord dat de blik op de toekomst gericht houdt, maar dat ook tegemoetkomt aan de bezorgdheden van de Vlamingen.
Vlaanderen mag nog zo’n fantastische plek zijn om te wonen, te werken en te leven, de economie mag nog zoveel pieken als ze wil, er is ook onbehagen in onze samenleving, daar moeten we niet flauw over doen.
Mensen zijn boos, omdat ze, zelfs als ze heel hard werken, relatief weinig centen overhouden. Boos, omdat ze het gevoel hebben dat de lasten en de lusten niet evenredig verdeeld zijn. Boos, omdat ze zich hier benadeeld voelen. Boos, omdat de politiek daar volgens hen te weinig op ingrijpt.
Dames en heren, ik kan voor die boosheid begrip opbrengen. Ik voel mij daar ook mee verantwoordelijk voor. Maar daar kopen we niks mee. Ik wil vandaag iedereen oproepen om het negativisme achter zich te laten.
Ik wil Vlaanderen vandaag een concreet aanbod doen. Ik stel voor dat we samen een verhaal schrijven, over de grenzen van politiek, bedrijfs- en verenigingsleven heen. Een verhaal dat alle Vlamingen kan enthousiasmeren, wat hun afkomst, overtuiging of geaardheid ook moge zijn. Een verhaal dat mensen fier maakt en aan de slag doet gaan en dat onze cultuur en onze economie aanzwengelt.
We moeten Vlaanderen boven zichzelf doen uitstijgen. We hebben alle troeven in handen om voortrekker te zijn in Europa en in de wereld: een uitstekende ligging, bloeiende zeehavens, bruisende steden, schitterende bedrijven en een rijkdom aan talent. Wij hebben alles om de wereld te verbazen.
Vlaanderen is in topvorm. En ik kan mijn voorganger Geert Bourgeois daar niet genoeg voor bedanken en feliciteren. De ploeg van Geert heeft vijf jaar lang uitstekend werk geleverd. De werkloosheid is in vier jaar tijd met 20 procent gedaald. Onze productiviteit is top. Cultureel, wetenschappelijk en sportief blinken we uit.
Maar we moeten nu een stap verder gaan. De volgende jaren zal de wereld ingrijpend veranderen. Het is gedaan met ‘business as usual’. Onder meer door de technologie die in een razend tempo evolueert, zal niets nog hetzelfde zijn. En dat stelt ons voor grote uitdagingen.
Maar er komen ook kansen op ons af die Vlaanderen met beide handen moet grijpen. De jaren 20 van de 21ste eeuw, die over drie maanden aanbreken, zullen opnieuw ‘roaring twenties’ worden, maar ze zullen van ons zijn. Ze moeten van ons worden. We willen Vlaanderen in de spits houden op het vlak van innovatie, digitale transformatie en technologie. Onze mensen en bedrijven moeten alle kansen krijgen om door te groeien tot internationale spelers. Wij willen Vlaanderen sterker, welvarender en hechter te maken.
Dat is een opdracht die ons op het lijf is geschreven. Vlamingen zijn altijd tot veel in staat geweest. Onze veerkracht is legendarisch. Baanbrekende innovaties zijn door de eeuwen heen ons handelsmerk geworden. Vlaanderen is bekend om zijn werklust, zijn innovatiekracht en zijn technologische vooruitgang. De uitdagingen zijn groot, maar er is geen enkele reden tot pessimisme. Integendeel, we kunnen het morgen beter hebben dan vandaag. We moeten uitgaan van ons eigen kunnen. De toekomst van Vlaanderen ligt in onze creativiteit en in ons vermogen om onszelf heruit te vinden. We zijn een welvarende, zelfbewuste natie met een rijke traditie én een veelbelovende toekomst.
Om die ambitie waar te maken, doet de regering een beroep op alle Vlamingen en hun talenten. We willen iedereen de kans én de vrijheid geven om vooruit te gaan en boven zichzelf uit te stijgen. Vlaanderen kan alleen sterker worden als we allemaal een inspanning leveren. Dat vergt creativiteit, veerkracht en durf.
De toekomst is aan mensen die hun nek uitsteken en bakens verzetten. We moeten zelfvertrouwen uitstralen, durven en trots in de wereld staan. De lat moet hoog liggen, maar we willen iedereen meenemen.
Dat is de reden waarom de nieuwe Vlaamse Regering fors in onderwijs gaat investeren. We gaan resoluut voor onderwijs van topkwaliteit, dat focust op kennisoverdracht, naast vaardigheden en persoonlijkheidsvorming. Met evenveel werkingsmiddelen voor het kleuter- als voor het lager onderwijs. Met voldoende leerkrachten die al onze steun krijgen, respect verdienen en niet verzuipen in de paperassen. Met speciale aandacht voor de beheersing van de Nederlandse taal. Met ouders die de maximale vrijheid krijgen om een school voor hun kinderen te kiezen. En met leerlingen die geprikkeld en gestimuleerd worden om hun toekomst in eigen handen te nemen.
Ik doe dan ook een appel op onze jongeren, want we hebben jullie allemaal heel hard nodig. Geef de hoop niet op. Wij zullen jullie meer dan ooit nodig hebben om de omslag naar een circulaire economie waar te maken. Het is met jullie inzet vandaag, op de schoolbanken, dat wij de strijd tegen de klimaatverandering zullen winnen. Ga niet mee in het doemdenken, maar ga de uitdaging aan. (Applaus bij de meerderheid)
Dankzij innovatie en dankzij technologie kunnen en zullen wij de klimaatuitdagingen aanpakken zonder de welvaart die onze ouders en grootouders hebben opgebouwd, af te breken.
Collega’s, Vlaanderen moet zijn blik richten op het noorden, op Nederland, op Duitsland en op de Scandinavische landen. Landen met een solide welvaartstaat en een sterke economie.
Vandaag is bijna 75 procent van de mensen tussen 20 en 64 jaar aan het werk. Dat moet 80 procent worden, zoals in Nederland of in de Scandinavische landen.
Het zal alle hens aan dek zijn om iedereen te activeren. Daarom voeren we met de nieuwe regering de jobbonus in. Ook wie een lager loon heeft, moet voelen dat werken loont. Daarom maken we werk van een leercultuur, om loopbanen en om bedrijven sterker te maken.
We vragen de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsvorming (VDAB) om nog creatiever uit de hoek te komen als matchmaker tussen mensen zonder job en potentiële werkgevers. En om werk en gezin beter te kunnen combineren, zorgen we ook voor extra plaatsen en meer flexibiliteit in de kinderopvang, met voorrang voor werkende ouders en werkzoekenden die een opleiding volgen.
Maar, collega’s, onze gemeenschap is gelukkig meer dan enkel economie en harde cijfers. Excellentie betekent ook warm zijn voor wie kwetsbaar is of wie tegenslag heeft en onze steun nodig heeft. We maken honderden miljoenen euro’s extra vrij voor welzijn en voor zorg. Al die middelen moeten zo veel mogelijk naar de mensen zelf gaan, en zo min mogelijk naar de structuren. Voor mensen met een handicap dringen we de wachtlijsten zo snel mogelijk terug. Er komt een beter zorgbudget voor ouderen die moeite hebben om de rusthuisfactuur te betalen, we voorzien in meer personeel per rusthuisbed en we verstrengen de controle op de dagprijzen. En sociale voordelen, collega’s, zullen niet langer afhankelijk zijn van iemands statuut, maar wel van zijn of haar inkomen, zodat ook werkende mensen met een laag loon ervan kunnen blijven genieten. Dit is een van de elementen in onze aanpak van armoede.
Wij zullen die warmte en die geborgenheid verstrekken aan iedereen die hier geboren wordt, opgroeit, woont, werkt en leeft, maar ook aan hen die hier een nieuw leven willen opbouwen en zich voluit inschrijven in onze gemeenschap. Wie deel wil uitmaken van onze gemeenschap, verdient alle kansen, maar we verwachten wel van iedereen een bijdrage.
Ons maatschappijmodel is gebaseerd op rechten en op plichten, en net dat maakt onze samenleving sterk. Met deze regering is de tijd definitief voorbij dat mensen van alle voordelen kunnen genieten zonder dat ze zelf eerst een inspanning doen. (Applaus bij de meerderheid)
Collega’s, dat vraagt een duidelijkere en striktere aanpak in ons inburgeringsbeleid. De toegang tot ons sociaal systeem wordt beperkt en voorwaardelijk. Inburgering zal niet langer vrijblijvend zijn. De lat wordt hoger gelegd als het aankomt op kennis van het Nederlands en van onze normen en waarden.
Dames en heren, ik wil over één basisprincipe heel duidelijk zijn. Het toegangsticket tot onze gemeenschap wordt duurder, ja. Maar eenmaal in onze gemeenschap opgenomen, is ieder individu een gelijkwaardige Vlaamse burger. (Applaus bij de meerderheid)
Ik gruw van elke vorm van racisme en ik maak er een erezaak van om met deze regering discriminatie, in welke vorm dan ook, hard aan te pakken. (Applaus bij de meerderheid)
En dat kan enkel als we ons als gemeenschap én als individu weerbaarder maken. De neutraliteit bij de overheid en het gemeenschapsonderwijs, de strengere erkenningsvoorwaarden voor geloofsgemeenschappen en scholen, de Vlaamse minister van Justitie, het handhavingsbeleid, … het is er allemaal op gericht de vrije samenleving in stand te houden. Ik wil dat elke Vlaming weet en beseft dat zijn rechten en zijn vrijheden gewaarborgd zijn, maar dat wij streng zullen zijn voor elke vorm van misbruik. (Applaus bij de meerderheid)
Collega’s, Vlamingen die grenzen verleggen, verdienen alle steun. Ook de Vlaamse overheid moet durf uitstralen. De overheid is er niet voor zichzelf, maar om de Vlaming sterker te maken. Elk individu moet de vrijheid krijgen om zijn eigen toekomst uit te tekenen.
Vlamingen staan bekend om hun realisme en om hun doeltreffendheid. Naast onze werkkracht hebben we het altijd moeten hebben van onze hersenen. En die hersenen moeten we nu inzetten om technologische innovaties te doen die maatschappelijke problemen kunnen oplossen. Ook in de hedendaagse digitale wereld en in de data-economie kunnen wij grenzen verleggen.
Ik doe een warme oproep aan alle Vlamingen om met creatieve oplossingen te komen. Deze regering wil er een zijn die dingen mogelijk maakt, die helpt en faciliteert in plaats van verbiedt en reguleert. (Applaus bij de meerderheid)
Ik wil in de komende maanden, samen met het bedrijfs- en het verenigingsleven en met het middenveld een strategie uitdokteren over hoe we Vlaanderen top kunnen maken op het vlak van innovatie en digitale transformatie. Alle ideeën daarover zijn meer dan welkom. (Applaus bij de meerderheid)
En ik vraag aan u, Vlaamse volksvertegenwoordigers, om Vlaanderen institutioneel klaar te maken voor de toekomst. Wij hebben de ambitie om maximaal gebruik te maken van onze autonomie en deze in de ruimste zin in te vullen. Maar het is aan het Vlaams Parlement om in alle vrijheid en ruimte een grondige reflectie op te starten over de gewenste staatsinrichting, een staatsinrichting die de samenwerking tussen Vlamingen, Franstaligen en Duitstaligen in dit land duurzaam kan verbeteren.
Maar, collega’s, Vlaanderen kan pas echt stralen, als het ook cultureel schittert. Onze creatievelingen – van vroeger en van nu – zijn het uithangbord van de mogelijkheden die Vlaanderen in zich draagt. We mogen trots zijn op onze kunst, onze cultuur en onze manier van leven.
Gustav Mahler zei dat traditie niet het aanbidden van de as is, maar het doorgeven van het vuur. Ik geloof dat dat correct is. De canon van Vlaanderen die onze Vlaamse Regering met onafhankelijke experts wil uitwerken, heeft juist dat tot doel – niet om Vlaanderen te betonneren in de eeuwigheid, maar net om de dynamiek aan te reiken waarmee wij onze toekomst kunnen vormgeven. Niet het aanbidden van de as, maar het doorgeven van het vuur. (Applaus bij de meerderheid)
Collega’s, alles staat of valt uiteraard met het budgettaire plaatje. Ik ben blij dat we de nodige middelen hebben gevonden om verder te kunnen investeren in Vlaanderen. Want anders kunnen we geen top 5-innovatieregio in Europa worden. De Vlaamse Regering heeft steile ambities en zal meer dan ooit een investeringsregering zijn. We zullen de volgende vijf jaar 1,65 miljard euro extra investeringen lanceren. Die zijn bestemd voor schoolgebouwen, sociale woningen, openbare werken, sportinfrastructuur, cultuur, innovatie enzovoort.
Vanaf 2021 gaan we opnieuw voor een begroting in evenwicht, wat belangrijk is om Vlaanderen op lange termijn financieel gezond te houden. Ik zal u volgende week graag uitleggen hoe we dat budgettaire pad precies uitzetten. Ik zal de voorzitter van het Vlaams Parlement vragen om daarover een commissie bij elkaar te roepen. Vandaag heb ik u vooral willen doordringen van het belang van het maatschappelijk project waar we met deze regering voor gaan. (Applaus bij de N-VA)
Het is een project waarbij we letterlijk en figuurlijk naar boven kijken en bouwen aan een excellent Vlaanderen. (Applaus bij de meerderheid)
Voorzitter, beste collega’s, deze regeringsverklaring is een engagementsverklaring. Wij willen ons voluit engageren, met slechts één doel voor ogen: het belang, het welzijn en een goede toekomst voor alle Vlamingen.
Ook al zitten hier collega’s die het niet eens zijn met alle voorstellen die in ons akkoord zijn opgenomen, toch durf ik hen vandaag oproepen om mee te werken aan plannen die dat doel helpen bereiken. Dat zijn we, als vertegenwoordigers van het Vlaamse volk, toch aan de Vlamingen verschuldigd.
Een zeer respectabele voorganger van mij zag zijn belofte ook als een opdracht: wat we zelf doen, moeten we beter doen. Dat kan alleen maar als we geloven en willen doen wat gebeiteld staat boven de deur van het prachtige paleis van de heren van Gruuthuse in Brugge: ‘Plus est en vous’. Ik wil dat nog versterken: ‘Plus est en nous’!
Ik dank u allen hartelijk. (Applaus bij de meerderheid)
De heer Rousseau heeft het woord.
Minister-president, proficiat met uw regering. De sp.a-fractie kijkt ernaar uit om met jullie in debat te gaan en om op een eerlijke manier dat debat te voeren. Maar nu moeten we eventjes serieus zijn: hoe kunnen wij op een eerlijke manier dat debat voeren als we niet weten met welke cijfers u spreekt? Wij vragen dus, om een eerlijk debat te kunnen voeren, dat ook u eerlijk bent en volledig bent. Wij vragen transparantie over de begroting. Wij vragen dus om ten laatste vandaag nog die begrotingstabellen te kunnen zien, die ervoor moeten zorgen dat uw keuzes en uw woorden niet hol blijven, die staven waar u voor staat. Ik dank u. (Applaus bij sp.a en Groen)
De heer D’Haese heeft het woord.
Voorzitter, alles staat of valt met het budgettaire plaatje, zei de minister-president hier zonet. Maar wij krijgen het budgettaire plaatje niet mee. We hebben hier zonet een bisnummer gehoord van de persconferentie waarop het regeerakkoord werd voorgesteld, maar geen enkel concreet cijfer over hoe het beleid er zal uitzien. Sommige cijfers lekken uit. Denk maar aan de 270 miljoen euro voor de wachtlijsten in de zorg. Die baren mij onwaarschijnlijk veel zorgen. Op uw congressen komt u er misschien mee weg de mensen te laten stemmen zonder hun informatie te geven. Maar hier zijn we in het parlement en het parlement verdient om de informatie te hebben waarover het moet stemmen en debatteren. Ik vraag daarom met aandrang om die budgettaire tabellen beschikbaar te maken, zodat we hier een democratisch debat kunnen hebben over de echte keuzes waar het over gaat.
De heer Rzoska heeft het woord.
Voorzitter, ik sluit mij aan. Minister-president, u komt natuurlijk van een ander parlement naar hier. U hebt over uw timing gezegd dat u een Septemberverklaring hebt afgelegd in oktober. Ik heb daar alle begrip voor. Maar wat mij betreft, is het reglement van dit parlement glashelder. Ik wijs u op artikel 83. Daar staat zeer duidelijk dat wij voor de Septemberverklaring ook de krachtlijnen van de begroting voor het jaar daarna moeten hebben. Dat is hier de vorige jaren altijd zo geweest. Onmiddellijk na de Septemberverklaring volgde er een persconferentie van de minister van Financiën en Begroting, die het centenblaadje presenteerde. U zei daarnet letterlijk: ‘We hebben de nodige middelen gevonden.’ Dit zijn harde cijfers, de begrotingscijfers. Dan verwacht ik van een minister-president die zegt dat de lat hoog ligt en hoger moet liggen, minstens dat hij transparantie geeft in functie van het debat van vrijdag. Ik lees in uw begrotingsakkoord zeer veel uitgaven, maar ik vraag mij af wie het zal betalen en hoe u dat zult betalen. Dat zijn twee essentiële vragen. Als wij vrijdag geen debat in het ijle willen hebben, dan heeft het parlement recht op die cijfers.
Voorzitter, ik kijk naar u en ook naar uw opvolger, mevrouw de voorzitter: u moet in mijn ogen in dezen de kant van het parlement kiezen. Ik dring erop aan dat deze cijfers ons ter beschikking worden gesteld zodanig dat we tenminste een deftig inhoudelijk debat kunnen voeren. (Applaus bij Groen en sp.a)
De heer Janssens heeft het woord.
Minister-president, ik hoor veel optimisme in uw eerste beleidsverklaring, maar wat koopt de Vlaming met uw optimisme als daar geen centen tegenover staan, als de Vlaming, als de Vlaamse volksvertegenwoordigers geen ‘checks and balances’ kunnen uitvoeren op de woorden die u hebt uitgesproken? Er is heel veel gesproken over een begroting in evenwicht en over een uitstel van het evenwicht. Tot wanneer? Heel dat debat is gevoerd in de pers en het Vlaams Parlement zit erbij en kijkt ernaar en krijgt geen cijfers. U zegt dan dat de maatschappij veel meer is dan economie en harde cijfers. Blijkbaar wilt u dat dan meteen zelf bewijzen door aan het parlement helemaal geen cijfers te geven. Ik vind dat een zeer jammere en zeer betreurenswaardige manier van werken.
U zegt nu dat u vandaag de regeringsverklaring houdt. Op de agenda staat nochtans óók een verklaring betreffende de krachtlijnen van de begroting 2020, ook al is het dan geen September-, maar intussen al een Oktoberverklaring. U zegt dan dat we volgende week ergens in een commissietje die cijfers gaan bespreken. Excuseer, maar zo werkt een parlement niet. We hebben het aanstaande vrijdag over de Septemberverklaring, we hebben het over het regeerakkoord en daar horen alleen maar de volledige begrotingstabellen bij. We kunnen een debat voeren over de inhoudelijke keuzes die u hebt gemaakt, wat mij betreft graag, maar we kunnen absoluut niet stemmen, een parlement dat zichzelf ernstig neemt, kan niet het vertrouwen geven aan een regering die alleen maar loze plannen de wereld instuurt zonder daar concrete cijfers tegenover te plaatsen. Elk klein bedrijf in Vlaanderen dat wil starten, moeten een financieel plan hebben, maar de Vlaamse Regering vindt het blijkbaar zelf niet nodig om met duidelijke cijfers naar voren te komen. Dat tolereren wij niet, en wij, alle 124 volksvertegenwoordigers, mogen dat hier ook niet tolereren van deze regering. Als u zichzelf van bij het begin van de rit ernstig wilt nemen en ook met het parlement een goede samenwerking wilt hebben, dan komt u vóór het debat van vrijdag met concrete cijfers over uw plannen naar het parlement. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister-president Jambon heeft het woord.
Collega’s, dank u wel voor een aantal vragen die je natuurlijk van 100 kilometer zag aankomen. Dit was een regeringsverklaring. (Opmerkingen)
Dit was onze regeringsverklaring. Mijnheer Janssens, we zullen vrijdag over de regeringsverklaring debatteren. Ik kom van een ander parlement, maar daar heb ik toch het woord ‘commissietje’, ‘zo’n belachelijk commissietje’, nooit in de mond durven te nemen. Ik denk dat de commissiewerking in een parlement van groot belang is, dat je daar echt inhoudelijk kunt doorgaan. Ik heb zojuist gezegd, en ik houd me aan mijn belofte, dat we volgende week tot in alle details de begrotingstabel, de meerjarenbegroting met u zullen delen, zowel wat de inkomsten als wat de uitgaven betreft. Ik ben bereid om over elk cijfer met u in debat te gaan, maar voor vrijdag stond een debat over de regeringsverklaring geagendeerd. (Opmerkingen)
Mijnheer Janssens en andere leden van de oppositie, wat de begroting betreft: we zullen nog vele weken de tijd hebben om daar tot in de kleinste details op in te gaan. ‘I’m your man.’ Ik hoop dat ik u kan ontmoeten in die debatten. (Applaus bij de meerderheid)