Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Beckers heeft het woord.
Minister, de nieuwe regering heeft bepaald dat asielzoekers in procedure geen kinderbijslag meer zullen krijgen. Nu begrijp ik dat dat niet geldt voor niet-begeleide minderjarige asielzoekers die in asielcentra verblijven. Die krijgen naast de kinderbijslag eventueel aangevuld met zorgpremies en sociale toelagen, automatisch de toekenning van de schooltoelage met het groeipakket.
Dat is een probleem, omdat het over bedragen tot zeker 3000 euro per jaar gaat. Het is de bedoeling dat de voogden het geld beheren, maar in de praktijk blijkt dat minderjarigen toch dat geld kunnen beheren en dat ze dat naar het buitenland doorsluizen of er bijvoorbeeld hun mensensmokkelaar mee afbetalen. Ik vind dat toch heel problematisch. Op het ogenblik dat de Vlaamse Regering beslist om te besparen op kinderbijslag – iets waar de Gezinsbond ook niet echt blij mee was – merken we dat Vlaams belastinggeld naar het buitenland en zelfs naar mensensmokkelaars wordt doorgesluisd. Ook de schooltoelage is toch bedoeld om jongeren in hun schoolloopbaan te ondersteunen. Ik vind het heel zorgwekkend dat die naar het buitenland verdwijnt.
Wat gaat u doen, minister, om te voorkomen dat ons Vlaams belastinggeld, die kinderbijslag, naar mensensmokkelaars vloeit?
Minister Beke heeft het woord.
Dit is een zeer concrete vraag waarop ik een zeer concreet antwoord zal geven. Het groeipakket voorziet inderdaad dat niet-begeleide minderjarige vluchtelingen dit groeipakket kunnen krijgen. Dit dient om hen te ondersteunen in de kwetsbare positie waarin zij verkeren. Het kan niet de bedoeling zijn om dat geld naar het buitenland door te sluizen. Voogden spelen daarbij een belangrijke rol. Ik heb ook al het initiatief genomen om met de betrokken diensten rond de tafel te zitten. Indien dit het geval zou zijn – en het moet nog effectief blijken dat dit, zoals er in de krant staat, ook zo is –, dan kunnen we maatregelen nemen waarmee we hier paal en perk aan stellen.
Het groeipakket van jongeren in de jeugdhulp wordt op een rekening gestort. Als ze zestien jaar zijn, kunnen ze daar een stukje van gebruiken. Dat is ook belangrijk om de financiële geletterdheid van jongeren te stimuleren. Dat is een mogelijke piste om, indien er aberraties zijn, die aberraties aan te pakken.
Mevrouw Beckers heeft het woord.
U haalt zelf het voorbeeld van jongeren in de jeugdhulp aan. Naar wat ik heb begrepen, hebben die jongeren slechts recht op een derde van het groeipakket, en wordt twee derde in een fonds gestort en gebruikt om de jeugdhulp te betalen. Dat is toch zeer discriminerend ten opzichte van de jongeren die in een asielcentrum worden opgevangen en 100 procent van het groeipakket krijgen?
Mevrouw Beckers, ik wil ook u bij deze van harte feliciteren voor uw eerste tussenkomst op het spreekgestoelte. Ook u doet dat zonder papier. (Applaus)
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
De niet-begeleide minderjarige vreemdelingen zijn natuurlijk een heel kwetsbare groep. Vlaanderen heeft voor hen in het verleden al heel wat inspanningen gedaan. Ik denk aan het project van Pleegzorg Vlaanderen, ‘Geef de wereld een thuis’, waarbij pleeggezinnen de jongeren opvangen. De jongeren verblijven in verschillende situaties. Dat kan in een pleeggezin of een voorziening zijn, al dan niet met een voogd. Dat heeft natuurlijk invloed op de toekenning van het basisbedrag en de verschillende toeslagen in het groeipakket .
Ik hoor dat u al het initiatief hebt genomen om ervoor te zorgen dat zaken zoals we die in de krant lazen, in de toekomst niet meer kunnen. Dat is natuurlijk van groot belang.
Ik wil u vragen om de verschillende situaties eens duidelijk op te lijsten en samen met de verschillende diensten, zowel op Vlaams als op federaal niveau, voor een stroomlijning te zorgen zodat er meer duidelijkheid en gelijkheid in de verschillende situaties komt.
Mevrouw De Martelaer heeft het woord.
Ik ben een beetje bang dat we gaan veralgemenen en dat we denken dat het groeipakket voor alle niet-begeleide minderjarigen naar het buitenland gaat. Er bestaat inderdaad enige ongelijkheid tussen jongeren die in de jeugdhulp verblijven en jongeren die in de opvangcentra van het Federaal Agentschap voor de Opvang van Asielzoekers (Fedasil) verblijven. Die laatsten genieten van een systeem waarin ze de hele som kunnen beheren, terwijl de jongeren in jeugdhulp maar een derde kunnen beheren, maar er is ook een grote groep van jongeren die al alleen wonen of die nog studeren en dat geld zeker en vast dubbel en dik nodig hebben.
Ik ben bang dat als we nu de piste bewandelen van het besparen op gezinnen, op de kinderbijslag, dat we ook zullen besparen op de meest kwetsbare, niet-begeleide minderjarige jongeren, die tussen 18 en 21 ook nog van dat groeipakket gebruikmaken en die dat geld meer dan 100 procent nodig hebben. Minister, kunt u die bezorgdheid ook delen met ons?
De heer Daniëls heeft het woord.
Collega’s, het is belangrijk dat dat groeipakket wordt gebruikt waarvoor het dient. Daar gaat het over. We moeten zorgen voor het onderhouden, het verzorgen en de leerkansen van jongeren. Dat is de bedoeling. Als u dat besparen noemt … Ik noem dat, in alle eerlijkheid, het juist en correct gebruiken van het groeipakket. Dat zijn nota bene middelen van de belastingbetaler, die we inzetten voor de jongeren.
Minister, de voogden die dat geld beheren, worden aangestuurd door het federale niveau. Ik heb een heel concrete vraag. Ik denk dat u de juiste voornemens hebt. Ik heb het u net horen verwoorden. Op welke manier kunt u, zolang die middelen goed worden gebruikt, er zeker van zijn dat de voogden die daarvoor instaan, maximaal toezicht houden en ervoor zorgen dat die middelen worden gebruikt waarvoor ze dienen: onderhoud en verzorging van de jongeren?
Dank u voor de vragen. Ik zeg eerst en vooral dat er niet wordt bespaard op het groeipakket en de kinderbijslag. De komende vijf jaar zal er 400 miljoen euro extra groei zijn in het groeipakket. Dat is meer dan 10 procent. Daar wordt dus niet op bespaard. Dat is een eerste vaststelling.
Bij de niet-begeleide minderjarigen is er een onderscheid tussen diegenen die onder de rechtstreeks toegankelijke hulp vallen en diegenen die niet onder de rechtstreeks toegankelijke hulp vallen. De enen krijgen het geheel, de anderen krijgen de één derde versus de twee derde waarover u sprak. Die maatregelen werden in overleg met de federale overheid en de federale collega’s genomen op het ogenblik dat de asielcrisis hier zeer urgent was. De vraag werd gesteld hoe de kwetsbare jongeren die zonder ouders hier zijn aangekomen, het best worden opgevangen. Vandaag is het de tijd om te bekijken of de maatregelen die toen werden genomen, nog moeten worden aangehouden, dan wel of we moeten bekijken of er aanpassingen nodig zijn. Ik heb er zelf enkele gesuggereerd.
Er is inderdaad een verantwoordelijkheid van de voogdij. De voogden nemen een grote maatschappelijke verantwoordelijkheid op zich. Je moet het maar willen doen! Zoiets te willen doen, vergt een zeer groot engagement. Maar daar staat ook een verantwoordelijkheid tegenover. Zij zijn verantwoordelijk voor de financiële handel en wandel van deze jongeren. Zij moeten weten wat er kan gebeuren en niet kan gebeuren.
Ik had het over het overleg. Wij zullen ook de collega’s van de federale overheid daarbij betrekken, om te bekijken hoe we dat desgevallend nog meer onder de aandacht kunnen brengen. Los van de maatregelen die we kunnen nemen om bij te sturen, denk ik dat het goed is om hen nog eens op hun verantwoordelijkheid te wijzen, want ik kan me voorstellen dat sommigen zich ook niet bewust zijn van het feit dat daar al dan niet malversaties zijn.
Minister, ik ben blij dat u maatregelen zult nemen om die misbruiken op te sporen en te stoppen. Wat ons betreft, moeten de niet-begeleide minderjarigen dat groeipakket niet krijgen, zeker niet als ze in asielcentra worden opgevangen omdat daar wordt gezorgd voor kost en inwoon, en ook de schoolkosten worden er betaald. Volgens ons is dat dus niet nodig.
Minister, ik ben een moeder van drie kinderen. Ik vrees dat u toch wel bespaart op de kinderbijslag. Ik denk dat alle grote gezinnen dat zullen voelen. Ik hoop, minister, dat de problemen en de misbruiken eerst worden aangepakt, en dat er dan pas wordt bespaard op de kinderbijslag voor de hardwerkende Vlaming. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De actuele vraag is afgehandeld.