Verslag plenaire vergadering
Verslag
Benoeming
Dames en heren, aan de orde is overeenkomstig artikel 7 van het decreet van 15 juli 1997 houdende oprichting van een Kinderrechtencommissariaat en instelling van het ambt van Kinderrechtencommissaris en houdende oprichting van een Commissie van toezicht met betrekking tot voorzieningen voor vrijheidsbenemende opvang van kinderen en jongerenoprichting de benoeming van de Kinderrechtencommissaris.
Artikel 7, §1, van het decreet bepaalt dat het Vlaams Parlement de Kinderrechtencommissaris benoemt na een openbare oproep tot kandidaatstelling en op basis van een vergelijkende selectie, voor een termijn van zes jaar. De selectievoorwaarden en de selectieprocedure werden vastgesteld door het Vlaams Parlement op 23 januari 2019. De selectie werd, in opdracht van het Vlaams Parlement, uitgevoerd door het extern selectiekantoor Berenschot.
Tussen 17 februari en 18 mei 2019 werd een selectieprocedure in verschillende stappen doorlopen waarbij de kandidaten getest werden op relevante competenties en op hun inhoudelijke kennis.
De eindproef, die op zaterdag 18 mei 2019 werd georganiseerd, omvatte drie proeven onder leiding van een jury die de plenaire vergadering op 23 januari 2019 goedkeurde en die werd voorgezeten door mevrouw Mieck Vos, algemeen directeur van VVSG:
1. rollenspel met 2 jongeren;
2. presentatie van een case;
3. interview door de jury.
Het examenreglement bepaalde eveneens dat:
1. de eindproef resulteert in de beoordeling ‘niet geschikt’, ‘geschikt’ of ‘zeer geschikt’;
2. de jury een rangschikking opstelt waarbij de gunstig gerangschikte kandidaten worden meegedeeld aan het Uitgebreid Bureau;
3. het Uitgebreid Bureau de eerst gerangschikte kandidaat voor benoeming voordraagt aan de plenaire vergadering.
De jury oordeelde unaniem dat één kandidaat geslaagd is en als ‘zeer geschikt’ gerangschikt kon worden: mevrouw Caroline Vrijens, momenteel medewerkster van het agentschap Jongerenwelzijn.
Het Uitgebreid Bureau sloot zich op 21 mei 2019 aan bij het oordeel van de jury en draagt mevrouw Caroline Vrijens aan de plenaire vergadering voor. Namens het Uitgebreid Bureau verzoek ik de plenaire vergadering dan ook om de benoeming van mevrouw Caroline Vrijens goed te keuren.
Is het parlement het hiermee eens? (Instemming)
Dan verklaar ik mevrouw Caroline Vrijens benoemd tot Kinderrechtencommissaris. Zij zal in mijn handen na afloop van deze plenaire vergadering de voorgeschreven eed afleggen.
De heer Diependaele heeft het woord.
Voorzitter, ik wil hier even op tussenkomen. Ik heb het enkel en alleen over de procedure die is gevolgd om tot deze benoeming te komen. Mijn tussenkomst gaat dus op geen enkele manier over de persoon die nu wordt voorgedragen, laat dat duidelijk zijn.
Voorzitter, wat u voorleest, dat het Uitgebreid Bureau zich achter die benoeming zou scharen, klopt niet. We hebben per e-mail gecommuniceerd en we hebben zeer duidelijk aangegeven dat we akkoord gingen met de agendering van de benoeming, maar niet met de voordracht zelf. Dat is omwille van de procedure, waar een probleem in zit.
We hebben het er al verschillende keren over gehad en er hebben ook bepaalde zaken over in de pers gestaan. Zonder dat het Uitgebreid Bureau er op voorhand van op de hoogte was, heeft de uittredende kinderrechtencommissaris, Bruno Vanobbergen, zich ook ingelaten met de aanduiding van zijn opvolger. Daarover zijn verschillende vragen gerezen. Op geen enkele manier was dat bekendgemaakt aan het Uitgebreid Bureau, en daar waren vragen over van deelnemers aan de procedure, die tot bij ons gekomen zijn.
Het punt is – en dat drukt zich het best uit in het Engels –: ‘Justice must not only be done, but also be seen to be done.’ Het komt erop neer dat je in een dergelijke procedure, van zodra er nog maar een perceptie is van een fout die zou gebeurd zijn, met een probleem zit, waardoor die benoeming bezoedeld is. Volgens ons is dat hier het geval. Die procedure is kaduuk.
We denken dat de rol van de kinderrechtencommissaris dermate belangrijk is en dat je de geloofwaardigheid onderuithaalt door de inmenging van de uittredende kinderrechtencommissaris, en dat er daardoor vragen zijn met betrekking tot die procedure.
De rol zelf van kinderrechtencommissaris is natuurlijk ook heel belangrijk. Wij willen de nieuwe start van de persoon die vandaag zal worden goedgekeurd door het Vlaams Parlement, niet in het gedrang brengen. Wij willen wel zeer duidelijk onze opmerking genotuleerd zien met betrekking tot de gevolgde procedure. Om geen hypotheek te leggen op de nieuwe kinderrechtencommissaris en de rol die zij moet spelen, zal onze fractie dit goedkeuren. Ikzelf zal me bij wijze van signaal onthouden. (Applaus bij de N-VA)
Mevrouw Claes heeft het woord.
Vanuit CD&V wil ik over de procedure heel duidelijk zeggen dat wij op het ogenblik dat er in het Uitgebreid Bureau discussie ontstond over het feit of de procedure juist is gevoerd, juridisch advies hebben gevraagd. Dit juridisch advies was heel duidelijk. Ik zal het even voorlezen voor de collega's die niet in het Bureau zitten.
Het besluit van dit juridisch advies luidt: “Op basis van het goedgekeurde examenreglement, de vragenlijsten en de correctiesleutels, is de juridische dienst van oordeel dat de organisatie en het verloop van het eerste onderdeel van de selectieprocedure voor een nieuwe Kinderrechtencommissaris” – de schriftelijke proef waarover het ging – “niet is aangetast door onregelmatigheden. De schriftelijke proef heeft aan de tien hoogst gerangschikte kandidaten het recht verleend om door te gaan naar de volgende ronde. Het resultaat van de schriftelijke proef kan bijgevolg niet rechtsgeldig worden ingetrokken.”
Dat is de reden waarom wij, op basis van dit juridisch advies, zeggen dat we verder moesten doen met de tien geslaagde kandidaten. Vandaag is hier de enige kandidate die in de mondelinge proef is geslaagd. Voor ons is het dus juridisch volledig correct verlopen.
Deze discussie hebben we tien keer gevoerd in het Uitgebreid Bureau. Het gaat hier niet over een juridisch probleem, maar over een deontologisch probleem. Daar zit de fout. Mevrouw Claes, het vreemde is dat de eerste keer dat we in het Uitgebreid Bureau kennis namen van het feit dat Bruno Vanobbergen zich had ingelaten met de procedure, iedereen het erover eens was dat er een deontologisch probleem was. De week nadien was het niet meer het geval. (Applaus bij de N-VA)
We sluiten de discussie af.
Het was dus niet eenparig goedgekeurd door het Uitgebreid Bureau.
Mevrouw Vrijens, u kunt misschien even rechtstaan. Dan weet iedereen wie u bent. (Caroline Vrijens staat recht op de publiekstribune. Applaus)
Namens het Vlaams Parlement, proficiat. Wij wensen u een vruchtbaar mandaat toe.