Verslag plenaire vergadering
Verslag
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is het voorstel van decreet van Lionel Bajart, Wilfried Vandaele, Karin Brouwers, Manuela Van Werde, Joris Poschet en Marius Meremans houdende wijziging van het decreet van 27 maart 2009 betreffende radio-omroep en televisie, wat de toegang tot een betalende niet-lineaire televisiedienst betreft.
De algemene bespreking is geopend.
De heer Vandaele heeft het woord.
Voorzitter, we weten dat het gekende televisiemodel onder druk staat. Zo kosten het uitgesteld kijken en het doorspoelen van reclame, bijvoorbeeld, de private omroepen advertentie-inkomsten. Uit een onderzoek van Econopolis blijkt dat dit ten koste van het aanbod aan Vlaamse programma’s zou kunnen gaan. Dit aanbod zou verschralen en een mogelijkheid om hier iets aan te doen, is het niet-lineaire aanbod stimuleren. We moeten daarbij de klemtoon leggen op eigen Vlaamse Nederlandstalige producties. Om te voorkomen dat de markt wordt ingenomen door enkele grote buitenlandse spelers, zoals Netflix, die blijkbaar niet de behoefte voelen om die Nederlandstalige producties te beklemtonen, moeten we lokale initiatieven maximaal ondersteunen en maximale slaagkansen bieden.
Met dit voorstel van decreet doen we dit door een doorgifteverplichting op te leggen. We stellen dat een aanzienlijke hoeveelheid Nederlandstalige Europese producties moet worden doorgegeven.
Dat amendement heeft de N-VA aangevraagd en aan de collega's voorgelegd. Door dat te doen, willen wij in elk geval dat die regelgeving ons Vlaams media-ecosysteem en onze creatieve Vlaamse industrie extra ondersteunt.
De heer De Gucht heeft het woord.
Voorzitter, ik wil collega Bajart verontschuldigen. Hij had andere verplichtingen.
Met dit voorstel van decreet willen we de weg vrijmaken om de toekomst van de Vlaamse mediasector te versterken. In de commissie en ook in de plenaire vergadering hebben we geregeld gepraat over de verschuiving van reclame-inkomsten, het veranderend kijkgedrag van de mediagebruiker en de opkomst van nieuwe spelers en distributietechnieken. Die zetten ons Vlaamse media-ecosysteem danig onder druk.
Anderzijds werd er bij de laatste studie, die we hier ook hebben besproken, van Econopolis en imec-SMIT onder leiding van de VUB, ook een duidelijk lichtpunt gezien. Want de Vlaamse mediaconsument is wel degelijk bereid te betalen voor goede content. En net daar gaat het om: de toekomst van de mediabedrijven, omroepen en vooral de productiehuizen in Vlaanderen verzekeren, want die maken wereldwijd erkende goede content.
De kijker houdt van Vlaamse series. Omroepen staan vandaag echter onder grote commerciële druk, die de productie daarvan in gevaar brengt. De Vlaamse omroepen zijn goed voor 90 procent van de investeringen in Vlaamse content. Los van de economische effecten die hieraan verbonden zijn, gaat dit natuurlijk ook om ons cultureel beleid. De Vlaamse omroepen doen een belangrijke bijdrage aan ons cultureel landschap en maken een onmisbaar deel uit van het maatschappelijk debat. Dat komt allemaal samen wanneer de commerciële druk op ons media-ecosysteem te groot wordt.
Er is echter een lichtpunt. De betalingsbereidheid van de Vlaamse burger kan vandaag ook worden omgezet in een nieuwe bron van inkomsten. We moeten wel opletten dat ook dit niet weer naar het buitenland vloeit, zoals bijvoorbeeld met reclame al gebeurde.
We moeten als overheid onze verantwoordelijkheid hierin nemen, maar laat ons duidelijk zijn: het zijn de mediabedrijven zelf die dit moeten waarmaken. Wat we wel kunnen doen, en dat is waar dit voorstel van decreet op neerkomt, is de drempel voor betalende niet-lineaire televisiedienst, zeg maar een Vlaamse Netflix, zo laag mogelijk leggen. Die zou ons ecosysteem kunnen versterken en ervoor zorgen dat de ‘willingness to pay’ van de Vlaamse consument niet volledig naar het buitenland vloeit.
Maar zo’n initiatief houdt natuurlijk ook investeringen in, en vooral ook risico’s. Om kans van slagen te hebben, is het belangrijk dat dit interessant genoeg is voor de consument en dat die er gemakkelijk bij kan. Dat laatste willen we verzekeren met dit voorstel van decreet. Door ervoor te zorgen dat, als zo’n initiatief wordt gelanceerd, dit niet enkel via internet, maar ook via televisie tot bij de consument raakt, nemen we een belangrijke drempel weg, zodat de mediabedrijven in staat zijn om hiermee aan de slag te gaan. Wanneer de omroepen niet weten of ze in staat zijn om bij de consument te raken, is het nog maar de vraag of ze dit investeringsrisico willen of durven nemen. Alvast dat aspect proberen we hiermee weg te nemen.
Collega’s, bij de bespreking in de commissie Media hebben we beslist om de Mediaraad te vragen ons hierbij nog te adviseren. Hoewel er binnen de Strategische Adviesraad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media (SARC) geen duidelijke consensus was in de ene of de andere richting, wil ik toch op een aantal aspecten ingaan.
We hebben het al gehad over de urgentie die speelt. Die is vandaag reëel: er is één internationale speler die op dit moment al een heel sterke marktpenetratie heeft, en volgens het onderzoek waarover we al spraken, zou er in Vlaanderen maar ruimte zijn voor een drietal dergelijke spelers. Met andere woorden: wordt er nu niet snel ingespeeld op deze opportuniteit, dan dreigt deze markt verzadigd te worden door internationale spelers. En die komen er wel degelijk aan. Om een echte kans van slagen te hebben en zo ons ecosysteem te versterken, is snelheid dus duidelijk aan de orde.
Daarnaast is er ook de vraag of dit moet gelden voor een initiatief van één omroep, of van een samenwerking van omroepen. Hoewel we de samenwerking zeker en vast toejuichen, moeten we duidelijk kiezen voor zo laag mogelijke drempels. We willen de markttoegang zo laag mogelijk brengen, en daarom doen we nu een decretale ingreep. Door dit enkel te laten gelden voor een samenwerking, zou je de drempel weer verhogen. Dan mis je de doelstelling die we vooropstellen.
Collega’s, de vraag werd opgeworpen of deze decretale verplichting enkel zou moeten gelden voor een betalend niet-lineair aanbod. De reden daarvoor is wat ons betreft nochtans erg duidelijk: de doelstelling is om ons media-ecosysteem te versterken, zodat het zijn culturele en maatschappelijk belangrijke rol kan blijven vervullen. Daarbij is het probleem duidelijk, en daar ben ik ook mee begonnen: de financiering van Vlaamse content staat onder druk, terwijl de betalingsbereidheid van de Vlaamse consument naar het buitenland wegvloeit. Het is net een betalende niet-lineaire televisiedienst die in dat gat kan springen en hopelijk minstens een deel van een oplossing voor onze sector en ons cultureel veld kan zijn.
De heer Caron heeft het woord.
Collega's, we zouden ons de vraag kunnen stellen of wij voor of tegen een Vlaamse Netflix zijn. Is het belangrijk om een Vlaamse Netflix te hebben? Ik zou een opiniepeiling kunnen doen in deze zaal, bij de zeven mensen die zitten te luisteren. Dank u wel, ik heb al vier stemmen voor. Vijf, zes, zeven, acht, negen, tien, elf stemmen voor. De vraag is of dit voorstel van decreet het juiste instrument is om zo'n Vlaamse Netflix te creëren.
Laten we misschien nog even een stapje terug zetten. Als we ons niet heel erg haasten, heeft het helemaal geen zin om nog een Vlaamse Netflix te hebben. Collega De Gucht, die meestal zeer wijze woorden spreekt, heeft het gezegd: mensen zullen geen drie abonnementen nemen. Je kabeltelevisie, een abonnement op Netflix, straks eentje op een soort Vlaamse Netflix, eentje op Play bij Telenet en iets gelijkaardigs voor de Proximusabonnees, zo zot ga je de Vlaming niet krijgen.
Maar goed, we willen een Vlaamse Netflix. Zijn we het daarover eens? Wel, wat zijn dan de voorwaarden voor een Vlaamse Netflix? Dat je een fantastische catalogus hebt. Want dat is de sterkte van de Amerikaanse Netflix. Dat je een reuzefantastisch palet hebt, een diversiteit van series, films, documentaires, een aanbod om ‘u’ tegen te zeggen, waar je door verleid wordt, waar je een gezinsabonnement op neemt, waarbij je kinderen in hun eigen slaapkamer op hun laptop naar hun favoriete series kijken, terwijl moeder naar ‘Thuis’ of ‘Familie’ kijkt, of naar een of andere andere soap.
Als we ons niet heel erg haasten, zal er geen Vlaamse Netflix zijn, maar zal die markt al lang ingenomen zijn door die andere spelers. Ik zou opnieuw een peiling kunnen doen: wie heeft hier een abonnement op Netflix? Dat valt nog tegen, vind ik. Er is dus misschien toch ruimte voor een Vlaamse Netflix. Wanneer zou u zich abonneren? Als u een fantastische catalogus vindt. Akkoord? En als de prijs redelijk is, misschien ook. Want dat is al uw tweede abonnement, boven op de Amerikaanse Netflix.
De vraag is of wij in dit Vlaams Parlement decretaal kunnen garanderen dat die basisvoorwaarden vervuld zijn, dat we een fantastische catalogus hebben, voor een betaalbare prijs, die heel veel Vlamingen bereikt. Dat is waar we naartoe moeten. Ik denk dat we die bekommernis zeker delen, zeker met de leden van de commissie Media, en ook met heel veel Vlamingen. Want morgen hebben we ook nog Apple TV, en Google komt er ook nog aan. Die gaan ons ook nog eens een abonnement proberen aan te smeren. En op het moment dat de markt gesatureerd is, zal Netflix er ongetwijfeld ook nog eens reclame proberen tussen te plooien, om hun verdienmodel nog wat bij te stellen. Dan tellen wij in Vlaanderen niet meer mee. En toch investeren we met de Vlaamse overheid vrij veel miljoenen in de ontwikkeling van Vlaamse fictie, en terecht. We hebben ook internationaal wat te betekenen.
De vraag is hoe we daar het best toe kunnen komen. Wel, collega's, dit voorstel van decreet, zoals het nu voorligt, beantwoordt helaas niet aan die drie voorwaarden.
Het zou er kunnen aan beantwoorden maar het geeft geen garantie.
Deze tekst laat toe dat één televisieonderneming in Vlaanderen een Netflix met zijn eigen portefeuille maakt en zijn twintig series van de laatste jaren daarop zet en verkoopt. Is dat een verdienmodel? Zeer twijfelachtig. Wie is geïnteresseerd vandaag? VTM, Medialaan is geïnteresseerd om een dergelijk Netflix te maken maar zult u een abonnement nemen met alleen series van Medialaan? Is dat toch niet een beetje te mager? Of zou u er eentje nemen met alleen de VRT? En met de series van SBS, VIER en VIJF? Of zou u er misschien toch eentje nemen wanneer die allemaal samenwerken en als al die productiemaatschappijen die die series creëren daar ook aan participeren? Als we dan bovendien in Europees verband, in elk geval voor het Nederlandstalig aspect, partners zoeken om aanbod te creëren, dan hebben we een levenskans. Dan hebben we een verdienmodel en promoten we de Nederlandse en Vlaamse cultuur en onze expertise op het vlak van fictie en de creatie van fictie. Dat moeten we doen.
Telenet en Proximus zijn natuurlijk gewoon tegen, die willen een eigen portefeuille van Play blijven aanbieden. Dat zien we heel goed in het advies van de Strategische Adviesraad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media (SARC). We mogen overigens dankbaar zijn dat de SARC binnen een termijn van twee weken een vijftien bladzijden lang advies heeft afgeleverd waarin al die tegenstellingen waar we nu over bezig zijn, zeer expliciet naar voren komen.
Telenet en Proximus willen geen concurrenten, zij willen Netflix verkopen en hun eigen pakketje. Die doen dus ook niet mee hoewel zij verplichtingen hebben om te investeren in fictie, dat hebben wij decretaal vastgelegd. De VRT heeft VRT NU en wil heel graag niet alleen op internet maar ook op televisie. En dus is de VRT vragende partij om een dergelijk kanaal te krijgen van niet-betalende lineaire televisie.
SBS zal ook niet meedoen want Telenet is voor 100 procent baas in SBS, in VIER en VIJF. En dus blijft alleen VTM over. We bespreken hier dus een voorstel van decreet dat geen enkele structurele basis heeft voor een Vlaamse Netflix al is het met de beste bedoelingen ingediend, daar twijfel ik niet aan.
Tweede waarschuwing: we hebben in het Mediadecreet een hoofdstuk signaalintegriteit. Wanneer de zenders en de distributeurs niet overeenkomen, is daarin een procedure opgenomen van bemiddeling en arbitrage. Dat gaat dan bijvoorbeeld over het doorspoelen van reclame. Dat staat niet in dit voorstel van decreet. In een relatief liberale mediamarkt die technologisch heel snel evolueert, moet de overheid zeer terughoudend zijn om in te grijpen, want het risico bestaat dat een van de partijen wordt bevoordeeld of benadeeld.
Met dit verhaal bevoordeelt u uiteraard de VTM. Want het is hier altijd hetzelfde: de VTM mag zoiets opstarten maar de VRT niet. Waarom zouden wij onze eigen openbare omroep een plezier doen? Of nog beter: waarom zouden we de VTM en de VRT niet kunnen verplichten om samen te werken? Maar verplichten, dat doen we niet. We zijn hier de versnippering aan het organiseren van partijen die concurrenten zijn en we bieden geen enkel aantrekkelijk instrument om dat ook te doen. En dus is wat voorligt niets anders dan een doodgeboren kind.
Er zal geen interessante catalogus zijn van aanbod dat alle zenders bevat, al hun fictie, de productiehuizen en hun fictie inbegrepen. Het zal niet voldoende penetratie krijgen, omdat dat aanbod zo klein is en de buitenlandse concurrentie te groot. Tegen dan hebben de Vlamingen al lang twee andere abonnementen. En dat is jammer, doodjammer. Want we missen een grote kans.
Collega’s, ik zou graag hebben gewild dat we hier met z'n allen tegen al onze zenders, productiemaatschappijen en distributeurs zeiden: ‘Kleine commerçantjes, stop er nu eens mee. Leg nu eens uw kaarten samen. Ge zult allemaal commercieel belang hebben bij één grote Netflix.’ Dan krijgt iedereen een vergoeding a rato van het aanbod dat daar wordt verkocht aan de kijker, op basis van de abonnementen van de kijker. Dat kan perfect. Dan zouden we misschien een krachtig model hebben.
Wij zullen niet tegenstemmen. Wij zullen niemand kwaad doen. Maar het zal niets oplossen. Het spijt me. (Applaus bij Groen en sp.a)
Mijnheer Caron, u hebt gelijk dat het geen eenvoudige zaak zal zijn. Maar u hebt volgens mij ongelijk in de redenering dat het enkel van de grond kan komen wanneer je de samenwerking verplicht.
Ten eerste ben ik niet zo'n grote voorstander van de idee van verplichting.
Maar dit decreet verplicht, mijnheer De Gucht!
Mijnheer De Gucht, u hebt het woord.
Ik weet dat u, of uw partij, daar soms wel wat de neiging toe heeft. Maar het maakt eigenlijk dat er een ‘equal playing field’ is. En dat is waarover dit decreet gaat, over het creëren van een gelijk speelveld.
Mocht je in een ideale wereld leven, zouden de verschillende zenders inderdaad samenwerken om een zo groot mogelijk aanbod te hebben, aangevuld met de productiehuizen. Want wat je vandaag hebt aan klasse in onze sector, is enorm. Het is ongeëvenaard in het buitenland, misschien Denemarken uitgezonderd. Onze eigen producties zitten op topniveau, zeker gezien de budgetten die daartegenover staan. Maar je moet daar wel komen. Door een verplichting tot samenwerking erin op te nemen, maak je er nog meer een doodgeboren kind van. Dan moeten we zelfs niet spreken over waar we naartoe willen gaan.
Ik zie dit eerder als een eerste stap. Is dit een ideale stap? Nee, maar ik zie dit wel als een eerste stap die ons de mogelijkheid geeft om een stevig antwoord te bieden aan de zoveelste herhaling van Friends of de zoveelste nieuwe serie die op Netflix verschijnt en die niet noodzakelijk veel culturele overeenkomst heeft met onze maatschappij, en zeker geen culturele meerwaarde. Laat de twee maar mooi naast elkaar bestaan. Laat die Amerikaanse series maar komen, maar laat ons vooral ook proberen die bijzonder sterke Belgische en Vlaamse series naar voren te halen.
Voorzitter, collega Caron gaat zeer ver in zijn neerwaartsespiraalanalyse dat er geen behoefte is aan een aanbod dat enkel bestaat uit de portefeuille van Medialaan, of enkel uit de portefeuille van de openbare omroep. Dat kan allemaal wel zijn. En er zou moeten worden samengewerkt. Dat is ons aller hoop, collega, en het is misschien zelfs het uitgangspunt geweest van de regeling die hier vandaag voorligt.
Maar er is een heel belangrijk punt waaraan u voorbijgaat, en dat is dat de rol van dit parlement de rol van dit parlement is. En dat is inderdaad niet de rol om zelf die samenwerkingen te gaan smeden of verplichten, of om te gaan zeggen hoe men het moet doen of niet moet doen. Onze rol bestaat erin een vehikel, een instrument, een kader te creëren, om die samenwerking van die ‘Vlaamse Netflix’ mogelijk te maken. En dat is wat wij vandaag doen. En ik denk dat er ook niet meer van ons mag worden verwacht dan dat. Want anders zouden wij alweer buiten onze rol treden. Dat hebben we al een paar keer gedaan of bijna gedaan in mediadossiers. We kennen de voorbeelden, dus we moeten daar omzichtig mee omspringen.
Wat we nu doen, is een vehikel creëren, een kader creëren. Voor de rest zullen we zien wat daarmee gebeurt. Wat ermee gebeurt, is niet onze verantwoordelijkheid, dat is ook niet onze taak. Dat is echt wel de verantwoordelijkheid van de mediabedrijven, van de spelers op het terrein. We kunnen alleen maar hopen, zoals uzelf en anderen al hebben gezegd, dat de spelers verstandig genoeg zijn om toenadering te zoeken tot elkaar en iets aan te bieden dat meerwaarde heeft, waar wel degelijk een markt voor is, waar wel degelijk een publiek voor is en waar wel degelijk een verdienmodel rond gebouwd kan worden. Maar verder gaan dan wat we vandaag doen, kunnen wij niet als parlement.
Als wij willen dat er zoveel mogelijk samengewerkt wordt om een mooi aanbod te creëren, dan is het niet slim om vandaag voor een verplichting te stemmen. Dat is wat u doet, collega De Gucht. Ik niet. Ik ben er voor dat er wordt samengewerkt en dat de minister van Media eventueel via een resolutie de aanbeveling krijgt om de spelers rond de tafel te brengen en te proberen een coalitie te smeden voor een Vlaamse Netflix. Wat u doet, is de distributeurs verplichten – dat staat er letterlijk in, hoor – om het signaal door te geven. (Opmerkingen van Jean-Jacques De Gucht)
U grijpt in op de markt, waarvoor een decreet bestaat! Er is een decreet Signaalintegriteit met een arbitrageprocedure. Signaalintegriteit gaat over doorgift. Daar grijpt u op in. Goed, het is maar om te zeggen, mijnheer De Gucht, uw verhaal over verplichting…
We gaan het debat nu afronden, dames en heren. We gaan niet herhalen wat in het verslag staat.
Dat staat niet op die manier in het verslag.
Ik ken het verslag natuurlijk niet, maar we gaan het debat niet helemaal opnieuw doen. We laten eerst de heer Caron afronden. Dan krijgen beide heren nog een repliek en geven we het woord aan mevrouw Brouwers en aan mevrouw Segers. En dan sluiten we het debat.
Wij gaan ons onthouden omdat ik de kans waarvoor opgeroepen wordt, ook wil geven. U weet evengoed als ik dat dit zeer weinig slaagkansen heeft. Ik had veel liever gehad dat er een aanbeveling aan de regering kwam om een coalitie te smeden en te onderzoeken wat mogelijk was, heel dringend zelfs, in plaats van nu unilateraal te zorgen dat één mediagroep, namelijk Medialaan, Telenet en Proximus kan dwingen om zo een initiatief van Medialaan op te nemen, en dat niet te doen voor VRT NU, waarmee u ook de markt ontwricht. De stap die u nu zet, is net de stap te ver om het te laten slagen. We zullen zien. Wij gaan ons onthouden. ‘On verra’.
Ik schrik een beetje van uw redenering en de verdediging die u hier opneemt voor Proximus en Telenet. Ik had dat niet in u gezien. Wat we doen, is inderdaad ervoor zorgen dat er op de twee grote spelers die die signalen doorsturen naar de klanten, die de kabel beheersen in Vlaanderen, zeker en vast wat betreft Telenet, een kanaal komt, een betalend kanaal, waarvan wij op dit moment weten dat de inkomsten zullen zorgen voor de mogelijke instandhouding van wat wij vandaag aan ongelooflijk goede producties in Vlaanderen hebben. Is dat het perfecte traject? Neen. Maar we zijn ook op het einde van de legislatuur. Het zou een heel goede zaak zijn mocht in de volgende legislatuur de minister van Media als een van zijn eerste actiepunten de verschillende spelers rond de tafel bijeenbrengen en ervoor zorgen dat we eindigen waar volgens mij iedereen het over eens is waar we moeten eindigen. Is dit een belangrijke stap waarbij je ervoor zorgt dat dat signaal in de huiskamers terechtkomt? Ja. Ik had het niet in u gezien, maar ik vind het een mooie wending...
Het is een interessante poging om mij in een hoek te drummen. (Opmerkingen van Jean-Jacques De Gucht)
Mijnheer De Gucht, Telenet kan mij vierkant gestolen worden.
De bestuursmandaten wenken, collega.
Telenet is een Amerikaans bedrijf en die belangen wil ik niet delen.
Meer zelfs, ik heb niet gestemd voor de verplichting dat de distributeurs die in een productie investeren, de centen zelf mogen besteden. Ik ben er altijd voor geweest dat die centen in het Mediafonds terechtkwamen, net om de onafhankelijkheid van de Vlaamse productie te garanderen en niet de afhankelijkheid van een Amerikaanse keten.
Weet u, als alle zenders zouden samenwerken en als Telenet geen producent zou zijn, dan zouden we veel verder geraken dan nu. Dan steun ik graag met u een collectief initiatief. Dan wil ik die distributeurs verplichten om dat collectief initiatief op de markt te brengen en te distribueren via de kabel, naast het internet, ook op de televisie.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Voorzitter, in september van vorig jaar ging mijn eerste parlementaire vraag aan minister Gatz over een eventuele Vlaamse Netflix en of hij het zag zitten om dit te faciliteren. Ik ben dan ook blij dat we vandaag dit voorstel van decreet kunnen goedkeuren.
Ondertussen hebben we ook de Econopolisstudie die door de minister was besteld. Die studie wees op een zeer acute situatie. Uiteindelijk gaan alle centen dat het grote Netflix ontvangt, naar het buitenland. We hebben daar binnen Vlaanderen economisch zo goed als niets aan. Het zou zeer goed zijn dat er zo'n initiatief kan komen, ook om onze Nederlandstalige producties op die manier extra mogelijkheden te geven om bij de mensen te geraken.
In Vlaanderen zitten we nagenoeg met een monopoliesituatie van Telenet. Ongeveer 80 procent van de mensen is aangesloten bij Telenet. Zij bepalen eigenlijk wat wij te zien krijgen. Met dit voorstel van decreet zullen we hen voor een stukje verplichten om een dergelijk signaal door te geven.
Er is ook al gerefereerd naar Medialaan. Zij zijn een commercieel bedrijf. Zij zullen perfect weten wat ze doen. Zij zullen dat verdienmodel grondig onderzoeken. Ik veronderstel dat, als het enigszins kan, ze de VRT daarbij zullen betrekken, want dat is allicht noodzakelijk om zoveel mogelijk massa te hebben, om zoveel mogelijk producties te kunnen tonen. Laten we hopen dat die samenwerking in de markt vanzelf tot stand komt.
Het is vooral de bedoeling van dit voorstel van decreet om te vermijden dat de concurrentie – dat kan dan gaan over zowel andere zenders als distributeurs – een zender tegenhoudt die daar mee aan de slag wil en iets wil beginnen.
Is dit perfect? Neen, dat zal niet. Allicht volgend jaar zullen wij met het nieuwe parlement een Europese richtlijn moeten omzetten, de AVMD-richtlijn (Audiovisuele Mediadiensten), waarbij al deze zaken geëvalueerd kunnen worden.
CD&V zal dit voorstel van decreet met veel overtuiging goedkeuren. Het is jammer dat het advies van de SARC een beetje verdeeld was en dat we er niet heel veel wijzer uit werden. Daardoor denken we dat we dit voorstel niet moeten aanpassen.
Dit voorstel van decreet is nodig, want anders worden we compleet overspoeld door grote buitenlandse groepen. We moeten onze eigen culturele Nederlandstalige identiteit via Vlaamse producties bewaren en kansen blijven geven.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Dit voorstel van decreet van de meerderheid stelt een ingrijpende maatregel voor om – ere wie ere toekomt, want de bezorgdheid is er – de leefbaarheid en de gezondheid van het Vlaamse mediaecosysteem te garanderen. Er wordt een ‘must-carry’ voorgesteld, een verplichting dus, voor Telenet en Proximus om een Vlaamse Netflix, die nog niet bestaat, op te nemen in de catalogus. Ik wil ook niet geboekstaafd worden als een verdediger van de distributeurs, maar ik ben wel de verdediger van een gezond mediaecosysteem.
Ik geloof helaas niet in het voorstel van decreet dat nu voorligt om meerdere redenen. De heren De Gucht en Caron hebben heel duidelijk de uitdagingen geschetst waar de Vlaamse mediasector voor staat. Die zijn zeer complex. Het is dus heel belangrijk dat we onze Vlaamse mediaproducties ondersteunen en beschermen, want het gaat over onze Vlaamse cultuur, over ons DNA.
Het valt echter nog af te wachten of een Vlaamse Netflix per se een succesrecept zal zijn. We denken dat dat alleen maar succesvol kan zijn als dat initiatief niet van één zender, één mediagroep komt, want zo is dat nu wel voorzien in het voorstel dat voorligt, maar op zijn minst een initiatief is van meerdere zenders. En de VRT moet daar zeker bij betrokken zijn. Indien het een solo-initiatief is van Medialaan of SBS, dan zie ik geen recept voor succes, en collega Caron heeft ook duidelijk geschetst waarom.
Bovendien zie ik ook niet waar het moet eindigen. Op basis van het voorstel van decreet zou het bijvoorbeeld perfect mogelijk zijn om, mocht ik baas van de VRT zijn, een must-carryplaats te vragen voor VRT NU. Waarom niet, als het kan voor Medialaan, dat misschien als eerste daarmee zal afkomen.
Ten tweede iets over de gang van zaken. Het voorstel is er out of the blue gekomen, tijdens de laatste commissievergadering. Collega’s, wij vinden dat niet serieus. Het gaat over een ingrijpend voorstel. Op zijn minst was er een advies van de Raad van State nodig. De Raad van State gaf aan geen enkele reden te zien om een spoedadvies uit te brengen. Dus toen we de bespreking aanvatten in de commissie, hadden we geen enkel advies.
– Wilfried Vandaele, ondervoorzitter, treedt als voorzitter op.
Daarom hebben we in de commissie dan ook beslist om op zijn minst een bijkomend advies van de Strategische Adviesraad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media (SARC) te vragen, en die heeft zich op twee weken tijd, in het midden van de paasvakantie, verdiept in deze kwestie en heeft ons een zeer uitgebreide nota verstrekt, waarvoor heel veel dank vanwege onze fractie.
Dat advies van de SARC is bijzonder gedetailleerd, genuanceerd, maar toont ook dat dat voorstel ons als parlement de facto partij laat kiezen, ofwel voor de zenders ofwel voor de distributeurs, en die hebben elk hun eigen belangen. Uiteraard zijn de distributeurs tegen, want de must-carry voor een Vlaamse Netflix zou eigenlijk alleen maar de betaaldiensten van Telenet en Proximus ondermijnen. Uiteraard is voor ons de signaalintegriteit een vitaal uitgangspunt, en willen wij onze Vlaamse zenders en mediabedrijven ondersteunen en beschermen, maar een gezond mediaecosysteem en een pax media zijn dat voor ons ook.
Omdat er geen advies is van de Raad van State en de SARC een zeer verdeeld standpunt heeft vertolkt, zouden wij het liefst zien dat deze kwestie wordt uitgesteld tot wanneer – collega Brouwers verwees er ook naar – we ons toch zullen moeten buigen over aanpassingen aan ons Mediadecreet omdat we de nieuwe Europese Mediarichtlijn moeten omzetten in Vlaams beleid. Men wil dit nu vliegensvlug door het parlement jagen op het einde van de legislatuur. Omdat dat voor ons geen goede gang van zaken is en niet van goed beleid getuigt, zullen we ons onthouden met betrekking tot dit voorstel van decreet. (Applaus bij sp.a)
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het voorstel van decreet.
De door de commissie aangenomen tekst wordt als basis voor de bespreking genomen. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2018-19, nr. 1936/4)
– De artikelen 1 en 2 worden zonder opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het voorstel van decreet houden.