Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Ik zal het hebben over fietsen in Vlaanderen. Voorzitter, minister, Vias maakte via de Verkeersveiligheidsbarometer cijfers bekend. Daar was goed nieuws te lezen en daar was slecht nieuws te lezen. Het goede nieuws is dat het aantal verkeersdoden daalt. Het slechtere nieuws was dat het aantal verkeersdoden bij fietsers gestegen is.
Er zijn ondertussen cijfers gekend van de verzekeraars, onder andere KBC. Zij zeggen dat tussen 2014 en 2018 in het kader van het woon-werkverkeer met de fiets het aantal fietsongevallen gestegen is met 47 procent. Het zijn zeer significante cijfers. De oorzaak, volgens zowel Vias als de verzekeraars, is onaangepaste fietsinfrastructuur.
Minister, u gaat er altijd prat op dat u 138 miljoen euro investeert in fietsinfrastructuur. Hoe komt het dan dat er geen beter en veiliger fietsverkeer mogelijk is in Vlaanderen?
Minister Weyts heeft het woord.
Het is goed dat u ook het positieve aanhaalt, namelijk dat we erin geslaagd zijn om sinds 2014 jaar na jaar het aantal verkeersdoden te doen dalen. Zo zitten we op een historisch laagterecord.
Maar er is inderdaad een keerzijde wat de fiets betreft. Dus in 2017 en 2018 is er sprake van een stijgend aantal verkeersdoden, maar ook hier enige nuance. Van 2014-2018 – de periode waarop u mij perfect mag afrekenen – is het aantal verkeersdoden bij fietsers van 50 gedaald naar 37. Dat is min 26 procent. Dat is een positieve evolutie. Het aantal gewonden is gelijk bleven. Daartegenover is – gelukkig maar – het aantal fietsers gevoelig gestegen. Dat is een stijging, als ik de cijfers van de FOD Mobiliteit mag geloven, van 15 naar 17 procent in het woon-werkverkeer. Dat is relatief bekeken een stijging met 13 procent. Conclusie: het aantal doden is sinds 2014 met een kwart verminderd; het aantal gewonden is gelijk gebleven; het aantal fietsers is gevoelig toegenomen.
Dat wil niet zeggen dat we niet verder werk moeten maken van investeringen, want hoe komt het dat het aantal fietsers is toegenomen? Dat is een sneeuwbaleffect dat we met z'n allen hebben kunnen bereiken. Door meer te gaan investeren, hebben we een betere fietsinfrastructuur gekregen. Dat heeft geleid tot meer fietsers, wat op zich zou leiden tot meer investeringen. Die sneeuwbal moeten we aan het rollen houden.
We moeten met ons allen in deze periode, in ons verkiezingsprogramma inschrijven dat we voorstander zijn van nog een kwantumsprong. We hebben nu een serieuze verhoging van de budgetten voor fietsinfrastructuur van 55 procent. We zitten nu op 140 miljoen euro, maar we zullen daar nog wat moeten bij doen. Ik heb 300 miljoen euro naar voren geschoven, het mag vanzelfsprekend meer zijn, maar we zullen alleszins die sneeuwbal nog een serieuze duw moeten geven om te zorgen voor meer investeringen.
Dat zijn ook investeringen voor meer verkeersveiligheid, wat dus wel noopt tot keuzes. Het is natuurlijk gemakkelijk om te zeggen dat ik moet zorgen voor het verkeersveilig maken van kruispunten. Het zijn soms diezelfde collega's die zeggen dat ik de kruispunten op de A12 heb aangepakt en dat de auto's nu minder snel kunnen doorstromen. Dat zijn inderdaad keuzes die we moeten maken. We hebben daar op de kruispunten van de A12 gezorgd voor de invoering van ‘vierkant groen’, wat absoluut een verbetering is op het vlak van de verkeersveiligheid voor zwakke weggebruikers, voor voetgangers en fietsers.We moeten dus altijd zoeken naar dat evenwicht tussen verkeersveiligheid en doorstroming.
Tot slot weet u dat we serieus investeren in het verkeersveilig maken van zwarte punten. We hebben daarvoor nu een dynamische lijst op basis van recente gegevens. Samen met de Fietsersbond zijn we een systeem aan het uitwerken. U weet dat we voor het bepalen van de prioriteiten op die lijst een zeer morbide rekenkunde gebruiken, namelijk vijf punten voor een kruispunt waar een dode gevallen is, drie voor een zwaargewonde, één voor een lichtgewonde. Die berekening gaan we enigszins wijzigen in die zin dat we een hogere prioriteit geven aan die kruispunten waar verhoudingsgewijs meer ongevallen met fietsers gebeuren. Daarvoor zijn we nu ook een systematiek aan het uitwerken, samen met de Fietsersbond.
Op al die fronten boeken we dus vooruitgang. Ik denk dat het goed is om te weten dat we meer zullen moeten investeren, maar dat we anderzijds in de aanpak van de verkeersveiligheid op de kruispunten nu ook een positieve evolutie aan het beleven zijn.
Minister, dank u voor uw antwoord. Ik denk dat we er hier geen verkiezingsdebat van moeten maken. U spreekt voor de N-VA van 300 miljoen euro; het staat ook in ons verkiezingsprogramma, om zowel het budget voor openbaar vervoer als voor fietsinfrastructuur te verhogen.
Om terug te keren naar deze legislatuur, verwijs ik graag even naar uw Vlaams beleidsplan. U stelt daar heel duidelijk dat Vlaanderen gelooft – en u dus ook – in ‘safety by numbers’, waardoor het veiliger wordt als er meer fietsers zijn. Dat geldt blijkbaar wel voor de auto’s want er zijn de laatste tien jaar ongeveer 10 procent auto’s bijgekomen, terwijl er 40 procent minder ongevallen zijn gebeurd. Maar blijkbaar geldt dat nog niet ten volle voor de fietsers.
Een bijkomend puntje dat ik nog wil aanhalen, gaat over de bedrijfsfietsen. Er is een heel sterke stijging voor bedrijfsfietsen, wat ook wel positief is. De werkgevers baren zich toch wel zorgen want met de extra ongevallen die er gebeuren, is er ook veel meer arbeidsongeschiktheid. Gelukkig zijn er al veel bedrijven die inzetten op andere mobiliteit, op fietsen, op elektrische fietsen, enzovoort. Er zijn ook heel veel bedrijven die, ondanks het aantal arbeidsongeschiktheden, toch blijven inzetten op het fietsen. Veel bedrijven nemen extra initiatieven om de fietsveiligheid bij hun werknemers te promoten. Zult u eventueel samen met de bedrijven initiatieven nemen om het nog veiliger te maken, om nog meer aan preventie te doen, ten behoeve van die werknemers?
De heer Rzoska heeft het woord.
Er wordt inderdaad meer gefietst in Vlaanderen. Daar hebben we allemaal toch ook wel voor geijverd. Ik ben het met u eens dat het budget voor fietsinvesteringen voor de eerste keer toch stevig boven die 100 miljoen euro zit. Dat is een belangrijk gegeven.
Maar tegelijkertijd stel ik vast dat er toch een aantal problemen opduiken. Dat heeft ook te maken met het feit dat er op dit moment zeer veel verschillende soorten fietsen van de infrastructuur gebruikmaken. Iedereen die vaak fietst, kan dat vaststellen. Minister, ik denk dat het toch wel van belang wordt dat we ook een diepgaande analyse maken van de manier waarop die fietsongevallen zich voordoen, zodat we ook gepast kunnen antwoorden. In die zin heb ik een concrete vraag. Ik stel op het terrein al te vaak vast dat de fietsinfrastructuur niet snel genoeg volgt, en dat er vaak nog fietspaden zijn of zelfs nog worden aangelegd die niet voldoen aan de spelregels die wij zelf binnen het fietsvademecum opleggen. Ik zou u toch willen vragen of het niet tijd wordt dat we dat fietsvademecum afdwingbaar maken, zodat de vele fietsers die erbij komen zich ook op een veilige manier in Vlaanderen kunnen bewegen.
De heer Keulen heeft het woord.
Ik denk dat dit een heel interessant thema is waarover, met het oog op 26 mei, nog heel veel van gedachten gewisseld gaat worden. Het water is immers niet zo diep tussen de verschillende fracties. Minister, ik heb ook al vaker gepleit voor een herfinanciering van onze steden en gemeenten, vooral vanuit het oogpunt van mobiliteit, met inderdaad een stuk bijkomende verantwoordelijkheid voor de lokale besturen in de organisatie van het openbaar vervoer, de vervoerregioraden. Daarnaast denk ik dat de grootste inhaalbeweging moet gebeuren langs gemeentewegen want daar hebben we er uiteraard de meeste van, en daar zijn de fietspaden vaak ook in allesbehalve veilige staat. Daar moeten we extra fondsen voor werven.
De heer Parys heeft het woord.
Voorzitter, ik wil nog even zeggen dat ik het positief vind dat de fracties die aan het woord zijn geweest, allemaal het belang en het beleid van de minister op dat punt ondersteunen. Het budget voor fietspadinvesteringen, bijvoorbeeld, is de voorbije vijf jaar behoorlijk gestegen. Dat is iets waar we trots op kunnen zijn.
Zoals daarnet is gesteld, duiden de cijfers op een historisch laag aantal doden. Dat is iets waar we ons aan moeten verwarmen. We weten dat we nog veel verder moeten gaan en dat we er nog niet zijn, maar het fietsverkeer is gestegen. We zijn erin geslaagd met meer fietsinfrastructuur en met onze maatregelen voor een daling van het aantal doden te zorgen.
Minister, ik zou u willen vragen om absoluut op dezelfde weg verder te gaan, met de steun die ik hier van de verschillende fracties heb gehoord.
We moeten er werk van maken de nieuw aangetreden gemeentebesturen te stimuleren om, net zoals de Vlaamse overheid, resoluut te investeren in fietsinfrastructuur voor het groot aantal lokale wegen die ze in beheer hebben. We hebben ervoor gezorgd dat het Fietsfonds, de Vlaamse investering van 10 miljoen euro in lokale fietsprojecten, vorig jaar voor het eerst is opgebruikt. We hebben de regels en de criteria om voor een subsidie in aanmerking te komen, versoepeld. Dat is voor het eerst opgeraakt.
Het Vademecum Fietsvoorzieningen bevat richtlijnen voor de aanleg of de renovatie van fietspaden. We hebben natuurlijk rekening gehouden met nieuwe normen in functie van de evoluties, bijvoorbeeld voor elektrische fietsen en voor speed pedelecs.
Ik wil hier een oproep aan koppelen. Vlaanderen is al een fietsland, maar het zal pas echt een fietsland worden als de fietsers zelf een tikje meer rekening houden met elkaar en met de andere weggebruikers, zeker met de zwakke weggebruikers, de voetgangers. We moeten erkennen dat sommigen zich op een fiets vogelvrij wanen. Ik hoop dat we er met sensibilisering en desnoods ook met meer controles toe zullen komen dat er op dat vlak minder incidenten zullen zijn.
Tot slot is wat hier over de contacten met de werkgevers is gezegd, ook wel interessant. We hebben een subsidiesysteem op poten gezet waardoor werkgevers in bedrijfsfietsen kunnen investeren. Ik heb daarvoor 1,2 miljoen euro vrijgemaakt. Dit fantastisch project leidt ertoe dat de komende maanden heel wat meer bedrijfsfietsen op de markt zullen komen. Daarnaast doen we ook aan nudging. We gaan met de Vlaamse Stichting Verkeerskunde naar de werkvloer. We organiseren sessies om er in het licht van die nudging voor te zorgen dat niet enkel de werkgevers, maar ook de werknemers worden gesensibiliseerd met betrekking tot de verkeersveiligheid en het correct gebruik van de fiets.
Ik denk dat alle partijen in dit halfrond hetzelfde willen. We willen meer Vlamingen op de fiets, vooral voor het woon-werkverkeer. Ik denk dat we het ook veel veiliger willen maken. Ik denk dat we allemaal op dezelfde golflengte zitten. Ik hoop enkel dat alle partijen na de verkiezingen hun beloftes zullen houden en meer middelen voor het fietsbudget zullen uittrekken, om het fietsverkeer in ons mooie Vlaanderen veilig te maken.
De actuele vraag is afgehandeld.