Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Collega’s, gisteren heeft de CEO van De Lijn het memorandum van de openbare vervoersmaatschappij voorgesteld. In dat document worden de verwachtingen ten aanzien van de volgende Vlaamse Regering geschetst. Ik vind dat dat memorandum heel duidelijk de uitdagingen voor ons openbaar vervoer aangeeft. Als we de files willen aanpakken, als we ervoor willen zorgen dat de CO2-uitstoot van ons verkeer vermindert, als we ervoor willen zorgen dat onze dorps- en stadscentra bereikbaar en leefbaar blijven, dan zal het gebruik van het openbaar vervoer in Vlaanderen met minstens 50 procent moeten stijgen.
Daaruit volgt logischerwijs dat er meer geïnvesteerd moet worden. Er moeten meer middelen op tafel gelegd worden om bijvoorbeeld het Vlaamse aanbod van bus- en tramlijnen uit te breiden. De Lijn is daar creatief in, minister. Zo suggereert het memorandum om het slapende spaargeld van de Vlamingen aan te spreken via groene obligaties of om bijvoorbeeld projectontwikkelaars te verplichten ook een duit in het zakje doen. Ik vind dat goede ideeën, die we zeker moeten bekijken.
Er wordt echter ook heel duidelijk gekeken naar de overheid, naar een volgende Vlaamse Regering. Daarvan zegt de heer Kesteloot tijdens interviews over het memorandum dat er de afgelopen jaren bespaard is op de werkingsmiddelen van De Lijn. Om een goede dienstverlening te kunnen blijven garanderen zit – en ik citeer – De Lijn “op zijn limiet”. Ik lees in het memorandum ook dat er in het decreet Basisbereikbaarheid, dat wij weldra zullen bespreken en waarover wij zullen stemmen, een aantal kwaliteitseisen staan voor het toekomstige tram- en busnet. Daarvan zegt De Lijn heel duidelijk dat de middelen die ze vandaag krijgt om dat tram- en busnet te exploiteren en de bussen te laten rijden, niet volstaan. Ook daarvoor zijn er extra middelen nodig als men de Vlaming de mogelijkheid wil bieden om meer de bus en de tram te gebruiken.
Minister, mijn vraag is heel eenvoudig. Hoe staat u tegenover die vraag van De Lijn naar fors meer investerings- en werkingsmiddelen?
Minister Weyts heeft het woord.
Waarom vraagt De Lijn extra middelen? Eenvoudigweg omdat de investeringen in De Lijn toenemen en omdat het aanbod van De Lijn toeneemt. Wat u altijd hebt tegengesproken, wordt hier nog eens expliciet bewezen.
De Lijn zal niet de eerste, en ook niet de laatste, overheidsorganisatie zijn die vlak voor de verkiezingen meer middelen vraagt. Ik denk dat het eigen is aan elke organisatie om vlak voor de verkiezingen te zeggen dat men extra middelen nodig heeft. Ik heb daar begrip voor.
Wat hebben wij in deze regeerperiode gedaan? We hebben de moed gehad om De Lijn te hervormen en om te zeggen dat de kostendekkingsgraad van 15 procent, die bijna uniek is in Europa – dat wil zeggen dat de reiziger voor elke rit maar 15 procent betaalt en de rest voor de belastingbetaler is –, niet haalbaar is. Als we willen dat De Lijn overleeft en dat De Lijn ook de interne operator kan blijven in de toekomst, dan moeten we ze hervormen. We hebben de euvele moed gehad om dat effectief te doen. We hebben er een efficiëntere organisatie van gemaakt, waardoor de kostendekkingsgraad van 15 procent op enkele jaren is gestegen naar 21 tot 22 procent. Dat is een immense stap vooruit ten voordele van De Lijn als overheidsorganisatie.
Volgend jaar zal De Lijn ook effectief de benchmark moeten doorstaan. Dat wil zeggen dat zij zich op bevel van Europa zal moeten kunnen vergelijken met private spelers. Net daarom hebben wij De Lijn efficiënter gemaakt en hervormd en de kostendekkingsgraad naar boven getrokken. Nu is het vooral een kwestie om ook te zorgen voor een betere dienstverlening. Net daarom hebben we massaal geïnvesteerd in nieuwe trams, in nieuwe bussen, en zelfs in nieuwe trambussen, die binnenkort zullen uitrijden. We gaan ervoor zorgen dat ook het abonnement van De Lijn niet alleen geldt voor bussen en trams, maar ook voor deelfietsen. Het is dus een uitbreiding van het aanbod op dat vlak, maar er is ook een uitbreiding van het aanbod op het vlak van de lijnen zelf. Er is net 9 miljoen euro extra geïnvesteerd in ongeveer 45 nieuwe lijnen. Het aanbod van De Lijn verhoogt, het aantal kilometer per plaats verhoogt, en dat is de beste graadmeter voor het aanbod.
Ik ga ervan uit dat we in de toekomst nog meer zullen kunnen investeren in het aanbod en de dienstverlening van De Lijn, maar op één voorwaarde: niet zoals vroeger op basis van een blinde aanbodpolitiek. Gewoon met bussen rijden en we zien wel of er iemand opspringt. Ze rijden in theorie leeg. Neen, we zullen zorgen voor extra aanbod, maar op basis van een vraag. En er is nog een bijkomende voorwaarde: elk nieuw aanbod dat we verzorgen op basis van een bestaande vraag, zal er ook toe leiden dat we minstens inzake kostendekking eenzelfde percentage zullen kunnen hanteren, meer nog, dat we het kostendekkingspercentage nog kunnen optrekken.
Dat is onze bedoeling: een serieuze hervorming van De Lijn, een efficiënte organisatie die een betere dienstverlening zal kunnen verzorgen, niet langer met lege bussen zal rijden, maar vooral zal rijden op basis van de vraag.
Minister, u hebt inderdaad zeer correct geschetst dat de reiziger, de gebruiker van bus en tram in Vlaanderen, meer moet betalen. De prijzen van de tickets en de abonnementen zijn met meer dan 20 procent gestegen. En er is bespaard op de werkingsmiddelen van De Lijn.
Wat is het resultaat? Zijn de bussen en trams stipter dan in het begin van de legislatuur? Neen, de stiptheid is omlaag gegaan. Worden er evenveel ritten gereden als in het begin van de legislatuur? Neen, een lid van de meerderheid heeft er net in een vorige actuele vraag over geklaagd dat er zoveel ritten niet kunnen worden gereden. Met andere woorden – en dat blijkt ook uit onderzoek van De Lijn zelf – de tevredenheid van de Vlaming over het gebruik van bus en tram is op een historisch dieptepunt gekomen, samen met het gebruik van bus en tram in het woon-werkverkeer.
U zwaait maar met investeringen en recordbedragen, maar ik zie geen begin van omslag die nodig is en die bepleit wordt in het memorandum van De Lijn, namelijk ervoor zorgen dat mensen meer de bus en de tram gebruiken.
Ik stel de vraag nog eens heel duidelijk. Antwoordt u ondubbelzinnig ‘ja’ op de vraag van onze openbare vervoersmaatschappij naar meer middelen om bussen en trams te laten rijden?
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Heel kort, mijnheer Vandenbroucke, want u blijft natuurlijk dezelfde riedel afdraaien. Net alsof het vroeger met de basismobiliteit zo goed was, de mensen massaal de overstap maakten naar het openbaar vervoer, hun auto aan de kant lieten staan, er geen files meer waren, want die waren allemaal weggewerkt. Dat was natuurlijk niet zo. Niets was minder waar.
Nu hebben we eindelijk de omslag naar enorme investeringen aan een tempo dat nog nooit zo hoog heeft gelegen. De vernieuwing van het voertuigenpark is nog nooit zo snel gegaan. We hebben ook een enorme omslag naar vraaggerichtheid voor de reiziger, en een grote betrokkenheid van steden en gemeenten. Alsjeblieft! Dat doemdenkersverhaal van u. We zullen in de toekomst inderdaad wel zien waar we geraken en of er een omslag zal plaatsvinden. We zien nu al ontegensprekelijk dat het aantal betalende gebruikers stijgt. We zien het begin al. Dat is het begin van een mooi verhaal en ik geloof dat we zeer binnenkort kunnen aantonen dat die basisbereikbaarheid de manier is om mensen spontaan uit de wagen te krijgen en meer in de richting van het openbaar vervoer te brengen.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Dit gaat over een memorandum van De Lijn naar aanleiding van de volgende verkiezingen. Eigenlijk is dit niet gericht aan minister Weyts, maar aan ons allemaal, aan alle partijen die hier vertegenwoordigd zijn en tegen de sterren op een verkiezingsprogramma aan het schrijven zijn. Wat iedereen daar inzet, is allemaal nog een beetje geheim. Ik wil hier gerust al een tipje van de sluier lichten over wat het CD&V-programma zal bevatten. Nadat die omslag naar meer vraaggestuurd openbaar vervoer met het decreet Basisbereikbaarheid gemaakt zal zijn, zullen wij inderdaad voor meer middelen voor het openbaar vervoer gaan, omdat we in de eerste reacties die we nu al krijgen vanuit de vervoerregioraden die worden opgericht, de vrees horen dat men voor de blinde vlekken die voornamelijk op het platteland zullen ontstaan, onvoldoende middelen zal hebben om vervoer op maat voor de plattelandsinwoners, en zeker voor de minder mobiele mensen daar, te garanderen.
Als u het ons vraagt – het gaat hier over een memorandum voor een verkiezingsprogramma – dan zullen het voor CD&V meer middelen voor het openbaar vervoer zijn. (Applaus bij CD&V)
De heer Keulen heeft het woord.
Ik denk dat het maatschappelijk belang van het klimaat en het collectieve vervoer alleen maar zal toenemen, niet zal verminderen. Dat zal ook inderdaad extra middelen vergen. Waar die dan vandaan moeten komen, vind ik verfrissend in het standpunt van De Lijn. Ze durven daar ook onbekende paden bewandelen en gaan niet enkel bij de overheid kijken.
Ik denk dat het heel belangrijk is dat met de creatie van de vervoerregioraden onze steden en gemeenten meer hefbomen krijgen, en dus ook meer verantwoordelijkheid op het vlak van de organisatie van dat collectieve vervoer krijgen. Een deel van die middelen zal, ook wat ons betreft, naar die lokale besturen moeten gaan. Want daar wonen de mensen en moeten de mensen door datzelfde collectieve vervoer worden vervoerd.
De heer Rzoska heeft het woord.
Ik heb het memorandum ook in die zin gelezen, mevrouw Brouwers en mijnheer Keulen, als het memorandum van de openbare vervoersmaatschappij De Lijn die zich vol wil inschakelen in die klimaatdoelstellingen en in die omslag die we met z’n allen nodig hebben.
Als daar meer middelen tegenover moeten staan, dan zal ik daar volmondig mee instemmen. Ik ben ervan overtuigd dat het ook zo zal moeten gebeuren. Het is inderdaad verfrissend om vast te stellen dat De Lijn wegdenkt van een aantal traditionele paden en creatief kijkt hoe ze ervoor kan zorgen dat dat een vervoersmodel wordt waarbij elke Vlaming betrokken wordt. Ik heb al vaker gezegd, minister, dat ik meega in uw discours waarin u zegt dat de investeringen historisch hoog liggen. Langs de andere kant stellen we toch vast dat we qua tevredenheid, doorstroming en een aantal andere essentiële elementen die dat openbaar vervoer verleidelijk maken, nog een pak werk hebben. Dat zullen de volgende Vlaamse regeringen, wat ons betreft, wel degelijk prioritair moeten uitvoeren.
Wat dat laatste betreft: de waarheid heeft haar rechten. Het budget inzake doorstroming is verdubbeld. Het bedraagt nu 32 miljoen euro. Dat is plus 100 procent.
U spreekt over een begin van omslag. Wel, die omslag is begonnen. Als je het openbaar vervoer enigszins positief wilt benaderen, een echte supporter wilt zijn van het openbaar vervoer, dan zou je kunnen opmerken dat, ten eerste, het aantal betalende reizigers is gestegen, en ten tweede, het aantal plaatskilometers is gestegen – en dat is de beste graadmeter voor het aanbod – met 4 procent. Ik denk niet dat men dat in tijden van socialistisch bestuur kon voorleggen. Daarnaast is het ook heel aantrekkelijk.
Ik vind het prima dat De Lijn ook verder denkt, buiten de klassieke paadjes. De Lijn wil een extra aanbod. Maar in tegenstelling tot vroeger stapt men niet met het handje open naar de belastingbetaler. Men zoekt geen extra belastinginkomsten. Neen, die paden verlaat men, en dat vind ik zeer goed. Men reikt alternatieve pistes aan.
Ook zeer aantrekkelijk daarbij is de mogelijkheid voor een win-win. Wat bedoel ik daarmee? Als dat extra aanbod vraaggestuurd is, inspeelt op een vraag, kan dat een win-win in zich dragen, namelijk een stijging van de kostendekkingsgraad. Dan winnen we niet alleen inzake aanbod, maar als we ervoor zorgen dat dat aanbod beantwoordt aan een bestaande vraag, zal de belastingbetaler verhoudingsgewijs minder moeten bijdragen. Hij zal meer krijgen voor zijn geld. Dat is het aantrekkelijke. Dat is de toekomstvisie. We gaan niet meer altijd met het handje open staan en zeggen: ‘De Lijn moet meer belastinggeld krijgen en dus moeten de belastingen stijgen.’ Neen, we stappen uit dat carcan en gaan iets moderner denken. (Applaus bij de N-VA)
Collega’s, het antwoord van sp.a op het memorandum van De Lijn is bijzonder helder. Wij kiezen heel duidelijk voor een publieke dienstverlening, voor een openbaarvervoersmaatschappij die van ons allemaal is en voor ons allemaal. (Opmerkingen van minister Ben Weyts)
Daarvoor moet er absoluut meer worden geïnvesteerd in De Lijn, in het openbaar vervoer, zodat we er effectief voor kunnen zorgen dat meer mensen in Vlaanderen de kans hebben om de auto aan de kant te laten staan en te kiezen voor een duurzaam alternatief. (Applaus bij sp.a en Groen)
De actuele vraag is afgehandeld.