Verslag plenaire vergadering
Verslag
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is het ontwerp van decreet tot wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid.
De algemene bespreking is geopend.
Mevrouw Moerenhout heeft het woord.
Onze fractie heeft in de commissie al een uitgebreide toelichting gegeven waarom wij dit decreet niet kunnen steunen. Ik zal mij nu beperken tot de drie grootste bezwaren.
Ons voornaamste bezwaar is dat wij het helemaal oneens zijn met de beslissing om bewoners van woonwagens op residentiële terreinen niet langer op te nemen in het decreet. Die groep wordt volgens ons nog te vaak geconfronteerd met een bepaalde minder goede positie, met uitsluitingsmechanismes, onder andere vanwege hun specifieke cultuur. En vanuit het werkveld wordt bovendien aangegeven dat hun situatie vandaag zelfs nog slechter is dan enkele jaren geleden. Daarom is het voor ons en onze fractie onbegrijpelijk dat zij nu uit het toepassingsgebied van het decreet worden uitgesloten. Dat is eigenlijk onze voornaamste reden.
Maar daarnaast hebben wij ook problemen met, of zijn wij ook bezorgd over artikel 7. In artikel 7 wordt een samenwerkingsovereenkomst tussen de participatieorganisatie, zijnde het Minderhedenforum, en de overheid afgesloten. Dit komt ter vervanging van meerjarenplannen. Zo’n samenwerkingsovereenkomst opent de deuren, of kan de deuren openen voor instrumentalisering vanuit de overheid. Dat is een beetje afhankelijk van wie aan het roer staat. Maar wij hebben toch enige scepsis inzake het waarborgen van de autonomie, en inzake de onafhankelijke werking van dat Minderhedenforum.
Tot slot zien we een ander probleem in artikel 6. Daar wordt een opsomming van de opdrachten van het Minderhedenforum gemaakt, en daarbij komt een extra opdracht: het sensibiliseren en het ondersteunen van lokale actoren. Dat is een omvangrijke taak en een extra taak voor het Minderhedenforum, maar zonder bijkomende middelen. En dat betreuren wij.
De heer Janssens heeft het woord.
Minister, ik denk dat we daar in de commissie inderdaad een vrij uitgebreid debat over hebben gehad, en u kent ook onze bezwaren. Ze zijn heel goed opgenomen in het verslag van de besprekingen van de commissie. Maar ik herhaal hier voor de stemverklaring van straks heel kort ons voornaamste bezwaar.
Dat gaat met name over die zogenaamde participatieorganisatie, zijnde het Minderhedenforum. De collega’s herinneren zich allicht nog de commotie rond dat forum van een tweetal jaar geleden, waar de toenmalige directeur het nodig vond om regelmatig met scherp te schieten op allerlei Vlaamse culturele tradities, en meer bepaald onder meer het volksfeest Sinterklaas en Zwarte Piet.
U hebt daar toen in de pers zeer straf op gereageerd, en ik kon mij wel vinden in een aantal bedenkingen die u toen formuleerde. Maar de bedenkingen die u toen nogal stoer in de pers aankondigde, vind ik niet terug in dit ontwerp van decreet. Alle heil wordt nu van u en van de Vlaamse Regering verwacht, in een soort van samenwerkingsovereenkomst tussen het Minderhedenforum en de Vlaamse Regering. Maar aan de fundamentele werking van dat forum wordt niet geraakt, en aan de subsidiëring ervan evenmin. Daardoor zal dat Minderhedenforum nog altijd meer dan 700.000 euro per jaar blijven ontvangen. Door het feit dat wij dit Minderhedenforum een overgesubsidieerd en vooral ook een contraproductieve instantie vinden, zou die organisatie, als het van ons afhangt, nul euro ontvangen.
De forse taal die u destijds heb gesproken over de hervorming die u voor ogen had met het Minderhedenforum, vind ik niet terug in dit ontwerp van decreet. Dat vind ik een gemiste kans. En daarom zullen wij dit ontwerp van decreet niet goedkeuren.
Mevrouw Sminate heeft het woord.
Voorzitter, we hebben een amendement ingediend dat tot doel heeft om de lokale besturen toegang te verschaffen tot de contactgegevens van de inburgeraars. Wij zijn namelijk van oordeel dat de Vlaamse overheid en de lokale besturen, de steden en gemeenten, prioritaire partners zijn inzake inburgeringsbeleid. Het is dus belangrijk dat steden en gemeenten weten wie die inburgeraars zijn en dat zij complementaire acties kunnen opzetten.
Op het moment van indiening was het niet mogelijk om die bepaling mee op te nemen, omdat er nog een advies van de Privacycommissie nodig was. Dat advies is ondertussen gekomen en was positief. Daarom hebben we dit ingediend. Ik denk dat er daartegen geen enkel bezwaar kan zijn.
De heer Tommelein heeft het woord.
Voorzitter, ik mag deze historische kans niet missen om, nadat ik dit ontwerp van decreet, na heel zware discussies, heb goedgekeurd in de ministerraad, ook hier als parlementslid mijn steun te betuigen voor ditzelfde ontwerp van decreet. Bovendien wil ik mijn lieftallige collega Homans steunen in haar werkzaamheden. (Applaus bij de N-VA)
Ik stel voor dat u na dit geweldige betoog een applaus geeft aan de heer Tommelein.
Het decreet van 7 juni 2013 heeft een goede basis gelegd voor het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid. Het is inderdaad goed om dat af en toe te evalueren en op een aantal punten bij te sturen.
We hebben vastgesteld dat de residentiële woonwagenbewoners verdwijnen als doelgroep. Ik wil toch ook de vraag onderstrepen dat deze doelgroep op zich niet van de radar van de Vlaamse overheid verdwijnt. Want de problemen die daar nog altijd gekend zijn, die actueel blijven, vergen een aanpak.
Wat de participatieorganisatie betreft, concreet het Minderhedenforum, is er een uitbreiding: naast de organisaties, is er ook ruimte voor de individuele expertise. Dat kan zeer nuttig zijn. Maar ik wil toch beklemtonen dat, wanneer men participatie vooropstelt, het zich verenigen in verenigingen om die participatie samen te realiseren, niet uit het oog mag worden verloren en de nodige ondersteuning blijft verdienen.
Twee jaar na de opstart van dat geïntegreerde actieplan zal er worden gerapporteerd over de stand van zaken en de vooruitgang. Ook dat maakt verdere bijsturingen mogelijk. Dat is een positief punt.
Het decreet is geen groot decreet, maar het toont wel aan dat we als Vlamingen, als Vlaams Parlement, de vinger aan de pols houden en inspelen op nieuwe trends bij het integratie- en inburgeringsbeleid.
Minister Homans heeft het woord.
Ik dank de meerderheid voor het indienen van het amendement. Dat was inderdaad niet mogelijk op het moment dat we dit ontwerp van decreet in de regering hebben goedgekeurd.
Zoals de heer Janssens zei, zijn alle zaken die hier werden aangekaart uiteraard al ruimschoots aan bod gekomen in de commissie. Ik zal mijn repliek hier niet volledig herhalen. Maar ik wil toch even verduidelijken, vooral aan mevrouw Moerenhout en aan de heer Kennes, dat het decreet dat nu ter stemming voorligt, een belangrijke focuswijziging inhoudt. Misschien kan dat u alsnog overtuigen, mijnheer Janssens. De focus wat de participatieorganisatie betreft, namelijk het Minderhedenforum, komt sterker op de beleidsparticipatie te liggen. Ook moeten er andere actoren dan louter de etnisch-culturele organisaties worden betrokken.
We regelen de samenwerking bovendien veel strikter via een samenwerkingsovereenkomst in plaats van een meerjarenplan dat eenzijdig kan worden neergelegd zonder dat er enige dialoog met de Vlaamse overheid nodig is. Dat vind ik zeker een verbetering, omdat we dan korter op de bal kunnen spelen en indien nodig kunnen corrigeren.
Wat de opmerkingen betreft dat men het jammer vindt dat de residentiële woonwagenbewoners eruit zijn gehouden, heb ik al verschillende keren uitgelegd dat we ons focussen op de rondtrekkende woonwagenbewoners omdat de residentiële woonwagenbewoners ondertussen vanuit de bevoegdheid Inburgering zijn ondergebracht bij de bevoegdheid Wonen. Dat is ook heel logisch. Als we spreken over de residentiële woonwagenbewoners, dan gaat het veeleer over de mensen die hier geboren en getogen zijn, die natuurlijk ook nog wel enige opvolging nodig hebben, maar dat gebeurt vanuit de bevoegdheid Wonen en ook woonbegeleiding dat bij Welzijn zit.
Dat is dus allemaal verankerd, en daarom vond de regering het een zeer logische keuze om ons echt te focussen op de rondtrekkende woonwagenbewoners. Uiteraard hebben we ook de nodige aandacht voor de residentiële woonwagenbewoners, maar dat gebeurt vanuit een andere bevoegdheid.
Residentiële woonwagenbewoners, dat wil zeggen dat het woonwagenbewoners zijn die er continu wonen, dat ze eigenlijk niet bij Integratie en Inburgering thuishoren, maar wel bij het beleidsdomein Wonen. Het is een goede zaak dat die twee bevoegdheden ook bij mij zitten.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het ontwerp van decreet.
De door de commissie aangenomen tekst wordt als basis voor de bespreking genomen. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2018-19, nr. 1709/3)
– De artikelen 1 tot en met 18 worden zonder opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
Hoofdelijke stemming
Dames en heren, aan de orde is de hoofdelijke stemming over het ontwerp van decreet.
Stemming nr. 1
Ziehier het resultaat:
114 leden hebben aan de stemming deelgenomen;
81 leden hebben ja geantwoord;
33 leden hebben neen geantwoord.
Dientengevolge neemt het Vlaams Parlement het ontwerp van decreet aan. Het zal aan de Vlaamse Regering ter bekrachtiging worden overgezonden.