Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer de Kort heeft het woord.
Minister, u hebt vorige week voor de eerste keer aangekondigd dat u 300 miljoen euro gaat investeren in 331 kilometer tramnetwerk. Dat is ons volledige tramnetwerk. Dat is bijzonder goed nieuws. Als we zelf op uitstap gaan, op citytrip naar het buitenland, en we de vergelijking maken met ons tramnetwerk, zeggen we allemaal dat hierin dringend geïnvesteerd moet worden. Dus is het goed dat die onderhoudsinvesteringen gaan plaatsvinden.
Maar we weten allemaal ook dat die trams heel druk gebruikt worden. We hebben 143 kilometer tramlijn aan de kust, we hebben 126 kilometer in Antwerpen en 62 kilometer in Gent.
Minister, wanneer gaan die werken uitgevoerd worden? Voorziet u dan ook effectief dat er minderhindermaatregelen getroffen gaan worden?
Minister Weyts heeft het woord.
Kort en bondig, dat is goed. Het is inderdaad een historische inhaalbeweging die we daar tot stand brengen.
In eerste instantie hebben we gewoon een inventaris opgemaakt, waarbij we twee onafhankelijke studiebureaus aan het werk hebben gezet. Het ene concentreerde zich op de sporen en het ander concentreerde zich op de status van de bovenleiding. Dat levert een investeringsplan op dat we zullen moeten honoreren ter waarde van 295 miljoen euro, om exact te zijn. 220 miljoen euro wordt geïnvesteerd in de sporen en de dwarsliggers, en 70 miljoen euro gaat over het tractienet. Dat is vooral een investering omdat we geïnvesteerd hebben in nieuw rollend materieel, in nieuwe trams die groter zijn, maar dus ook meer verbruiken, waardoor het tractienet niet voldoende voeding dreigt te kunnen geven aan het totale systeem. Daarom moeten we ook op dat vlak investeren.
Wij investeren daarenboven ook in minderhindermaatregelen. Het is inderdaad een beetje paradoxaal: hoe meer je investeert in rollend materieel en nieuwe infrastructuur, hoe meer je ook gaat moeten investeren in minderhindermaatregelen. Voordien was er voor minderhindermaatregelen bij De Lijn in een budget van een half miljoen euro op jaarbasis voorzien. Ze hebben dat vanaf dit jaar verhoogd met 1,5 miljoen euro, waardoor we dus recurrent 2 miljoen euro specifiek voor minderhindermaatregelen hebben. Die minderhindermaatregelen zullen we altijd in samenspraak met de lokale besturen nemen.
We beginnen met die investeringen in 2019, zowel in Gent als in Antwerpen. In Gent gaat het bijvoorbeeld over de Burgstraat aan het Gravensteen, waar we de sporen gaan vervangen en vernieuwen, en er ook voor zullen zorgen dat de frequentie van die lijn 1 minstens wordt gehandhaafd. Andere maatregelen zijn bijvoorbeeld het inzetten van pendelbussen of het verlengen van bestaande lijnen en trajecten. We proberen altijd maximaal tegemoet te komen aan de nood. Het zijn echter noodzakelijke investeringen die we zullen moeten doen. We zullen hierin als een goede huisvader investeren.
Dit maakt dus wel dat deze regering extra geïnvesteerd heeft: in duizend nieuwe bussen en trams, en daarenboven is er de beslissing om voor de volgende regeerperiode nu al de bestelling te plaatsen voor ongeveer 1200 nieuwe bussen. En we gaan ook nog eens investeren in nieuwe traminfrastructuur, zowel in sporen als in bovenleidingen. Dat maakt dat we ook op het vlak van openbaar vervoer echt een topinvesteringsregering hebben.
De heer de Kort heeft het woord.
Minister, zoals ik al zei, ik vind het zeer goed dat er zoveel geïnvesteerd wordt, en dat er ook belangrijke onderhoudsinvesteringen gebeuren aan het tramnetwerk. Maar ik denk dat de bijdrage voor de minderhindermaatregelen toch wel vrij bescheiden blijft. Op het tramnetwerk in Antwerpen is er bijvoorbeeld een heel belangrijke lijn tussen Keizershoek-Merksem en Zwijndrecht-Melsele en de park-and-ride op Linkeroever. Dagelijks maken meer dan 86.000 mensen gebruik van die lijn. Ik vraag me af wat we gaan doen als de werken aan dat tramnetwerk worden uitgevoerd. We moeten dan toch een belangrijk alternatief kunnen aanbieden
Minister, dit is van belang voor die mensen. Welke oplossingen hebt u? Als de werken bovengronds worden uitgevoerd, zal het ook heel wat hinder meebrengen voor de andere weggebruikers, zowel voor de auto’s als voor de fietsers. De werken zullen een ontzettend grote impact hebben. Ik vraag me af of u toch niet een grotere bijdrage moet leveren.
De heer Keulen heeft het woord.
Minister, de vraag is ook een kans voor het monitoren en het opvolgen van de staat van het tramnet, en ik heb het dan vooral over het tramspoor, de bovenleiding, de fijne mechaniek en alles wat met elektronica samenhangt. Ik heb de indruk dat de NMBS, waar vele dingen beter kunnen, dit systematisch in de gaten houdt. Bij de trams gebeurt het eerder toevallig of sporadisch en minder systematisch dan bij de NMBS. In de toekomst moeten we misschien werk maken van een permanente monitoring van het leidingennetwerk en de tramsporen. We mogen het niet zodanig laten verslijten dat enkel vervanging nog een optie is.
Minister Weyts heeft het woord.
Mijnheer de Kort, ik heb net geschetst dat we het budget verhogen van 500.000 euro naar 2 miljoen euro. U noemt dat bescheiden. Ik weet niet wat grote indruk op u maakt, maar ik vind een budget maal vier toch redelijk indrukwekkend in vergelijking met vorige regeerperiodes.
Voor het eerst zijn er een inventaris en een langetermijnplan van aanpak waarbij we niet alleen de focus leggen op de investeringen maar ook op onderhoud. En er zijn ook nog eens de minderhindermaatregelen waarvan ik er verschillende heb opgesomd. Ik kan nu niet in detail ingaan op uw concrete bezorgdheid over een lokale aangelegenheid. Ik kan enkel zeggen dat er zowel het structuurplan en het investeringsplan is als het onderhoudsplan met erbovenop een verviervoudiging van het budget voor minderhindermatregelen. Dat moet op zijn minst al een goede basis zijn om te zorgen voor meer investeringen, beter onderhoud en uiteindelijk ook – laat ons hopen – zo weinig mogelijk hinder.
De heer de Kort heeft het woord.
Minister, u kunt vinden dat ik het misschien minimaliseer – dat doe ik zeker en vast niet. Ik juich het toe dat u zo'n grondige aanpak doet van onderhoudsinvesteringen. Chapeau, we geven een applaus. Maar ik vraag me echt af – en daarom heb ik dat voorbeeld gegeven – wat u gaat doen als u die werken aan de bovenleidingen uitvoert op dat stukje lijn, ook een stukje ondergrondse verbinding tussen Linker- en Rechteroever. U moet eigenlijk in een bovengronds alternatief voorzien. Daarom vraag ik u om daar tijdig over na te denken. Als u bijvoorbeeld wilt werken met trambussen zoals in Vlaams-Brabant, dan moeten die ook tijdig worden besteld. Dat was de reden waarom ik die vraag wou stellen.
De actuele vraag is afgehandeld.