Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Nevens heeft het woord.
Voorzitter, dames en heren, herbiciden en pesticiden zijn een dankbaar onderwerp in deze plenaire vergadering. Ook vandaag komt dit aan bod. Waarom? Omdat we hebben vernomen dat Infrabel nog steeds pesticiden en herbiciden gebruikt om het onderhoud te doen van hun openbaar terrein.
Minister, u weet dat wij voor het principe ‘beter voorkomen dan genezen’ zijn. Het voorzorgsprincipe in dezen, zoals dit van kracht is voor openbare besturen en particulieren, moeten we ook toepassen op een openbare dienst zoals Infrabel. Ik heb begrepen dat u wilt samenzitten met de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) om, samen met Infrabel, naar oplossingen te zoeken. De VMM heeft een uitzondering gemaakt voor Infrabel om toch nog herbiciden te gebruiken. Welke oplossingen zult u op de tafel gooien om te vermijden dat er nog herbiciden worden gebruikt?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mijnheer Nevens, het gaat hier inderdaad over een openbaar bestuur dat onder het bevoegde decreet valt en dus een verbod heeft op het gebruik van pesticiden. Maar er kan een uitzondering worden gevraagd. U weet dat want uw eigen gemeente, waar u schepen bent, heeft ook de uitzondering gevraagd om verder pesticiden te gebruiken. (Rumoer)
Voor alle duidelijkheid, zo zijn er nog gemeenten.
Infrabel heeft dat inderdaad ook gedaan en de VMM heeft dat goedgekeurd.
Er is een enorme afname van het gebruik van 5 ton in 2010 naar 1,4 ton in 2017, maar ik vind inderdaad dat openbare besturen het goede voorbeeld moeten geven. Ik heb de opdracht gegeven aan de VMM om samen te zitten en dat gebeurt binnenkort.
Wat zijn de oplossingen? We moeten ervoor zorgen dat het openbaar domein, zoals ook de terreinen langs spoorwegen, op een andere manier wordt ingericht zodat dat er veel minder onkruid komt en zodat het veel onderhoudsvriendelijker is. Volgens Infrabel is de uitzondering gevraagd wegens veiligheidsredenen. We moeten toch eens goed bekijken of dit wel klopt en of Infrabel toch niet sneller kan afbouwen. Als het van mij afhangt, zal er geen volgende uitzondering meer zijn voor Infrabel.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. U weet dat wij als gemeente zelf uitzonderingen hebben gevraagd. Die overgangsmaatregel betrof het onderhoud van het kerkhof. Ik kan u zeggen dat de ondergrond van het kerkhof met wat er al in zat, schadelijker was dan wat we er op spoten. Ondertussen hebben we inspanningen geleverd om dat kerkhof aan te passen, om investeringen te doen, om het gebruiksvriendelijker te maken op het vlak van onderhoud. Het betreft duurzame oplossingen.
Ik verwacht maatregelen van Infrabel. Infrabel heeft hier een voorbeeldfunctie, maar gebruikt meer herbiciden dan alle openbare besturen bij elkaar: 2,5 ton per jaar om de spoorbedding onkruidvrij te maken.
Ik ben blij te vernemen dat u niet zult toegeven en dat u ook eist dat ze zich aanpassen aan de wetgeving voor openbare besturen. Dat ze dus stoppen met het gebruik van glyfosaathoudende producten en herbiciden. Het zou Infrabel sieren om een aantal natuurversterkende maatregelen te nemen om te compenseren wat ze vandaag aan schade toebrengen aan dier, mens en natuur.
De heer Caron heeft het woord.
Mijnheer Nevens, enige consequentie in het leven helpt soms ook, maar – zo zijn we – we vergeven die zonde.
Minister, ik wil u steunen in dezen. Er moet enige moed en doorzettingsvermogen aan de dag worden gelegd. Ook door het Vlaamse beleid, om in onze relatie met Infrabel, maar ook met andere openbare besturen, door te zetten. Vaak is het nodig om routines, zoals het argument om omwille van de veiligheid herbiciden op spoorwegbermen te spuiten, te doorbreken. Dat kan. Er zijn alternatieven.
Ik zei het al in een ander kader: we moeten af van de idee dat op openbaar domein bij wijze van spreken geen grassprietje mag staan. Ook dat vraagt een mentaliteitsverandering. Alsof er tussen de keien van de spoorwegbermen geen grassprietje mag staan! Ik denk dat we die stap moeten zetten. Minister, ik steun uw inspanningen om met de andere openbare besturen en vooral met Infrabel tot een oplossing te komen.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Voorzitter, minister, ook Open Vld steunt u in dit dossier.
Ik meen me te herinneren dat minister Crevits ooit eens heeft geantwoord op de vraag naar het professioneel gebruik en het al dan niet invoeren van het verbod daarop. Er werd toen geantwoord dat er nog een onderzoek liep. Wat is daar momenteel de stand van zaken? Wat zijn de alternatieven? Daarmee bedoel ik: ook de economisch haalbare alternatieven.
De heer Tobback heeft het woord.
Voorzitter, ik sluit mij graag aan bij de vraag van mijn collega, de verdelger van Kortenberg. Hoe hij de overleden gemeentenaren betitelt, ga ik me zelfs niet uitlaten.
Minister, in alle ernst, de vraag is wel de moeite waard. Het komt wel een beetje raar over als we aan particulieren alles verbieden en vervolgens uitzonderingen toestaan voor overheidsbesturen. Daar kunnen op een bepaald moment goede redenen voor zijn, maar misschien is het de moeite om voor glyfosaat en dergelijke op de uitzonderingsmogelijkheid een soort uitdovingsclausule te zetten. Misschien kunt u decretaal bepalen dat die uitzondering slechts mogelijk is tot 2020 of 2021 of wat dan ook en dat het dan definitief gedaan is. U kunt bepalen dat er dan geen mogelijkheid tot vrijstelling of uitzondering meer zal zijn. Dat kan de druk om naar alternatieven te zoeken een klein beetje opvoeren, misschien is die vandaag niet hoog genoeg voor sommige betrokkenen.
We zijn met het verbod op het gebruik van pesticiden en herbiciden door lokale besturen vooruitstrevend. Er gebeuren op alle niveaus heel wat inspanningen.
Men werkt op twee fronten. Ten eerste, wat is de inrichting van het openbaar domein? Hoe kan men het inrichten zodat er minder onkruid groeit en minder onderhoud vraagt. Twee is de aanpak. Heel wat alternatieven worden onderzocht. De uitzondering is altijd blijven bestaan omdat er altijd redenen kunnen zijn om toch nog tot gebruik over te gaan, maar die worden heel beperkend geïnterpreteerd, ook door de VMM.
Ik heb me laten informeren door de VMM waarom zij nu specifiek aan Infrabel die uitzondering heeft verleend. De reden was veiligheid. Ik kan me wel iets voorstellen bij veiligheid op de sporen zelf, er zal wel onderhoud nodig zijn voor de veiligheid. Maar ik ben ervan overtuigd dat ook Infrabel het goede voorbeeld moet geven. Ik vind dat zij snel moeten kijken hoe die afbouw effectief sneller kan worden aangepakt.
De uitzondering loopt nu tot 2020. Wat mij betreft, zal er geen verlenging komen na 2020. Dat geldt ook voor alle lokale besturen waarmee we goed in overleg moeten gaan. Er zijn ook specifieke gesprekken per gemeente die een uitzondering heeft gevraagd. We gaan bekijken wat de alternatieven zijn. Het vergt inderdaad een andere mentaliteit om af en toe eens wat onkruid te zien staan.
Mevrouw De Vroe, er is momenteel nog geen echt even efficiënt alternatief. Dat mag ons er niet van weerhouden om het voorzorgsprincipe te hanteren en het product niet te gebruiken als het niet nodig is.
Ondertussen is ook op Europees niveau beslist dat de licentie voor dit product in de toekomst niet meer verlengd wordt.
Collega’s, ik denk dat er dus al heel wat stappen gezet zijn. Wij moeten met Infrabel ook een goed gesprek aangaan, want ik kan me niet van de indruk ontdoen dat Infrabel veiligheid als voorwendsel gebruikt. Dat kan in principe juist zijn, maar gezien de hoeveelheden denk ik dat het toch nog een aantal alternatieven in de plaats zou kunnen zetten en veel zuiniger met glyfosaat zou kunnen omspringen. Ik vind dus echt dat we het gesprek moeten aangaan.
Collega Nevens, wat uw vraag betreft over andere natuurversterkende maatregelen, ben ik het volledig met u eens. Ik heb trouwens een aantal collega’s in de Vlaamse Regering gevraagd om op de restgronden in hun beheer natuurversterkende maatregelen te nemen. Ik hoop dat ze dat ook zullen doen en dat we dat binnenkort ook merken in Vlaanderen.
Minister, ik ben blij te vernemen dat wij op dezelfde lijn zitten. Dat doet mij plezier.
Ik blijf erbij dat het gelijkheidsprincipe in Vlaanderen voor iedereen geldt: voor openbare besturen, voor hobbytuiniers, maar ook voor Infrabel en misschien ook de landbouwsector. Ik durf hier zeggen, collega’s, dat ook de landbouwsector vandaag schuldig pleit aan het gebruik van glyfosaathoudende producten. Ik ben echter blij te vernemen dat de uitzonderingsmaatregel voor Infrabel tegen 2020 definitief van de baan is. Zoals iedereen moeten zij mee inzetten op de transformatie van het openbaar domein, zodat het duurzaam onderhouden kan worden, zonder herbiciden. Dat kan ons leefmilieu, het dierenwelzijn en onze gezondheid alleen maar ten goede komen. (Applaus bij de N-VA)
De actuele vraag is afgehandeld.