Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Segers heeft het woord.
Minister, een jaar geleden, op 15 september 2017, hebt u vier netwerkradio’s erkend, namelijk S-radio, VBRO, hit fm en Stadsradio Vlaanderen. Uw beslissing heeft toen een ongelooflijke storm veroorzaakt en die is allerminst gaan liggen. Het regende klachten bij de Raad van State, een enorme verontwaardiging. Ondertussen is S-radio NRJ geworden en hit fm is TOPradio geworden.
Vandaag lezen we in de krant verontrustende berichten over de derde netwerkradio, namelijk VBRO. VBRO heeft de erkenning gekregen omdat hij de promotie op zich neemt voor Nederlandstalige en Vlaamstalige muziek. In de kranten lezen we dat bijna het omgekeerde gebeurt. Het lijkt erop alsof de Vlaamse artiesten voor hun promotie betalen aan VBRO. VBRO vraagt immers tot 1500 euro aan Vlaamse artiesten om hun plaatjes gedraaid te krijgen. Dat is dan de VBRO-Trotsplaat, de plaat van de week. Gelukkig blijkt dit geen courante praktijk te zijn in het Vlaamse radiolandschap, maar dat uitgerekend VBRO, die erkend is om promotie te voeren voor de Vlaamse muziek, geld vraagt aan Vlaamse artiesten, roept serieuze vragen op bij mij, en ik hoop ook bij u.
Minister, vindt u samen met mij de praktijk van VBRO laakbaar? Zo ja, wat plant u te ondernemen?
Minister Gatz heeft het woord.
Mevrouw Segers, het frustreert mij net als u dat wij het in de commissie Media en soms ook in deze plenaire vergadering steeds weer moeten hebben over problemen die opduiken bij de 5 procent luisterdichtheid van de radio's waarover u het hebt. Gelukkig is het zo dat bij die andere 95 procent dat niet of nauwelijks zo is. Ik wil dit maar meegeven qua proportie.
Er is maar één instantie echt en exclusief bevoegd – u weet dat, want u bent inmiddels een ervaren parlementslid en een ervaren lid van de commissie Media – om tegen de zaak die u zonet hebt aangeklaagd, op te treden, namelijk de Vlaamse Regulator voor de Media (VRM).
Ik wil toch even in herinnering brengen waarom het belangrijk is dat we een autonome Vlaamse Regulator voor de Media hebben. Dat is trouwens niet alleen zo in ons land. Ook met de recente Europese richtlijn is de positie van de regulatoren in alle Europese landen versterkt. Die is belangrijk omdat het goed is dat er een afstand is tussen de uitvoerende macht – de minister van Media in dit geval – en de mediasector zelf, omdat goede ingrepen anders mogelijk zouden zijn maar het waarschijnlijk ook slechte ingrepen zou regenen. Het is dus nodig dat iedereen zijn werk doet, met name de VRM.
De feiten waarover u het hebt – zonder ze meer te kennen dan via de informatie waarover we waarschijnlijk allebei beschikken –, wil ik heel voorzichtig in een eerste toetsing onderwerpen aan het Mediadecreet, maar het is niet aan mij om daarin een definitieve beslissing te nemen. Dat is aan de Vlaamse Regulator voor de Media. Als het zo is dat de redactionele onafhankelijkheid van de betrokken radio in het geding is als gevolg van de onduidelijkheid wanneer men dergelijke plaatjes zou draaien en of dit dan wordt vermeld in de redactionele bijdragen, dan is dat mogelijk of zelfs zonder die ‘mogelijk’ problematisch. Ik wil dat duidelijk maar voorzichtig zeggen. Ik kan en wil niet in de plaats treden van de Vlaamse Regulator voor de Media.
Wanneer deze liedjes zouden worden gespeeld tegen betaling, dan zijn het eigenlijk reclamespots. Dan moeten zij duidelijk afgescheiden zijn van de rest van de programma's. De vraag is of dat kan en hoe men dat zal doen. Als men dat niet doet, dan is ook dat problematisch.
Verder kan en wil ik niet gaan, want het gaat ook over feiten, en ik ken maar een beperkt deel van de feiten. Zoals u weet, worden de feiten exclusief onderzocht door de Vlaamse Regulator voor de Media (VRM), niet door de minister. En u weet ook dat het op basis van een klacht zal moeten gebeuren.
Uiteraard zal het aan de VRM zijn om daarover te oordelen. Maar u kent het Mediadecreet, en ik ken het ook goed. En ik denk dat deze praktijk indruist tegen zowel de geest als – volgens mij – tegen enkele bepalingen. De VRM gaat daar over oordelen.
Ik heb ook vandaag veel artiesten aan de lijn gehad, en de praktijken gaan eigenlijk nog veel verder. Voor interviews vraagt de zender een doos met cd’s, die zij dan verkopen. Artiesten moeten optreden op events van VBRO, en ze krijgen daarvoor een vergoeding van 25 euro. Dus ik denk dat er op een manier wordt omgegaan met de Vlaamse artiesten die niet klopt. En velen onder hen hebben het al moeilijk om het hoofd boven water te houden.
Los daarvan loopt er nog altijd een klacht bij de Raad Van State – dat weet u ook – die ingediend is door een van de concurrenten, Family Radio. Minister, als blijkt dat er inderdaad inbreuken zijn tegen het Mediadecreet, dan denk ik dat u de erkenning van VBRO zult moeten herbekijken. Vandaar nog eens mijn vraag: vindt u dat op dat moment die erkenning voor VBRO overeind kan blijven?
De heer Caron heeft het woord.
Minister, ik denk dat uw antwoord een correct antwoord is. Maar het is natuurlijk een symptoom van het radiolandschap, dat lijkt op een soort van cowboy-en-indianenland. We zitten er met zijn allen tegen aan te kijken, alsof het een slechte spaghettiwestern is. Dat is eigenlijk de ervaring die wij hebben, denk ik. De dossierbehandeling is geweest wat het is. Ik denk dat die met de nodige integriteit en deskundigheid is gebeurd, toen de erkenningen werden toegekend. Wat dat betreft, lijkt mij dat oké.
Maar het is natuurlijk zo dat wij met zijn allen de plicht hebben om dat soort gedoe in dat land op te ruimen. En we zullen inderdaad de Raad van State – want er zijn ook klachten bij de Raad van State dacht ik – en de VRM nodig hebben, als toezichthoudend orgaan, om te kijken of wat ze in de praktijk doen, minstens naar de letter en de geest overeenkomt met wat er in hun erkenningsdossier staat, en of die reclame al dan niet klopt.
Ik roep iedereen eigenlijk op om hier niet te veel tijd meer aan te besteden. Als er een klacht komt, dan hoop dat ik dat de VRM die snel kan behandelen, en dat er snel duidelijk komt. Dit is ook in het belang van de Nederlandstalige muziek, want u hebt daarvoor een van die vier zenders erkend. Want daar gaat het toch over, we willen de Vlaamse zangers toch steunen?
De heer Bajart heeft het woord.
Collega’s, minister, ik deel eerst en vooral de bezorgdheid van de collega’s. Ik versta ook de vraag, en het doet me uiteraard ook denken aan de vraag van vorige week. We zitten hier – en dat is denk ik het belangrijkst – ook met een spanningsveld tussen promotie en natuurlijk de redactionele onafhankelijkheid, want die is hier uiteraard belangrijk.
Maar ik vind wel dat men voor dergelijke vragen – vooral in de plenaire vergadering, ook al kan het een politiek statement zijn – altijd moet aftoetsen: wat kan de minister wel en niet doen, en wat mag hij wel en niet doen? En hier is het natuurlijk de taak van de VRM om een en ander verder te bekijken. Ik denk dat we de zaken toch niet te snel met elkaar moeten mengen.
De heer Vandaele heeft het woord.
Minister, die zender moet Nederlandstalige muziek brengen. Maar dat men ook muziek draait tegen betaling, daar zijn we eigenlijk niet mee vertrouwd. Met dat soort technieken zijn wij niet vertrouwd, zeker niet in Vlaanderen. Het zal wel op andere plaatsen bestaan, maar wij kennen dat zo niet. Ik denk dan ook dat uw antwoord vrij correct is. Ik kijk dan ook uit naar de beoordeling die wij verwachten, van de instanties die daarvoor dienen. Maar politiek kunnen we hier op het eerste gezicht weinig mee, denk ik.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister, over de VBRO hebben wij naar aanleiding van de erkenningen ook al een en ander binnengekregen en de vraag is hier natuurlijk of hun businessplan, het erkenningsdossier, de financiële draagkracht enzovoort correct zijn ingediend maar daar mogen wij inderdaad niet over oordelen. Ik heb morgen nog een vraag in de commissie over de behandeling van klachten door de Vlaamse Regulator voor de Media en ik hoop dat we toch nog eens grondiger kunnen ingaan op de vraag of de VRM doet wat hij moet doen wanneer het gaat over de naleving van de erkenningen, maar dat is dan voor morgen.
Ik nodig iedereen die vragen heeft bij de feiten die mevrouw Segers heeft beschreven, uit om daar klacht tegen in te dienen. Dat is noodzakelijk voor de VRM om zijn werk te kunnen doen. Op wat er daarna zal gebeuren, mevrouw Segers, ga ik nu nog niet vooruitlopen. Ik heb immers al herhaaldelijk gezien, in algemene zin en dus niet ten aanzien van u, dat gelijk hebben of gelijk denken te hebben één ding is, maar gelijk krijgen nog iets anders. Finaal zal alleen de VRM daarover oordelen, daarover kunnen oordelen en daar hopelijk ook over moeten oordelen.
Minister, ik heb het al vaak gezegd dat de doelstellingen van het Radiodecreet de juiste zijn. Helaas is bij de uitrol een en ander misgelopen. U wilde een transparante, objectieve procedure maar precies door het gemis van een realitycheck zijn er beslissingen genomen die onbegrijpelijk zijn en die nu, een jaar na de beslissingen, al voor een groot deel zijn teruggedraaid. Het is nu afwachten hoe de Raad van State zal oordelen over dit dossier maar ik vind dat die laakbare praktijk bij de VBRO moet stoppen, en die oproep kunt u gerust doen. Wij willen dat er een radio is voor Vlaamse en Nederlandstalige muziek om de Vlaamse artiesten te ondersteunen die het al vaak moeilijk hebben en hen niet uit te persen als citroenen.
De actuele vraag is afgehandeld.