Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Gryffroy heeft het woord.
Voorzitter, beste collega’s, op basis van een aantal persartikels, maar ook in het kader van de bis-beurs vorige week in Gent, moeten we een dubbele trend vaststellen. Enerzijds gaan individuele premies, zoals voor dakisolatie, of bijvoorbeeld premies voor warmtepompen, naar omlaag. Anderzijds stijgt het aantal premies voor gecombineerde renovaties, bijvoorbeeld als je drie zaken in je woning wilt aanpakken, waarvoor je een renovatiebonus kunt krijgen. Men kan dat ook zien aan de hand van het aantal aanvragen voor een EPB-verslag (energieprestatie en binnenklimaat), dat nodig is in het kader van een grondige renovatie bij driekwart van de schil ofwel bij een aanbouw, bijvoorbeeld, maar men ziet bijvoorbeeld ook heel duidelijk dat de sloop en hernieuwbouw ook is gestegen qua aantal. We zien dus eigenlijk dat het aantal premies wel wat vermindert, maar dat tegelijkertijd het aantal grondige renovaties, wat ook voor het klimaat het beste is, aan het stijgen is. Eigenlijk is dat voor mij dubbel positief nieuws, want niet alles moet altijd werken met premies en met subsidies, en tegelijkertijd wordt er toch meer gerenoveerd. Aan de cijfers zien we echter ook dat momenteel per jaar nog slechts 0,7 procent van de woningen grondig wordt gerenoveerd. Willen we er tegen 2050 toe komen dat ons volledige woningenpark een E-peil van E60, E70 heeft, dan moeten we gaan naar 2,1 procent van de woningen die per jaar grondig worden gerenoveerd.
Oké, we moeten dus wel minder subsidies geven dan vroeger, er wordt wel wat meer gedaan, maar we zitten nog maar aan 0,7 procent in plaats van 2,1 procent. Minister, hoe denkt u dat percentage nog te kunnen opkrikken tot het gewenste percentage, om zo te komen tot ons einddoel?
Minister Tommelein heeft het woord.
Mijnheer Gryffroy, dank u wel. De energie-efficiëntie van onze gebouwen moet inderdaad dringend omhoog. Daar zijn we het over eens. De Vlaamse Regering heeft al heel wat maatregelen genomen. Er is de totale renovatiebonus voor het realiseren binnen de vijf jaar van minstens drie energiebesparende maatregelen, maar er zijn ook fiscale voordelen voor wie ingrijpend energetisch renoveert, zoals een halvering of vrijstelling van de onroerende voorheffing en een korting op de registratierechten en de schenkbelastingen.
Nu, er komen nog een aantal andere heel belangrijke maatregelen aan, namelijk het systeem van EPC+ (energieprestatiecertificaat) en de woningpas, waarbij een woning dus een label zal krijgen, en ook een kostenraming van hoe men aan label A kan geraken. Dan is er uiteraard het toch wel belangrijke element van de sloop- en heropbouwkorting van 7500 euro waartoe de regering bij de begrotingsopmaak heeft beslist. Het belangrijkste zit echter in het Vlaams Energie- en Klimaatplan, waarbij we gaan naar een defossilisering van de verwarming. Met andere woorden, er zal geen aardgasaansluiting meer komen in nieuwe verkavelingen bij woningen vanaf 2021. We maken de E-peileis strenger. We moeten er ook voor zorgen dat een verkregen woning, gekocht of geërfd, binnen de vijf jaar in orde is met drie van de zes renovatiemaatregelen: isolatie, condensatieketel, warmtepomp enzovoort. Dat is baanbrekend. Dat is vrij uniek in Europa.
Toch blijft de wijziging van de mentaliteit belangrijk. Dat heb ik vastgesteld. Dat is een eerste kwestie. Heel wat mensen vinden nog altijd dat het niet nodig is, dat het geen prioriteit is, dat er geen haast bij is, dat ze andere zaken te doen hebben. Gelukkig denken heel wat mensen bij een renovatie toch niet alleen maar aan een nieuwe badkamer of een nieuwe keuken, maar ook aan energie. Het lijkt er echter inderdaad op dat het laaghangend fruit al is geplukt. Daarom gaan we mensen overtuigen met een nieuwe campagne, specifiek ook gericht op eigenaars-verhuurders. Dat loopt nu al. Ik probeer niet alleen zonnepanelen te verkopen: overal waar ik kom, zeg ik dat energie-efficiëntie het belangrijkste is. Mensen moeten isoleren vooraleer ze hun tuin aanleggen. Ik hoop daarvoor op iedereen te mogen rekenen, ook op de mensen van het parlement, om te proberen de Vlamingen verder te overtuigen.
De gegevens die we hebben, komen inderdaad voort uit bouwvergunningen, EPB-verslagen en het aantal premieaanvragen. Er wordt meer gedaan dan we via die gegevens weten omdat mensen niet altijd een premie aanvragen. Op zich vind ik dat goed: niet alles moet altijd worden ondersteund.
Het enige dat ik vaststel, is dat we desondanks veel datahiaten hebben. Daardoor kunnen we moeilijker zien waar de echte problemen zitten en waar we moeten bijsturen. Een tweede probleem dat ik zie, is dat we eigenlijk een enorme versnippering hebben van de verschillende adviesinstanties die direct of indirect een premie kunnen geven.
Mijn bijkomende vraag is dan ook: zou het niet nuttig zijn dat we gaan naar één systeem waarin alles zit van fiscale voordelen en subsidies, met één soort adviesinstantie?
Mevrouw Taeldeman heeft het woord.
Voorzitter, twee vaststellingen. We kampen met een verouderd woonpatrimonium in Vlaanderen en er is een lage renovatiegraad. Daarom heeft deze regering het innovatiepact afgesloten.
Twee weken geleden werd hier tijdens de Septemberverklaring de aankondiging gedaan van de premie van 7500 euro bij sloop en vervangbouw. Minister, we horen daar tot op vandaag weinig van, want de cijfers zijn bekendgemaakt over de totaalrenovatiebonus die blijkbaar in de lift zit. Waar we weinig over horen, is de succesratio van de premie bij wijkrenovatie. Het was de bedoeling om per buurt te gaan renoveren. Ik wou eens polsen, minister, of we daar op koers zitten.
De heer Schiltz heeft het woord.
Minister, ik heb een heel eenvoudige vraag, voor de mensen die thuis de uitzending van deze vergadering volgen. Is de doelstelling om de energie-efficiëntie op het nodige peil te krijgen haalbaar of niet?
De heer Tobback heeft het woord.
De heer Gryffroy vroeg naar minder versnippering in de adviesmogelijkheden. Ik heb zo dadelijk ook een vraag aan uw collega van klimaatbeleid, minister, maar ze geldt eigenlijk evengoed voor u. Er is deze week een gezamenlijk en eensgezind advies van drie grote adviesraden – de SERV, de Minaraad en de Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij (SALV) – waarin ook uw ambities voor het Klimaat- en Energieplan 2030 aan bod komen. Er staat klaar en duidelijk in het advies dat zeker de energiedoelstellingen flagrant onvoldoende duidelijk en onvoldoende onderbouwd zijn.
Een simpele bijkomende vraag: bent u van plan om dit na een dergelijk vernietigend advies grondig bij te sturen? Of doet u gewoon lekker verder met grote aankondigingen waar geen middelen of maatregelen tegenover staan?
De heer Danen heeft het woord.
Ondanks alle opgesomde maatregelen blijft onze energierenovatiegraad onder de 1 procent. Dat betekent, als we allen onze gebouwen op een behoorlijk peil willen brengen, dat we daar meer dan honderd jaar voor nodig hebben. Ik denk dat dat geen ambitieuze doelstelling is.
Het probleem hierbij is ook, minister, dat de doelstelling die u hebt gezet, op 2050 mikt, ook ver in de tijd. Bent u bereid om tussentijdse doelstellingen op te stellen? Alleen dan kunnen we tijdig bijsturen.
Mijnheer Gryffroy, ik heb één ding net aangehaald en ik wil het nog eens benadrukken. Uit de enquête van het Vlaams Energieagentschap (VEA) blijkt dat de voornaamste reden die mensen aanhalen om niet te isoleren, is: geen prioriteit, geen tijd, geen zin, het is voor mij niet nodig. Dat betekent dat vooral de mentaliteitsverandering nodig is. Inderdaad, premies kunnen helpen, maar we zien dat de aanvragen dalen. Een deel van de bevolking is dus zeer ongevoelig voor het feit dat niet renoveren en isoleren een prijsdaling inhoudt voor de woning, dat het comfort lager zal zijn en dat de factuur duurder blijft.
Het is noodzakelijk om die mensen in de komende periode duidelijk te maken dat het niet anders zal kunnen. Op een bepaald moment zullen ze het ook voelen. Niet omdat het allemaal verplicht en verboden is of omdat de minister tussentijdse doelstellingen naar voren schuift, mijnheer Danen, maar omdat het gewoon voor de burger zelf een nadeel zal zijn als hij het niet doet.
Mijnheer Gryffroy, ik ben akkoord om naar één systeem te gaan, maar er zit al heel wat in de trommel: fiscaliteit, zelfs federale fiscaliteit, wonen, premies voor wonen. Alle energiepremies zitten bij de distributienetten. Dat betekent dat je er eerst voor moet zorgen dat je één systeem hebt vooraleer je het in één grote databank kunt gieten, want je moet van verschillende elementen data krijgen. Ik ben daarvoor. Toen ik in de privésector werkte, kreeg ik als leidinggevende elke dag een heel mooie boordtabel. Als minister moet ik dat jammer genoeg missen. Dat betekent dat men in het verleden veel te weinig aandacht heeft besteed aan het maken van een goede boordtabel en aan het hebben van een goed databeheer. Dat moeten we nu nog allemaal doen. Dat zorgt natuurlijk voor een minder goed management.
Mevrouw Taeldeman, de cijfers van de burenpremie kan ik hier niet uit het hoofd geven. Ik zal ze zo snel mogelijk opzoeken en u bezorgen.
Mijnheer Schiltz, ik veronderstel dat als wij inzake energie-efficiëntie doelstellingen vooropstellen, wij effectief de haalbaarheid ervan hebben berekend. Dat betekent nog niet dat je ze haalt. Maar als ik een plan maak en de regering gaat ermee akkoord, en het parlement bekijkt het en gaat er ook mee akkoord, en het zijn plannen die dan ook nog eens in resoluties worden gegoten die in het Vlaams Parlement worden goedgekeurd, dan ga ik ervan uit dat we ze moeten halen. Anders zitten we inderdaad op dat vlak in de problemen.
Mijnheer Tobback, ik ben een zeer transparante en open minister, die als hij een advies krijgt, het bekijkt en leest, en die bijstuurt waar het kan. Ik heb een hekel aan mensen die iets buitenzetten en dan zeggen dat ze 100 procent gelijk hebben, dat ze met niets of niemand rekening houden en dat ze gewoon voortdoen. Ik zal dus rekening houden met de adviezen. Maar ik moet ze op hun waarde beoordelen. Ik krijg zelfs regelmatig totaal tegengestelde adviezen. Maar als ze allemaal in dezelfde richting wijzen, zal ik wel bijsturen als dat noodzakelijk is. (Opmerkingen van Bruno Tobback)
‘Vernietigend’ is een groot woord. ‘It’s the duty of the opposition to oppose’, mijnheer Tobback.
Mijnheer Danen, tussentijdse doelstellingen opleggen is niet de oplossing. Je moet vooral ambitieus zijn. Laat mij heel duidelijk zijn: ik ben en blijf ambitieus, en ik hoop dat de Vlaamse Regering en het Vlaams Parlement mij helpen in die ambities en dat we ervoor zorgen dat we die ambities waarmaken. Ik leg de lat niet graag zo laag dat we erover struikelen. Dat is niet mijn stijl. Maar ik ben van oordeel dat het wel haalbaar, betaalbaar en realiseerbaar moet zijn.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Laat ons duidelijk zijn: de 0,7 procent renovatiegraad die we nu bereiken, is te laag. We moeten komen tot de vooropgestelde 2,1 procent.
Ik heb er op zich geen probleem mee dat het aantal individuele subsidies verminderd is. Ik zie wel dat er meer wordt gerenoveerd, en grondig gerenoveerd. Dat is positief, maar het is nog onvoldoende.
Mijnheer Tobback, iedereen leest zijn insteek in een rapport. Volgens mij was de belangrijkste insteek het woordje ‘datahiaten’. Voor de mensen die een grondige renovatie moeten doen, en die waarschijnlijk op een bepaald ogenblik denken dat ze door het bos de bomen niet meer zien, zou het veel transparanter zijn indien we één databank, één adviesloket en één premiesysteem zouden hebben waarin al het fiscale en het niet-fiscale, met de subsidies enzovoort, in één pakket zitten. Dat zou veel transparanter zijn. Niet dat alle mensen daar meteen gebruik van zouden maken, maar je zou wel een bredere groep mensen kunnen aantrekken. Dat is de belangrijkste uitdaging voor de toekomst: ervoor zorgen dat de versnippering verdwijnt en dat we komen tot één groot systeem, met één grote databank. Die databank hebben we nodig om te weten waar de noden zich bevinden.
De actuele vraag is afgehandeld.