Verslag plenaire vergadering
Verslag
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is het ontwerp van decreet tot wijziging van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren in het kader van de zesde staatshervorming.
De algemene bespreking is geopend.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Voorzitter, minister, om een rationeel beleid te voeren op het vlak van dierenwelzijn, is er natuurlijk een goede decretale basis nodig, en dat is ook meteen de oefening die werd gemaakt met het voorliggende ontwerp van decreet, dat uiteraard een Vlaamse juridisch-technische vertaling is van wat voorheen de federale Dierenwelzijnswet was. Tegelijkertijd bevat dit ontwerp ook enkele politiek hete hangijzers: items die inspelen op nieuwe beleidsinzichten, die onder meer gevolg geven aan engagementen die werden aangegaan naar aanleiding van het convenant tussen de federatie van slachthuizen en het Departement Dierenwelzijn.
Dierenwelzijn is een beleidsdomein dat in volle ontwikkeling is. Daarom vinden we het positief dat we vandaag een tekst zullen goedkeuren die een goede decretale basis vormt voor de verdere uitbouw van dat beleid. Evenwel wil ik kort drie inhoudelijke kanttekeningen maken bij de nieuw opgenomen elementen in dit ontwerp van decreet.
Ten eerste is er de definitie van ‘verantwoordelijke’ die wordt toegevoegd in artikel 3, punt 2. Daarmee wordt een natuurlijke persoon bedoeld die gewoonlijk een onmiddellijk beheer of toezicht uitoefent op een dier. Onze bedenking is de volgende: is die definitie in alle omstandigheden wel voldoende duidelijk, of behoeft ze eventueel toch geen verdere explicitering, teneinde rechtszaken te vermijden?
Ten tweede is er het verbod op elektrische halsbanden voor honden. Dat zal niet echt een sinecure zijn. Uiteraard staan we daarachter, maar vooreerst is het nog nodig om te bepalen in welke uitzonderlijke gevallen het zal worden toegestaan, en om te bepalen wie dat procedé mag toepassen, aangezien er geen reglementair kader bestaat inzake gedragstherapeuten voor honden.
Dan is er een laatste kanttekening. Minister, toen ik het ontwerp van decreet doornam, heb ik even de wenkbrauwen gefronst toen ik las dat ook audiovisueel materiaal van derden kan worden aangewend als bewijsmateriaal. Gelukkig moet het gaan om beelden die op een rechtmatige manier zijn verworven. Ik ben dan ook heel tevreden dat u duidelijk hebt aangegeven dat die bepaling niet is bedoeld om het maken van undercoverbeelden toekomstgericht aan te moedigen. Ik hoop dat u dat straks in uw repliek nog eens zult herhalen.
Dierenwelzijn is voor onze partij een heel belangrijk thema. Wie mistoestanden ziet, moet de gelegenheid hebben om die te rapporteren, en het is aan de overheid om conform de beginselen van de rechtstaat actie te ondernemen tegen eigenaars die in de fout gaan. Dat betekent dat we voldoende én gekwalificeerde controleurs moeten hebben, en natuurlijk dat wie wordt aangeklaagd, recht heeft op een correct proces. Het is níet de bedoeling om het recht in eigen handen te nemen.
Minister, om die reden zijn wij tevreden met het voorliggend decretaal kader. We pleiten voor een integere toepassing. In die veronderstelling zal onze fractie dit ontwerp van decreet straks uiteraard goedkeuren.
De heer Caron heeft het woord.
Voorzitter, dit is een goed ontwerp van decreet, al is het maar omdat we de federale regelgeving in Vlaamse regelgeving moeten omzetten. Er is van de gelegenheid gebruik gemaakt om een aantal belangrijke stappen vooruit te zetten, niet het minst met betrekking tot de verstrenging van de bestraffing en de optimalisering van de handhaving. Dat is een belangrijke stap vooruit.
Minister, het is nog de vraag of dit zal lukken met het bestaand personeelskader. U hebt al een belangrijke inspanning geleverd. U hebt het aantal inspecteurs van de Inspectiedienst Dierenwelzijn verhoogd. Ik denk dat dit aantal tijdens deze legislatuur is verdubbeld. In verhouding tot het reusachtig veld waarop dierenwelzijn betrekking heeft, van landbouwers tot slachthuizen en van markten tot dierenwinkels of tentoonstellingen, blijft het natuurlijk een zeer beperkt aantal mensen. Het scala dat moet worden bestreken, is oneindig.
In dit verband begrijpen we niet goed waarom u in een aantal gevallen niet naar een nog betere samenwerking het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen (FAVV) streeft. Ik zeg niet dat u naar een slechte samenwerking streeft. U wilt op een aantal vlakken zelf mensen inzetten, maar ik denk dat u nooit genoeg inspecteurs zult hebben om de handhaving op een dergelijk niveau te brengen dat u calamiteiten helemaal kunt vermijden.
In die zin pleiten we voor een nog sterkere Inspectiedienst Dierenwelzijn, maar ook voor een sterke samenwerking met het FAVV, dat op dit vlak zelf ook een tandje kan bijsteken. Het FAVV moet niet enkel op de volksgezondheid, de hygiëne en de voedselkwaliteit letten, maar zou ook op dierenwelzijnsaspecten kunnen letten.
De positie van de animal welfare officers (AWO’s) en de inzet van zelfstandige dierenartsen zijn allemaal positieve zaken.
Minister, over de camera’s wil ik nog iets kwijt. Mevrouw De Vroe heeft het ook al gezegd. Ik weet niet of de bepaling in verband met rechtmatig verkregen beelden volstaat om bewijsmateriaal te hebben. Waarom zouden de beelden die een dierenrechtenorganisatie heeft gemaakt niet even rechtsgeldig zijn? Dat is overigens een zaak die door een rechtbank moet worden geëvalueerd. Dat is niet in eerste instantie aan de uitvoerende macht of, in ons geval, aan de wetgevende macht.
Er is nog een ferme discussie over de problematiek van de elektronische halsbanden. Nu wordt dit tot honden beperkt, terwijl het ook voor katten is gevraagd. De meerderheid heeft ons amendement helaas verworpen, maar we blijven toch maar zeggen dat dit belangrijk is.
Ten slotte wil ik nog iets kwijt over de geheimhouding waarmee u de Vlaamse Proefdierencommissie omkadert. Volgens het ontwerp van decreet blijven de verslagen van de Vlaamse Proefdierencommissie geheim. Met betrekking tot de individuele vragen van bedrijven die voor bepaalde onderzoeken proefdieren willen inzetten, is dat ook logisch. U hoeft die verslagen niet publiek te maken. Ik denk echter dat de geaggregeerde gegevens over een jaarwerking, het aantal aanvragen, het aantal betrokken dieren of doelstellingen waarvoor de dieren zijn gebruikt in globo, zonder individuele bedrijven te vernoemen of te suggereren, wel publiek zouden moeten zijn. U weet immers zo goed als ik dat de maatschappelijke discussie over de proefdieren relevant is. De commissie heeft Janssen Pharmaceutica bezocht. U weet dat er een sterke maatschappelijke tendens is om proefdieren enkel nog in te zetten voor vormen van geneeskundig onderzoek waarvoor geen alternatieven, bijvoorbeeld in vitro, aanwezig zijn. Ik weet dat u er ook voor pleit voor dergelijk onderzoek die alternatieven in plaats van proefdieren in te zetten. Ik denk dat het geen goede zaak is dat u dit alles in de toekomst in zijn totaliteit geheim wilt houden. Ik zou dat onderscheid willen maken. U moet daar nog eens over nadenken. Wij zijn altijd bereid om ter zake een aanvullend ontwerp van decreet goed te keuren.
Mevrouw Vermeulen heeft het woord.
Voorzitter, de voorbije jaren zijn op het vlak van dierenwelzijn stevige stappen gezet. Dat is in de eerste plaats gebeurd omdat het beleidsdomein is geregionaliseerd en omdat de minister het beleidsdomein ernstig neemt.
Maar ook maatschappelijk bewoog er heel wat. Ik denk dan bijvoorbeeld aan de mistoestanden in slachthuizen of in hondenkwekerijen die naar buiten werden gebracht, waardoor kordaat ingrijpen nodig was, wat ook gebeurde.
Vandaag ligt het ontwerp van decreet voor over de Dierenwelzijnswet, waarbij naast technische en terminologische aanpassingen ook inhoudelijke aanpassingen worden doorgevoerd ten gevolge van het beleid van deze legislatuur. Ik denk dan aan de mogelijkheid die wordt gecreëerd voor een verbod op stroomhalsbanden voor honden. Ik denk ook aan het gegeven van de personeelsleden van de dienst Dierenwelzijn die opsporings- en vaststellingsbevoegdheid krijgen, zodat ze zich ten aanzien van de burger kunnen identificeren en legitimeren. Daarbij kunnen ze nu ook een beroep doen op deskundigen en op audiovisuele middelen.
De bevoegdheden van de leden van de federale en lokale politie inzake dierenwelzijn blijven behouden, want een goede samenwerking tussen de federale en de lokale politie is noodzakelijk om de dierenwelzijnswetgeving ten volle en adequaat te blijven handhaven en om straffeloosheid te voorkomen.
Wat ik zelf heel belangrijk vind in dit ontwerp van decreet, is dat gevangenisstraffen in geval van recidive kunnen worden verhoogd. We spreken in dit ontwerp van decreet van een verdubbeling van straffen tot een vermenigvuldiging met factor zes. Dit kan tellen als een zeer krachtig signaal. Het is ons menens met het dierenwelzijnsbeleid in Vlaanderen. Minister, ik steun uw aanpak, uw beleid en uw ontwerp van decreet. (Applaus bij de N-VA)
De heer Dochy heeft het woord.
Ik wil mij in grote mate aansluiten bij wat al is gezegd. We hadden een aangenaam en ook waardevol debat in de commissie, maar ik wil toch nog even drie elementen benadrukken.
Er is het verhaal van de beelden die rechtsgeldig moeten worden genomen indien ze worden gebruikt wanneer dierenrechten zijn overtreden. Dat is belangrijk als signaal, en de minister heeft dat ook duidelijk gezegd in de commissie. Het kan niet de bedoeling zijn om aan te moedigen wat in het verleden is gebeurd, zijnde inbraken in stallen en huisvesting van dieren om beelden te nemen. Neen, het moeten beelden zijn die rechtsgeldig zijn genomen en het liefst ook na goedkeuring of na bekeken te zijn geweest door de inspecteurs die hiervoor bevoegd zijn.
Dit ontwerp van decreet vormt de rechtsbasis voor heel wat elementen uit de samenwerking, het convenant tussen de minister en de Federatie van het Belgisch Vlees (FEBEV), waar de slachthuizen onder ressorteren. Heel wat elementen uit dat convenant zullen nu wortel kunnen schieten en duidelijk kunnen worden uitgewerkt nadat dit ontwerp van decreet is goedgekeurd.
Dan is er nog de problematiek die hier nog niet aan bod is gekomen, over de inbeslagnames en eventueel plaatsbestemmingsbeslissingen. Wat in het ontwerp van decreet staat, is in principe wat ook in de praktijk zou moeten gebeuren. De ervaring leert echter dat er her en der problemen zijn, met als gevolg dat iemand die niet akkoord gaat met de genomen beslissing, zich vandaag enkel tot de Raad van State kan wenden. De minister heeft gezegd dat evaluatie nooit slecht is. We rekenen erop dat dat wordt gemonitord en desgevallend zou moeten leiden, indien het noodzakelijk is, tot een eventuele administratieve procedure die een alternatief kan zijn voor een verplichte handeling bij de Raad van State. (Applaus bij CD&V)
Minister Weyts heeft het woord.
Ik wil eerst even in herinnering brengen wat het aanvankelijke opzet was van dit ontwerp van decreet, namelijk de bevoegdheidsoverdracht an sich. Er zijn grotere supporters en fans van de zesde staatshervorming dan ik. Misschien is deze bevoegdheid in de marge overgedragen, maar als er toch een positief element was verbonden aan de zesde staatshervorming, dan is het zeker en vast de bevoegdheidsoverdracht van dierenwelzijn. Dagelijks proberen we op het terrein te bewijzen dat wat we zelf doen, ook echt beter doen. Ik denk dat we daarin slagen.
Dit ontwerp van decreet hebben we aangegrepen om niet alleen die bevoegdheidsoverdracht legistiek te regelen, waarbij we bijvoorbeeld koninklijke besluiten of de terminologie wijzigen. Als het bijvoorbeeld gaat over de Koning, wordt dat omgezet in Vlaamse Regering. Dat zijn dus zuiver legistieke aanpassingen.
Maar daaraan hebben we ook een heleboel inhoudelijke wijzigingen toegevoegd, waarbij we nog meer dan voorheen de bakens inzake dierenwelzijn willen verzetten. Eén element, misschien wel het meest opvallende, is natuurlijk ook de wijziging van de strafmaat. We hebben in alle stappen ingegrepen. We hebben, als het gaat over de aanpak van dierenmishandeling, ervoor gezorgd dat er meer controles zijn, dat het inspectieteam dierenwelzijn verdubbeld is in aantal en dat er dus ook meer processen-verbaal zijn. Die cijfers zijn ongelooflijk. Er zijn toenames van processen-verbaal met 150 procent, zeker bij processen-verbaal van waarschuwing. Ondertussen zijn we er ook in geslaagd om in nagenoeg elke politiezone iemand aangeduid te krijgen die zich specifiek bezighoudt met dierenwelzijn. In alle parketten is ondertussen een verantwoordelijke voor dierenwelzijn.
In al die schakels van de ketting, hebben we dus ongelooflijke stappen vooruit gezet inzake dierenwelzijn. Maar het sluitstuk is natuurlijk het repressief instrumentarium. Vandaag is de maximale straf, zelfs voor recidive, zelfs voor mensen die zich bij herhaling – je kunt het je niet voorstellen, maar dat is soms het geval – aan dierenmishandeling bezondigen, zes maanden gevangenisstraf. In de praktijk betekent dat in dit land: geen straf. Geen straf. Dat kunnen wij echt niet over onze kant laten gaan. En daarom is er deze aanpassing: we gaan naar een maximale straf van achttien maanden. Ik vind dat niet overdreven. Ik vind dat mensen, zeker wanneer ze zich bij herhaling bezondigen aan dierenmishandeling, ook effectief een gevangenisstraf moeten ondergaan. Ze moeten echt voelen dat het deze samenleving menens is als het gaat over dierenwelzijn en de schendingen van de dierenwelzijnswetgeving.
Daarnaast leggen we ook de decretale basis voor een eigen Vlaams inspectieteam, als het gaat over het respect voor dierenwelzijn in de slachthuizen. We hebben vastgesteld dat het huidige systeem, waarbij we eigenlijk werken met een samenwerking met het FAVV en de dierenartsen die in opdracht van het FAVV werken, die dagelijks aanwezig zijn in de slachthuizen, niet sluitend is. Dat systeem zorgt er wel voor dat er op de vloer, op de slachtvloer, altijd inspectie is van dierenartsen met opdracht en dat zij, naast hun opdracht inzake volksgezondheid, ook zouden moeten toezien op het dierenwelzijn.
In de praktijk stellen we vast dat dat niet volledig zo is. De dierenartsen – en ik begrijp dat volledig – focussen vooral op het takenpakket dat hun is toevertrouwd door hun werkgever, zijnde het FAVV. Verder hangt het een beetje af van dierenarts tot dierenarts of men ook de taken die extra zijn toegevoegd inzake dierenwelzijn al dan niet ernstig neemt. Daarom creëren wij nu met dit ontwerp van decreet een decretale basis om een nieuw Vlaams inspectieteam gestalte te kunnen geven. Zo kunnen we dan vanuit Vlaanderen zelf zorgen voor inspecties ten aanzien van dierenwelzijn in de slachthuizen. Dat is een belangrijke stap vooruit.
Een ander element zijn de ‘animal welfare officers’. In alle slachthuizen bestaat er vandaag een officier, iemand die verantwoordelijk is voor het toezien op het dierenwelzijn. Eigenlijk is dat een werknemer van het slachthuis in kwestie, maar die – alleszins vandaag – in een niet-afhankelijke positie staat. Heel concreet wil dat zeggen dat, wanneer die melding maakt van een schending van de dierenwelzijn, zich als werknemer eigenlijk blootstelt aan mogelijke sancties in hoofde van zijn werkgever. Daarom leggen we hier de basis voor een soort klokkenluidersregeling, zoals we die kennen bij de Vlaamse ambtenaren. Dat wil heel concreet zeggen dat, wanneer een ‘animal welfare officer’ melding maakt van schendingen van dierenwelzijn door zijn werkgever, zijnde het slachthuis, er tegen die persoon dan geen disciplinaire maatregelen kunnen worden ondernomen.
Een ander element is dat we ervoor zorgen dat we de kosten voor inbeslagname in geval van dierenmishandeling ook kunnen verhalen op degene die zich bezondigd heeft aan dierenmishandeling. Dat is eigenlijk de logica zelve.
Ik begrijp dat er wat bezorgdheden zijn als het gaat over de duidelijke definitie met betrekking tot wat een verantwoordelijke is. Wel, het is net om de huidige discussies over wie nu verantwoordelijk is voor de dierenmishandeling voor dierenwelzijn – diegene die de zorg ervoor draagt of diegene die de eigenaar is? – de wereld uit te helpen, dat deze definitie in dit ontwerp van decreet is opgenomen.
Voor het verbod op elektrische halsbanden leggen we in dit ontwerp van decreet de rechtsbasis. Er zijn nog wel wat onduidelijkheden. Ik zou graag werken aan de introductie van een verbod op elektrische halsbanden. Ik vind dat in velerlei gevallen een marteling voor de dieren. Zo krijgen bijvoorbeeld honden die blaffen, een elektrische schok toegediend. Anderzijds bestaat er nog altijd in hoofde van bepaalde gedragstherapeuten en in hoofde van bepaalde opleiders de vraag om die mogelijkheid toch nog te behouden bij wijze van ultieme maatregel, bijvoorbeeld om honden die totaal gedragsgestoord zijn, toch nog op het goede pad te kunnen krijgen. Ik begrijp dat men dit nog zou willen kunnen inzetten als ultiem instrument om die dieren toch nog handelbaar te maken. Ik wilde gewoon aan die vraag tegemoetkomen. Vandaag zitten we echter met het praktische probleem dat het beroep van gedragstherapeut voor dieren niet erkend is. Iedereen kan dus een bordje aan de deur hangen met ‘gedragstherapeut voor dieren’. Daarom moet eerst nog bekeken worden hoe we dat concreet zouden kunnen regelen. Hier leggen we gewoon de rechtsbasis voor het eventuele selectieve verbod met betrekking tot de elektrische halsbanden.
Tot slot nog iets over het gebruik van audiovisueel materiaal. Ik heb net een protocol gesloten met de federatie van slachthuizen om ervoor te zorgen dat er meer cameratoezicht zou komen. Het logische gevolg daarvan is natuurlijk wel dat we de beelden die dat cameratoezicht oplevert, kunnen gebruiken als bewijsmateriaal. Dit is louter en alleen de concrete resultante daarvan en de omzetting in de regelgeving. Het is inderdaad niet de bedoeling dat illegaal verkregen beeldmateriaal gebruikt wordt, want dat is op zich waardeloos. Het is de bedoeling om het audiovisueel materiaal dat rechtmatig verkregen werd, te gebruiken als bewijslast. Dat lijkt me de evidentie zelve.
Slotsom: ik dank iedereen voor de goede discussies. Wat onmiskenbaar is, is dat we hiermee niet louter een omzetting doen in de regelgeving van de zesde staatshervorming, maar dat we hier opnieuw bakens verzetten ten voordele van dierenwelzijn in Vlaanderen. (Applaus bij de N-VA)
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het ontwerp van decreet. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2017-18, nr. 1555/1)
– De artikelen 1 tot en met 42 worden zonder opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het ontwerp van decreet houden.