Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Daniëls heeft het woord.
Collega’s, dit is een niet onbelangrijke vraag over vijftig kinderen tussen 3 en 8 jaar die in de lokalen van het stedelijk onderwijs in Gent, en blijkbaar ook gesteund door het beleid in Gent, Turks onderwijs krijgen op woensdagnamiddag en op zaterdag. Dat Turks onderwijs wordt gegeven door leerkrachten uit Turkije waarvan het loon en de huisvesting betaald worden door Turkije.
Eigenlijk kan dat niet meer in Vlaanderen, want in 2016 heeft deze Vlaamse Regering beslist om geen arbeidskaarten meer te geven aan Turkse leerkrachten. Er werd namelijk vastgesteld dat er, onder het mom van taallessen, ook een politieke boodschap werd meegegeven.
Brussel en Wallonië geven echter nog wel arbeidskaarten. De ouders maken gebruik van die arbeidskaarten om die leerkrachten toch in te zetten.
Men zegt dat men erop toeziet dat er geen politieke zaken gebeuren. Maar toch wel opvallend is het volgende. Als wij als N-VA pleiten voor taalbaden Nederlands, voor extra lessen Nederlands om kinderen buitenschools Nederlands te leren, dan is het kot te klein, dan kan dat niet. ‘Segregatie! Hoe durf je! Taalbaden, taallessen, ai, ai, ai!’ Maar als er dan Turkse leerkrachten naar hier worden gebracht om tweemaal in de week Turks te geven, dan is dat een goede zaak voor de integratie. Dat lijkt ons een raar gegeven, zeker als het gaat over kinderen van de derde generatie, die nog altijd geboekstaafd staan als kinderen met thuistaal niet-Nederlands en dus ook tellen als met thuistaal niet Nederlands. Langs de andere kant wordt dan aangebracht dat ze zo goed Nederlands spreken dat we ze Turks moeten leren. Het is het ene of het is het andere. Dus luidt mijn vraag: minister, vindt u het een goed idee om Turks te geven aan kinderen van de derde generatie in klaslokalen van Vlaamse scholen, en dit door leerkrachten die door Turkije betaald worden en ook inhoudelijk door Turkije geïnspireerd zijn?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Daniëls, ik heb vorige week op een vraag van collega Krekels het kortste antwoord ooit gegeven. Het antwoord was toen ‘ja’. Ik kan vandaag eigenlijk hetzelfde doen, maar het antwoord is ‘neen’. (Applaus bij CD&V)
Goed, en wat gaat u daaraan doen?
Ik heb in het weekend al publiek gecommuniceerd, wat ik eerder zelden doe in zo’n situaties. Ik vind dit niet oké. Waarom vind ik dit niet oké? Omdat in 2015, zoals u zelf al aangehaald hebt, onze Vlaamse Regering een beslissing heeft genomen om een einde te maken aan iets wat al bestond sinds 1979, namelijk dat mensen uit Turkije overgevlogen worden om hier de Turkse taal en cultuur aan te leren aan kinderen. Eigenlijk is het iemand uit de vorige Vlaamse Regering, Pascal Smet, die in 2011 de grondslag weggenomen heeft om dit toch te kunnen doen. We waren het er met de vorige en de huidige regering over eens dat het niet goed is om mensen over te vliegen om dit te laten doen.
Ik heb zelf met Turkije een aantal gesprekken gehad in het begin van de legislatuur om te kijken of we dit niet konden oplossen. Je moet immers een onderscheid maken tussen het feit dat kinderen naschools een aanbod volgen. Dat kan Turkse taal en cultuur zijn. Wij hebben ook graag dat kinderen van Vlamingen overal in de wereld de Nederlandse taal en cultuur ook in het buitenland kunnen blijven opsnuiven. Ik vind het op zich dus een goede zaak dat dat gebeurt. Maar ik vind het geen goede zaak dat daarvoor leraren betaald worden door Turkije en overgevlogen worden om dat hier te doen zonder dat er een duidelijke connectie is met onze leerplannen en onze taal. Ik vind dat dit erover is. Wij hebben eigenlijk al de beslissing genomen dat dit niet kan.
Ik vind het dus zeer pijnlijk dat we nu moeten vernemen dat dat blijkbaar gebeurt via een omzeilingspiste en dat men via Wallonië dan toch hetzelfde doet als vroeger. Maar als u de vraag anders zou hebben geformuleerd en zou gevraagd hebben of ik vind dat kinderen een naschools aanbod mogen hebben, dan zeg ik: ja. Ik heb daar eigenlijk niets over te zeggen. Ik ben niet de minister die de vrije tijd van andere mensen gaat regelen. Ik heb er ook geen problemen mee dat scholen de deuren naschools openzetten om in een aanbod te voorzien. Wij zijn de regering die zegt: ‘De scholen zijn al zo vaak dicht, gebruik ze voor allerlei zaken.’ Daar heb ik totaal geen probleem mee. Ik vind het zelfs een goede zaak dat dit gebeurt.
Collega Daniëls, ik ben ook niet degene die ooit zou gezegd hebben: ‘Oeioei, wat is dat met die taalbaden?’ Hoe meer Nederlands, hoe liever. Maar je kunt niet vermijden dat mensen zeggen dat zij graag een stukje taal en cultuur hebben. Er zijn mensen die 's avonds naar de centra voor volwassenenonderwijs gaan om eender welke taal te leren. Dat is trouwens heel succesvol. Met al die zaken heb ik geen probleem. Maar ik heb er wel een probleem mee dat men, zoals u zelf stelt – en dat is de reden waarom ik gezegd heb dat ik het niet eens ben met de manier waarop u…, wel met uw vraag maar niet… Allez, op uw vraag antwoord ik negatief. Ik vind het geen goede zaak dat men blijft volharden in de praktijk die al bestond sinds 1979, namelijk dat men mensen uit Turkije laat overvliegen, heel specifiek om die lessen te geven. Wij hebben zo een grote en rijke Turkse gemeenschap hier in Vlaanderen. Ik heb gehoord dat de onderzoekers die het project begeleiden nu heel veel aanvragen krijgen van Vlamingen die graag die lessen zouden geven. Er is een zeer grote gemeenschap. Zij kunnen perfect dat naschools aanbod zelf geven. Dat zou trouwens een zeer goede zaak zijn als het over integratie gaat.
Minister, dank u wel voor uw duidelijke antwoord. Mijn eerste vraag daarop is: wat gaat u daar dan aan doen als u het er niet mee eens bent?
Ik heb ook nog een aantal uitweidingen na mijn zeer korte vraag, naar het voorbeeld van minister Crevits. We moeten toch opletten dat we de zaken niet door elkaar gooien. Nederlands in het buitenland is voor Vlaamse expats die na een, twee, drie, vier of vijf jaar terugkomen naar Vlaanderen. Als het gaat over kinderen van de derde generatie, denk ik niet dat het de bedoeling is om terug te keren naar Turkije.
Ik stel vast dat de ouders zeggen dat ze zoveel Nederlands spreken dat ze geen Turks meer horen, maar als ik dan kijk hoe die kinderen geboekstaafd staan, dan zijn er heel wat die worden opgegeven als ‘thuistaal niet-Nederlands, spreekt met geen van de twee ouders thuis Nederlands’. Ja, wat is het nu? Is het nu te veel Nederlands, of te weinig Nederlands?
Ik vraag me af of men in Gent dan ook zoveel reclame maakt voor taalbaden Nederlands. Richt men op woensdagnamiddag en zaterdag Nederlands in voor de kinderen die te weinig Nederlands kennen? Dat is de grote uitdaging, collega's. Ik geef nog eens de Pisa-cijfers: 110 punten verschil is 3,5 jaar achterstand. Daar zit onze ongekwalificeerde uitstroom.
De heer De Ro heeft het woord.
Minister, collega's, het standpunt van onze fractie leunt heel dicht aan bij dat van u. Wij vinden meertaligheid altijd een troef, meertaligheid voor Nederlandstalige kinderen die andere talen leren, en voor anderstalige kinderen die Nederlands leren. Dat een stad haar gebouwen openzet, het zou er nog aan mankeren, aangezien die scholen met heel veel gemeenschapsgeld worden gebouwd. Het zou eigenlijk goed zijn mocht elk net al zijn scholen openstellen voor allerlei initiatieven die in het kader van een brede school kunnen worden genomen.
Uiteraard vinden wij zelf ook dat om lessen Turks of een andere taal te geven… Er zijn zoveel Vlamingen die hun roots hebben in het buitenland, die perfect die moedertaal spreken. Waarom die mensen met veel talent uit onze eigen regio daarvoor niet inzetten? Dat is eigenlijk de cruciale vraag, en niet of kinderen hun moedertaal of een taal van hun grootouders of ouders zouden mogen leren. Dat moeten we in Vlaanderen als een troef bekijken.
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Minister, ik ben het helemaal eens met u en met collega De Ro. Veeltaligheid is altijd een troef. Wij Vlamingen, mijnheer Daniels, waren er ooit om geroemd dat we vele talen kenden. De kennis van het Nederlands kan perfect gepaard gaan met de kennis van veel andere talen.
Aan diegenen die die opleiding geven, aan Nederlandstalige of anderstalige leerkrachten die in Vlaanderen geboren en getogen zijn, zou ik een appel willen doen om ook die andere talen te geven. Dat moet mogelijk zijn. Zo kunnen we het principe van de brede school in de praktijk brengen. Daar kunnen we alleen maar blij om zijn. Binnen de schoolmuren, buiten de schooluren andere talen leren: ja, graag.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Gent heeft inderdaad alleen maar beslist om dat te laten plaatsvinden in zijn lokalen, net omdat het project op die manier kon worden begeleid door de Universiteit Gent en door de hogeschool, zodat er volledige transparantie is. Zij kozen ervoor om zoiets niet te doen in obscuriteit, maar in volledige transparantie, en dat is een goede zaak.
Net omdat het plaatsvond in de lokalen van de stad, heeft de schepen zeer duidelijk gezegd dat het niet religieus of politiek geïnspireerd mag zijn, dat het gaat over kleuren aanleren, over de dieren in het Turks, opdat die kinderen ook met hun grootouders zullen kunnen praten. In de feiten gebeurt er absoluut niets dat niet mag, dat niet door de beugel kan.
Uw partij, mijnheer Daniels, probeert absoluut te laten uitschijnen dat daar allerlei verdachte dingen gebeuren, probeert het Turks verdacht te maken – dat is nu eenmaal uw agenda –, probeert te polariseren, en dat is een heel spijtige zaak. Want het gebeurt in het Italiaans, het gebeurt in het Pools, we doen het zelf in andere landen, en dat kan allemaal, maar omdat het Turks is, vindt u het nodig om te polariseren, terwijl wat daar gebeurt, absoluut niet verdacht is, maar gecontroleerd en begeleid door de universiteit en in volle transparantie, omdat ook die kinderen met hun familie en hun grootouders willen praten. (Applaus bij Groen)
De heer Janssens heeft het woord.
Minister, we vinden het ook onaanvaardbaar dat in onderwijsinstellingen die met Vlaams belastinggeld worden gefinancierd, de deur zou worden opengezet voor het Turkse regime, om er Turkse taallessen te geven en op die manier de integratie stokken in de wielen te steken. Want om te illustreren waarvoor die Turkse regering staat, wil ik een Turks minister citeren. Recent op een campagnemeeting zei hij: “Ik zweer dat we Groot-Brittannië, Duitsland en Frankrijk zullen overnemen. Wij zijn in opmars en zij zijn in verval. Allah is met de Turkse natie. Daarom, maak u geen zorgen: wij zullen slagen, met Gods hulp.” Dat is de taal die de Turkse regering spreekt. En dat is net wat we niet nodig hebben in Vlaanderen, niet in onze scholen, maar ook niet, collega Daniëls, in de Diyanet-moskeeën, die met belastinggeld worden gefinancierd en die geen bevoegdheid zijn van het linkse Gentse stadsbestuur of van minister Crevits, maar van uw N-VA-minister Homans.
En daarom doe ik een oproep, zowel aan u als aan de collega’s in de Vlaamse Regering: stop met het financieren van de Turkse overheidsdiensten, of dat nu in onze scholen of in onze moskeeën is. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Kennes heeft het woord.
Er zijn een aantal zaken die we duidelijk niet willen. Dat zijn: leerkrachten die geen Nederlands spreken, de mogelijke politieke beïnvloeding uit het buitenland via lessen taal en cultuur en dat men via akkoorden met een andere gemeenschap mensen bij ons tewerkstelt. Maar wat we wél willen, is dat scholen maximaal worden gebruikt, ook na de lesuren, dat kinderen meertalig worden, zoals de Vlamingen kunnen worden opgeroepen om allemaal veeltalig te worden, en dat steeds meer te worden.
Mensen met een migratieachtergrond zijn heel goed geplaatst om een brugfunctie te vervullen tussen bepaalde landen, tussen bepaalde gemeenschappen en bepaalde culturen. Dat zijn zaken die positief zijn en die we kansen moeten blijven geven. Daarom vind ik de oproep van de minister aan de Vlaams-Turkse gemeenschap, dat de mensen met talent om les te geven, naar voren zouden treden om die lessen aan te bieden, heel goed. We vinden dat een heel goed voorstel. We zijn ervan overtuigd dat dit mensen kansen geeft op ontwikkeling, om op heel wat punten hun talenten verder te ontwikkelen.
Collega's, we moeten vermijden dat we hier twee debatten door elkaar voeren.
Ik start met het eerste debat. Taal en de kennis van de taal, de kennis van het Nederlands, is voor mij, als minister van Onderwijs, cruciaal. We hebben een enorme opdracht, collega's, om die taalkennis bij een heel grote groep jongeren – kijk naar de PISA-resultaten – te verbeteren. Taal, een goede kennis van het Nederlands in Vlaanderen, is dé sleutel tot integratie, dé sleutel om in je vrije tijd van alles te kunnen doen, dé sleutel om je goed te voelen. Dit is dus een zeer, zeer grote en prioritaire ambitie, ook voor onderwijs. We werken er elke dag aan. Dat is het debat nummer één.
Als sommige collega’s soms twijfelen aan het feit of onze scholen wel genoeg investeren in taalbaden en dergelijke, dan moeten we dat opnemen met de scholen en moeten we ervoor zorgen dat de inspanningen op dat vlak groter worden.
Het tweede debat is: als je hier bent en je hebt Turkse of andere wortels, kan er in scholen, naschools of buitenschools een aanbod worden ingericht om ervoor te zorgen dat je taal en cultuur krijgt in de taal die bijvoorbeeld thuis of bij je grootouders wordt gesproken. Ik heb daar op zich geen probleem mee, collega's. Dat heb ik daarnet ook duidelijk gemaakt. Maar ik heb er verdorie wél een probleem mee als men nu nog, in 2018, mensen laat overvliegen vanuit Turkije om hier lessen te geven die daar werden voorbereid. (Applaus bij de meerderheid )
En collega's, we hebben ook contact opgenomen met de onderzoekers die het project begeleiden. Dat is ook van belang. Want het heeft geen zin om hier grote en zware statements te doen. Een collega vroeg: wat zult u eraan doen? Het eerste wat we moeten doen, is contact opnemen met de onderzoekers die dat project begeleiden. We hebben hun gevraagd of het mogelijk is om te investeren in mensen vanuit Gent of omstreken. De Turkse gemeenschap daar is zo groot. Waarom kunnen die mensen dat niet doen? Men zal dat nu bekijken. Ik vind het jammer dat men dat nu pas zal bekijken en dat dat niet allang gebeurd is. Want in 2015 hebben we daarover contact gehad met Turkije. Zowel de minister-president als ikzelf hebben gezegd: dit kan toch niet. Dit is toch niet iets wat anno 2018 nog wenselijk of noodzakelijk is.
De onderzoekers zullen dit nu meenemen. Ik hoop dat zij hun eigen traject daarin kunnen opzetten. Ik heb hun ook gevraagd of het voor hen mogelijk is om de resultaten van hun monitoring met ons te bespreken. Want het interesseert mij eigenlijk ook wel op welke manier dat gebeurt.
Dit wordt vervolgd. Ik neem initiatief, maar ik wil scholen niet verbieden naschools de deuren open te zetten voor allerhande zaken. Dit heeft niets te maken met een mindere kennis van het Nederlands of wat dan ook. Er worden stappen gezet.
Ik zal de minister-president ook vragen zijn internationale contacten nog eens aan te spreken. Hij heeft hierover gesprekken gevoerd met de mensen die in Turkije verantwoordelijk zijn. Zij weten zeer goed dat we zelfs op een bepaald moment hebben geprobeerd met hen een overgangsperiode af te spreken om de transitie te kunnen maken naar mensen van hier om die lessen te geven. Daar is niet op ingegaan, en ik vind het spijtig dat er geen akkoord is gekomen.
Als het gevolg is dat niet verder wordt nagedacht of in eigen gemeenschap wordt geïnvesteerd en dat dit verder met mensen uit Turkije wordt gedaan, vind ik dat een spijtige zaak. Ik zal alles doen wat ik kan om erop in te zetten dat de grote Turkse gemeenschap die we hebben, in zichzelf zou investeren. Ze moeten er voldoende in geloven dat mensen die hier al zo lang wonen en de taal spreken, zeker in staat zijn om die cultuurlessen te geven als daar vraag naar is en als een aanbod wordt georganiseerd. Ze spreken beter Gents dan ik, want ik spreek niet zo goed Gents. We ondernemen actie en ik hoop dat dit vruchten zal afwerpen. (Applaus bij CD&V)
Wat me opvalt, is dat wordt gezegd dat de Turkse leerkrachten die door de Turkse overheid worden betaald, helemaal niet verdacht zijn, maar dat er wel onderzoekers op worden gezet en dat ouders in de klas moeten zitten om dat te bekijken. Zo heeft de betrokken schepen het naar buiten gebracht. Als er niets verdacht is, vraag ik me af waarom er dan onderzoekers en ouders mee in de klas zitten. Ik vind dat vrij raar. (Opmerkingen)
Meertaligheid is uiteraard goed, maar we moeten er toch eerst wel voor zorgen dat alle kinderen goed Nederlands spreken. Het Nederlands is de sleutel tot succes in Vlaanderen. (Applaus bij de N-VA)
Ik stel vast dat over taalbaden worden gesproken. Hoeveel taalbaden Nederlands organiseert de schepen in Gent? Hoe hard zet ze in op de screening voor Nederlands? Ik stel vast dat ze zich uitput om lessen in het Turks, Arabisch en andere talen in te richten, maar er zijn nul taalbaden Nederlands. (Applaus bij de N-VA)
De actuele vraag is afgehandeld.