Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Kennes heeft het woord.
Voorzitter, in de begroting voor 2018 is 22 miljoen euro opgenomen voor de ontwikkeling van een tweede pensioenpijler voor 8500 contractuele personeelsleden van de Vlaamse overheid. Goed nieuws, en dat is ook meer concreet gemaakt in een conceptnota van de Vlaamse Regering van 23 februari van dit jaar, met twee grote uitgangspunten: men kiest voor een fonds, niet voor een verzekering, en het zullen enkel werkgeversbijdragen zijn die dat fonds zullen stijven. Dan moeten er natuurlijk allerlei dingen gebeuren. Dat fonds moet decretaal worden opgericht, het Vlaams Personeelsstatuut (VPS) moet worden aangepast met een aantal bijkomende voorwaarden, zodat dat deel is van de arbeidsvoorwaarden, er moet in sectorcomité 18 over worden onderhandeld met de vakbonden, en er moet vervolgens ook nog een fondsbeheerder worden aangesteld.
Minister, daarom hebt u in de commissievergadering van 20 maart verklaard dat zoiets oprichten niet zo eenvoudig is, dat u daarvoor uw tijd zou nemen en dat u zich niet wilde laten vastpinnen op een startdatum. De zomer komt nu echter in zicht, we zijn een half jaar verder, en ik begrijp toch dat er enige ongerustheid is over de vorderingen. Er is in 21 miljoen euro voorzien om het fonds zelf te spijzen, en in 1 miljoen euro voor de werking in 2018 en 2019. Mijn vraag is dus heel eenvoudig. We kennen die gegevenheden. Wat is de stand van zaken, en wanneer zal dit dan daadwerkelijk van start kunnen gaan?
Minister Homans heeft het woord.
Voorzitter, mijnheer Kennes, u herinnert zich misschien ook nog wel de uithaal van de vakorganisaties in de zomer van 2017. Het kwam, denk ik, door het warme weer dat ze zeiden dat er nooit een tweede pensioenpijler zou komen binnen de Vlaamse overheid. U weet ook dat ik bij de opmaak van de begroting voor 2018, dus in september 2017, dan ook die 22 miljoen euro in mijn budget heb vrijgemaakt voor die tweede pensioenpijler voor de contractuele personeelsleden.
De conceptnota waarnaar u hebt verwezen, is inderdaad op 23 februari goedgekeurd door de Vlaamse Regering. Daarna is er in de commissie ook nog een en ander over gezegd, maar die conceptnota bevatte natuurlijk ook wel een aantal principes, en ook termijnen, die er al vanaf 23 februari in stonden. Zo is er bijvoorbeeld de principiële keuze voor een fonds. De rechten worden opgebouwd vanaf 1 januari 2018, dus dat is met terugwerkende kracht. De daadwerkelijke start van het pensioenfonds zal ten laatste op 1 juli 2019 gebeuren. De timing blijft dus absoluut overeind. Mijnheer Kennes, er is dus geen reden tot ongerustheid en ik hoop andere leden hier ook te kunnen geruststellen.
Wat is er ondertussen gebeurd? We moeten immers inderdaad nog wel wat doen, maar we hebben uiteraard ook niet stilgezeten. In sectorcomité 18 is op 9 april 2018 een informatie- en consultatieronde gehouden met de vakbonden. Ondertussen is er ook een ontwerp van decreet uitgeschreven, waarin het pensioenfonds als rechtspersoon wordt opgericht. Ondertussen is ook het VPS aangepast, zodat in de rechtspositieregeling van de contractuele personeelsleden ook het principe van die tweede pensioenpijler is ingeschreven.
Ik kan u ook meedelen – en dat zal u hopelijk ook verheugen – dat ik zeer binnenkort, bij wijze van spreken binnen de komende twee weken, en als het sneller kan, nog liever, naar de Vlaamse Regering zal gaan met zowel de aanpassing van het VPS als het ontwerp van decreet. Ondertussen wordt er ook nog werk gemaakt van allerlei uitbestedingen van dingen die we als Vlaamse overheid natuurlijk niet zelf zullen doen. Dat gaat dan bijvoorbeeld over het administratief beheer, de boekhouding, het financieel beheer en dergelijke meer. De timing en de principes die in de conceptnota zijn afgesproken, staan echter absoluut niet op de helling. Als ik u dan zeg dat dit met terugwerkende kracht op 1 januari 2018 in werking treedt, dan denk ik dat we alle beloften die we hebben gedaan aan onze contractuele personeelsleden, wel degelijk zullen kunnen nakomen.
Dat is goed nieuws. Als we dan binnen de twee weken die documenten, de aanpassing aan het VPS en het voorontwerp van decreet, bij de Vlaamse Regering zullen zien passeren, dan zullen we inderdaad een belangrijke stap vooruit hebben gezet. Als dan ook al wordt gewerkt aan de stappen voor het fondsbeheer, de uitbetalingsmodaliteiten enzovoort, dan heb ik er inderdaad wel vertrouwen in dat het tegen 1 juli van volgend jaar in orde zal komen. Dit is ook met terugwerkende kracht. Dat lijkt me ook de belangrijkste boodschap voor de betrokkenen.
De heer De Meulemeester heeft het woord.
Minister, het is hoopgevend van u te horen dat er terdege werk wordt gemaakt van de invoering van deze tweede pensioenpijler, die nodig en noodzakelijk is.
Open Vld is voor het eenheidsstatuut voor statutairen en contractuelen. Op dit ogenblik zijn er veel contractuelen die een permanente job doen. Dat onderscheid tussen statutairen en contractuelen heeft niet veel zin meer. Het wordt dan ook tijd dat de Vlaamse Regering werk maakt van deze tweede pensioenpijler.
Het budget is inderdaad uitgetrokken. Er is 21 miljoen euro uitgetrokken in de begroting van 2018. Het is dus tijd om de nodige maatregelen te nemen om deze onrechtvaardigheid uit de wereld te helpen.
We hopen dan ook, minister, dat we binnen twee weken, zoals u daarnet zei, in de commissie uitgebreid kunnen debatteren over deze toch wel zeer belangrijke beslissing en het belangrijke voorstel dat u zelf doet om deze tweede pensioenpijler waar te maken. We zitten er al een tijdje op te wachten. Dat eenheidsstatuut tussen contractuelen en vastbenoemden is echt noodzakelijk.
De heer De Loor heeft het woord.
Voorzitter, minister, er is inderdaad al heel veel tijd overheen gaan sinds er gesproken is over de tweede pensioenpijler.
Het budget vrijmaken is één ding. We hopen nu ook dat het echt wel concreet wordt. We hopen dat het niet naar de Griekse kalenden wordt verwezen, maar dat er daadwerkelijk werk wordt gemaakt van die tweede pensioenpijler. We kijken dan ook uit naar de concrete resultaten waarop de contractuele medewerkers recht hebben.
Mevrouw Pira heeft het woord.
Minister, in de conceptnota daarover stond dat er aansluitingsmogelijkheden zijn voor de lokale besturen. In de laatste commissie waarin we het daarover hadden, in maart, hebt u daar ook naar verwezen. Lokale besturen kunnen vrijblijvend aansluiten. Ze mogen, maar ze moeten niet.
Minister, in welke mate houdt uw timing rekening met de gemeenteraadsverkiezingen die eraan komen, met de vorming van nieuwe besturen en het opstellen van bestuursprogramma's, zodat men daar op lokaal vlak rekening mee kan houden?
Minister Homans heeft het woord.
We hebben inderdaad de mogelijkheid ingeschreven dat lokale besturen het kunnen. Ze zijn natuurlijk niet verplicht, maar ze kunnen het te allen tijde. Het Pensioenfonds zal pas ten laatste 1 juli 2019 operationeel zijn. Dat houdt in dat nieuwe bestuursploegen alsnog kunnen beslissen om aan te sluiten, en daarna eventueel ook, dat is absoluut geen probleem.
Collega's, ik wil een woord van dank uitspreken aan het Agentschap Overheidspersoneel en aan een aantal mensen van mijn eigen kabinet, die hier heel snel werk van hebben gemaakt. De conceptnota werd op 23 februari van dit jaar goedgekeurd door de Vlaamse Regering. Momenteel is er al een ontwerp van decreet. Het VPS is al aangepast. In sectorcomité XVIII is er al onderhandeld en gesproken met de vakbonden. Noch op mijn kabinet, noch op mijn administratie hebben ze dus stilgezeten om de timing, die wij inderdaad ambitieus hebben vooropgesteld, toch te kunnen halen.
Deze Vlaamse Regering is de eerste overheid of entiteit in deze federale landsconstructie die haar belofte waarmaakt. Ik heb hiervoor 22 miljoen euro vrijgemaakt. Ik denk dat we met z'n allen van oordeel zijn dat ook de contractuele personeelsleden van de Vlaamse administratie daar recht op hebben. Ze zullen dan ook krijgen waar ze recht op hebben.
De pensioenen staan weer volop in de belangstelling. Dat is natuurlijk vooral door de zware beroepen en wat in dat verband gaande is. De Federale Regering heeft daarin de lead.
Maar het is belangrijk dat we zelf werk maken van datgene waarvoor wij bevoegd zijn, namelijk die 8500 Vlaamse contractuele personeelsleden. Het is belangrijk dat we doen wat we kunnen doen en moeten doen.
Ik sluit me graag aan bij de woorden van waardering voor de mensen van de administratie en het kabinet die aan dit dossier hebben doorgewerkt.
De actuele vraag is afgehandeld.