Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Bothuyne heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, het gaat goed op onze arbeidsmarkt. Al meer dan twee jaar aan een stuk daalt de werkloosheid, maand na maand. En we noteren maand na maand ook een recordaantal vacatures. Dat is goed nieuws, dat mee te danken is aan de conjunctuur en onze sterke bedrijven, maar uiteraard ook aan het goede beleid van onze Vlaamse en onze Federale Regering.
Maar, collega's, er zijn wel degelijk nog een aantal bezorgdheden. Er zijn een aantal groepen die achterblijven of dreigen achter te blijven op onze arbeidsmarkt. De werkloosheid daalt, maar niet bij iedereen even snel. ‘Kortdurig’ werkzoekenden vinden vrij snel een nieuwe job. Langdurig werkzoekenden hebben het dan bijvoorbeeld weer een heel stuk moeilijker om een job te vinden.
We zoomen even in. Ongeveer een derde van de werkzoekenden in Vlaanderen is langer dan twee jaar werkzoekend. Een groep van 26.000 mensen is langer dan vijf jaar werkzoekend. En bij die zeer langdurig werkzoekenden stijgt de werkloosheid zelfs nog steeds, ondanks de conjunctuur, ondanks de groeiende vraag naar geschikte profielen bij onze Vlaamse bedrijven.
Minister, u hebt een aantal initiatieven aangekondigd of in gang gezet. Er is de tewerkstellingspremie voor langdurig werkzoekenden, maar die kent een mager succes: er waren vorig jaar slechts 791 toegekende premies, terwijl er toch vele duizenden gegadigden zouden moeten zijn. U hebt verder de tijdelijke werkervaring in gang gezet. En uzelf en VDAB hebben eind vorig jaar nog een mea culpa geslagen en aangekondigd dat u elke langdurig werkzoekende opnieuw zou oproepen om in te schatten wat zijn of haar potentieel is voor de arbeidsmarkt en hun een aangepast traject zou aanbieden.
Dat zijn goede initiatieven, maar er is meer nodig. Onze bedrijven schreeuwen immers om sterke arbeidskrachten en die werkzoekenden willen uiteraard ook niet jarenlang in de werkloosheid en uitkeringen blijven hangen. Minister, wat zult u doen?
Minister Muyters heeft het woord.
Vooreerst moet ik zeggen dat ik wat verwonderd was bij het lezen van de vraagstelling. U hebt het gecorrigeerd terwijl u hier stond. Want u zei dat er geen match is tussen langdurige werkloosheid en de vacatures die er vandaag zijn. En daar ben ik het niet mee eens.
Ik heb de cijfers bij van de daling van de werkloosheid in april. Een daling met 10,1 procent bij de groep die minder dan een jaar werkloos is; min 8, 9 procent bij de groep die tussen één en twee jaar werkloos is; min 10,6 procent bij de groep die tussen twee en drie jaar werkloos is – dat kun je toch al langdurig noemen; min 6 procent bij de groep die tussen drie en vier jaar werkloos is, min 4,8 procent bij de groep die tussen vier en vijf jaar werkloos is. Alleen bij wie meer dan vijf jaar werkloos is, is er een stijging. We mogen niet vergeten dat er heel vaak mensen bij zijn die in het stelsel van brugpensioen, het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT), terechtgekomen zijn. Zij moeten aangepast beschikbaar zijn en zijn zeer moeilijk te activeren.
Maar u hebt gelijk. We hebben drie instrumenten ingezet. Deze cijfers bewijzen dat we langdurig werklozen kunnen begeleiden naar vacatures. We hebben daartoe drie instrumenten. Het eerste is de werkervaring. Dat is het meest belangrijke instrument. We hebben het stelsel hervormd naar wijk-werken om de eerste stappen te zetten. Daarna is er opleiding op de werkvloer, waarop we extra inzetten, om tijdelijke werkervaring op te doen. Er is een heel pakket aan maatregelen.
Tweede pakket: vanaf het begin van dit jaar zijn we effectief begonnen met de screening van langdurig werklozen. Ik zou dat geen mea culpa noemen. Op het moment dat de arbeidsmarkt nog niet aantrok, gaan zoeken naar langdurig werklozen om hen te begeleiden naar jobs die er niet zijn, dat is geen goed idee. Vandaag zijn die jobs er wel en via screening van de competenties bekijken we hoe we de werkzoekenden in een langdurig traject kunnen brengen. Daar ziet u, mijnheer Bothuyne, niet in één, twee maanden resultaten van. We gaan de competenties en werkervaring omzetten in stappen naar de arbeidsmarkt.
De derde maatregel is die premie. Ik ben er zeker van dat u zich zult herinneren dat ik geen voorstander was van die premie. Ik heb altijd gezegd dat de werkgevers mensen zoeken met ervaring, mensen die ze morgen kunnen inzetten of toch zo rap mogelijk. Die premie is echt niet het beste idee volgens mij, vanuit mijn ervaring met het bedrijfsleven. Nu blijkt dat dat zo is.
Daaruit concluderen dat heel het beleid rond langdurig werklozen niet werkt, vind ik echt verkeerd. Ik denk dat het goed werkt. De cijfers tonen dat ook aan. Een traject op maat voor elke langdurig werkloze op basis van een nieuwe screening en de competenties is de weg die we moeten lopen. Maar verwacht niet in één, twee, drie resultaten, ook niet voor de zeer langdurig werklozen. Maar de stappen zijn gezet. We zullen op die manier voortgaan.
De conjunctuur die we vandaag kennen, is een kans. Het is een enorme kans om mensen die het moeilijk hebben op onze arbeidsmarkt, toch te begeleiden naar een duurzame job. Die kans mogen we niet missen. Vandaag nog wordt in De Standaard gewaarschuwd dat we misschien wel over het hoogtepunt van die conjunctuur heen zijn en dat het dus een gemiste kans zal worden voor een groep mensen op onze arbeidsmarkt die niet aan de slag geraken in deze gunstige omstandigheden. Vandaar dat wij u oproepen om een tandje bij te steken, om werk te maken van die persoonlijke trajecten op maat, die begeleiding en activering, en desgewenst ook sanctionering van langdurig werkzoekenden.
Die premie werkt inderdaad niet op dit moment. In de ideale wereld hebben de sociale partners en ook wijzelf gepleit, niet voor een premie, maar voor een RSZ-korting, een automatische toekenning, een automatische loonlastenverlaging die het verschil kan maken voor zowel werkzoekenden als bedrijven.
Minister, ik roep u ook op, of misschien uw opvolger, om daar werk van te maken.
Ah, ik lig al buiten.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Minister, de activering van langdurig werklozen baart ons uiteraard allemaal zorgen, net als de aanhoudende krapte op de arbeidsmarkt, een nog te behalen doelstelling inzake onze werkzaamheidsgraad. Ik ben het met u eens dat we in de eerste plaats moeten focussen op de werkzoekenden. We moeten hen screenen, hen op maat vormen, hun talenten maximaliseren en uitbreiden. Ik treed natuurlijk ook bij dat er een financiële prikkel moet zijn voor de werkgever. Het is een en-enverhaal.
Die premie voor langdurig werkzoekenden scoort vandaag nog niet bijster goed. De cijfers winden daar geen doekjes om. Je kunt dan natuurlijk meteen pleiten voor een verhoging van of een extra categorie bij de doelgroepkorting, maar ons lijkt het wel interessanter om eerst na te gaan welke drempels de werkgevers ervaren bij de premie. Ligt het aan de premie zelf of zijn er nog andere factoren? Zult u de premie evalueren en bijsturen waar nodig? Zult u nagaan of de doelgroep genoeg wordt gecoverd? Zult u dit eventueel openstellen voor de uitzendsector? Zult u kijken waar het administratief eenvoudiger kan?
Mevrouw Kherbache heeft het woord.
Ik vind het positief dat CD&V nu eindelijk heeft ingezien dat er een structureel probleem is met de langdurige werkloosheid. Dat kaarten wij al jaren aan.
Minister, sinds uw aantreden als minister van Werk, bijna tien jaar geleden, is de langdurige werkloosheid met meer dan 30 procent gestegen. Nu de economie aantrekt, zou men denken dat er een kentering komt. Wat moet je dan doen? De loonkost verlagen en investeren in opleiding. U hebt het tegenovergestelde gedaan. U hebt de loonkost fors verhoogd en die ‘peanutspremie’ of de aanwervingspremie zal het verschil niet maken. Wat de opleidingen betreft: u weet, en dat is ook wat VDAB aankaart, dat er op dat vlak veel meer moet worden geïnvesteerd, want op dat vlak scoort Vlaanderen bar slecht.
Ik ben het dus eens met de roep om evaluatie. Ik ben het eens met de vraag van CD&V om een tandje bij te steken. Ik zou er daarom voor willen pleiten, minister, dat u eens uit het eigen grote gelijk stapt. Kijk naar de realiteit: de realiteit is dat de werkloosheid bij langdurig werkzoekenden veel trager daalt dan de voorgaande jaren. Minister, het is nu het moment, want de uitdaging is zo groot en de krapte ook. (Applaus bij sp.a)
De heer Annouri heeft het woord.
Ik sluit me aan bij de vraag van collega Bothuyne. Als ik de collega's hoor zeggen dat je de problematiek van de langdurig werkzoekenden moet oplossen door te focussen op de werkzoekenden en een financiële prikkel te geven, ben ik het daarmee eens, maar er is nog een derde aspect: de werkgever zelf moet zijn verantwoordelijkheid opnemen. Dat mis ik toch wel in dit debat. Als je kijkt naar de werkgever en zijn responsabilisering, dan zie je dat er nog te vaak wordt uitgegaan van diploma's en niet competenties. Minister, ik weet dat u voluit wilt gaan voor die competenties, maar de realiteit is dat veel werkgevers dat nog niet doen. Als je ziet dat voor bepaalde vacatures mensen afknappen op het feit dat er wordt gevraagd naar een rijbewijs terwijl dat eigenlijk helemaal niet nodig is voor de functie en mensen daardoor niet kunnen instromen in die job, dan zijn dat dingen waar werk van moet worden gemaakt.
Minister, zorg ervoor dat u niet enkel de werkzoekende responsabiliseert, maar zorg er ook voor dat de werkgever zijn verantwoordelijkheid opneemt.
De heer Ronse heeft het woord.
Collega's, ik heb vanmorgen een jonge gast ontmoet die politieke en sociale wetenschappen heeft gestudeerd, Thomas De Roes. Thomas heeft mij een studie gegeven die eigenlijk al een jaar onder het stof ligt. Hij heeft onderzocht op welke manier langdurig werkzoekenden in Europa succesvol kunnen worden geactiveerd. Er zijn twee do not’s: subsidiejobs werken in geen enkel Europees land, en premies werken ook niet, ook de premie langdurig werkzoekenden niet. Er is maar één conclusie: wat wel werkt, is opleiding. In zijn studie heeft hij gezien dat Vlaanderen, collega Kherbache, aan de top staat in Europa wat investeringen in opleiding betreft.
Minister, schaf alstublieft die premie voor langdurig werkzoekenden, die aanwervingspremie, af en laat ons die investeren in wat nuttig is, namelijk in extra opleidingen.
Collega Kherbache, ik zal u die studie van die gast persoonlijk overmaken, want ze toont eigenlijk zwart op wit aan dat alle recepten waar u voor hebt gepleit en nog altijd voor pleit, compleet niet werken, nergens, maar dan ook nergens in Europa.
Collega's, ik moet eerlijk zeggen dat ik het soms niet begrijp. Deze cijfers tonen aan dat het beleid wel werkt, deze cijfers waarbij de werkloosheid tot en met vijf jaar daalt. Het zijn niet alleen de cijfers van april, maar het is nu bijna een jaar aan de gang. Als je dan zegt dat de werkgevers geen verantwoordelijkheid nemen voor langdurig werkzoekenden en dat wij niets doen voor de langdurig werklozen, dat ben ik het daar fundamenteel mee oneens.
Collega Kherbache, als er mensen zijn die langer dan vijf jaar werkloos zijn, dan krijg je die niet op enkele maanden opnieuw aan het werk. Als ze bovendien kunnen profiteren of in een stelsel zitten van brugpensioen, dan zijn ze in vele gevallen ook weinig gemotiveerd om de stap te zetten naar de arbeidsmarkt. Laat ons dus de feiten bekijken zoals ze zijn.
Collega Bothuyne heeft het cijfer genoemd: van de 192.764 werklozen gaat het om 13 procent. Als we daarvan aftrekken wie weinig gemotiveerd is omdat hij of zij in het stelsel van brugpensioen of het SWT zit, dan zitten we in een situatie waarbij we diegenen die vandaag werkloos zijn, maximaal proberen te activeren.
Collega Bothuyne, het tandje is bijgestoken. Het tandje is bijgestoken door hen te gaan screenen. We zijn ermee begonnen binnen VDAB. We zullen ze bijkomend screenen met een tender die vanaf september aan bod komt. Het tandje is dus bijgestoken. Ik heb niet moeten wachten op uw aanmanen om dat te doen. Het is gebeurd. Ik heb nooit in de premie geloofd. Ik geloof er nog niet in, maar ik zal ze met plezier evalueren en kijken naar het wat en het hoe.
Collega Talpe, als je de eerste keer de premie gebruikt, heb je 10 minuten nodig, de tweede keer heb je 2 minuten nodig om ze te krijgen. Wat administratieve rompslomp betreft, hebben de werkgeversorganisaties en de werkgevers ons laten weten dat ze nog nooit zo'n eenvoudige maatregel hebben gezien. Waarom denk ik dat de werkgevers er geen gebruik van maken? Omdat ze blij zijn dat ze iemand kunnen gebruiken in hun bedrijf, omdat ze een vacature die nog altijd openstaat, kunnen invullen.
Dat is de reden waarom ze die niet aanvragen. Het is niet de premie die het hem doet, wel de competenties van de mensen om ervoor te zorgen dat de werkzoekenden effectief worden aangenomen door de werkgever. En dat, collega Kherbache, is waarop ik al gedurende negen jaar inzet. Ook dankzij het feit dat de economie weer aantrekt kan men duidelijk zien – nu al een jaar aan een stuk, collega Kherbache – dat het aantal langdurig werklozen aan het dalen is. En dat zijn de cijfers. (Applaus)
Minister, ik ben blij met uw gedrevenheid. Die is ook nodig, want de uitdaging op onze arbeidsmarkt is gigantisch groot. En de mismatch op onze arbeidsmarkt is groot. De werkgevers nemen verantwoordelijkheid, werven mensen aan. Wij hebben de verantwoordelijkheid om werkzoekenden toe te leiden tot die vacatures.
Collega Ronse, ik denk niet dat we daarom premies of lastenverlagingen moeten afschaffen. We moeten juist in extra loonlastenverlagingen voorzien.
Ik ben blij met de screening met betrekking tot de langdurig werkzoekenden en de persoonlijke trajecten die worden aangeboden. Maar de arbeidsmarkt trekt al drie jaar aan. We zijn pas begin dit jaar gestart met die screening. Ik hoop dat een en ander snel en efficiënt kan worden uitgevoerd. Onze werkgevers wachten op goede arbeidskrachten en niemand wil zo lang in de werkloosheid zitten zoals het geval is met sommigen.
Minister, ik ben blij dat u een tandje bijsteekt. We zullen u blijven ondersteunen. (Applaus bij CD&V)
De actuele vraag is afgehandeld.