Verslag plenaire vergadering
Verslag
Dames en heren, aan de orde is de toespraak van de heer Jean-Claude Juncker, voorzitter van de Europese Commissie: ‘De toekomst van Europa kan niet wachten.’
Monsieur Juncker, soyez le bienvenu dans notre Parlement flamand. Ik heet natuurlijk ook minister-president Geert Bourgeois, de leden van de Vlaamse Regering, u allen, collega’s en de geachte aanwezigen welkom. Ook de geachte gasten uit Luxemburg, chers visiteurs luxembourgeois, sehr geehrte Gäste aus Luxemburg: hartelijk welkom in ons Vlaams Parlement op deze Europadag.
Tot twee jaar geleden kenden wij hier in ons parlement de traditie om rond 9 mei een spreker uit te nodigen, die in een ‘European State of the Union’ zijn visie op Europa uitsprak. Met uw komst, mijnheer Juncker, doen wij meer dan deze traditie in ere herstellen.
Vanuit uw functie als voorzitter van de Europese Commissie verkeert u in de ideale positie om te antwoorden op de vragen en bezorgdheden van de verschillende nationale en regionale parlementen, die Europa mee gestalte geven. Met uw bezoeken van gisteren aan het Waals Parlement en vandaag aan het Vlaams Parlement erkent u ons statuut, dat evenwaardig is met dat van het federale parlement van ons land.
Wij beschouwen uw bezoek dan ook als een ideale gelegenheid om een directe lijn uit te gooien tussen onze regio en de Europese beleidsorganen.
Vlaanderen is natuurlijk vertegenwoordigd in het Europees Parlement, maar als Luxemburger beseft u ongetwijfeld ook dat de stem van kleinere regio’s binnen Europa minder luid klinkt.
Vandaag kunnen wij onze vragen en bezorgdheden rechtstreeks aan een Europese leider voorleggen, en anderzijds kunt u ons toelichten welke voordelen het Europese project biedt voor een regio als de onze.
Dat laatste is geen overbodige luxe, want u beseft als geen ander dat de lappendeken Europa meer dan ooit nood heeft aan een sterke en eendrachtige politiek in een wereld waarin de grootmachten momenteel te fors tegen elkaar opboksen.
Die eendracht binnen Europa staat nochtans ook op de helling, zeker als sommige landen of deelstaten de indruk krijgen dat Europa met twee maten en twee gewichten meet en dat niet alle lidstaten even streng beoordeeld worden. Dat kan het gezag van en het vertrouwen in de Europese Commissie aantasten.
Landen als Polen en Hongarije liggen onder vuur voor het gebrek aan respect voor sommige van de democratische waarden waarop de Europese Unie gebouwd is.
Als parlementsvoorzitter liggen die fundamentele principes mij na aan het hart. Het is ongehoord dat in een Europese lidstaat de persvrijheid aan banden gelegd wordt, dat universiteiten gesloten worden of, erger nog, dat politici omwille van hun overtuiging achter de tralies kunnen belanden. (Applaus bij de N-VA)
De Europese Unie mag ook niet tolereren dat een van haar lidstaten troepen inzet tegen haar eigen bevolking.
Ik sta niet alleen met die mening, ons Vlaams Parlement heeft zijn houding tegenover de toestand in Spanje en Catalonië duidelijk geformuleerd in zijn resolutie van 4 oktober 2017: door het gebruik van geweld door de Spaanse autoriteiten ten strengste te veroordelen; door de Spaanse en Catalaanse regering op te roepen om een politieke dialoog op gang te brengen om een vredevolle en democratische oplossing van het conflict te vinden; door er bij de internationale gemeenschap op aan te dringen om een bemiddelende rol te spelen tussen de Spaanse en Catalaanse regering om tot een vreedzame en duurzame oplossing te komen.
Aan dat laatste punt heeft minister-president Geert Bourgeois namens de Vlaamse Regering gevolg gegeven door een brief te schrijven aan de Verenigde Naties en aan de Europese Unie met de vraag om een faciliterende rol te spelen bij het opstarten van een politieke dialoog. U zult ons ongetwijfeld kunnen aangeven welke stappen de Europese Unie daartoe genomen heeft of nog neemt.
Geachte heer Juncker, u merkt dat wij, Vlamingen, al lang ijveren voor een Europa waarin de regio’s met veel autonomie een constructieve rol kunnen vervullen.
Wij, Vlamingen, maakten samen met Luxemburg en Nederland deel uit van de Benelux, de kiem van het huidige Europa. Vlaanderen heeft zich altijd opgeworpen als een voorvechter van een sterk verenigd Europa, gestoeld op samenwerking tussen de volkeren uit de verschillende regio’s.
Want kleinere entiteiten spelen wel degelijk een grote rol in Europa, dat hoorden we hier in november 2015 ook al uit de mond van de heer Markku Markula, toenmalig voorzitter van het Comité van de regio’s, en dat blijkt uit de feiten.
Zo hebben Wallonië en voormalig minister-president Magnette van de Waalse Regering bij de afwikkeling van de CETA-handelsovereenkomst (Comprehensive Economic and Trade Agreement) getoond hoezeer een regio kan wegen op het internationale beleid van Europa en hoe verregaand de macht van de Belgische deelstaten kan zijn.
Zo heeft het ons verheugd te merken dat de ‘Vision of the future of Europe’, uitgewerkt door het Baskenland, mede gebruikt zal worden als Europees uitgangspunt voor de discussie over de tewerkstelling van de toekomst op de G7-top van 8 en 9 juni in Canada.
En zo heeft het delicate dossier van de brexit onderstreept dat men niet goedschiks kan voorbijgaan aan de regio’s. Die Britse uitstap is niet alleen een knauw gebleken voor de Europese Unie als geheel, de voorstanders van de brexit negeren ook eigen regio’s zoals Schotland, Wales en Noord-Ierland, die wel inzien dat een grote Unie uiteindelijk voordelen biedt voor iedere Europeaan. Die brexit heeft overigens ook verregaande gevolgen voor Vlaanderen, want wij zijn de naaste buren van de Britten.
Geachte heer Juncker, ik wil de Europese Commissie en de Europese instellingen in het algemeen bedanken voor hun erkenning van de specifieke positie van de deelstaten en de deelstaatparlementen in België.
Maar ook hier is nog ruimte voor verbetering, wat ik wil illustreren met één voorbeeld: zo maakt de Vlaamse Regering in het kader van het Europees Semester en de Europa 2020-doelstellingen jaarlijks een Vlaams Hervormingsprogramma op, dat uitgebreid in het Vlaams Parlement besproken wordt en integraal deel uitmaakt van het Nationaal Hervormingsprogramma. Deze intensieve betrokkenheid van het Vlaams Parlement bij de opmaak van het Vlaams Hervormingsprogramma wordt door de diensten van de Europese Commissie als een goede praktijk erkend.
We merken echter telkens bij de uitgebreide bespreking van dit plan in het Vlaams Parlement dat de Europese Commissie in haar landenrapport en in haar landenspecifieke aanbevelingen te weinig rekening houdt met de regionale verschillen en het specifieke beleid van elk van de Belgische deelstaten.
Geachte heer Juncker, graag geef ik u nu het woord om ons een beter inzicht te geven in de koers die de Europese Unie momenteel vaart om op ons continent een toekomst vol welvaart en welzijn te garanderen. (Applaus)
Voorzitter, geachte parlementsleden, dames en heren, om te beginnen wil ik u hartelijk bedanken voor uw uitnodiging. Het doet mij genoegen u op de Dag van Europa toe te spreken in de stad Brussel, die onlosmakelijk verbonden is met het Europese avontuur. Ik wil graag hulde brengen aan de Belgen, die samen met de Luxemburgers en onze Nederlandse vrienden een voortrekkersrol hebben gespeeld bij de Europese integratie.
Ik ben altijd van mening geweest dat wij, als we het over Europa hebben, de geschiedenis in ogenschouw moeten nemen, omdat wij niet kunnen begrijpen wat is, wanneer we niet weten wat was. Helaas doen we dat maar heel zelden. Laten we deze dag dus aangrijpen om terug te blikken op de ongelooflijke weg die Europa de afgelopen decennia heeft afgelegd.
Er zijn veel redenen om trots te zijn op Europa: trots op de successen en trots op de prestaties van de Europese Unie sinds het begin van de jaren 50 van de vorige eeuw.
We mogen echter niet op onze lauweren rusten. We moeten vooruitgaan, en beter vooruit, omdat we het beter kunnen en moeten doen. We mogen ook nooit vergeten dat Europa niet vanzelfsprekend is. Europa is geen verstandsgegeven, Europa was en blijft een bewuste keuze, Europa is een dagelijks werk.
Wanneer we het over Europa hebben zoals het is, moeten we ook altijd kijken naar de kansen die de toekomst voor Europa biedt. Ik ben mij ten volle bewust van de omvang van de enorme uitdagingen die ons te wachten staan. Mondialisering, terrorisme, een volatiele geopolitieke omgeving, migratie en de impact van nieuwe technologieën op de samenleving en de werkgelegenheid hebben ingrijpende gevolgen voor het dagelijkse leven van de Europeanen.
Maar ondanks hun omvang zijn deze uitdagingen niet onoverkomelijk. En het is aan ons om vanaf nu grip te krijgen op de grote veranderingen in onze wereld. Ik denk daarbij in het bijzonder aan de ecologische transformatie en de digitale revolutie. Toekomstige generaties moeten ten volle kunnen profiteren van de nieuwe kansen die deze veranderingen bieden.
Deze dag is ook een gelegenheid om ons eraan te herinneren welke weg er nog te gaan is tot de top die precies over een jaar zal worden gehouden in Sibiu, ook bekend als Hermanndstadt. Op die top moeten de nodige besluiten worden genomen voor een meer verenigd en sterker en democratisch Europa, een Europa dat dan 26 lidstaten zal tellen aangezien het Verenigd Koninkrijk onze Unie zal verlaten. Maar de brexit, hoe betreurenswaardig en pijnlijk ook, kan de Europese Unie niet tegenhouden op weg naar de toekomst. We gaan door, we moeten doorgaan.
Voorzitter, dames en heren parlementsleden, ik wou beginnen in het Nederlands en u zult gehoord hebben dat dat niet perfect is. Maar het is wel de taal van de Vlamingen, en door te starten in het Nederlands wou ik eer betuigen aan de Vlaamse burgers en aan Vlaanderen. De taal is belangrijk voor de identiteit een volk. Mensen worden samengebracht door eenzelfde literatuur en filosofie, dankzij het gebruik van dezelfde taal. Nederlands is een belangrijke taal, het is een nationale taal in dit land, daarom heb ik mijn uiteenzetting aangevangen in het Nederlands.
Vlaanderen is voor mij geen neutraal terrein. Luxemburg leeft in onmiddellijke nabuurschap met Wallonië, maar wij houden evenveel van Vlaanderen. Ik breng ook wat dagen door in Middelkerke, om te rusten. Ik ken dus ‘la Flandre profonde’, Vlaanderen heeft weinig geheimen voor mij. Maar ik ben hier niet gekomen om u te onderhouden over mijn toeristische avonturen aan de kust, hoewel ik de Vlaamse kust sterk op prijs stel, maar om u over Europa te spreken.
Ik hecht veel belang aan de dialoog met de nationale parlementen en met de deelstaatparlementen, die de zelfde legitimiteit hebben als de nationale. Gisteren was ik in Namen en heb ik het Waals Parlement toegesproken. Ook het federale parlement heb ik bezocht en vandaag ben ik bij u.
Toen ik mijn functie heb opgenomen, heb ik gevraagd aan mijn commissarissen – als u mij deze overdreven bezitterige uitdrukking toestaat –om niet opgesloten te blijven in de bunker van Berlaymont, maar om in Europa rond te reizen en de burgers te bezoeken. We hebben tot nu toe 500 burgerdialogen georganiseerd in de 28 lidstaten van de Europese Unie. De commissarissen en ikzelf hebben zeker 778 bezoeken gebracht aan nationale parlementen. De commissarissen hebben 22 keer het woord genomen voor het Belgische nationale parlement en de deelstaatparlementen hier. Een goed jaar geleden hebben we een witboek gepubliceerd over de toekomst van Europa. Dat kan worden voorgelegd aan degenen die willen deelnemen aan het debat. De Commissie heeft, in tegenstelling tot haar gewoonte, hier geen taak willen voorschrijven of opleggen. Ze wil wel meerdere opties voorleggen aan de nationale en deelstaatparlementen en de burgers, voor zover ze daar belangstelling voor hebben. Wij wensen dat het witboek grondig wordt besproken.
Voorzitter, minister-president, toen ik mijn functie heb opgenomen, heb ik een leidmotief aangekondigd. Ik heb gezegd: ‘Europe has to be big on big things, and small, modest on smaller things.’ Dat had als gevolg dat de Commissie die ik voorzit, een 20-tal initiatieven per jaar naar voren schuift, terwijl de vorige Commissies soms meer dan 130 initiatieven per jaar hebben gelanceerd. Ik zou willen dat we de zaken doen op een manier dat de Europeanen niet de indruk krijgen dat we ons mengen in hun dagelijks leven. Een van de redenen waarom de Europese Unie de steun van de bevolking verloren heeft, is dat de Europese Unie, en dus ook de Commissie, nog altijd de indruk wekt dat we ons met alles bezighouden in plaats van met grote dossiers die de actualiteit vormen en het ritme van de nabije toekomst bepalen.
Op dat moment heb ik er nog aan toegevoegd – en sommigen hebben dat niet op prijs gesteld – dat ik tegen de idee was waarbij wordt gezegd dat de Europese Unie de Verenigde Staten van Europa moet worden. Dat is niet mijn visie. Wij zijn allen – Vlamingen, Belgen, Luxemburgers, Beieren, Catalanen – Europeanen, maar wij houden er niet van dat men ons de onmiddellijke nabijheid ontneemt. Wij houden van onze nationale en regionale tradities, wij houden van onze respectieve literatuur, wij houden sinds onze geboorte ook van het landschap waarin we opgegroeid in een bepaald landschap waarvan we houden. We mogen niet de indruk geven dat de Europese Unie op weg is naar etatisering. Dat is een slecht concept, dat we moeten bestrijden.
Zodra ik mijn functie heb opgenomen, heb ik een investeringsplan gelanceerd. Ik had immers vastgesteld, voor ik in Brussel was, dat Europa geen investeringen meer deed. Zelfs vandaag, na alle inspanningen die er gedaan zijn, is het niveau van de overheidsinvesteringen nog steeds lager dan in 2007, voor het begin van de grote crisis. We hebben dan het zogenaamde plan-Juncker gelanceerd – dat wordt nu niet langer zo genoemd. Toen ik dat plan lanceerde, tegen alle adviezen van mijn wijze entourage in, dacht men dat het sowieso een mislukking zou worden. Het werd dus het plan-Juncker genoemd omdat men het de naam wou geven van diegene die verantwoordelijk zou zijn voor de mislukking. Maar het functioneert en heet voortaan het Europees Fonds voor strategische investeringen, maar eigenlijk is het precies hetzelfde. Als het een mislukking was geworden, zou het nog steeds het plan-Juncker zijn geweest, maar het is nu een succes en de naam werd veranderd.
Tot op heden heeft het plan in de 27 lidstaten van de Europese Unie geleid tot investeringen ter waarde van 285 miljard euro. Medio 2018 zullen we het geplande volume van 315 miljard euro bereikt hebben, en in 2020 zal het investeringsvolume, gegenereerd door dit plan, 500 miljard euro bereiken. 6 miljard euro aan investeringen werden in België gegenereerd dankzij dit plan.
Omdat we ons willen focussen op de grote dossiers, gaan we de digitale unie lanceren. Dat is niet zomaar een project onder alle andere. Het is een belangrijk project omdat het een grote toegevoegde waarde heeft: er wordt jaarlijks 435 miljard euro geïnvesteerd in Europa, wat tot enorm veel groei leidt. Omdat we niet afhankelijk mogen blijven van de wil van anderen, met name van de Russische federatie, zullen we ook de energie-unie realiseren. We zetten ook ons werk verder voor de voltooiing van de kapitaalmarkt.
En dat is er ook de vaak gecontesteerde intentie om het netwerk van onze handelsakkoorden met de rest van de wereld uit te breiden. Ik weet wel dat diegenen die kritiek uitoefenen op de Commissie talrijk zijn, als zou ze de vrijhandel voorstaan, neoliberaal zijn, onderworpen aan het kapitaal, de regels van het grote wereldkapitaal gehoorzamen. En dat terwijl er goede redenen zijn om ons netwerk van handelsakkoorden uit te breiden. Waarom?
Ten eerste keren de Verenigde Staten – we hebben het gisteren nog gezien, rond een ander onderwerp – de rug keren naar multilaterale relaties met een verbetenheid die alleen maar kan verbazen. Ze willen niet meer samenwerken met de rest van de wereld. Daarom is er over heel de wereld een sterke vraag naar Europa. Alle verre bezoekers die ik ontvang, zouden willen dat Europa ook tegemoetkomt aan de verwachtingen van anderen. Alle anderen willen met ons samenwerken, zelfs op commercieel vlak. We moeten op dat vlak de Verenigde Staten vervangen, die als internationale speler aan kracht, en dus op lange termijn aan invloed hebben ingeboet.
Ten tweede is buitenlandse handel belangrijk, omdat 30 miljoen banen in Europa er rechtstreeks van afhangen. Een baan op zeven is afhankelijk van de groei van onze handelsvolumes met de andere delen van de wereld. Een miljard euro meer qua uitvoer vertaalt zich in Europa in de netto creatie van 14.000 banen. Nochtans ben ik geen naïef, blind voorstander van de vrijhandel. Het kapitalisme moet grenzen kennen. Men moet dus niet buigen voor de belangen van de grote bedrijven en van het grootkapitaal. Ik ben geen naïef voorstander van de vrijhandel, want ik wil dat, als we handelsakkoorden afsluiten met anderen, zij onze normen, onze waarden, onze principes, wat wij doen respecteren.
Ik weet goed dat de Commissie vaak wordt bekritiseerd omdat ze in het geheim zou onderhandelen over handelsakkoorden, omdat ze niemand iets zou zeggen, omdat ze haar intenties zou verbergen. Dat was nooit het geval, althans toch niet sinds ik er ben, maar ik heb beslist om de mandaatsvoorstellen publiek te maken die de Europese Commissie aan de Raad van Ministers zendt met het oog op het beginnen van onderhandelingen, zodat iedereen zou weten wat de Commissie denkt. De lidstaten waren niet erg enthousiast toen ze zagen dat de Commissie die voorstellen publiceerde, want daardoor konden ze de Commissie niet meer van alle kwaad betichten. Omdat ik er genoeg van had, wou ik dat iedereen precies zou weten waarover het gaat als de Commissie haar voorstellen doet. Voortaan worden sinds enkele maanden al onze mandaatsvoorstellen gepubliceerd, opdat de nationale en regionale parlementen en de sociale partners er een blik op zouden kunnen werpen. Sinds we die mandaatsvoorstellen publiceren, is er nooit een reactie van de ene of de andere gekomen. Het is alsof men niet houdt van het idee dat de Commissie transparanter is geworden. Dat is jammer.
Ik wil een open Europa. Het is niet nodig om hier in het Vlaams Parlement uit te leggen waarom Vlaanderen, dat de blik op de wereld heeft gericht, en Europa in goede omstandigheden en met veel voorzorgen handelsakkoorden moeten afsluiten. Europa moet open zijn, maar niet blootgesteld. Ik wil immers dat Europa voor alles een Europa is dat beschermt, dat de burgers en de essentiële belangen van de Europese Unie beschermt. Dat Europa beschermt, tonen we van tijd tot tijd aan. Toen Caterpillar besliste zijn bedrijf te sluiten, heb ik over de zaak gediscussieerd met de Waalse sociale partners en de Waalse minister-president, en hebben we ervoor gezorgd dat de werknemers van Caterpillar zouden kunnen genieten van 4,6 miljoen euro aan steun via het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering, dat sommige lidstaten wilden afschaffen. De Commissie heeft er sterk op aangedrongen dat dat instrument zou blijven. We staan de regio’s in transitie bij, regio’s die zich moeten aanpassen aan het ritme van de nieuwe industrialisatie, aan het ritme van de globalisering die van overal ons afkomt. We zijn er dus om technische en financiële steun te verlenen aan die regio’s.
We hebben hetzelfde gedaan als het gaat over de detachering van werknemers. Ik weet dat dat een probleem is dat ook in Vlaanderen rijst, want er zijn veel gedetacheerde werknemers die actief zijn, die werken in Vlaanderen. We hebben het principe ingevoerd van eenzelfde salaris voor hetzelfde werk op dezelfde plaats. Ook dat is een principe dat deel moet uitmaken van de Europese waarden en principes.
We hebben recent een Europese pijler van sociale rechten gelanceerd, tijdens de speciale bijeenkomst van de Raad in Zweden. Ik vind immers dat de afwezigheid van een sociale dimensie in de Europese constructie op meer dan een manier het verlies in geloof in de EU verklaart dat de Europese burgers tonen. Europa is niet alleen een markt en niet alleen een munt. Europa moet ook een sociale ruimte zijn waar de Europese werknemers zich goed voelen. We gaan geen Europa bouwen tegen de werknemers. Dat gaat niet. De werknemers behoorden tot de grootste voorstanders van de Europese constructie. Als we hun steun verliezen, zal de Europese Unie niet verder kunnen. Ik zou dus willen dat de regeringen die die verklaring over de pijler van sociale rechten hebben onderschreven, ze niet beschouwen als een gedicht dat ze graag horen: het is ook geen muziekstuk, het is een eis van elke dag om het sociale Europa eindelijk waar te maken.
Dezelfde opmerking heb ik in verband met de fiscaliteit. Wij zouden willen dat de winsten worden belast daar waar ze worden gerealiseerd. Multinationals mogen niet rondreizen in Europa om te kiezen voor de adressen die fiscaal het interessantst zijn. We hebben ook voorstellen gedaan in die zin. We hebben aan de Raad het voorstel gedaan om de grote reuzen van het internet correct te belasten, wat vandaag niet het geval is. Kmo's betalen gemiddeld 30 procent belasting, terwijl de grote reuzen van het internet belastingen betalen die lager liggen dan 10 procent. Dit is onaanvaardbaar. Dat kan niet langer zo verder.
In feite is Europa een heel klein continent. Wij weten dat niet, maar de anderen weten het wel. Europa, de Europese Unie, heeft een grondgebied van 5,5 miljoen vierkante kilometer. Rusland, rechtstreekse buur, heeft 17,5 miljoen vierkante kilometer. We zijn heel klein. Ons economisch gewicht wordt gecorrigeerd naar onderen toe. Europa, de Europese Unie, vertegenwoordigt vandaag 25 procent van de globale toegevoegde waarde. Over enkele jaren zal dat dalen onder de 20 procent, tot 15 procent. We zijn dus klein, we verliezen economisch macht en dus ook invloed.
Vanuit demografisch oogpunt vertegenwoordigden we 25 procent van de wereldbevolking aan het begin van de 20e eeuw, maar dat zal teruglopen tot 4 procent aan het eind van deze eeuw: 4 procent Europeanen op een wereldbevolking van 10 miljard levende wezens.
We zijn dus een klein continent, we verliezen aan economische invloed en bijgevolg ook aan politieke invloed en op demografisch vlak worden we ook steeds zwakker. Het is dus niet het moment om Europa opnieuw te verdelen in nationale of regionale categorieën, we moeten ons focussen op het essentiële dat we samen kunnen doen. Want als we dat niet samenwerken, zal er niets gebeuren. Geen enkele lidstaat van Europa is immers sterk genoeg om de concurrentie aan te kunnen met de andere delen van de wereld. Over twintig jaar zal er geen enkele Europese lidstaat meer zijn die meer dan 1 procent van de wereldbevolking vertegenwoordigt. Geen enkele lidstaat zal lid zijn van de groep van de geïndustrialiseerde landen van de G7. Het moment is dus gekomen om ons te focussen op de essentie.
Dat is de reden waarom we onze houding, ons gedrag moeten aanpassen op het vlak van buitenlands beleid. Het is niet redelijk dat we in een steeds ingewikkelder wereld, een wereld met veel crisissen, unaniem moeten beslissen over buitenlands beleid. Dat is niet langer mogelijk. Als één regering niet akkoord gaat met een voorstel op het vlak van buitenlands beleid, kunnen we niet verder. Griekenland verzet zich tegen de veroordeling van China op het vlak van zijn gedrag in de zuid-Aziatische oceanen. Hongarije verzet zich tegen de goedkeuring van een pact van de VN tegen migratie, en Europa kan niets zeggen. Zo komen wij belachelijk over. Daarom zullen de grote lijnen van het buitenlands beleid voortaan met een meerderheidsbeslissing moeten worden uitgezet. En we kunnen dat, want het Verdrag van Lissabon staat dat toe. Het bepaalt dat de Europese Raad unaniem kan beslissen dat men voortaan op bepaalde vlakken – Ik heb het buitenlands beleid genoemd, ik zou het ook kunnen hebben over de fiscaliteit –, met een gekwalificeerde meerderheid beslist. Ik zou willen dat de lidstaten deze beslissing nemen.
Ik zou ook willen dat de lidstaten – er zijn er een aantal moeilijke, maar er zijn er ook aangename, zoals België – het snel eens worden over het financiële kader voor de toekomst. Een of twee weken geleden was er een voorstel van de Commissie waarbij een begroting wordt voorgesteld met een volume van 1135 miljard euro. Daarbij wordt het begrotingsvolume van 1,03 naar 1,1 procent van het Europees bruto nationaal inkomen gebracht. Gejoel en tandengeknars overal in Europa. Sommigen vinden dit project te ambitieus, anderen vinden het maar niets en vinden dit een begroting zonder ambitie. Als wij heel nauwgezet hadden geluisterd naar de vraag om het bestaande beleid te handhaven – het gemeenschappelijk landbouwbeleid, het cohesiebeleid – en de nieuwe prioriteiten van Europa toe te voegen waarmee de lidstaten herhaaldelijk hebben ingestemd, dan waren we uitgekomen op een begroting van 2 procent van het bruto binnenlands product van Europa. Ik wilde een begroting van die omvang niet voorstellen, want die zou onmiddellijk zijn weggestemd door de lidstaten, zelfs door het Europees Parlement, dat de begrotingsambitie van Europa wilde beperken tot 1,3 procent van het bruto binnenlands product van de Europese Gemeenschap.
We voeren nieuwe middelen in, ten belope van 22 miljard euro. Het gaat dan over een heffing op plastic, een gemeenschappelijke aanslagvoet voor vennootschappen en over andere gelijkaardige voorstellen. We zeggen al decennialang dat Europa nieuwe eigen middelen nodig heeft. Wij stellen die voor, en ik zou willen dat zij die akkoord gaan met de verdergaande ambities van Europa, dit goedkeuren.
We hebben ook de grote prioriteiten van morgen begroot. De begroting voor een groot jongerenprogramma, Erasmus+, gaan we verdubbelen, tot 33 miljard euro. Jongeren moeten met Europa verzoend worden. Jongeren moeten kunnen reizen en studeren in Europa, en niet alleen in eigen land. Hoe beter men zijn buren en partners kent, hoe gemakkelijker het wordt om een akkoord te bereiken over de grote Europese projecten. Erasmus+ is op meerdere vlakken een groot succes. De leden van mijn kabinet hebben bijna allemaal het Erasmusproject gevolgd en praten vier of vijf talen dankzij hun passage in verschillende landen. Ik heb het nog niet exact opgeteld, maar tot op vandaag zijn uit relaties tussen mensen die het Erasmusproject hebben gevolgd, 1,2 miljoen kinderen geboren. Dat is de grootste bijdrage van de Commissie aan de demografische ontwikkeling. Het is een groot programma voor het continentale libido dat de Commissie heeft gelanceerd, en ik zou dan ook willen dat dit programma wordt voortgezet.
Een andere grote prioriteit van de commissie is het digitale Europa. Wij zullen de begroting daarvoor vermenigvuldigen met 9 tot op 12 miljard euro.
De bescherming van onze buitengrenzen is een eis van alle regionale en federale parlementen. Wij zullen het budget daarvoor optrekken tot 33 miljard euro. Vandaag is dat exact 13 miljard euro. Dat zal ons toelaten onze buitengrenzen beter te beschermen, met meer personeel dan we nu hebben. Op dit moment zijn er 1250 bewakers aan de buitengrenzen, we zullen dat aantal optrekken tot 10.000. Dat betekent dat de controle bij de binnengrenzen, de grenzen tussen de landen, zo snel mogelijk kan verdwijnen. Wie zijn buitengrens bewaakt, moet de binnengrens niet langer bewaken.
Wat het onderzoeksbudget betreft, hebben we in vergelijking met anderen enorme vertragingen. Dat budget zal met 50 procent worden verhoogd tot 100 miljard euro. Dat is belangrijk beleid. Europa moet aanwezig zijn als het erop aankomt de toekomst te ontdekken en moet aanwezig zijn terwijl grote zaken gebeuren. Het budget voor onderzoek en innovatie moet dus absoluut stijgen.
Europa had, ten onrechte, geen defensiebeleid. Ik ben niet voor de militarisering van de EU. Dat zou ons niet lukken en het is ook niet nodig. Ik weet wel dat de Amerikaanse president zou willen dat iedereen 2 procent aan zijn defensiebeleid zou besteden. Maar ik wil u zeggen: er zijn zaken die samengaan. Het defensiebeleid, de militaire inspanningen en de ontwikkelingshulp: dat is beleid dat samengaat. Ik stel vast dat veel Europese landen het budget voor hun samenwerkingsbeleid verminderen, terwijl de lidstaten dat net zouden moeten verhogen zoals Luxemburg, dat 1,02 van zijn bbp aan samenwerkings- en ontwikkelingspolitiek besteedt. Het ontwikkelings- en samenwerkingsbeleid, de politiek van het partnerschap, met name met Afrika, is een belangrijke zaak. We mogen geen navelstaarders worden die geen hart meer hebben en hun blik niet meer op anderen richten. Het defensiebeleid en het samenwerkingsbeleid dragen allebei bij tot de mondiale stabiliteit. Het gaat niet enkel om de militaire uitgaven. De uitgaven voor het samenwerkings- en ontwikkelingsbeleid dragen ook bij aan de wereldstabiliteit.
Wat het defensiebeleid betreft, moet er een geheel zijn van wijze en doordachte regels. Waarom? In Europa zijn er 177 bewapeningstypes, in de VS zijn er dat 30. In Europa zijn er 17 tankmodellen, in de VS 1. We hebben meer bedrijven die helikopters produceren dan regeringen die helikopters kunnen kopen. Indien die militaire en openbare defensiemarkten meer zouden samenwerken, zouden we een economische sector kunnen creëren met een omzet van 25 tot 100 miljard euro per jaar. We zouden dat moeten doen. Dat is de reden waarom we voor de volgende budgettaire periode 13 miljard euro aan het defensiebeleid hebben toegewezen.
Bovendien moeten we innoveren op het vlak van instrumenten die we in gang kunnen zetten om behoeftes aan te pakken die steeds dringender worden. In ons begrotingsvoorstel hebben we een steunprogramma voorgesteld voor die landen die structurele hervormingen moeten doorvoeren. En er zijn veel landen die meer inspanningen moeten leveren inzake structurele hervormingen. We hebben hiervoor voorzien in een financiële begeleiding van 25 miljard euro. Er staat een stabilisatiefonds ter beschikking van de lidstaten dat ons toelaat te vechten tegen asymmetrische schokken die van buitenaf op ons afkomen. Voor dat doel hebben we in 30 miljard euro voorzien.
De investeringen en de groei hebben zich overal in Europa hersteld. Alle landen zitten in een groeimodus. Ons tewerkstellingspeil ligt hoger dan ooit tevoren, het is hoger dan in de VS. We creëren werkgelegenheid. Maar de investeringen kennen nu een pauze die niet kan worden vergeleken met wat we hebben aangetroffen toen we ons werk hebben aangevat maar die niettemin substantieel blijft. Om die reden stellen we op budgettair vlak voor te voorzien in een Europees investeringsfonds van 15,2 miljard euro. Dat zal ons in staat zou stellen nieuwe financiële instrumenten in gang te zetten en in de periode 2021-2027 in totaal 650 miljard euro aan investeringen te genereren.
Ik zou dus een Europa willen dat beschermt, investeert en krachtdadiger wordt inzake buitenlands beleid.
En dan is er het probleem van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) en het regionaal cohesiebeleid. Als er nieuwe prioriteiten in het budgettair kader moeten worden ingepast, moet er langs alle kanten bespaard worden. Dat doen we, met name in het gemeenschappelijk landbouwbeleid en in het cohesiebeleid. Mij was gevraagd om een slachting aan te richten, om alle verzuchtingen van de Europese landbouwsector terzijde te schuiven. Dat hebben we niet gedaan, we hebben voorgesteld om het gemeenschappelijk landbouwbeleid met 5 procent te laten inkrimpen en de rechtstreekse betalingen met gemiddeld 3,9 procent te laten dalen. De landbouwbegroting blijft nog wel het belangrijkste onderdeel van de Europese begroting: we spenderen 365 miljard euro aan het landbouwbeleid.
Maar het voorstel van de Commissie wordt soms erg onnauwkeurig weergegeven. Wat de rechtstreekse betalingen betreft, hebben we de plafonnering van de steun geïntroduceerd. Dat betekent dat hoe groter het landbouwbedrijf is, hoe minder rechtstreekse betalingen het zal ontvangen. De steun via rechtstreekse betalingen wordt geplafonneerd op 60.000 euro per landbouwbedrijf. Algemeen worden de rechtstreekse betalingen ook op een degressieve manier georganiseerd. Daar komt nog een element van flexibiliteit bij doordat het de lidstaten of hun deelstaten zijn die bepalen wat de nationale impact is van de Europese landbouwbegroting. Ofwel worden er middelen besteed vanuit de eerste pijler van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, ofwel worden er middelen weggetrokken uit de tweede pijler voor de plattelandsontwikkeling om ze aan de landbouwbedrijven toe te kennen. Als we dat goed aanpakken, zullen kleine bedrijven daarbij niets verliezen, hun rechtstreekse betalingen kunnen ongewijzigd blijven. Maar dat is geen beslissing van de Commissie, het zijn de lidstaten die dat bepalen en die het landbouwbeleid concreet uitvoeren.
Het cohesiebeleid zal met 7 procent verminderen. Op het moment dat de Commissie haar sectoriële voorstellen zal publiceren, zal duidelijk worden wat dat precies inhoudt. Het cohesiefonds zal toch nog 273 miljard euro bedragen voor de komende financiële periode. Mij was gevraagd om het cohesiebeleid voor de rijke landen en regio’s helemaal stop te zetten. Dat wou ik niet doen. Ik wou de regio’s in transitie binnen het cohesiebeleid houden, en ik wou de regio’s die het beter doen dan andere niet uitsluiten. Wie het beter doet dan een andere, mag daarvoor niet gestraft worden. Wel zullen de meer welvarende regio’s, die wellicht beter presteren dan andere, moeten begrijpen dat er minder middelen ter beschikking zijn. Maar ook op dat gebied wordt het geen bloedbad.
Veel Europeanen houden van het cohesiebeleid zonder het te kennen. Ik reis doorheen Europa en zie tal van projecten die met Europese steun zijn gefinancierd. Maar niemand weet dat omdat de nationale regeringen hun burgers voorhouden dat zij die financieren en niet de EU. Soms worden er verkeerdelijk middelen uitgegeven vanuit het cohesiebeleid omdat ze aangewend worden voor projecten die wel nodig zijn, maar die de regio’s zelf voor hun rekening kunnen nemen. Zo ontdekte ik dat de Europese Commissie via de cohesiebegroting fietspaden in Beieren financiert. Is het echt nuttig dat de Portugese, Spaanse, Letse of Litouwse belastingbetaler fietspaden in Beieren mee financiert? Beieren is een rijke regio en kan dat wellicht best zelf.
Mijnheer de voorzitter, ik zal het hierbij houden. Ik wil niet te uitvoerig worden, met als mogelijk gevolg dat mijn toehoorders op een bepaald moment niet meer naar mij luisteren. Leve Vlaanderen en leve Europa! (Applaus bij de N-VA, CD&V, Open Vld, sp.a en Groen)
De heer Diependaele heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, collega's, geachte heer Juncker, ook in naam van mijn fractie wens ik u oprecht te danken voor uw aanwezigheid in ons Vlaams Parlement. Het Vlaams Parlement is binnen onze federale constructie exclusief bevoegd voor heel wat zaken waar ook de Europese Unie zich over uitspreekt. Vanuit die positie spreken wij ons rechtstreeks uit over het Europese beleid.
Heel wat verwezenlijkingen van de Europese Unie zijn een absolute meerwaarde voor onze Vlaamse samenleving. Dat was zestig jaar geleden zo voor onze ouders en grootouders, en dat is vandaag nog zo voor ons. Als N-VA willen wij er vanuit een constructief-kritische houding toe bijdragen dat dit ook in de toekomst voor onze kinderen en kleinkinderen het geval kan zijn. Voor een kleine open economie als de Vlaamse, zorgen vooral de interne markt en het vrij verkeer voor een ongekende opbouw van welvaart en jobs. In dit kader dringen wij als Vlaams Parlement met aandrang aan op een goede afloop van de Brexit.
De steun voor het Europees samenwerkingsproject is in vergelijking met andere landen in Vlaanderen altijd relatief hoog geweest, maar die steun is bij onze Vlaamse medeburgers steeds meer omgeslagen in twijfel. De geloofwaardigheid van de Unie staat door haar eigen toedoen in heel Europa onder druk. Wij verwachten van de Unie geen zweverige theorieën, geen droomkastelen of steriele debatten, maar concrete resultaten op het terrein. Ik was in die zin dan ook aangenaam verrast dat u daarnet bevestigde dat u geen voorstander bent van een ‘Verenigde Staten van Europa’.
Voor mijn partij zijn drie beleidsdomeinen daarbij primordiaal. Dat is eerst en vooral een kordaat asiel- en migratiebeleid, terreurbestrijding en onze sociaal-economische welvaart. Maar het Europees project is meer dan dat. De Europese Unie is meer dan een verzameling van consumenten en producenten, het is ook een waarde-unie. Het is onze plicht en de plicht van de Europese instellingen om onze gedeelde waarden actief te verdedigen. Dat geldt boven alles voor onze democratische verworvenheden en de rechtsstaat. Het is bijzonder jammer, mijnheer Juncker, dat net daar, op dit meest gevoelige punt, de Europese Commissie en Raad tekortschieten bij het niet-veroordelen van de repressieve houding van de Spaanse overheid in de Catalaanse kwestie. (Applaus bij de N-VA).
Wat voor Polen en Hongarije wel kan, lijkt niet te lukken voor de Spaanse politieke geestesgenoten van de huidige Europese bestuursploeg. We zien de Europese Unie graag, maar we moeten ook eerlijk kunnen zijn tegenover elkaar. Collega's, laat het duidelijk zijn: het gaat mij in dezen niet om het Catalaanse vraagstuk ‘an sich’, maar over de waarden die wij als Europese Unie uitdragen. Toen honderden vreedzame Catalaanse burgers brutaal in elkaar werden geslagen, bleef het oorverdovend stil bij alle Europese beleidsmakers. Nog steeds wendt u het hoofd af van de verkozen politici die reeds maanden opgesloten zitten in Spaanse gevangenissen, behandeld als criminelen omdat zij het mandaat dat zij van de kiezer kregen, uitvoerden.
De moed van politici wordt afgemeten aan de mate van optreden tegen onrecht dat burgers van onze Unie wordt aangedaan. Wij hadden op meer, veel meer moed gehoopt van u en de Europese Unie. Maar u hebt zich jammer genoeg gehuld in stilzwijgen, door de ogen te sluiten voor de schendingen van onze waarden door de Spaanse staat. Wij betreuren dat uw stilzwijgen in de Catalaanse kwestie de erosie toont van de geloofwaardigheid van de Europese Unie als verdediger van de democratische basiswaarden van onze Europese Unie en alles waar die voor staat.
U laat hierdoor alle Europeanen in de steek. In de Europese Unie waar mijn kinderen in opgroeien, tolereren we geen brutaal politiegeweld tegen vreedzame burgers. We tolereren niet dat democratisch verkozen politici worden opgesloten. Dit parlement had wel de moed om te doen wat uw Commissie naliet en veroordeelde uitdrukkelijk dit politieke geweld waar Spanje zich schuldig aan maakt. Wij dringen nog steeds aan op politieke dialoog en overleg. (Applaus bij de N-VA)
Het is goed, mijnheer Juncker, dat u hier vandaag aanwezig bent geweest, om daar een voorbeeld aan te nemen. Dank u wel. (Applaus bij de N-VA)
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, er valt zeker kritiek te geven op hoe Europa werkt. Maar als we alleen nog maar kritiek hebben, riskeren we het kind met het badwater weg te gooien. Want dat is wat de Britten is overkomen met de brexit. In deze tijden van euroscepticisme is het belangrijker dan ooit dat wij als Vlaanderen onze pro-Europese koers aanhouden en hernieuwen. En ja, Europa is niet perfect, maar het is nog altijd het beste idee dat we hebben om ons te beschermen tegen allerlei onheil.
Ik behoor tot de generatie die nooit oorlog gekend heeft, zelfs geen Koude Oorlog. Wel, we moeten vandaag vaststellen dat er aan de grenzen van Europa opnieuw onrust heerst. In het oosten zijn er de tanks van Poetin, in het zuiden woedt een burgeroorlog, in Syrië en Libië, in het westen worden we geconfronteerd met de onvoorspelbaarheid van het stabiele genie in het Witte Huis. Daartegenover is Europa nog een baken van stabiliteit in de wereld. Europa is de prijs van een kopje koffie per dag meer dan waard.
Maar ook binnen Europa staan we voor immense uitdagingen. Er is nog altijd de dreiging van het extremisme. We moeten ons steeds meer zorgen maken over het populisme. We kunnen in Europa niet tolereren dat de rechtsstaat en de vrije media worden beknot. Wie de Europese spelregels niet respecteert, moet ook niet rekenen op Europese subsidies.
Voorzitter, Europa moet goed luisteren naar de bezorgdheden van de mensen, maar het moet vooral oplossingen bieden. Daarom steunen wij de Europese plannen om het aantal grenswachten op te trekken van duizend naar tienduizend. Want pas als onze grenzen weer onder controle zijn, zal de roep naar het bouwen van muren stilvallen.
We mogen niet dezelfde fout maken als in de jaren dertig, en vervallen in protectionisme. Europa moet verder gaan op het pad van de vrijhandel en tegelijkertijd strijden tegen alle vormen van dumping. Multinationals moeten dezelfde lasten betalen als lokale ondernemers. Ook onze lokale landbouwers moeten wij blijven steunen. En sinds kort, als Europeanen hier komen werken, moeten zij dat doen aan hetzelfde loon als de mensen hier. Dat hebben we te danken aan eurocommissaris Thyssen, die doorgezet heeft tegen alle sceptici in.
Ik weet het, het is tegenwoordig bijna verboden om nog iets positiefs te zeggen over Europa. Maar u zult het mij vergeven: ik doe het toch. Sinds 2014 hebben 9 miljoen werkloze Europeanen opnieuw een job gevonden. Voor het eerst in twintig jaar is het tekort van alle eurolanden gedaald onder de 3 procent. En peiling na peiling blijkt dat het vertrouwen van de burgers in Europa toeneemt – niet daalt, maar toeneemt.
Voorzitter, toch zal Europa de harten van de mensen alleen maar kunnen herwinnen als we hun houvast bieden in de taal en de cultuur van hun eigen streek, als we jonge mensen opleiden tot goed geïnformeerde burgers. En dat is waar wij hier in dit parlement samen elke dag aan werken. Dat is de onvervangbare meerwaarde van de regio’s. Zonder sterke regio’s is een sterk Europa ondenkbaar. En omgekeerd: geen sterk Vlaanderen zonder een sterk Europa. Voorzitter, Europa kan op de steun van Vlaanderen blijven rekenen. Ik dank u. (Applaus)
De heer Daems heeft het woord.
Mijnheer Juncker, monsieur Juncker, l’Europe n’est pas un petit continent, Europa is geen klein continent, Europa is een economische grootmacht. Europa heeft het potentieel een politieke grootmacht te zijn. We moeten het alleen wíllen.
Dat is ook de reden, in het belang van elke Europese burger en van de veiligheid, de welvaart, de jobs en de koopkracht van elke Europese burger, dat wij als liberalen pleiten en blijven pleiten voor meer Europa, voor een sterker Europa en ja, voor een federaal Europa. En ja, voor een Europese regering, democratisch gelegitimeerd. En ja, voor een Europa dat zich gedraagt als een economische grootmacht en dat zich hopelijk morgen opstelt als een politieke grootmacht en hier ook naar handelt. Europa is niet het schoothondje van de Verenigde Staten, mijnheer Juncker, collega’s. Europa heeft het potentieel om de gelijke te zijn van de andere grootmachten. Ik wil ervan uitgaan, mijnheer Juncker, dat u dat wilt. Ik ben ervan overtuigd dat u dat wilt. Ik vraag u ook heel uitdrukkelijk dat u nu binnen de Europese Commissie en binnen de Europese instanties hard doorduwt om in de richting te gaan van een sterker Europa.
L’Europe n’est pas un petit continent. Europa kan een groot continent zijn. Collega’s, mijnheer Juncker, de kerntaken die tot de verantwoordelijkheid van de Europese Unie behoren, gestart vanuit vrede, zijn nu het garanderen van vrede en veiligheid, het beschermen van rechten en vrijheden. Het gaat om het creëren van welvaart. Dat zijn de kerntaken van Europa. Als Europa zich als één blok economisch en politiek krachtig opstelt zoals het hoort ten aanzien van andere politieke grootmachten, dan zijn we al een hele stap verder.
Ik wil hier meteen heel concreet zijn. Ik althans, en mijn fractie, alle liberalen, zijn het beu om de fratsen van een zekere mijnheer Trump te ondergaan. Van klimaat over handel tot de Verenigde Naties en, nu, de Iran-deal. Ik vind het persoonlijk niet voldoende dat Eurocommissaris mevrouw Mogherini als enige reageert op deze situatie. Mijnheer Juncker, u moet hier, samen met de heer Tusk, als voorzitter van de Europese Unie krachtig op reageren. Want wat hier gebeurt, is potentieel een bedreiging voor de veiligheid en de welvaart van alle Europese burgers. Het is een bedreiging voor onze economie. Het volstaat dat het terugtrekken van de Iran-deal een nieuwe petroleumcrisis veroorzaakt. En dat zou kunnen! Dan zijn uw vrienden, mijn vrienden, mijn kinderen, wij allemaal het directe slachtoffer van maatregelen en beslissingen die een wereldleider neemt, op God weet welke basis, maar het zijn beslissingen die ons wel direct beïnvloeden, die de welvaart van elke Europese burger en van elke Vlaming, collega’s, direct potentieel bedreigen.
Mijnheer Juncker, daarom heb ik maar één vraag voor u. Heel eenvoudig: u hebt hier vandaag in dit democratische Vlaams Parlement een forum. Ik vraag u, als voorzitter van de Europese Unie en als leider van Europa – want dat bent u –, als leider van een de facto Europese regering, om hier vandaag heel uitdrukkelijk stelling te nemen tegenover de aanhoudende fratsen van de president van de Verenigde Staten. Ik vraag dat u, als leider van Europa, heel duidelijk stelling neemt tegen handelingen die worden gesteld en die ons dagelijkse leven bedreigen. U moet de veruitwendiging zijn van een sterker en meer verenigd en federaal Europa. Ik vraag u om hier vandaag uitdrukkelijk stelling te nemen. U kunt dat. (Applaus bij Open Vld, CD&V, sp.a en Groen)
Mevrouw Turan heeft het woord.
Collega's, minister-president, ministers, geachte commissievoorzitter Juncker, u zult niet verrast zijn, maar wij socialisten, wij houden van Europa. En wij geloven, net als Europa, dat we samen sterker staan. Samen dus. En dat samen heeft voor welvaart gezorgd, maar ook en vooral, collega’s, – dat mogen we nooit vergeten – voor een ongeziene periode van duurzame vrede.
We kunnen dan ook alleen maar blij zijn met de snelle reactie van de Unie gisteren op de gevaarlijke evolutie in de relatie tussen de Verenigde Staten en Iran. De wereld en het Midden-Oosten zijn helaas weer een beetje minder veilig, maar de reactie van mevrouw Mogherini was alert en goed. En dat mag dan ook eens worden gezegd.
Maar vandaag kunnen we niet om de vaststelling heen dat datzelfde Europa sputtert en met zichzelf worstelt. Er is zelfs gewag gemaakt van een existentiële crisis, mijnheer Juncker. De brexit, de onveiligheid aan de oostgrens, de terreurdreiging: het heeft allemaal de Unie geen goed gedaan. En zo lijkt het dat Europa verzwakt en niet langer de sterke macht van weleer is.
Op economisch vlak blijft sociale dumping een huizenhoog probleem. U hebt er ook naar verwezen. Maar het is niet op de Bulgaarse of Roemeense bouwvakker die hier komt werken, dat we kwaad moeten zijn. Wij, u, wij moeten samen voor Europese regels zorgen die dit soort van uitbuiting niet langer mogelijk en vooral niet langer rendabel maken. Het hele Europese huis moet aan de basis, in zijn fundamenten en over de hele oppervlakte, sociaal worden hervormd, in elke Europese vezel.
We willen voor een Europa gaan dat opnieuw de controle neemt, met duidelijke regels die voor iedereen gelden, een Europa dat streng optreedt tegen de spelbedervers. En dan heb ik het over hen die de wetten van de lidstaten misbruiken om belastingen te ontwijken, over hen die de wetten van de lidstaten misbruiken om onze sociale zekerheid te ondermijnen, over hen die een loopje nemen met ecologische afspraken en onze planeet kapotmaken en, last but not least, over hen die onder de mooie vlag van Europa de democratie en de rechtsstaat ondermijnen. U hebt daar ook naar verwezen. We moeten daar strenger tegen optreden.
Na jarenlang ploeteren moeten we opnieuw keuzes maken in Europa. We moeten een visie ontwikkelen op langere termijn, een visie die goed en juist is en die kan begeesteren. Want ook dat is belangrijk: mensen moeten weer weten waar dat nieuwe Europa voor staat. En potentieel blijft er gelukkig nog genoeg: bijna een half miljard burgers.
Europa moet opnieuw uitgaan van zijn eigen kracht en een strategie ontwikkelen voor een welvarende, maar evenzeer rechtvaardige toekomst. In dat nieuwe Europa controleren we streng de detachering van werknemers. In dat nieuwe Europa kiezen we inderdaad voor een humaan, maar effectief asiel- en migratiebeleid. In dat nieuwe Europa versterken we onze handelsrelaties. U hebt er ook al naar verwezen. Ze moeten van een nieuwe vorm zijn, evenwichtig en ook goed voor mens en milieu. Ook duurzaamheid, de strijd tegen de klimaatopwarming, de strijd tegen de ongelijkheid in de wereld en het samen opbouwen van een defensiecapaciteit, horen daarbij. Een ‘rule maker’ zijn is niet genoeg, we moeten een goede en rechtvaardige ‘rule maker’ zijn. Dan pas scoor je voor de mensen en bij de mensen.
Beste voorzitter Juncker, ik zal u geen al te moeilijke vragen stellen. Maar ik zal u gewoon vragen dat de Commissie, samen met de lidstaten, dat nieuwe verhaal van bescherming en zekerheid, waarnaar alle Europeanen snakken, nu schrijft. Helder, klaar en strategisch. Gooi het roer om, asjeblieft, en doe mensen weer geloven in de Europese daadkracht van weleer. Net als zestig jaar geleden zullen wij, Vlaamse socialisten, ons engageren voor dat nieuwe Europa. (Applaus)
De heer Vanbesien heeft het woord.
Beste collega’s, geachte heer Juncker, leve Europa! Het kan niet genoeg worden herhaald: leve Europa! En voor alle duidelijkheid, zeg ik er ook even bij: leve de Europese Unie! Dus ook: leve de politieke eenmaking! Europa is voor ons niet alleen een continent, het is een politiek project van samenwerking en eenwording. Het zorgt ervoor dat België en Vlaanderen meespelen op het wereldtoneel. Er zijn heel wat internationale uitdagingen, u hebt dat in uw inleiding ook geschetst.
Daarom vind ik het een eer, mijnheer Juncker, dat u hier vandaag de opwachting maakt. Daarom vind ik ook dat we eerlijk moeten zijn tegen elkaar, dat we elkaar in de ogen moeten kijken en moeten benoemen welke evoluties en gebeurtenissen onze Europese Unie in diskrediet brengen.
Ik zie er drie. Het eerste is het uithollen van de rechtsstaat in Europa. Uiteraard moet elke lidstaat, elke regio haar eigen beleid kunnen uitstippelen; maar de grondslag is wel de rechtsstaat. De grondslag wordt gevormd door de rechten van de inwoners, de onafhankelijkheid van de rechters, het vrije politieke debat, een sterk middenveld en een vrije pers. Daar staan we in de Europese Unie voor, en wie die spelregels niet aanvaardt, zet zich buitenspel. Daar loopt het nu fout.
Gisteren is in Hongarije het nieuwe parlement aan de slag gegaan. Ze gaan zich in de komende weken buigen over wetsontwerpen die een verregaande aanslag zijn op het middenveld. Kritische organisaties moeten oneigenlijke erkenningsprocedures doorlopen, ze moeten exorbitante belastingen betalen, er komen bijkomende procedures om hen van rechtswege te ontbinden. Dus, mijnheer Juncker, wat bent u van plan om deze plannen te voorkomen? Wat gaat u doen als ze toch worden goedgekeurd? Het staat natuurlijk niet op zich, ook de media, ook de universiteiten, ook de rechterlijke macht staan onder druk in Hongarije. De Europese Commissie heeft gereageerd met een inbreukprocedure, maar dat heeft tot nu toe weinig indruk gemaakt. Dus, gaan er nog nieuwe initiatieven komen?
Ook in Polen gaat het de verkeerde kant uit, waar de PiS-regering (Prawo i Sprawiedliwosc of Recht en Rechtvaardigheid) de onafhankelijkheid van gerecht, media en middenveld zwaar in het vizier neemt.
In Spanje worden de Catalaanse nationalisten onnodig opgesloten en worden er groteske aanklachten geformuleerd. Er wordt geweld gebruikt tegen eigen burgers als die een eigen stemming organiseren. (Applaus bij Groen en de N-VA)
De Europese Commissie moet zich uitspreken, moet haar tanden tonen. Dat is mijn vraag aan u, voorzitter. Ik heb ook een oproep aan mijn collega’s hier. Zolang CD&V in één fractie zit met de Hongaarse president Orban, en zolang de N-VA in één fractie zit met de Poolse PiS, geven jullie hen geloofwaardigheid en is elke kritiek uit jullie mond een beetje schijnheilig. Wees een beetje consequent op dat vlak. (Applaus bij Groen. Rumoer bij de N-VA)
Een tweede evolutie noem ik de aantasting van het vertrouwen in de Europese instellingen, onder meer wegens politieke benoemingen. De Europese instellingen hebben niet altijd een goede naam. Dat is niet terecht, er zijn heel wat goed werkende ambtenaren en diensten in Europa. Tegelijk zijn er natuurlijk elementen die tegen de borst stoten, die niet te verdedigen zijn. Onder andere de benoeming van uw kabinetschef tot secretaris-generaal van de Commissie is er daar één van. Wij verwachten van de EU topprestaties, ook op het vlak van eerlijk en transparant bestuur.
Ten slotte heb ik een grote bezorgdheid over het verzwakken van onze eigen standaarden. U sprak daarstraks terecht over een Europa dat de ambitie moet hebben om het kapitalisme te begrenzen. Wel, een van de elementen die mij fier maken op de Europese constructie is het voorzorgsprincipe. Dat maakt deel uit van de grondbeginselen van de Europese regelgeving en het zorgt ervoor dat we niet blind gaan experimenteren met de gezondheid van mensen of met het milieu. Dat voorzorgsprincipe staat in de feiten onder zware druk. Er is een nieuwe generatie handelsverdragen zoals het CETA die de toepassing van dat principe heel moeilijk maken. Dat is een stap achteruit.
Beste mijnheer Juncker, zet alstublieft als voortrekker van de politieke besluitvorming in Europa de Europese Unie opnieuw op het spoor zodat we ook over tien jaar nog zonder gêne kunnen uitroepen: Leve de Europese Unie! (Applaus)
De heer Van Grieken heeft het woord
Goedemiddag, mijnheer Juncker, ik had gedacht u geen enkel compliment te geven, maar ik heb er toch één omdat u de moeite hebt gedaan om ons parlement toe te spreken in onze taal. U bent een voorbeeld voor oud-premier Verhofstadt, die maar in het Engels blijft molenwieken in het Europees Parlement of een voorbeeld voor premier Michel, die 60 procent van de Vlamingen vertegenwoordigt, maar enkel in het Frans spreekt in het Europees Parlement. Op dat vlak bent u een voorbeeld voor andere liberalen in dit halfrond.
Voor de rest is mijn doosje complimenten voor u wel op, mijnheer Juncker, en ik zal maar meteen met de deur in huis vallen. U bent voor mij en voor mijn partij eigenlijk de verpersoonlijking van wat er fout loopt in de Europese Unie. Telkens wanneer het EU-beleid faalt – en het faalt wel vaak –, komt u met een reflex en een oplossing naar voren, namelijk nog meer EU-beleid met nog meer bevoegdheden en nog meer geld er nog meer middelen voor de Europese Unie, telkens opnieuw ten koste van de soevereiniteit van de lidstaten en ten koste van de democratische mogelijkheid om dat beleid te veranderen.
Meer en meer kiezers zijn die blinde vlucht vooruit meer dan beu. Ik verwijs in de eerste plaats naar de brexit maar ook naar de recente verkiezingen in Oostenrijk, in Hongarije en Italië. In die landen hebben eurokritische partijen een meerderheid van de kiezers achter zich, of vormen zelfs een regering.
Maak u geen illusie, mijnheer Junckers, ook in andere landen vinden meer en meer kiezers het niet normaal dat u een meerjarenbegroting voorstelt om nog meer geld aan de Europese Unie te geven, terwijl het vertrek van Groot-Brittannië misschien net die EU-elite aan het denken zou moeten zetten dat ze misschien de tering naar de nering moeten zetten. Maar neen, u doet het tegenovergestelde.
Wij Vlamingen behoren per hoofd van de bevolking tot de grootste nettobetalers van de Europese Unie, niet minder dan 339 euro per jaar per Vlaming – ik heb u bij het binnenkomen een biljet overhandigd – en dat in een land met nog steeds de hoogste belastingdruk. Nergens is de belastingdruk zo hoog als in België.
Als de Europese Commissie spreekt over eigen middelen voor de EU, dan droomt ze eigenlijk van een directe EU-belasting, een EU-belasting waarvan we als Vlamingen maar al te goed weten dat ze bovenop de bestaande belastingen zal komen en de fiscale druk alleen maar zal doen toenemen.
Mijnheer Juncker, uw Europese Commissie voert nu al jaren een hetze tegen de regeringen van Hongarije en Polen omdat die zich, met uitdrukkelijke steun van de kiezers, verzetten tegen massa-immigratie en islamisering. U beweert dat die regeringen de regels van een democratische rechtsstaat niet respecteren, maar die bekommernis is nogal selectief. De manier waarop u omgaat met de Spaanse regering die het Catalaanse onafhankelijkheidsstreven met geweld de kop indrukt, is blijkbaar voor u geen probleem. Zo'n houding heeft een naam: hypocrisie.
Zegt u mij trouwens eens, nu we toch over democratie bezig zijn, welke democratische legitimiteit de EU heeft met haar Verdrag van Lissabon, dat is weggestemd door de Europese burgers in Frankrijk, in Nederland en in Ierland? Het zou eigenlijk nietig moeten zijn. Welke democratische legitimiteit heeft de EU, die jarenlang onderhandelingen heeft gevoerd met Turkije die niemand van de Europese bevolking eigenlijk wou? Welke democratische legitimiteit hebt u, wanneer u zelfs uw eigen kabinetschef benoemt tot secretaris-generaal van de Europese Commissie zonder de gangbare regels en procedures te respecteren?
Vorige week bent u in Trier zowaar een lofrede gaan houden voor niemand minder dan Karel Marx, de grondlegger van een ideologie die 100 miljoen doden heeft gemaakt. U hebt er een monument onthuld dat door China is betaald. Symbolischer kan het haast niet. Eerder hebt u de Cubaanse communistische dictator Fidel Castro ‘een held voor velen’ genoemd. En dan bent u verbaasd dat Hongarije en Polen en de andere Europese landen die de communistische dictatuur aan den lijve hebben ondervonden, zich plots afkeren van die Europese Unie?
Wat mij en mijn partij betreft, wordt deze EU zo snel mogelijk vervangen door een Europese samenwerking van vrije naties. Nietzsche stelde: ‘Wat me niet vernietigt, maakt me sterker.’ Wel, het EU-establishment zal er óók niet in slagen om onze Europese identiteit en onze Europese naties uit te wissen. Het verzet tegen uw Europese Unie groeit iedere dag. Het verzet wordt iedere dag groter. Ik beloof u en alle eurofielen hier in dit parlement: u zult pijnlijk wakker worden na de volgende Europese verkiezingen. U zult ontwaken uit uw EU-roes. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Sanctorum heeft het woord.
Geachte voorzitter van de Europese Commissie, u bent begonnen met het herhalen van enkele citaten van uzelf. Dat is altijd heel gevaarlijk. Ik heb er ook nog eentje. Bij uw aanstelling als Commissievoorzitter in 2014 noemde u uw eigen Commissie die van de laatste kans. U zei zelfs dat u zou hebben gefaald indien u de burgers niet opnieuw kon betrekken bij de Europese Unie.
Collega’s, Commissievoorzitter, het dichten van de kloof met de burger is inderdaad een grote uitdaging, trouwens niet alleen voor Europa, maar ook voor Vlaanderen, ook voor ons. Ik ben er echter van overtuigd dat dé manier om die kloof te dichten vooruitgang is, en met vooruitgang voor de burger bedoel ik het garanderen van werk, het garanderen van veiligheid, het afwenden van de klimaatcrisis en het bedwingen van conflicten buiten onze grenzen. Commissievoorzitter, u presenteerde vijf toekomstscenario’s voor Europa; Dat ging over minder of meer Europa, met 6, met 12, met 27 landen. Volgens mij mag de eerste vraag niet zijn of we minder of meer Europa wensen. Het gaat niet over een superstaat of een lappendeken van soevereine eilanden. Wél moet de vraag zijn hoe we de wensen van burgers kunnen realiseren. Dat is de eerste vraag. Ik geloof eerlijk gezegd niet dat de burger ervan wakker ligt of dat nu met of zonder Europa moet gebeuren, maar we stellen wel allemaal hetzelfde vast. Als Vlaams eiland kunnen we de krachtmeting met die grote economische en geopolitiek spelers gewoon niet aan, we zullen ook op ons eentje de klimaatverandering niet doen keren en vrede is pas mogelijk als we ze samen eisen. Collega’s, het zal dus sámen zijn of het zal niet zijn. Het zal Europees zijn of geen vooruitgang zijn. De laatste kans voor Europa, en voor uzelf om u te bewijzen, zoals u zelf zei, ligt net daar. (Applaus bij de N-VA en Groen)
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Voorzitter van het parlement, voorzitter van de Europese Commissie, geachte parlementsleden, dames en heren, wij vieren vandaag Europadag. Op 9 mei 1950 stelde de Franse minister Robert Schuman inderdaad voor om de Franse en Duitse productie van kolen en staal onder gemeenschappelijk beheer te brengen. Hij wou er daarmee toe komen dat er nooit meer oorlog zou zijn tussen beide. Daarmee legt hij ook de kiem van de Europese samenwerking. De founding fathers van de Europese Gemeenschap toen, Robert Schuman, Alcide De Gasperi en Konrad Adenauer, cultiveerden een gedeeld Europagevoel. Ze cultiveerden tegelijk eenheid in onze rijke diversiteit, die u daarstraks terecht hebt beklemtoond, voorzitter, en een herwonnen vertrouwen. Het is dat Europagevoel, dat herwonnen vertrouwen en die samenwerking waar nuttig, die Europeanen weer perspectief gaf en geeft, en dat ik in mijn jonge jaren met de Hendrik Brugmans Kringen in Vlaanderen overal ook heb beleefd.
Het politieke debat hier in dit Vlaams Parlement draagt daar op zinvolle wijze aan bij. De toekomst van de Unie belangt ons allen aan. Zoals Frans Timmermans zei tijdens onze Burgerdialoog in Leuven: we hoeven het niet over alles eens te zijn, ook kritische stemmen zijn welkom, zijn nodig.
Commissievoorzitter, het is een eer en ook heel belangrijk om op deze Europadag met u van gedachten te kunnen wisselen in het hart van onze Vlaamse democratie. Ik dank u uitdrukkelijk voor uw erkenning van de Vlaamse democratie en ik apprecieer zeer sterk dat u uw toespraak in een uitstekend Nederlands bent begonnen. Dank u!
Dames en heren, de verlichtingsidealen zijn de genen van de Europese Unie. Het respect voor deze normen, waarden, fundamentele rechten en vrijheden is wat ons bindt en wat de Unie onderbouwt en sterk maakt. Zij maken onze ‘European way of life’ mogelijk.
Maar wie dacht dat de democratie, de rechtsstaat en de fundamentele vrijheden een absolute, eeuwigdurende verworvenheid zijn, heeft de laatste jaren helaas ongelijk gekregen. De voorbeelden zijn gekend, ook in onze achtertuin.
Turkije zagen we de voorbije jaren steeds verder afdwalen van de waarden waar de Europese Unie voor staat. De vrijheid van meningsuiting en de Turkse rechtsstaat staan er zwaar onder druk. Voor de Vlaamse Regering is er geen enkel toekomstperspectief voor Turkije in de EU zolang het zich niet conformeert aan wat ons in de politieke unie bindt, aan de fundamenten van ons samenleven. De Vlaamse Regering zit hiermee op een lijn met het Vlaams Parlement, dat vorig jaar opriep tot het bevriezen van de toetredingsonderhandelingen van Turkije tot de Europese Unie.
Maar ook binnen onze Unie moeten we waakzaam zijn. De Vlaamse Regering onderschrijft de open en constructieve dialoog die uw Commissie in het kader van de artikel 7-procedure voert om de rechtstaat in de Unie te handhaven. We steunen ook de principiële link die uw Commissie legt tussen het correct financieel beheer van Europese fondsen en het respect voor de gemeenschappelijke waarden en vrijheden, zoals bepaald in artikel 2 van het Unieverdrag.
Binnen de Raad van Ministers van de Europese Unie kunnen we ook een stap verder zetten. En daar steunt de Vlaamse Regering het voorstel om een jaarlijkse ‘peer review’ over het respect van de rechtstaat en de fundamentele vrijheden te organiseren. We ijveren voor een systeem waarbij elke lidstaat, op voet van gelijkwaardigheid, op zijn merites ter zake wordt beoordeeld.
Ook in Catalonië draait voor mij alles rond democratie en het respect voor de fundamentele rechten en vrijheden. Catalonië is een democratie met regionaal zelfbestuur voor meer dan 7 miljoen EU-burgers. Er is intussen een nieuw verkozen Catalaans parlement, maar nog steeds blijft de noodtoestand gehandhaafd, nog steeds is er geen dialoog met Madrid, nog steeds zitten er politieke verkozenen en maatschappelijke leiders in de gevangenis of leven ze in ballingschap, zelfs in deze hoofdstad van de Unie en van Vlaanderen. De eerbiediging voor het regionale zelfbestuur, zoals vastgelegd in artikel 4 van het Unieverdrag, wordt de facto onmogelijk gemaakt. Dit Vlaams Parlement heeft de Europese Unie en de internationale gemeenschap unaniem opgeroepen om “een faciliterende, desgevraagd bemiddelende rol te spelen tussen de Spaanse en Catalaanse regering om tot een vreedzame en duurzame oplossing te komen.” De Vlaamse Regering onderschrijft die oproep. (Applaus bij de N-VA)
Geachte voorzitter, zoals u aangaf, heeft uw Commissie verleden week een voorstel voor het nieuw meerjarig financieel kader voorgesteld. Het verheugt me dat de Commissie daarbij niet over een nacht ijs is gegaan en terecht is vertrokken van een strategische visie. Inderdaad, ‘budget follows strategy’. Dit is ook de aanpak van de Vlaamse Regering. Nu is het niet het moment voor grote institutionele hervormingen, laat staan voor een institutionele big bang. We hebben nood aan een Unie die tastbare resultaten boekt en die een meerwaarde oplevert. Zo heeft zowel de Unie als Vlaanderen baat bij een verdieping van de interne markt, het aanboren van nieuwe markten door Europese handels- en investeringsbeschermingsakkoorden, een beter geconnecteerde energie-, digitale en transportunie waartoe EFSI – het voormalig plan-Juncker waar u mooi allusie op maakte – een hefboom kan zijn, en de vervollediging van de economische en monetaire unie, in de eerste plaats van de bankenunie.
We hebben ook een slagkrachtig Europa nodig dat zijn buitengrenzen versterkt en de integratie van nieuwkomers ondersteunt, dat sociale dumping aanpakt en komaf maakt met fiscale shopping.
De Europese Unie moet niet alleen op ons continent maar in de hele wereld een factor van vrede en stabiliteit zijn. Ze kan dus een assertievere internationale rol spelen, niet het minst in onze nabuurlanden en in het bijzonder in Noord-Afrika en in het Midden-Oosten. Als de Unie deze opdracht vervult, zal ze in aanzien groeien en vertrouwen winnen.
Dames en heren, net als de Europese Commissie vindt ook de Vlaamse Regering dat het begrip ‘Europese toegevoegde waarde’ centraal moet staan in de Europese uitgaven. Hiervan heeft uw commissie werk gemaakt: we zien een belangrijke ommekeer en we onderschrijven op grote lijnen de voorgestelde beleidsklemtonen voor het nieuwe EU-meerjarenbudget.
De focus in het MFK-voorstel ligt hoofdzakelijk op prioriteiten die ook deze van de Vlaamse Regering zijn, met onder andere onderzoek en ontwikkeling, digitalisering Erasmus+, defensie, veiligheid en een efficiënter beheer van de Europese buitengrenzen. De vraag blijft wel of de Unie hiermee ook voldoende kan inzetten op de realisatie van een digitale-, energie- en transportunie.
Samen met de Vlaamse universiteiten stellen we ons ook de vraag of het voorgestelde budget voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie – een absolute prioriteit voor Vlaanderen en de Europese Unie – wel ambitieus genoeg is om gelijke tred te kunnen houden met de VS, China en landen als Israël en Zuid-Korea.
Het is voor de Vlaamse Regering in elk geval noodzakelijk om besparingen en efficiëntie-oefeningen te doen, zeker na de brexit, en een budgettaire shift te maken naar de nieuwe klemtonen. Indien die budgettaire omslag en herprioritering er finaal ook effectief komen, is een beperkte toename van de middelen te rechtvaardigen.
We betreuren wel dat op het eerste gezicht de voorstellen eerder ‘brexitblind’ zijn. Het valt voor ons niet te verantwoorden dat de lidstaten slechts 10 procent in plaats van de huidige 20 procent van de geïnde douanerechten mogen afhouden, net nu we geconfronteerd worden met zware bijkomende uitgaven voor de douane, door de brexit.
Vlaanderen verliest bij een ‘no deal’-brexitscenario maar liefst 2,6 procent van zijn bruto nationaal product.
Voor de beoordeling van de afzonderlijke budgetrubrieken en financieringsvoorstellen van de Uniebegroting is het nog te vroeg, maar we zullen u op het gepaste moment de antwoorden van de Vlaamse Regering bezorgen.
Geachte voorzitter, dit parlement is vandaag allicht een van de meest actieve parlementen op EU-dossiers. U bent het ongetwijfeld met mij eens dat nationaal parlementair debat over de EU het democratische gehalte van de gehele EU versterkt. Conform verklaring 51 bij het Unieverdrag betekent dit voor ons land dat ook dit Vlaams Parlement als volwaardige partner moet worden beschouwd in de dialoog tussen de nationale parlementen en de instellingen. Ik ben daarom bijzonder verheugd dat uitgerekend vandaag, op Europadag, ‘de Berlaymont’ naar de ‘Vlaamse Koepel’ is gekomen. Ik ben u daar zeer erkentelijk voor.
Weet tot slot dat u in de Vlaamse Regering een partner zult blijven vinden voor een Unie die blijvend welvaart schept, die blijvende vrede garandeert, die een sterke mondiale hefboom vormt voor de Europese naties, die gaat voor verantwoordelijkheid en solidariteit, gebouwd op eenheid in verscheidenheid en onze onvervreemdbare rechten en vrijheden. (Applaus)
De heer Juncker heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, dames en heren, alvorens te komen, had ik een strategie ontwikkeld. Ik wilde te allen prijze complimenten van het Vlaams Belang krijgen. Om die reden heb ik me in het Nederlands uitgedrukt. Dat is de enige reden waarom ik dat heb gedaan. Ik bedank jullie voor de complimenten, maar de rest van jullie betoog verdient het niet dat ik er te lang op inga. Wel zullen jullie zullen, als jullie menen dat het budget te groot is, aan de Vlaamse landbouwers moeten uitleggen waarom jullie willen dat hun inkomsten dramatisch worden gereduceerd. Ik draag jullie op dat uit te leggen. Indien jullie dat niet doen, wil ik jullie graag vervangen.
Dames en heren van de N-VA, jullie hebben een oproep gedaan in verband met Catalonië. Jullie denken dan niet alleen aan Catalonië. Ik heb die boodschap goed begrepen. Aangezien de vragen die velen onder jullie me daarover hebben gesteld, ernstig moeten worden genomen, zal ik daar kort op antwoorden. De Europese Commissie heeft de gewoonte de grondwettelijke orde en de gerechtelijke beslissingen van lidstaten te respecteren. Gezien haar statuut en gezien de regels die ze naleeft, had de Europese Commissie zich niet uit te spreken over deze, uiteraard belangrijke, kwestie. Het klopt niet dat we het gebruik van geweld niet hebben betreurd. We hebben getracht de Spaanse regering en de Catalanen ervan te overtuigen de weg van de dialoog terug te vinden. Geweld is nooit het goede antwoord op fundamentele vragen. Ze moeten de dialoog terugvinden en ik zou willen dat die dialoog plaatsvindt. U kunt de Europese Commissie echter niet aanmanen om bemiddelaar te spelen tussen de Spaanse regering en de Catalaanse autoriteiten. Een bemiddelaar moet immers het akkoord van de twee partijen hebben, en dat is er niet. Aangezien ik niet wil tussenbeide komen in dergelijke debatten zonder eerst te worden uitgenodigd, doe ik dat niet.
Dames en heren, ik heb niet gezegd dat Europa een klein continent is in de pejoratieve zin van het woord. Elk beleid is het rechtstreeks resultaat van een kruising tussen demografie en geografie. Daarom associeer ik in mijn redenering demografische met geografische elementen. Dat gezegd zijnde, is het evident dat Europa een groot continent is als we de afmetingen meten in verhouding tot de ambities en als we de ambities meten in verhouding tot de Europese resultaten.
Verschillende sprekers hebben, terecht, verwezen naar het respect voor de rechtsregels. Het zal jullie niet zijn ontgaan dat in ons voorstel voor een financieel kader voor 2021-2027 voor het eerst een bepaling staat over het respect voor de rechtsstaat. Voor de eerste keer, en tegen de vele waarschuwingen in die we kregen, stelt de Europese Commissie voor dat een lidstaat die de rechtstaat, de 'rule of law' niet respecteert, de toekenning van Europese fondsen kan worden ontzegd. Dat is een reële vooruitgang. Ik weet niet of dit voorstel het zorgvuldig onderzoek door de staats- en regeringshoofden zal overleven, maar dit is het voorstel van de Europese Commissie. Het respect voor de rechtstaat is essentieel: geen financiering als er geen respect voor de rechtsregels is.
Dat is een beschikking, een intentie die niet gericht is tegen een of andere lidstaat in het bijzonder. Er lopen momenteel procedures wat Polen en Hongarije betreft. Die procedures moeten hun normaal verloop krijgen, tenzij die landen stappen in onze richting zouden doen, wat het geval lijkt te zijn voor ten minste het grootste van die twee landen. We zullen in de komende weken zien hoe dat loopt. De introductie binnen de Europese financieringsmechanismen van een koppeling tussen de inachtneming van de rechtsstaat en de opneming per lidstaat van Europese financiële middelen is volgens mij een echte stap voorwaarts.
Mijnheer Daems, u was in vorm daarnet en u spoorde mij aan om een diplomatieke crisis te veroorzaken tussen de VS en de EU. Dat was niet nodig, want de crisis is een feit. Het komt de Europese Commissie niet toe om commentaar te leveren op de Amerikaanse reactie ten aanzien van de nucleaire deal met Iran. Dat is een zaak van de lidstaten en van de Hoge vertegenwoordiger voor Buitenlandse Zaken van de Europese Unie. Twintig minuten na de ongelukkige uitlatingen van president Trump van gisteravond reageerde mevrouw Mogherini al en ze zei dat wij als Europeanen de overeenkomst met Iran wel willen naleven. Nu u mij toch naar een reactie vraagt, verwijs ik dus naar wat zij daarover gezegd heeft. Bovendien betreur ik ten zeerste die beslissing van de Amerikaanse president. Ze is nutteloos en had niet op die manier genomen moeten worden en ze dient de vrede niet. (Applaus bij Open Vld en CD&V)
Dan kom ik tot wat de voorzitster van de socialistische fractie zei. (Opmerkingen)
Mevrouw Turan, ik begrijp dat u misschien niet de fractievoorzitster bent, maar u zou het moeten zijn. (Gelach. Applaus)
U verwoordde immers een aantal overwegingen waar ik het bijna voor honderd procent mee eens ben. In uw vragen herhaalde en bevestigde u grotendeels de boodschap die ik met mijn toespraak aan uw parlement wou meegeven. Ik zei namelijk dat sociale dumping geen toekomst heeft en dat we de richtlijn over de detachering van werknemers herzien en aangepast hebben. Ik heb het ook over het gemeenschappelijk geheel van sociale rechten gehad. Dat zijn allemaal socialistische ambities die ik als christendemocraat ook deel.
Mijn christendemocratische vriend zei dat we populisme en nationalisme moeten bestrijden. Dat advies heeft zijn verdienste. Populisme verontrust mij en ik verafschuw nationalisme, maar ik wil iedereen waarschuwen: binnen de traditionele partijen zijn er tal van mensen die de populisten blindelings achternalopen. Maar wie een populist achternaloopt, wordt er op den duur zelf een. Er zullen altijd populistische stemmen opgaan, en de anderen zullenhun ziel en hun lichaam verliezen, en daar moeten we dus tegen ingaan. Mitterand zei ooit dat elk nationalisme tot oorlog leidt. Daar ben ik ook diep van overtuigd. Nationalisme bedreigt ons mooie Europese avontuur. Daarom moeten we populisme en nationalisme bestrijden.
Ik wil hiermee niemand aanvallen. Ik zou overigens aan het Vlaams Belang willen zeggen dat de heer Michel vorige week ook Nederlands heeft gesproken in het Europees Parlement. Men moet luisteren alvorens een eerste minister te bekritiseren. Hij heeft ook Nederlands gesproken, overigens perfect Nederlands. (Applaus)
Ja, ik heb een redevoering gehouden naar aanleiding van de tweehonderdste verjaardag van de geboorte van Karl Marx in Trier. Waarom? Ten eerste ben ik ereburger van Trier, de enige die nog in leven is. Dat heeft geen gevolgen, want het enige privilege van de ereburgers van Trier is het recht gratis begraven te worden in de stad Trier. Ik wilde niet ter plaatse sterven, dus ben ik snel naar Brussel gekomen. Ik heb die redevoering inderdaad gehouden. Ik heb niet het standbeeld van Karl Marx onthuld. Ik heb wel uitgelegd wat de omstandigheden waren toen hij geboren werd in Trier in de 19e eeuw. Ik zie dus niet zo goed in waartegen ik gezondigd zou hebben, want ik heb meer gesproken over de sociale doctrine van de Kerk dan over het werk van Karl Marx. Maar u was er niet bij, bijgevolg kunt u ook niet zeggen wat ik daar heb verteld.
Ik geloof niet dat het CETA een dodelijke onderneming zou zijn voor Europa. Wij hebben vrij hard onderhandeld met Canada. Het is het beste handelsakkoord dat we ooit hebben afgesloten, beter dan het akkoord dat we afgesloten hebben met Vietnam. Niemand spreekt daarover, iedereen spreekt over het CETA. Maar Vietnam is een dictatuur en Canada is een democratie. Er is niets geheim of verboden gebeurd in deze context.
Ik wil het hierbij laten, want ik heb nu nog een belangrijke vergadering met uw minister-president. Ik zou niet willen dat we te weinig tijd zouden hebben om onze ideeën uit te wisselen. Het is essentieel dat dit kan worden omschreven als een vruchtbare gedachtewisseling tussen de Commissie en de Vlaamse Regering. Bedankt. (Applaus bij de N-VA, CD&V, Open Vld, sp.a en Groen)
Geachte heer Juncker, het was voor ons een eer om u te ontvangen in het Vlaams Parlement. Wij zijn u zeer erkentelijk voor de ideeën die u met ons hebt gedeeld. Wij hopen dat ze bijdragen aan een beter begrip van Europa van onze kant en een betere samenwerking tussen Vlaanderen en de Europese instellingen.
Dames en heren, hiermee zijn we aan het einde gekomen van dit moment van kruisbestuiving tussen Vlaanderen en Europa. Ik dank voorzitter Jean-Claude Juncker van de Europese Commissie. Ik dank minister-president Geert Bourgeois. Ik dank de fractieleiders en al degenen die de hele zitting hebben geluisterd naar dit debat.