Verslag plenaire vergadering
Verslag
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is het ontwerp van decreet tot opheffing van de wettelijke bepalingen over de basiskennis van het bedrijfsbeheer.
De algemene bespreking is geopend.
Mevrouw Vanwesenbeeck heeft het woord.
Voorzitter, mijn fractie is zeer blij dat het attest bedrijfsbeheer wordt afgeschaft, en wel om volgende redenen. In principe werd het attest destijds ingevoerd om aan faillissementspreventie te doen. Startende ondernemers werd gevraagd om het attest bedrijfsbeheer te behalen in de veronderstelling dat ze dan minder snel failliet zouden gaan. Het is gebleken dat dit eigenlijk niet zo'n goed instrument was tegen faillissementen, maar eerder een drempel om te gaan ondernemen. Het is evenmin een garantie om de ondernemersvaardigheden te testen.
Een starter doorloopt verschillende fases. Hij begint van nul, hij moet geld lenen. Dan begint hij mensen aan te werven, na een tijd heeft hij misschien wel vijftig of honderd mensen in dienst. Dat zijn allemaal verschillende fases waarin het attest bedrijfsbeheer niet echt een garantie biedt op slagen. Wij pleiten daarom eerder voor een opleiding of begeleiding op maat van de verschillende fases.
Zelf had ik geen attest bedrijfsbeheer nodig om mijn bedrijf te starten. Ik kreeg te horen dat het feit dat ik Latijnse gestudeerd had wel voldoende zou zijn. Latijn spreken was voldoende om te mogen ondernemen. (Gelach. Opmerkingen)
Dat is zo.
Ik had nog nooit van dichtbij een balans gezien. Zelf was ik ervan overtuigd dat ik kon verkopen.
Wat ik wel heb gedaan en waar we – denk ik – naartoe moeten, is dat ik een starterscursus van UNIZO heb gevolgd. (Opmerkingen)
Ja. Daar zitten niet alleen CD&V’ers. (Gelach)
Men heeft mij daar op de mogelijke valkuilen gewezen, waar ik moest op letten enzovoort. Die cursus was niet verplicht.
En daar gaat het hier nu over. We moeten onze ondernemers meer sensibiliseren om zich te informeren, in welke fase zij zich ook bevinden, zodat zij betere ondernemers worden. Wij zijn dan ook pleitbezorger voor het afschaffen van het attest bedrijfsbeheer. Er zijn nog een aantal voordelen die we tegelijkertijd meepikken zoals minder administratie en het feit dat er geen controles meer nodig zijn. Wanneer we kijken naar de omliggende landen, dan zien we in de landen die het attest hebben afgeschaft meer startende ondernemers. Dat is wel degelijk het bewijs dat het attest een drempel was. Wij kunnen dus alleen maar blij zijn. (Applaus bij Open Vld en de N-VA)
Mevrouw Turan heeft het woord. U hebt Grieks of Latijn gestudeerd?
Het spijt me niet, maar ik heb geen Latijn-Grieks gestudeerd, ik heb bewust gekozen voor wetenschappen-wiskunde omdat ze me niet hebben uitgelegd wat het nut was van Latijn-Grieks. Ik respecteer echter evenveel de mensen die Latijn-Grieks hebben gevolgd als degenen die wiskunde hebben gestudeerd. We hebben gewoon gekwalificeerde kinderen nodig, en elke kwalificatie is perfect.
Mevrouw Vanwesenbeeck, ik volg u volledig in uw stelling. Het attest bedrijfsbeheer wordt inderdaad ingevoerd om een aantal garanties te hebben. Het was de bedoeling te weten welke ondernemerscompetenties een startende ondernemer op een bepaald moment moest hebben om faillissement te voorkomen.
Minister, het is een goede zaak dat we deze barrière wegnemen omdat die ook niet efficiënt was. Er is immers nooit een positieve relatie vastgesteld tussen het behalen van het attest bedrijfsbeheer en het al dan niet failliet gaan achteraf. Die barrière nemen we nu op vraag van Europa weg. We moeten ons in regel stellen. Dat is ook de reden waarom wij dit met de aanwezige leden van de commissie Economie unaniem hebben goedgekeurd. Bepaalde doelgroepen ervaarden die barrière nog veel sterker.
Mevrouw Vanwesenbeeck zei dat haar opleiding Latijn-Grieks volstond. Ik was me bewust van wat ik miste en ben het nadien nog gaan volgen. Dergelijke ondernemers hebben we nodig, mensen die bewust de stap zetten naar ondernemerschap en die zelf weten wat ze nodig hebben en op zoek gaan naar de juiste trajectbegeleiding of opleiding. Dat is nu het grote risico met het wegvallen van het verplicht behalen van het attest. Veel ondernemers of kandidaat-ondernemers slaagden er niet in om dat attest te behalen en zijn vandaag blij dat ze in september kunnen ondernemen zonder dat attest bedrijfsbeheer. Ook al was het attest een momentopname die geen garantie gaf op succes, het was op zijn minst een opeenstapeling van netwerk, opleiding, trajectbegeleidingsmogelijkheden. Het maakte wel dat mensen in bepaalde netwerken binnenkwamen.
De heer Parys heeft het woord.
Collega Turan, u zegt dat we nu zien dat er een aantal mensen wachten om te starten tot 1 september omdat ze dan niet meer aan die verplichting moeten voldoen. U moet dan toch eens naar de cijfers kijken, en die cijfers zeggen vandaag dat er inderdaad minder kandidaten in de opleiding zitten. Ik denk dat iedereen hier wel normaal vindt dat dat gebeurt, omdat het vanaf 1 september niet meer verplicht is.
Maar het aantal starters, mevrouw Turan, daalt helemaal niet. Waar haalt u die bewering, gebaseerd op feiten hoop ik, dat een aantal starters die anders niet hadden kunnen starten omdat ze zo'n certificaat nooit zouden hebben gehaald, dat nu wel zouden doen en aan het wachten zijn op 1 september?
Collega, SYNTRA Vlaanderen krijgt tot en met 2017 gemiddeld een bedrag van 4 miljoen euro om de verplichte opleiding voor een attest bedrijfsbeheer te organiseren. Vanaf 2018 is dat niet meer begroot. De opleidingen vallen weg.
U vraagt hoe ik weet welke wachtlijsten er zijn. Ik heb de wachtlijsten niet opgevraagd bij de minister. Ik weet welke telefoons ik krijg. Ik weet welke telefoongesprekken ik voer met mensen die die opleidingen bedrijfsbeheer aanbieden. We hebben veel meer starters. Mijn verhaal was inderdaad nog niet af. Waarom zeg ik dat mijn verhaal nog niet af was? We hebben veel meer starters.
Collega's, we moeten ons heel goed realiseren dat van al die starters meer dan 93 procent zelfstandigen zonder personeel zullen worden. Dat is inderdaad een hype. Er zijn meer ondernemers en ondernemerschap is de toekomst – ik ben de eerste om dat mee te bepleiten – maar we moeten nagaan wat we dan gaan doen om de kwaliteit te garanderen. Minister, u miskent dat ook niet want in uw toelichting bij het ontwerp van decreet en de nota die u hebt neergelegd, hebt u ook gezegd dat het heel belangrijk is om verder te blijven werken aan die competenties. Wel, dat is nu mijn vraag: welke alternatieven gaan wij nu voor het attest bedrijfsbeheer aanbieden?
Het zal geen verrassing zijn dat ik het niet met u eens ben. U zegt dat als we geen attest bedrijfsbeheer meer hebben, er voor de rest niets meer is. En dat is dus niet zo. Als u als ondernemer in de netwerken zit van UNIZO, van Voka, van het Verbond van Kristelijke Werkgevers en Kaderleden (VKW), van weet ik wat allemaal, dan wordt men bijna bestookt met een aanbod van cursussen om toch maar te volgen. Ik vind niet dat we nu de perceptie mogen laten ontstaan dat we onze starters volledig in de kou laten staan, want oei, oei, er is geen attest bedrijfsbeheer meer. Dat is dus zeker niet het geval.
Dat heb ik ook niet gezegd, collega.
U doet alsof er geen aanbod meer is, maar er is een zeer, zeer breed aanbod op dit moment.
Collega’s, het is echt naïef om te denken dat alle ondernemers lid zijn van een of andere netwerkvereniging. UNIZO, Voka, het Neutraal Syndicaat voor Zelfstandigen (NSZ), de meeste ondernemers zijn daar geen lid van. Ik zeg net dat vooral diegenen die geen lid zijn, voor het verplicht aanbieden van dat attest bedrijfsbeheer, binnenkwamen in een netwerk waarin ze de mogelijkheid van het aanbieden ook hadden kunnen zien. Ze komen binnen bij SYNTRA, bij een CVO, om die opleiding te kunnen volgen. Het feit dat dit wegvalt, wil wel zeggen dat u in de toekomst met uw uniek ondernemingsloket veel meer mensen moet inzetten om wat wegvalt, op te vangen.
Collega's, ik zeg niet dat we het attest bedrijfsbeheer niet moeten afschaffen. Ik denk ook dat er barrières zijn weggenomen, maar laten we goed waken over welke alternatieven er moeten komen om die ondernemerschapscompetenties, om de kwaliteiten bij de ondernemers in spe, goed op te nemen en hun duidelijk te maken dat die opleidingen nodig zijn. Bij de meesten is dat geen probleem, laat we daar van uitgaan, maar we moeten ervoor zorgen dat we geen zwakke schakels in de ondernemerswereld loslaten. Niemand is een zwakke schakel, maar iedereen moet beseffen wat er nodig is.
Daar gaat het mij om. Wij gaan ervan uit dat het attest bedrijfsbeheer een momentopname was. Nu hebben we die momentopname ook niet meer. En dat is een uitdaging waarmee we aan de slag moeten gaan. De minister en de regering erkennen dat ook, daarom zijn er ook alternatieven aangeboden. Met die alternatieven wordt er heel veel verwezen naar de bestaande trajecten. Maar, collega’s, die trajecten bestaan vandaag ook. Die mensen hebben ook vandaag de mogelijkheid om daar een beroep op te doen en bij die verschillende opleidingen te komen. Ik zeg gewoon dat de eerste momentopname verdwijnt, en we mogen niet blind zijn voor de risico’s die daarmee gepaard gaan.
Minister Muyters heeft het woord.
Ik wil toch een paar reacties geven. Ik was van plan om te wachten totdat iedereen had gesproken, maar dat is moeilijk, omdat u een paar dingen zegt waar ik toch echt op wil reageren.
U bent begonnen met te zeggen dat er geen relatie is tussen het attest en het al of niet falen.
Dat hebt u gezegd.
Neen, dat hebt u gezegd, mevrouw Turan. Ik kan vragen dat ze het verslag voorlezen. U hebt dat daarnet gezegd. Het is niet moeilijk dat er geen relatie tussen is, want vandaag moet iedereen die met een bedrijf begint, een bedrijfsattest hebben. Dus of ze nu falen of niet, ze hebben allemaal dat bedrijfsattest gehaald.
U doet dat elke keer. U zegt dan dat u het niet gezegd hebt, maar ik heb genoteerd wat u gezegd hebt. U hebt letterlijk gezegd dat het bedrijfsattest maakt dat ze het netwerk leren kennen. Dat hebt u twee, drie keer gezegd. Ik kan u zeggen dat dat niet waar is, mevrouw Turan. Want als je een bachelor hebt in gelijk welke richting, dan krijg je je attest bedrijfsbeheer. Dan heb je het netwerk niet leren kennen. Het is dus niet juist wat u naar voren brengt.
U zegt ook – en daar ben ik het wel mee eens – dat we van alles moeten organiseren om er doorheen heel de carrière van een bedrijf voor te zorgen dat er aanbod is. Dat heeft ook collega Vanwesenbeeck naar voren gebracht. Dat is precies wat ik heb gedaan toen we de megacall hebben gedaan aan de bedrijfswereld om dienstverlening te geven aan bedrijven, niet alleen bij het moment van starten – er is ondertussen in elke werkgeversorganisatie zo’n startersplatform – maar we hebben dat ook bij elke andere fase doorheen de carrière van een bedrijf. Ik ben blij dat u dat ook naar voren brengt en dat u dat belangrijk vindt. Ik heb niet gewacht om voor te stellen om eerst het bedrijfsattest af te schaffen en het dan pas te doen, omdat ik denk dat dat essentieel is, mevrouw Turan. Dit is iets dat moet gebeuren doorheen heel de loop van een carrière. Bedrijven moeten een aanbod krijgen. Gaan we ze verplichten om dat aanbod op te nemen? Neen. Ik veronderstel dat iemand die een bedrijf heeft, altijd de bedoeling heeft om met zijn bedrijf winst te maken, daarmee vooruit te gaan, daarmee te groeien. Zij zullen zelf wel volwassen genoeg kunnen zien of ze daar wel of niet bijkomende opleiding voor nodig hebben.
Ik wil nog eens duidelijk maken dat het niet zo is dat ik iets afschaf en dat er niets voor in de plaats is op de markt. Daarom heb ik effectief in de nota een plan van aanpak inzake ondernemerschapscompetenties mee neergelegd, om juist te tonen wat er allemaal is. Het is er dus, mevrouw Turan, en we zullen dat ook continu bijschaven, met de mensen vanuit de werkgeversorganisaties, om te zorgen voor het wat en hoe. Maar ondernemers hun ‘polleke’ vasthouden en zeggen welke cursussen ze wanneer moeten volgen, dat gaan we zeker niet doen. Het aanbod is er. Het aanbod is er op verschillende plaatsen. En ik ga ervan uit dat ondernemers ondernemend genoeg zijn om te weten waar ze nog stappen moeten zetten. (Applaus bij de meerderheid)
Het aanbod waar u naar verwijst, dat is er. Dat is er vandaag, dat was er gisteren. Dat was er misschien in het begin van de legislatuur ongeveer, want u hebt daar een paar wijzigingen doorgevoerd. Het aanbod is er. Dus het aanbod moet naar de toekomst, als alternatief voor het wegvallen van dat attest bedrijfsbeheer, vanaf september 2018 nog versterkt worden waar nodig. Dat is het punt dat ik wil maken. Er valt iets weg.
Uiteraard zijn het verschillende mensen, als we het over de ondernemer hebben: dé ondernemer bestaat niet. Een nieuwkomer, een vluchteling die een onderneming wil opstarten, of een hoogopgeleide ingenieur die een onderneming wil opstarten, dat zijn allebei ondernemers.
Dat zijn allebei ondernemers. We spreken dan over andere skills en een andere basiskennis. Dat is het punt dat ik wil maken. Uiteraard heeft de persoon die een bacheloropleiding heeft gevolgd dat netwerk niet nodig, maar een laaggeschoolde nieuwkomer heeft het net wel nodig. Dat is het punt dat ik wil maken.
Minister, dit is echt een gelegenheid. Aangezien het verplicht attest wegvalt, komt veel geld vrij. U beschikt over een aanbod aan opleidingen en trajectbegeleidingen, maar u hebt ook een aantal doelstellingen van het Pact 2020 voor ogen. De doelstelling is meer ondernemerschap bij vrouwen, bij mensen met een beperking en bij mensen met een migratieachtergrond. Op mijn schriftelijke vraag hebt u geantwoord dat u die doelstelling wilt aanhouden.
Als vanaf morgen veel meer mensen met een migratieachtergrond in de zelfstandigheid stappen, wil ik zeker zijn dat die mensen een basiskennis heb, net als ik een basiskennis verwacht van de ingenieur die start. We stimuleren mensen in het ondernemerschap. Hun aantal neemt toe en dat is zeer positief. We mogen onze ogen echter niet sluiten voor de risico’s die hiermee gepaard gaan. Dat is de laatste boodschap die ik vandaag wil meegeven.
We moeten versterkt inzetten op het preventief bedrijfsbeleid en op de tweede kans na faillissement. Dit is een opmerking van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) op uw ontwerp van decreet. De SERV vindt dat u werk moeten maken van het preventief bedrijfsbeleid en dat u moet evalueren. We staan allemaal klaar als een zelfstandige start of als een onderneming slaagt. Het kan echter evengoed dat een onderneming niet slaagt. Ook daarvoor moet het beleid klaarstaan.
Als het attest bedrijfsbeheer wordt afgeschaft, komen centen vrij. Hierdoor kunt u nog eens naar het opleidingsaanbod kijken en nagaan hoe we de mensen kunnen versterken. U weet dat er iets specifiek moet komen. U hebt met de Vlaamse overheid, samen met het Europees Sociaal Fonds (ESF) een project gelanceerd dat SYNTRA Vlaanderen zal uitvoeren. U wilt nakijken hoe dit internationaal wordt opgelost. Het is alleen een spijtige zaak dat de afschaffing van het attest voor september 2018 is en dat het project dat specifiek naar de alternatieven zal kijken er pas in 2021 komt.
Minister, kwantiteit is goed, maar we moeten ook verder inzetten op kwaliteit. Dat is mijn boodschap.
Mevrouw Turan, ik wil toch even reageren. Misschien is het gemakkelijker dat ik gewoon het advies van de SERV voorlees. Met betrekking tot het preventief bedrijfsbeleid en de faillissementspreventie staat er letterlijk dat ik hierop moet blijven inzetten. Het gaat niet om een versterking. (Opmerkingen van Güler Turan)
Mevrouw Turan, ik ben nu aan het woord en niet u. (Opmerkingen van de voorzitter)
Ik lees verder: “De SERV is van mening dat de Vlaamse Regering moet blijven inzetten op een flankerend beleid in het kader van faillissementspreventie en preventief bedrijfsbeleid.” Dat is wat ik doe en moet blijven doen. De SERV zegt het correct. Ik ben niet van plan daarmee te stoppen. Dat is wat de SERV heeft gezegd en dat is niet wat de SERV volgens u heeft gezegd. (Applaus bij de N-VA)
Ik hoop dat we binnen enkele jaren kunnen blijven applaudisseren. Ik hoop dat er geen moment komt waarop er veel faillissementen komen omdat het conjunctureel moeilijk is of omdat bepaalde vergissingen zijn gebeurd. We moeten dan zeggen dat het beleid er staat.
Minister, ik ga nu naar mijn plek. Daar liggen alle verslagen en rapporten. Ik zal voorlezen wat de SERV stelt. U moet hier verder op blijven inzetten, maar volgens de SERV is het ook goed dat eens tijdig te evalueren. (Opmerkingen van Philippe Muyters)
De heer Wouters heeft het woord.
Mevrouw Turan, voor de volledigheid van het debat wil ik even zeggen dat mijn kinderen technisch onderwijs hebben gevolgd. Toen ze na het zesde jaar hun diploma haalden, kregen ze ook hun attest bedrijfsbeheer.
Mijnheer Wouters, proficiat met uw kinderen. U hebt een mooie aanzet gegeven om te spreken over het belang van het onderwijs in de versterking van de ondernemerschapscompetenties.
Daar kunnen we niet jong genoeg mee starten, want dan leren kinderen niet alleen ondernemen maar krijgen ze ook sociale vaardigheden en leren ze onderhandelen met elkaar.
Mevrouw Turan, u sleurt er toch een aantal argumenten bij waarvan ik me afvraag of ze hier nog iets mee te maken hebben, bijvoorbeeld uw doelgroepen enzovoort. U moet een ding weten: wat het bedrijfsattest niet heeft gedaan, is peilen naar ondernemerschap. Ondernemerschap is universeel. U haalt er de vluchtelingen bij enzovoort, maar het is een ‘mindset’. Ben ik een ondernemend persoon? Ja of neen. Als ik dat ben, dan zal ik mij informeren en zien welk aanbod er is opdat ik er versterkt uitkom. Het gaat erover – ik vind dat u het debat helemaal naar de andere kant trekt, bijna irrelevant – of het attest bedrijfsbeheer onze ondernemers versterkt, ja of neen. We kunnen unaniem zeggen: neen, het versterkt onze ondernemers niet.
U hebt het over het doelgroepenbeleid. Ik noteer dat de liberalen vanaf vandaag de Pact 2020-doelstellingen in vraag stellen.
Dat hoeft u helemaal niet te noteren, want het is een compleet verkeerde conclusie.
De heer Parys heeft het woord.
Ik kan kort zijn, want er is al heel veel gezegd. Dat attest moest vier dingen doen. Eerst en vooral heeft het niets te maken met het feit of men nu failliet gaat of niet. De minister heeft daarnet gezegd dat iedereen die ooit failliet is gegaan in Vlaanderen of België, zo'n attest had. De correlatie is absoluut nul.
Ten tweede heeft het ook totaal geen invloed gehad op het garanderen van de ondernemerschapscompetenties van iemand die start. Iemand die een bachelor Mondzorg heeft gedaan, kon beginnen, want die was ondernemend genoeg.
Het derde dat het attest moest doen, was drempelverlagend werken. Het deed juist het tegenovergestelde: het was een drempel die werd geïnstalleerd. Het klinkt alsof ze bij sp.a nostalgische heimwee hebben naar dit soort drempels. Wel, wij zijn er fier op dat we met de N-VA en deze meerderheid ervoor zorgen dat we een administratieve verplichting die geen zoden aan de dijk zet naar de prullenmand kunnen verwijzen.
Ten vierde, en daar heeft niemand het al over gehad, was dit attest complete onzin geworden. We zijn het enige land in de Europese Unie waar dergelijk attest nog van kracht was. Dat betekent dat als je begon met ondernemen in Nederland en daarna naar België verhuisde, je als Nederlander een competitief voordeel had ten opzichte van een Vlaming die hier een zaak wou beginnen. Is dat iets waar het Vlaams Parlement zich achter moet scharen? Eerlijk gezegd, ik hoop van niet.
Wat moet de afschaffing van de administratieve verplichting die niets deed in de praktijk maar er wel voor zorgde dat onze Vlaamse ondernemers een competitief nadeel hadden, doen? De afschaffing moet er in de eerste plaats voor zorgen dat er niet langer discriminatie is. Ten tweede moet dit een aantal drempels wegnemen. Ten derde moet het aantal administratieve lasten hiermee effectief dalen.
De minister heeft daarnet heel duidelijk gezegd dat er een aanbod is. Je moet echt geen lid zijn van Voka, UNIZO of een of andere ondernemersvereniging om cursussen te kunnen volgen. Er is altijd een prijs voor leden en voor niet-leden. Diegenen die veelvuldige e-mails krijgen, weten dat. Je kunt ook gewoon inschrijven op het aanbod van SYNTRA of van het Agentschap Innoveren en Ondernemen die op maat en op basis van de groeifase waarin een onderneming zich bevindt, een aanbod kunnen doen.
Laat ons er verder niet over discussiëren en laat ons deze administratieve verplichting naar de prullenbak verwijzen. (Applaus bij de N-VA)
Mevrouw Christiaens heeft het woord.
Minister, waarom is dit attest bedrijfsbeheer destijds in het leven geroepen? Ter bescherming en ter preventie van de startende ondernemer.
Heeft dat zijn doel bereikt? Ik denk dat we het er allemaal over eens zijn dat het zijn doel niet bereikt heeft en dat het een drempel is die het ondernemerschap bemoeilijkt. Maar, zoals collega Parys zonet heeft aangehaald, de onmiddellijke aanleiding om dit ontwerp van decreet hier voor te leggen en tot de afschaffing over te gaan, is dat er een oneerlijke concurrentie met de ons omringende landen bleek en dat wij het onze eigen Vlaamse ondernemers moeilijker zouden maken om te ondernemen dan de ondernemers in onze buurlanden en andere Europese landen. Dat attest van bedrijfsbeheer en de manier waarop het tot nu bestaat en verplicht werd opgelegd, bereikte zijn doel niet en had een negatieve impact op onze ondernemers.
Minister, uiteraard staan wij achter die afschaffing, maar wij hebben ook altijd beklemtoond dat het kind niet met het badwater mag worden weggegooid. Dat hebt u ook niet gedaan. Dat is hier in de bijna jammerlijke discussie die we al zo vaak in de commissie hebben gevoerd, bijna ondergesneeuwd. Er is op een bepaald moment gezegd dat het moest worden afgeschaft vanwege de oneerlijke concurrentie, maar onmiddellijk is er ook gesteld dat er een alternatief moet komen. U bent met een plan van aanpak gekomen. Meer nog, er is oorspronkelijk gesteld dat het zou worden afgeschaft vanaf 1 september 2019. We vonden dat een beetje jammer omdat het nog een lange periode was, een periode van onduidelijkheid en onzekerheid. Dat hebt u bijgestuurd en u hebt gezegd dat u er klaar voor bent vanaf september 2018. Wij menen dat dat een goede zaak is, net om de duidelijkheid en zekerheid ten opzichte van onze ondernemers te kunnen waarborgen.
Het plan van aanpak is er. Er zal tijdig een alternatief klaar zijn, daar rekenen wij op, een alternatief dat meer aanbiedt dan de huidige verplichting, die er enkel is bij het begin van het ondernemerschap. Het zal verder worden aangeboden doorheen heel de loopbaan en op maat van de ondernemer. Ik denk dus dat we de formule van een begeleiding handhaven, dat we de administratieve last vereenvoudigen en zelfs helemaal wegwerken en dat we zeker onze ondernemers blijven ondersteunen. Minister, u kunt dus op onze steun rekenen.
Minister Muyters heeft het woord.
Voorzitter, ik ben heel blij dat deze afschaffing ondersteund zal worden. Ik denk dat iedereen het met mij eens is dat het nodig was om een plan van aanpak ten aanzien van de ondernemerschapscompetenties doorheen de hele carrière van een bedrijfsleider ter beschikking te stellen. Ik denk dat iedereen het ook met mij eens is dat het de ondernemer zelf is die de keuze moet maken wanneer hij of zij effectief die cursussen gaat volgen en die ondernemerschapscompetenties probeert op te doen. Als overheid hebben we daar geen rol in, wel in het aanbod, niet in een verplichting om dat naar voren te schuiven.
Ik heb er al voor gezorgd dat er een grote hoeveelheid van voorstellen is waarop de ondernemer kan inspelen. Dat zal zijn op maat van de ondernemer, in functie van de sector waarin hij zit, in functie van wat de ondernemer op dat moment nodig heeft, zijn opleidingsniveau en dergelijke meer. Op deze manier zorgen we er effectief voor dat er een aanbod is en dat de bedrijfsleider op elk moment terechtkan bij organisaties om de hulp te hebben die hij nodig heeft op dat moment.
Mevrouw Turan heeft het woord.
Ik lees even uit het advies van de SERV voor: “De sociale partners in de SERV roepen de Vlaamse Regering ook op een beleid te ontwikkelen dat in een zeer vroeg stadium zwakke schakels detecteert.” Dus dat beleid is er niet, zegt de SERV. “Daarnaast moet het beleid inzake ondernemerschapscompetenties ook rekening houden met de nieuwkomers die in Vlaanderen een zaak willen opstarten.” Dus daar gaat dit ook over. “Verder is de SERV van mening dat de Vlaamse Regering moet blijven inzetten op flankerend beleid” – dat is wat u hebt gezegd – “in het kader van faillissementspreventie en preventief bedrijfsbeleid. De sociale partners” – minister, dat is ook wat ik heb gezegd – “verwachten dan ook dat het beleid uit het verleden hieromtrent geëvalueerd wordt zodat de inzichten die daar uit voortkomen, kunnen meegenomen worden.” Dit is het moment om dat te doen, minister, want vanaf september valt die momentopname weg. Voor alle duidelijkheid: deze Vlaamse Regering heeft een plan van aanpak, maar niet alles is volledig geregeld.
We schaffen samen met u het attest bedrijfsbeheer af vanaf september, maar deze regering heeft de alternatieven nog niet klaar.
Minister Muyters heeft het woord.
Ik ben ongelooflijk blij dat mevrouw Turan en sp.a de afschaffing mee zullen ondersteunen.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het ontwerp van decreet. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2017-18, nr. 1536/1)
– De artikelen 1 tot en met 9 worden zonder opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het ontwerp van decreet houden.