Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister, momenteel legt u de laatste hand aan een nieuw systeem van openbaar vervoer in Vlaanderen, de basisbereikbaarheid. We horen vanuit gemeentelijke hoek wel al eens stemmen opgaan dat het toch nog anders zou moeten. We hebben nog maar vorige zomer Brugge kritiek gegeven omdat daar op een bepaald moment een partij zei dat men een eigen openbaarvervoermaatschappij zou inrichten als dit en dat niet beter zou kunnen. We hebben hetzelfde geluid gehoord in Gent afgelopen winter. Nu komt er vanuit Antwerpse hoek een eigenlijk nog straffere uitspraak: wij gaan hier voor een eigen Antwerpse openbaarvervoermaatschappij. Het is eigenlijk terug naar de Maatschappij voor het Intercommunaal Vervoer te Antwerpen (MIVA) van vroeger, de Maatschappij voor het Intercommunaal Vervoer te Gent (MIVG), de Buurtspoorwegen, de mikmak van voor De Lijn werd uitgevonden.
Ondertussen werken wij aan het concept basisbereikbaarheid, dat eigenlijk uitgaat van iets anders. Dat is een watervalsysteem, waarbij een kernnet, hoogfrequent, en een aanvullend net door De Lijn en haar exploitanten zou worden uitgebaat. Daarnaast zouden de ‘first mile’ en de ‘last mile’, vervoer op maat als het ware, verzorgd worden door vervoersregio’s. Dat is een ander concept in mijn ogen. We denken dat dat ook goed is. We hebben daar resoluties over gehad, waarin we gezegd hebben dat dat beter zou zijn: vraaggestuurd, dus beter voor de reizigers, meer inspraak voor de lokale besturen op die manier. Maar met wat we nu al uit verschillende steden horen, en nu toch wel heel straf vanuit Antwerpen, is dat toch een ander concept. Hoe staat u tegenover die kritiek op uw aanpak? Hoe staat u tegenover dat idee om met eigen lokale of regionale vervoersmaatschappijen te gaan werken in Vlaanderen?
Minister Weyts heeft het woord.
U refereert aan uitspraken in de pers van schepen Koen Kennis. Ik weet ook niet in welke mate die wat zijn aangedikt, dan wel of het gaat over enige Antwerpse voortvarendheid. Maar ik heb op basis van de geprivilegieerde relaties toch ook inzage kunnen hebben in het ontwerp van standpunt van de N-VA Antwerpen met betrekking tot die problematiek. En daarin staat iets wat, denk ik, perfect aansluit bij mijn en uw visie. Men juicht het initiatief tot oprichting van de vervoersregio’s toe. Voor het eerst worden alle mobiliteitsspelers samengebracht met de lokale besturen en krijgen de lokale besturen ook effectief iets te zeggen.
Maar niets is verboden om te denken, laat staan om verder te denken. Daarbij zegt men ook, en de formulering is: “We bekijken of er in de toekomst een ruimere rol mogelijk is op het vlak van exploitatie, en of dat nuttig of mogelijk is.” Niets belet om verder te denken dan vandaag. Maar eerst moet je natuurlijk stappen, en dan lopen. Dat lijkt me de goede volgorde die we kunnen volgen.
Ik sprak daarnet wat oneerbiedig over een platform van inspraak, maar ook van beslissing en verantwoordelijkheid, waarbij voor het eerst lokale besturen in de schoot van een vervoersregio zelf gaan kunnen beslissen over een budget dat wordt toegekend. Ze kunnen dus niet alleen jammeren over het gebrek aan inspraak, maar zullen nu zelf niet alleen inspraak hebben op het aanvullend net, maar ook op het vervoer op maat, en ze krijgen zelf een budget ter beschikking gesteld. Laat ons dat eerst evalueren, en vervolgens zien waar we zullen uitkomen. We zijn nu gestart met die evaluatie, op basis van een extern bureau. U weet dat er vier proefregio’s van start zijn gegaan. We krijgen daar goede signalen van, maar we vormen een officiële evaluatie door een extern bureau, waarbij we hopelijk ook die idee van de vervoersregio’s in de resterende elf vervoersregio’s kunnen uitrollen begin 2019. Na de verkiezingen zijn er nieuwe besturen, en dat kunnen we dan doen. Ik denk dat dat de goede weg is om te gaan, dat we in dezen misschien eerst stappen en dan misschien lopen.
Minister, u weet dat wij die ideeën steunen. Er komt ook wel kritiek vanuit de lokale besturen die er al mee bezig zijn in de proefregio’s. Dat weten we natuurlijk ook. Er is nog wat moeite met kennisopbouw, waarbij u vanuit Vlaanderen die gemeenten zou kunnen helpen om voldoende kennis te verwerven over wat openbaar vervoer nu is, want ze worden een stukje mee verantwoordelijk. Je zit natuurlijk ook met het budget, dat één groot vraagteken is. Ze krijgen budget, maar gaat dat wel volstaan? Het zal belangrijk zijn om voldoende budget uit te trekken en er ook voor te zorgen dat, tegelijk met de uitbouw van uw kernnet en uw aanvullend net, het vervoer op maat ook meteen wordt uitgerold. Want anders gaan we naar een soort afbouw van openbaar vervoer, en daar zullen we natuurlijk nooit mee akkoord gaan.
Wij staan op dezelfde lijn, wat dat betreft. Maar ik hoor toch vanuit Antwerpen dat men zelf ook aan exploitatie gaat doen van trams en metro’s. Dat is al niet meer dat vervoer op maat, waar de vervoersregio’s in principe wel een stukje zelf aan exploitatie gaan kunnen doen. Dat lijkt er een beetje op, dat men stilaan gaat naar een ontmanteling van De Lijn, een terugkeer naar de situatie van voor de oprichting van De Lijn. En daar zal CD&V toch niet mee akkoord kunnen gaan. (Applaus bij CD&V)
De heer Rzoska heeft het woord.
Minister, indien ik het goed begrijp, corrigeert u de heer Kennis op basis van de inzage in stukken van de N-VA waarin het Vlaams Parlement geen inzage heeft.
Voorzitter, ik roep u alvast op om die stukken te kunnen zien. We zouden die stukken graag zien, want anders kunnen we die uitspraak van de minister niet controleren. (Opmerkingen van minister Ben Weyts)
Voor 5 euro kan ik lid worden. Ik weet niet of ik dat wil, laat staan dat ik overweeg.
Alle gekheid op een stokje, mij maakt het niet uit welke structuur we in het leven roepen. Wat mij betreft, moet er gewoon meer openbaar vervoer komen in Antwerpen, in Gent en overal.
Minister, ik vind het opvallend dat een partijgenoot eigenlijk uw beleid in twijfel trekt. We hebben het in de commissie al meermaals over de ontwikkeling van de proefprojecten gehad. U hebt dit onlangs nog met een jaar verlengd. Iedereen zit echter te wachten op de grote hervorming die u naar voren hebt geschoven. Ik kan begrijpen dat de mensen wat ongeduldig worden en ook dat de heer Kennis in dit verband ongeduldig wordt.
De heer Sintobin heeft het woord.
Voorzitter, ik denk dat het 12,50 euro is voor een lidkaart van de N-VA en 5 euro voor een Vlaamse leeuwenvlag. Daar heb ik er al voldoende van, dus dat hoef ik ook niet te kopen.
Minister, de vraag om iets aan de mobiliteit en het openbaar vervoer in de stad te doen, komt niet enkel uit de stad Antwerpen of van de N-VA-afdeling van Antwerpen.
Mevrouw Brouwers, u hebt gezegd niet af te stappen van de idee van de vervoersregio’s. Ik begrijp dat er nog een grote evaluatie moet komen. Ik kan echter ook signaleren dat er in mijn eigen stad, Brugge, heel wat problemen met het openbaar vervoer zijn. Het stadsbestuur communiceert al jaren niet met De Lijn. Het stadsbestuur heeft beslist vanaf overmorgen in de binnenstad zelf busjes in te leggen. Het stadsbestuur zal zelf openbaar vervoer organiseren, waardoor de Bruggeling als belastingbetaler eigenlijk tweemaal voor het openbaar vervoer moet betalen.
Minister, u moet trachten met de steden in overleg te treden. Ik vind trouwens dat niet alle steden hetzelfde openbaar vervoer moeten hebben. In bepaalde steden zijn er facetten en aspecten die een ander soort openbaar vervoer vragen.
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Voorzitter, ik wil de geïnteresseerden zeggen dat wij, in tegenstelling tot sommige anderen, onze leden in Antwerpen zeer grondig screenen als ze binnenkomen. Ik wil niemand ontmoedigen. (Opmerkingen. Applaus bij de N-VA)
Ik vind het bijzonder aangenaam dat we hier discussiëren over het ontwerpprogramma van de N-VA in Antwerpen. Wat mij betreft, mag dat wekelijks gebeuren. U zult hier niet mee kunnen lachen.
We vinden, alle gekheid op een stokje, de hervormingen van de minister natuurlijk fantastisch. Ik ben zelf een bevoorrechte getuige, ook in Antwerpen. We hebben dus geen kritiek op de hervormingen. We vinden het een goede zaak dat met vervoersregio’s wordt gewerkt en dat we op die manier tot een vraaggerichter openbaar vervoer kunnen komen waarin de steden en de gemeenten inspraak krijgen.
Mogen we nog nadenken over de toekomst en over de voortzetting hiervan? We zijn nu bezig over de periode tussen 2018 en 2024. Mag dat nog op lokaal niveau? Dat is, voor alle duidelijkheid, wat nu gebeurt. We denken na over de voortzetting, niet meer en niet minder.
Minister, ik heb nog een concrete vraag. Kunt u erover waken dat de taxisector in de vervoersregio’s wordt opgenomen? Mijn vraag komt terug. (Opmerkingen van Bruno Tobback)
De heer Keulen heeft het woord. (Opmerkingen van Bruno Tobback)
Mijnheer Tobback, nu moet u luisteren.
Mijnheer Tobback, u was aan het tetteren. U moet dan maar luisteren.
Mevrouw De Ridder, de heer Tobback is een van de mensen hier die het meest luisteren. (Applaus bij sp.a)
Hij luistert dan zeer selectief.
Mevrouw Brouwers, Deng Xiaoping is in dit gremium een onverdachte bron. Het maakt niet uit of een kat wit of zwart is, als ze maar muizen vangt. We hebben voor de vervoersregio’s gekozen. Dat is het stramien dat we moeten volgen. Op dit ogenblik wordt onze Vlaamse regio in alle domeinen gekenmerkt door zorgnoden en wachtlijsten. Ik denk dan aan de welzijnssector en de sociale huisvesting, maar ook aan mobiliteit. U moet maar eens proberen na 20 uur met het openbaar vervoer op uw bestemming te geraken. U neemt dan een berekend risico.
We zullen niemand zijn werk afpakken. Als we met betrekking tot het aanbod aan bussen en andere vervoersmiddelen kwantitatief stappen vooruit kunnen zetten met De Lijn, met de pachters, met de gesubsidieerde privésector of met de zuivere privésector, moeten we dit omarmen.
Minister, dat is wat uw benadering moet zijn: de reiziger voorop zetten om zo te komen tot een vraaggestuurd beleid.
Mevrouw Kherbache heeft het woord.
Laten we een kat een kat noemen. In Antwerpen is men die situatie met betrekking tot het openbaar vervoer kotsbeu. Kotsbeu! Het aanbod is onzeker. Men weet niet wanneer er een tram komt, of er een tram komt. U hebt het altijd over historische investeringen in het openbaar vervoer. Er zijn historische ontevredenheidscijfers over het openbaar vervoer, zeker in Antwerpen. Ik begrijp het ongenoegen, ook van de schepen van Mobiliteit, die pleit voor meer bevoegdheden om het zelf in handen te kunnen nemen.
Het feit is wel dat als je de bevoegdheden hebt, je ze moet gebruiken in het belang van de reiziger. U hebt het over bevoorrechte relaties. Inderdaad, de N-VA heeft de minister van Mobiliteit, heeft de voorzitter van De Lijn, de heer Descheemaecker, heeft de schepen van Mobiliteit in Antwerpen. Wat zien we? De problemen, de een na de ander, stapelen zich op en het ongenoegen stijgt.
Minister, in plaats van te discussiëren over structuren en bevoegdheden, neem het ongenoegen van de reiziger echt serieus en zorg op korte termijn voor meer capaciteit, betere informatie en properdere trams en bussen. Dat zal al heel veel betekenen voor de kwaliteit van het openbaar vervoer. (Applaus bij sp.a en Groen)
Mevrouw Kherbache, het klopt dat we historisch hoge bedragen investeren in openbaar vervoer. 1,2 miljard euro is het investeringsbudget van De Lijn over deze regeerperiode. (Opmerkingen van Yasmine Kherbache)
U wordt nerveus, hoor ik. In de periode waarin u verantwoordelijkheid droeg, kwam u nog niet aan 800 miljoen euro. Nu zitten we aan 1,2 miljard euro investeringsritme.
'En een goede bron …': kom eens overeen in uw eigen fractie. De een zegt dat Gent te weinig middelen krijgt en Antwerpen te veel. Nu zegt u dat Antwerpen eigenlijk te weinig krijgt. Kom op dat vlak misschien tot enige overeenstemming binnen uw fractie.
Excuus, mijnheer Sintobin, voor de discussie en de verwarring omtrent de prijs van het lidmaatschap. Dat was mij ontgaan. Als uw echtgenote ook lid wordt, dan is het 5 euro. Maar gelet op de screening is de vraag inderdaad zonder voorwerp. (Opmerkingen van Stefaan Sintobin)
U hebt gelijk dat de discussies die momenteel worden gevoerd met de lokale besturen de discussies over de idee van de vervoerregio's willen oplossen. Het klopt dat het momenteel een bijna hiërarchische relatie is, namelijk dat lokale besturen wel opmerkingen kunnen maken naar De Lijn en vragen kunnen stellen, maar dat finaal De Lijn volledig autonoom beslist. Ook is een deel afhankelijk van persoonlijke relaties. We willen daar verandering in brengen met structureel overleg tussen de lokale besturen en alle mobiliteitsspelers, niet alleen De Lijn, waarbij men zelf beslissingsrecht krijgt, bijvoorbeeld inzake vervoer op maat, waarbij men een budget krijgt van De Lijn en waarbij men meebeslist over het aanvullend net. Dat is een totale shift waarbij lokale besturen mee aan het roer kunnen komen en zelfs een grote mate van autonomie krijgen. Dat is een totale vernieuwing.
Ik stel vast dat men in het ontwerp van standpunt van de N-VA Antwerpen dat beleid toejuicht en dat men ook een beetje verder kijkt. Inderdaad, blijkbaar in onze partij mag dat, verder kijken, nadenken en verder nadenken over de toekomst. (Opmerkingen)
Dat is hun van harte gegund. Men bouwt voort op wat dit parlement als beleid heeft uitgetekend, en dat vind ik ook goed. (Applaus bij de N-VA)
Minister, zoals ik al zei, denken wij dat dit een beloftevol model is. We moeten daar op een innovatieve manier durven naar kijken. Ik denk wel dat het uiteindelijk voor de reiziger belangrijk is om overal in Vlaanderen, en niet in de ene regio wel en in de andere niet, betaalbaar openbaar vervoer te hebben. Ik vind het best gek dat we hier discussiëren over hoeveel het lidmaatschap van een politieke partij kost. Dat interesseert geen mens. (Opmerkingen)
De mensen zijn er wel in geïnteresseerd hoeveel hun bus of tram zal kosten en of ze aan de kust wel dezelfde prijs zullen hebben als in het verre Limburg. Een geïntegreerd model, dat mag het toch liefst ook zijn. (Applaus bij CD&V, Open Vld, sp.a en Groen)
De actuele vraag is afgehandeld.