Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Segers heeft het woord.
Minister, op 26 april heeft het Grondwettelijk Hof een arrest uitgeschreven, waarbij het de Vlaamse Regering vraagt om een bepaling in het decreet op het Integraal Handelsvestigingsbeleid te schrappen. Die bepalingen zouden volgens het Grondwettelijk Hof de privébelangen van een persoon die een handelsvergunning heeft, dienen boven de publieke belangen van onder andere lokale overheden. Die schorsing komt er na een klacht van de stad Vilvoorde en gaat natuurlijk over Uplace.
Daarmee bevestigt het Grondwettelijk Hof wat mijn fractie al heel lang met stijgende verbazing en verontwaardiging waarneemt. Deze Vlaamse Regering heeft zich de afgelopen jaren in alles uitgeput om Uplace koste wat kost te redden. Nochtans is iedereen in Vlaanderen er allang van overtuigd dat het een heel slecht project is: slecht voor de handelskernen van Vilvoorde, Mechelen en Leuven, slecht voor de gezondheid van de omwonenden, slecht – zelfs een ramp – voor de mobiliteit op en rond de Brusselse ring.
Minister, dit is een belangrijke kwestie, dit dossier beheerst ons allang, mogen wij er dan ook van uitgaan, mogen de Vlamingen ervan uitgaan, dat het nu echt definitief over en out is met Uplace? Of plant de Vlaamse Regering toch nog andere reanimatiepogingen?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mevrouw Segers, ik was een beetje in de war door uw vraag, omdat u aan mij een vraag stelt over de handelsvergunningen en dat zit bij minister Muyters. Maar eigenlijk stelt u de vraag om te weten hoe het nu verder gaat met Uplace. Ik heb de vraag zo opgevat en zal in die zin antwoorden.
De regering heeft zo beslist over de handelsvergunningen en dat is goedgekeurd in het parlement. Maar eigenlijk heeft het Grondwettelijk Hof niet de hele regeling van de handelsvergunningen vernietigd, het heeft het luikje van de retroactiviteit eruit gehaald. Dat betekent dat de toegekende handelsvergunningen vervallen en dat men een nieuwe vergunning moet aanvragen. Als u mij vraagt: moet er een nieuwe handelsvergunning zijn voor een mogelijks Uplacedossier? Dan is het antwoord: ja. Als de initiatiefnemer van Uplace wil doorgaan met het project, zal die een nieuwe handelsvergunning moeten aanvragen. Dat is één zaak.
Twee, hoe moet het nu verder met Uplace? Het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan werd vernietigd door de Raad van State zodat er op dit moment geen ruimtelijke context is om een initiatief zoals Uplace mogelijk te maken. Als de initiatiefnemer ermee wil doorgaan, zal het aan hem zijn om een project in te dienen dat conform is aan de ruimtelijke voorschriften zoals die vandaag voorliggen. U vraagt wat ik ga doen, maar het is aan de initiatiefnemer om al dan niet stappen te zetten. Op dit moment heb ik daar geen indicatie voor.
De gemeente Machelen heeft wel een stap gezet. U kent daar wel wat mensen, het zijn partijgenoten van u. We hebben een brief gekregen waarin Machelen vraagt dat de Vlaamse Regering een delegatie zou geven aan Machelen om een ruimtelijk initiatief te nemen zodat bepaalde activiteiten op het grondgebied van Machelen mogelijk zouden zijn. We hebben die aanvraag formeel ontvangen. We bestuderen nu of dit al dan niet tot de mogelijkheden behoort. Dat is vandaag de stand van zaken.
Ik heb geen glazen bol. Ik ben niet de initiatiefnemer. Wat dat betreft, kan ik u geen antwoord geven.
Zo dadelijk nog iets over die delegatiemogelijkheid, ik denk dat het altijd goed is om de lokale overheid te betrekken bij alles inzake ruimtelijke ontwikkeling.
Terugkomend op het arrest van het Grondwettelijk Hof, in de pers werd gesuggereerd dat – en dat is zeer lang gezegd – de wijzigingen in het decreet op maat van Uplace waren gemaakt. Zijn er nog andere dossiers waarvan de vergunningen aangevochten worden, die door dat arrest worden beïnvloed? Als die er niet zijn, wijst alles erop dat ze effectief op maat van Uplace werden geschreven. Kunt u dat verder toelichten?
De heer Rzoska heeft het woord.
Voorzitter, collega's, minister, ik herinner me die besprekingen in de commissie nog zeer goed. Het was niet de commissie waar u voor bevoegd bent, maar minister Muyters. Maar hij spreekt toch, neem ik aan, namens de Vlaamse Regering. Ik herinner me nog zeer goed de discussie waarbij de mensen die kritische bedenkingen plaatsten bij dat artikel toch wel verweten werd aan sfeerschepperij te doen en de zaken verkeerd voor te stellen.
Dus ik vind het zeer goed dat het Grondwettelijk Hof nu vaststelt – en zij hebben het zelfs over een voorkeursbehandeling voor een private speler – dat de Vlaamse Regering of toch een deel hiervan voluit voor die private speler is gegaan.
Belangrijk in uw antwoord op de vraag van mevrouw Segers, is het feit dat er een nieuwe aanvraag moet gebeuren. Ik heb de indruk dat de ontwikkelaar op het terrein Uplace zegt dat er niets aan de hand is en dat hij gewoon doorgaat. Ik vind het belangrijk dat u hier onderstreept dat er in dat geval een nieuwe aanvraag moet komen. Ik spreek echter in de zeer voorwaardelijke wijs, want ik ga ervan uit dat het er niet meer komt omdat het een heel slecht project is op heel wat vlakken en haaks staat op het eigen gepropageerde beleid van de Vlaamse Regering inzake handelskernversterking. Ik veronderstel dat het definitief over en uit is voor Uplace.
De heer Sanctorum heeft het woord.
Collega’s, ik wil graag iets kwijt. Wat het Grondwettelijk Hof heeft vernietigd, is exact wat in de commissie aan bod is gebracht. De heer Rzoska heeft daar ook naar verwezen. Ik zou graag hebben dat als er in de toekomst kritiek komt, ongeacht of die van de oppositie of van de meerderheid is, daar ook naar geluisterd wordt, want dit is exact wat is voorspeld. Wie er voordeel bij heeft dat dit allemaal zo slecht loopt, is mij niet duidelijk. Uplace in elk geval ook niet, want ik denk dat zij met de handen in het haar zitten. Dit is desastreus voor zowat elke ondernemer in Vlaanderen. Dus collega’s, neem kritiek op dergelijke regelingen in het vervolg serieus.
De heer Ronse heeft het woord.
Mijnheer Sanctorum, wij zullen kritiek altijd au sérieux nemen, maar verdachtmakingen dat voor een dossier in een bepaalde retroactiviteit zou worden voorzien, zullen we nooit au sérieux nemen en ook nooit pikken.
Het arrest van het Grondwettelijk Hof is een positief arrest, want nu is eigenlijk het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid erdoor gekomen. Dat betekent dat gemeenten vanaf nu zelf een detailhandelsvestigingsbeleid kunnen voeren, en dat is historisch. Mijn fractie is heel blij met de beslissing van het Grondwettelijk Hof.
Minister, wat vereenvoudiging betreft, wordt op 1 augustus de socio-economische vergunning, de handelsvergunning, geïntegreerd in de omgevingsvergunning. Blijft die timing behouden? Het is immers belangrijk dat er één aanvraag en één vergunning komt voor alle mogelijke aspecten.
Mevrouw Segers, wat de toekomst van Uplace betreft, kunt u die vraag misschien beter stellen aan uw partijgenoten in Machelen. (Applaus bij de N-VA)
Ik sluit me gedeeltelijk aan bij de heer Ronse. De Vlaamse Regering heeft een nieuwe regeling uitgewerkt voor de handelsvergunningen. Wanneer men een nieuwe regeling uitwerkt, en er komt een federale bevoegdheid over naar Vlaanderen, dan is het logisch dat men met een soort van leemte zit en nagaat hoe dat kan worden opgelost. Dat is niet gebeurd à la tête du client. Dat is nu vernietigd maar, zoals de heer Ronse zegt, blijft de regeling overeind en is het de bedoeling om de voorziene vereenvoudiging ook verder te zetten.
Mevrouw Segers, het is me niet helemaal duidelijk waar u naartoe wilt. U vraagt of er nog andere dossiers getroffen zijn. Ik zal vragen aan minister Muyters of hij over een overzicht beschikt van alle handelsvergunningen die lopende zijn en die eventueel een impact zouden ondervinden van de uitspraak. Ik zal u dat overzicht zo snel mogelijk bezorgen.
Wat het Uplace-dossier betreft, is het aan de initiatiefnemer om verdere stappen te ondernemen. Wij bekijken momenteel de vraag van Machelen. Het gaat niet om een vraag om betrokken te worden – uiteraard werden de lokale besturen daar al bij betrokken – het gaat om een vraag tot delegatie. Dat betekent dat de Vlaamse overheid geen enkel initiatief meer neemt, maar dat Vlaanderen zijn bevoegdheid overdraagt aan het lokale niveau waar men dan autonoom de beslissingen neemt. Het gaat om een vraag tot delegatie, we hebben daar op dit moment niet over beslist, we hebben die vraag in ontvangst genomen en bekijken nu juridisch of die al dan niet kan worden ingewilligd.
Minister, ik noteer dat u de dossiers, en eventueel ook andere dossiers die een impact hebben, voor ons gaat oplijsten. Ik kijk ernaar uit, want dat is wel een belangrijke vraag.
Het is wel heel merkwaardig om te zien hoe enthousiast u bent over het decreet als het Grondwettelijk Hof bepalingen gewoon vernietigt die echt op maat leken geschreven te zijn, en waarschijnlijk ook zijn, van één partij.
U weet dat intussen ook de ontwikkeling van het hele gebied on hold wordt gezet, en de andere dossiers worden als het ware ook gegijzeld. Ik hoor u zeggen dat, als de initiatiefnemer nog een andere aanvraag wil doen, hij dat zou kunnen doen. De Vlaamse Regering is natuurlijk ook via het brownfieldconvenant nog altijd geëngageerd in dit dossier. Ik denk niet dat iemand kan ontkennen dat de Vlaamse Regering haar engagement in dit dossier niet heeft genomen, integendeel. De Vlaamse Regering heeft zich onwaarschijnlijk uitgeput om het te doen slagen. Ik denk dat het tijd is om aan de heer Verhaeghe te zeggen: ‘Wij hebben alles gedaan binnen onze macht en buiten onze macht om het dossier te doen slagen. Het lukt ons niet.’
Ik vraag aan de Vlaamse Regering om zich terug te trekken uit dit dossier. Geef het aan de gemeenten Machelen of Vilvoorde, zodat ze samen een gedragen visie kunnen ontwikkelen voor het conflict en de broodnodige ontwikkeling van het hele gebied.
De actuele vraag is afgehandeld.