Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Minister, vandaag wou de kinderrechtencommissaris de problematiek aankaarten dat er steeds meer meldingen zijn dat kinderen en jongeren geen therapie kunnen volgen omdat een van beide ouders ofwel geen toestemming geeft om met die therapie te starten, ofwel tijdens een behandeling zijn toestemming intrekt. Dat is natuurlijk een heel groot probleem, want voor bepaalde kinderen is therapie echt wel broodnodig. We weten allemaal dat, als er geen hulp wordt geboden bij zware problematieken, dat natuurlijk kan leiden tot dramatische gevolgen.
Psychologen en therapeuten zitten eigenlijk met de handen in het haar. Vaak weten ze niet wat ze moeten doen. Moeten ze nu daadwerkelijk die twee handtekeningen hebben? Moeten ze contact met iemand opnemen? Dat is natuurlijk wel een groot probleem op het terrein. Nochtans weten we heel goed dat volgens de wet op de patiëntenrechten minderjarigen die bekwaam zijn om een situatie te beoordelen, eigenlijk geen handtekening, geen toestemming nodig hebben van hun ouders. Blijkbaar zijn er echter op het terrein toch heel wat hulpverleners die zich daar eigenlijk nog onvoldoende van bewust zijn.
Minister, vandaar ook mijn vraag aan u. Vlaanderen speelt toch een zeer belangrijke rol in de geestelijke gezondheidszorg. We zijn bevoegd voor de eerstelijnspsychologische functie, voor de centra voor geestelijke gezondheidszorg (cgg’s). Gaat u de zorgverleners op het terrein sensibiliseren omtrent die wet op de patiëntenrechten voor minderjarigen?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Ik vind het initiatief van de kinderrechtencommissaris een zeer goed initiatief. We zijn daar, denk ik, met velen enthousiast over en we gaan dat ook met veel overtuiging verspreiden en promoten in de sector van de cgg’s en de geestelijke gezondheidszorg.
Als u die brochure leest, dan zult u ook merken dat het decreet met betrekking tot de rechtspositie van de minderjarigen daadwerkelijk toch ook wel van toepassing is. Daarin wordt toch heel duidelijk aangegeven dat zo’n jongere best wel in staat is om zelf die beslissing te nemen, zeker vanaf de leeftijd van 12 jaar. Het is dus een belangrijk Vlaams decreet dat hier ook in het gedrang is. We moeten dus zeker die brochure aangrijpen om dat nog eens duidelijk onder de aandacht te brengen.
U weet dat we ook proberen die shift te maken, als het gaat over geestelijke gezondheidszorg en jongeren, binnen onze bevoegdheden, naar laagdrempeligheid, met de onlineapplicaties, naar vroegdetectie en vroeginterventie. Ik denk dat dat allemaal belangrijke zaken zijn, waarin dit als thema natuurlijk ook wel echt moet worden benoemd. Het moet wel duidelijk zijn dat jongeren daar ook daadwerkelijk een beroep op kunnen doen.
Ik stip ook aan dat de regering niet zo lang geleden een besluit heeft goedgekeurd met betrekking tot de tarieven van de cgg’s, en daarin is uitdrukkelijk opgenomen dat, als een jongere ook zonder ouderlijke toestemming een beroep doet op het cgg, die hulpverlening dan voor het minimale tarief en in een aantal situaties zelfs gratis moet kunnen worden geboden. Daarin wordt expliciet verwezen naar de situatie van een jongere die dat doet zonder de toestemming van ouders of voogd. Om maar te zeggen dat we in die regelgeving toch ook wel heel duidelijk zijn ter zake.
We gaan de rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp in Vlaanderen aanzienlijk uitbreiden. Die besprekingen en dat overleg zijn volop bezig. U weet dat. Daarbij is ook bepaald dat er in die regio’s waar we die versterking inzetten, ook een eerstelijnspsychologische functie voor jongeren moet komen. Ook daar zullen we er uiteraard voor zorgen dat de boodschap van de kinderrechtencommissaris gehoor vindt. We zullen daar nog eens benadrukken dat toegang tot die hulpverlening echt mogelijk is voor jongeren, ook als dat zonder de toestemming van de ouders is.
Minister, dank u wel. Ik ben zeer blij dat u het voorstel van de kinderrechtencommissaris heel genegen bent. Zij hebben inderdaad een brochure uitgebracht, die echt zeer pertinent is, die echt mooi is ontworpen, waarin alles eigenlijk heel concreet wordt voorgesteld. Ik denk inderdaad dat de verspreiding van die brochure echt wel een meerwaarde zou betekenen voor hulpverleners op het terrein, want we moeten er echt wel over waken dat elke jongere met problemen daadwerkelijk ook de therapie kan krijgen die hij of zij nodig heeft.
Mevrouw Van den Bossche heeft het woord.
Minister, u hebt onze duidelijke steun voor elk initiatief dat ervoor zorgt dat kinderen of jongeren bij een psycholoog terechtkunnen voor de hulp die ze nodig hebben, ook wanneer de ouders hier niet of niet onmiddellijk bij kunnen worden betrokken.
Ik ben erg blij met de brochure van het Kinderrechtencommissariaat. Ze zal psychologen en mensen op het terrein misschien de kans geven op een duidelijke manier een afweging te maken. U hebt hiervoor een schema opgesteld met eenvoudige ja-neevragen, waardoor iedereen weet in welke omstandigheden het kind therapie kan krijgen en dat er altijd een oplossing is om dit te kunnen doen. Ik wil u hier zeker voor danken.
Mevrouw Van den Brandt heeft het woord.
Minister, 60 procent van de jongeren voelt zich slecht in zijn of haar vel. Dat gigantisch cijfer stijgt elk jaar. We moeten ervoor zorgen dat die mensen de weg naar de hulpverlening vinden. De hulpverlening moet voor hen toegankelijk zijn, ook zonder toestemming van de ouders. Het moet betaalbaar en liefst gratis zijn. Dat is het advies van de Vlaamse Jeugdraad. Er moet ook plaats zijn. Momenteel schommelen de wachttijden rond drie maanden. Dat is meer dan honderd dagen voor jongeren bij een centrum voor geestelijke gezondheidszorg psychologische hulp krijgen.
Wat zult u doen om de wachttijden ook op dit front te laten dalen? Die jongeren zetten eindelijk de stap om hulp te zoeken. Het is een grote stap en er zijn veel drempels. Ze moeten snel en direct hulp krijgen.
De heer Anseeuw heeft het woord.
Minister, ik denk dat we het er allemaal over eens zijn dat zeer veel psychologische en psychische problemen in de kindertijd beginnen. We kunnen het dan ook niet maken dat een bepaalde interpretatie van een federale wet de zorg voor kinderen en jongeren met geestelijke gezondheidsproblemen in het gedrang zou brengen. Ik vind dat u een goed standpunt inneemt.
Tegelijkertijd wil ik u vragen om te waken over de interpretatie die de Vlaamse kinderrechtencommissaris nu voorstelt. Het gaat nog steeds om een federale wet. Ik denk dat het belangrijk is dat er absolute duidelijkheid en rechtszekerheid komt. We beschikken over Vlaamse decreten en over de federale wetgeving. Op basis van een bepaalde interpretatie lijkt het er misschien op dat het ene het andere in de wielen rijdt. Ik denk dat hierover absoluut duidelijkheid moet komen. Mijn vraag is of de brochure van de Vlaamse Kinderrechtencommissaris volstaat. Moet er effectief nog meer gebeuren om de rechtszekerheid te waarborgen?
Mevrouw Jans heeft het woord.
Minister, het is vandaag de Europese dag van de rechten van de patiënt, en dus ook van de rechten van de minderjarige patiënten. Ik sluit me natuurlijk aan bij uw enthousiasme. Ik vroeg me af of en hoe u deze informatie en de brochure bij de hulpverleners zou brengen. U was duidelijk en verwees meteen naar de online initiatieven in dit verband.
In onze resolutie betreffende een versterkt geestelijkegezondheidsbeleid vormt de toegang tot de geestelijke gezondheidszorg voor kinderen en jongeren een van de uitdagingen en vragen. Ik wil van deze gelegenheid gebruikmaken om te vragen in het nieuw decreet betreffende de geestelijke gezondheid dat u in het vooruitzicht hebt gesteld ook de nodige garanties in te bouwen om de toegang tot de geestelijke gezondheidzorg voor jonge patiënten te vrijwaren.
Ik heb met nadruk verwezen naar het decreet betreffende de rechtspositie van de minderjarigen in de jeugdhulp. Met betrekking tot dergelijke zaken is dit ons Vlaams juridisch ankerpunt.
Mijnheer Anseeuw, u hebt gelijk. Er is natuurlijk ook de federale wetgeving. Ons decreet is van toepassing zodra we over jeugdhulp spreken. De centra voor geestelijke gezondheidszorg horen daarbij, maar de interpretatie is niet zo duidelijk als het, bijvoorbeeld, om de kinderpsychiatrie gaat. Het is belangrijk met deze brochure de hulpverleners een zekere houvast te bieden met betrekking tot de toepassing.
Ik hoop dat iedereen hier het federale parlement met hetzelfde enthousiasme zal overtuigen om dat issue ook eens aan de orde te stellen. Het zal daar ook gedeeltelijk moeten worden aangepakt.
De vragen over de beschikbaarheid van de hulpverlening zijn natuurlijk pertinent. Het zou niet correct zijn dit niet onder ogen te zien. We moeten echter beseffen dat we in het Vlaams Actieplan Geestelijke Gezondheid voor een bepaalde shift hebben gekozen. We moeten meer gaan naar een vroege detectie, vroege interventie en laagdrempelige vormen van hulpverlening in het geheel van de geestelijke gezondheidszorg. In alles wat de bevoegdheidsverdeling met zich meebrengt, is er zeker ruimte voor de Vlaamse overheid om hiermee door te gaan.
Dat doen we ook met de nieuwe capaciteit: 15 miljoen euro in de jeugdzorg, rechtstreeks toegankelijk. Daarmee zeggen we ook meteen dat dat impliceert dat de psychische bijstand overal beter moet worden georganiseerd.
Dat zegt uiteraard niets over het feit dat wij onze cgg’s niet moeten kunnen meenemen in het verhaal. U weet dat wij daar proberen uit te kijken naar geografische optimalisaties en andere zaken die voor onze centra aan de orde zijn.
Ik heb het gevoel dat deze brochure en het punt dat de kinderrechtencommissaris maakt, een goede zaak zijn. Mevrouw Jans, we zullen die brochure met overleg en met de kanalen waarover we beschikken, onder meer de cgg’s, zeker sterk promoten.
Minister, dank u in elk geval voor uw enthousiasme. Vlaanderen investeert heel veel in het doorbreken van het taboe van psychische problemen. Het zou dan ook heel jammer zijn dat, wanneer we de psychische hulpverlening zo laagdrempelig mogelijk willen maken, door één handtekening van een van de ouders die therapie niet zou kunnen starten of een behandeling zou worden stopgezet. We moeten hier echt absoluut dringend werk van maken.
De actuele vraag is afgehandeld.