Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de vernietiging van het GRUP voor de uitbreiding van de firma Essers in Genk
Verslag
De heer Danen heeft het woord.
Minister, u hebt waarschijnlijk ook gemerkt dat de Raad van State gisteren het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) heeft vernietigd dat de uitbreiding van Essers moest toelaten. Dit is de laatste stap in een lange soap. De argumentatie van de Raad van State was heel kort: “De Vlaamse Regering heeft de Europese natuurwetgeving niet nageleefd.”
Ik vind het eigenlijk jammer dat het zo ver is moeten komen, want we hebben twee jaar geleden in de commissie en tijdens plenaire vergaderingen al regelmatig over dit dossier gediscussieerd. We hebben u telkens gezegd dat het een juridisch wankel dossier was en dat u moest proberen een andere weg te bewandelen omdat dit faliekant zou aflopen, wat nu ook is bewezen.
Minister, ik begrijp echt niet dat u juridisch advies bij het Bureau Stubbe inwon. Dat advies zei heel duidelijk: ‘Minister, Vlaamse Regering, stop hiermee want dit loopt mis.’ Waarom hebt u, tegen beter weten in, doorgezet met dit dossier? Waarom hebt u, tegen alle adviezen in, doorgezet met dit dossier? Zo werd er heel veel tijd verloren. Iedereen verliest: het bedrijf, de natuur, de Limburgse werkgelegenheid. Eigenlijk is er geen enkele goede kant aan.
Minister, u hebt gisteren gezegd dat u het arrest zou bespreken, maar dat u het eerst eens goed zou lezen. Hebt u dat ondertussen gedaan? En zo ja, wat gaat u nu doen? (Applaus bij Groen en sp.a)
De heer Janssens heeft het woord.
Minister, toen het GRUP werd vernietigd door de Raad van State, werd tegelijkertijd de creatie van vierhonderd jobs in Genk vernietigd. Dat is pijnlijk voor een stad als Genk, met een werkloosheidspercentage van meer dan 11 procent, waaronder veel laaggeschoolden, waarnaar men nu net bij Essers op zoek was. Een bijkomende pijnlijke vaststelling is dat dit bedrijf nu een procedure van al meer dan vijf jaar achter de rug heeft, die uiteindelijk voor niets blijkt in gang te zijn gezet. Er is inderdaad een bouwvergunning, er is een milieuvergunning, er zijn goedkeuringen van diverse overheden: lokaal, provinciaal en zelfs van de Vlaamse overheid. Maar toch mag de grootste werkgever van Genk de ‘schup’ niet in de grond steken en uitbreiden.
Ik geef toe dat het vaak een moeilijk evenwicht is tussen het uitbreiden van bedrijven en het behouden van natuur. Maar ik dacht dat we dat moeilijke evenwicht hier wel hadden bereikt. Waar op de ene plaats bos zou worden gekapt, zou op de andere plaats meer dan diezelfde oppervlakte worden gecompenseerd. Dus dacht ik dat we bij Essers in Genk een goed dossier hadden. Maar uiteindelijk blijkt, ondanks alle vergunningen en goedkeuringen van overheden, dat er toch geen ‘schup’ in de grond gaat, dat er toch geen uitbreiding in Genk, in Limburg, komt, dat er toch geen bijkomende jobs worden gecreëerd.
Minister, dat blijkt een constante te zijn van veel van de grote dossiers die de Vlaamse Regering maar niet tot een goed einde gebracht krijgt. Dus mogen we niet alleen de natuurverenigingen met de vinger wijzen, die alleen maar gebruik maken van procedures die er nu eenmaal zijn. We moeten in dezen vooral kijken naar de verantwoordelijken. Dat bent u, dat is de Vlaamse Regering.
Minister, welk gevolg geeft u aan het vernietigingsarrest? En vooral, welke besluiten trekt u daaruit voor de toekomst?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Collega’s, ik heb inderdaad gisteren in de vooravond het arrest ontvangen, het arrest dat het RUP vernietigt voor de uitbreiding van het transportbedrijf Essers. Uiteraard heb ik het ondertussen gelezen. De beide advocaten die de overheid heeft zijn nu het arrest aan het ontleden. Zij zullen ons een advies overhandigen.
Wij moeten daar nu op wachten. Ik kan daar niet op vooruitlopen. Wat zullen wij daar dan mee doen? Ik zal daarmee naar de regering gaan. Deze beslissing werd door de voltallige regering genomen. Daar zal dan ook moeten worden bekeken welke verdere beslissingen er al of niet worden genomen.
Ik heb toch nog een persoonlijke bijkomende bedenking. Mijnheer Danen, u hebt het over een soap. Als u de soap goed hebt gevolgd – maar ik heb de indruk dat u dat maar vanaf een bepaalde fase bent beginnen te doen –, dan weet u dat de eerste beslissing in dit dossier tijdens de vorige legislatuur werd genomen. Dat was in 2014. Er was toen een heel brede consensus. Niemand had daar problemen mee. Dat werd perfect door iedereen op groot applaus onthaald. (Applaus van Jos Lantmeeters)
Dan kwam er, tijdens deze legislatuur, een tweede beslissing van de Vlaamse Regering. Ook toen was er brede consensus. Er kwam van niemand een opmerking. Er werd zelfs een persbericht verstuurd om te melden dat het GRUP werd goedgekeurd. Er kwam geen enkele vraag. Een klein artikeltje in Het Belang Van Limburg: ‘Fantastisch, het ruimtelijk uitvoeringsplan voor de uitbreiding van Essers is goedgekeurd’.
Dat was april 2015. Plotseling, in september 2015, begint er van alles te bewegen. Een aantal partijen en organisaties beginnen grote problemen te hebben met dat dossier, terwijl iedereen dat gedurende twee jaar een fantastisch dossier had gevonden en er geen enkel probleem mee had.
U wijst naar de Vlaamse Regering, en, mijnheer Janssens, u wijst naar het feit dat de procedures niet lopen, maar iedereen moet in eigen boezem kijken. Op een bepaald moment is er een consensus, zijn er afspraken – pacta sunt servanda – zijn er beslissingen genomen en niemand maakt daar problemen rond, iedereen is het erover eens. Plotseling loopt het dossier, loopt de procedure, gaat men er dwars doorheen en begint men allerlei constructies op te zetten om toch maar te proberen dat te vernietigen.
Ik kan dat alleen maar vaststellen. Ik vind dat bijzonder jammer. Ik hoop dat iedereen daar ook eens goed over nadenkt. Ik hoop dat het geen voorbode is dat op den duur alles in Limburg zal vastlopen. Ik zou dat bijzonder jammer vinden, want een economische heropleving in Limburg is een zeer goede zaak. Limburg kan dat bijzonder goed gebruiken. Ik vind het dan ook bijzonder jammer dat er een vernietiging is geweest. Als Vlaamse Regering zullen we ons daar verder over bezinnen.
Het begin van het dossier is natuurlijk al enkele jaren oud, maar ondertussen weten we wat we weten: er waren negatieve adviezen van de Raad van State, er was vooral een heel negatief advies van Stibbe, en vanaf dat moment wist iedereen die zich met dat dossier bezighield: dit loopt helemaal mis. Toch hebt u doorgezet. Dat verwijt ik u en uw Vlaamse Regering, dat u ziende blind was, dat u, terwijl u wist dat iedereen zou verliezen, dat de kans op een vernietiging heel erg groot was, toch hebt doorgezet. Ik zou u willen vragen wat u gaat doen om ervoor te zorgen dat in de toekomst dit soort dossiers geen verliesdossiers worden, maar windossiers. De manier waarop dit dossier is mismeesterd, kunnen we in Limburg in het vervolg missen als kiespijn.
Het gaat niet op dat u met de vinger wijst naar verenigingen die procedures aanvechten bij de Raad van State. We kunnen dat met zijn allen betreuren, maar die verenigingen kunnen dat alleen maar doen omdat het oorspronkelijke dossier – en dat is ingediend door u, door de Vlaamse Regering – blijkbaar met haken en ogen aan elkaar hing. Wanneer u degelijk werk aflevert, wanneer u fatsoenlijke dossiers indient, wanneer u sterk juridisch onderbouwde uitvoeringsplannen opstelt, dan zouden we ons niet in de huidige situatie bevinden, waarin een bedrijf dat alle regels en alle procedures naleeft, uiteindelijk geconfronteerd wordt met een procedure van vijf jaar met een vernietigingsarrest van de Raad van State op basis van uitvoeringsplannen die door u zijn ingediend en die niet voldoende onderbouwd zijn. Als dat de manier is waarop de Vlaamse Regering te werk gaat, nu en in de toekomst, dan gaat het nog heel moeilijk worden om bedrijven hier in Vlaanderen te verankeren.
Mevrouw Peeters heeft het woord.
Minister, het siert u dat u zei dat u bekommerd bent over het reilen en zeilen van Limburg, en zeker ook van het bedrijf Essers, dat zeker ook van onze fractie steun en waardering geniet. Opnieuw krijgt een bedrijf dat vijf jaar lang moet procederen, dat quasi een leger van specialisten moet inzetten, dat veel geduld moet hebben, dat wil investeren in jobcreatie, vandaag dan te horen dat het niet mag doorgaan, dat het niet mag investeren in vierhonderd nieuwe jobs.
We moeten daar allemaal treurig om zijn. Ik moet evenwel vaststellen dat sommigen daar blijkbaar eerder victorie om kraaien. Het stoort me, mijnheer Danen, dat u er blijkbaar genoegen in schept dat dergelijke procedures worden gevoerd. Ik kan me daar alleszins niet in vinden. We moeten er allemaal lessen uit trekken. We hebben het allemaal over voortrajecten, over inspraak, over participatie. Dan moet ook een dergelijk dossier na vijf jaar tot een goed einde kunnen worden gebracht. Daar wil ik op focussen.
De heer Tobback heeft het woord.
Als niet-Limburger wil ik mij over de grond van de zaak en de effecten daarvan op Limburg niet te veel uitspreken. Ik wil wel even opmerken dat het antwoord van de minister eigenlijk in grote mate compleet naast de kwestie is. Dit gaat over een arrest van de Raad van State.
De Raad van State heeft niet beslist dat sommige partijen dit standpunt of een ander standpunt zouden innemen. De Raad van State heeft niet beslist dat sommigen zouden protesteren of plotseling van mening veranderen. De Raad van State heeft de beslissing van de Vlaamse Regering getoetst aan de decreten van de Vlaamse Regering en vastgesteld dat ze in gebreke is gebleven. Het echte probleem voor de tewerkstelling in Limburg, maar evengoed ook in alle andere provincies in dit land, is dus dat het om allerlei redenen – ik ga zelfs geen steen naar u gooien, want daar gaat het mij niet om – blijkbaar nog altijd niet lukt om projecten vanaf het begin correct te adviseren, om correct ja of neen te zeggen en te vermijden dat er nodeloos tijd, energie, middelen en geloofwaardigheid wordt verspild aan dingen die uiteraard uiteindelijk toch tegen de muur lopen omdat men niet zorgvuldig genoeg is geweest, wie het ook moge geweest zijn. Dát is uw verantwoordelijkheid en dát is uw job, niet zeuren over het feit dat sommigen in beroep gaan tegen beslissingen op basis van decreten die u zelf hebt gemaakt. (Applaus bij sp.a en Groen)
De heer Ceyssens heeft het woord.
Collega’s, ik hoor nu applaus. Ik vind dat er vandaag weinig reden tot victorie kraaien is. We spreken hier vandaag over een dossier dat al twee regeringen meegaat, waar inderdaad vier partijen bij betrokken zijn en waar duidelijk winst in zat voor Limburg. Ik laat nog even buiten beschouwing dat het hier gaat over het kappen van een bos waarvan zoveel jaar geleden in een bosbeheersplan al letterlijk werd gezegd dat het het best zou worden gekapt, omdat het weinig waardevol is.
In deze beslissing zou meer natuur en extra tewerkstelling zitten voor Limburg. Dat gaat vandaag teniet, en ik vind het ongepast dat daar op sommige momenten euforisch over wordt gedaan. Ik houd mijn hart vast voor de toekomst. Collega’s, deze provincie heeft meer respect gehad voor natuur en bos dan de vier andere provincies samen. Ik durf dat hier hardop te zeggen. Kom rustig eens bekijken wat wij in Limburg allemaal doen qua natuur, wat de Duinengordel betreft, wat het Nationaal Park Hoge Kempen betreft. Daar kunnen veel provincies een lesje uit leren. Het is bijzonder pijnlijk te moeten vaststellen dat precies die provincie die altijd heeft geïnvesteerd in natuur en bos, daar vandaag de dupe van wordt en wordt geremd in haar economische ontwikkeling.
Collega Danen, als ik dit weekend uw partij zelfs hoor uithalen naar dossiers in Limburg waarover mét de natuurverenigingen is onderhandeld, dan houd ik mijn hart vast voor de toekomst. (Applaus bij CD&V)
Laat ik misschien beginnen met de heer Tobback. Mijnheer Tobback, u hebt dit dossier in de vorige regering mee goedgekeurd. Ik hoor u heel goed. U zegt dat ik ervoor moet zorgen dat de procedures beter in elkaar zitten. Nu, bij elk voorstel dat wij doen, stemt u tegen. We hebben onlangs met de wijziging van de codex erin voorzien dat je inderdaad de inspraak moeten gebruiken op het moment dat ze er is, dat je een bezwaar moet indienen. Heb je dat niet gedaan in het openbaar onderzoek, dan kun je niet meer verder gaan in beroep. U was daar radicaal tegen. U vond het een schande dat wij dat op die manier hebben geformuleerd. Dat is hier goedgekeurd, u hebt tegengestemd. Kom me dus alstublieft niet vertellen dat ik de procedures eenvoudiger en gemakkelijker moet maken, want u houdt alles tegen als wij proberen te vereenvoudigen. (Opmerkingen van Bruno Tobback)
Minister, doet u rustig verder. Laat u niet afleiden door de heer Tobback.
Voorzitter, ik laat me helemaal niet afleiden. Ik stel dat alleen maar vast. (Opmerkingen van Bruno Tobback)
Ik sluit me natuurlijk aan bij degenen die zeggen dat er geen reden voor euforie is. Dit is inderdaad een dossier waarin diverse beslissingen zijn genomen waarmee niemand een probleem had. Dat is heel ‘smoothly’ gepasseerd, in 2014, in 2015. Ik heb het daarnet gezegd. Ik kan alleen maar vaststellen dat er inderdaad plotseling een aantal procedures zijn opgestart.
Wat is de volgende stap die we zetten? We wachten af wat het juridisch advies is van onze raadsmannen en gaan dan naar de Vlaamse Regering om te bekijken hoe het nu verder moet. Ik vind het echter inderdaad een jammere zaak dat, na al die stappen die zonder enig probleem zijn gezet, alles nu plotseling terug naar af is en dat inderdaad ook heel wat extra jobs niet kunnen worden gecreëerd.
Mijnheer Janssens, we hebben natuurlijk al heel wat inspanningen gedaan om de procedures te vereenvoudigen. Ik heb daarnet verwezen naar de beroepsmogelijkheid. We hebben ervoor gezorgd dat inspraak zo moet gebeuren dat men er ook voldoende rekening mee kan houden. Ik wil ook verwijzen naar de complexe projecten. We hebben dat ondertussen al een aantal keer gebruikt, ook bij grote, belangrijke zaken, om er op die manier voor te zorgen dat de procedures ook vlotter kunnen verlopen. Dat zijn de inspanningen die deze Vlaamse Regering al heeft gedaan en die zeker ook zullen lonen in de toekomst. We hebben ook de milieueffectenrapportage mee geïntegreerd in het ruimtelijk uitvoeringsplan, en zo kan ik nog een tijdje doorgaan. Het is dus absoluut niet het geval dat we geen inspanningen hebben gedaan om de procedures te vereenvoudigen.
Collega's, ik zie hier niemand euforisch zijn. Ik zie dat iedereen nogal ingetogen met dit dossier omgaat, en maar goed ook.
Ik wil u wel meegeven dat dit dossier niet is kunnen worden wat sommigen hadden gewild gewoon omdat het een slecht dossier was. Inderdaad, bij de opstart van het dossier waren er nog weinig elementen bekend, maar gaandeweg – en dat was twee à drie jaar geleden duidelijk – bleek dat het dossier juridisch wankel was. Men heeft u dan aangeraden om ermee te stoppen. Uw eigen adviseurs hebben u dat aangeraden, minister.
Ik hou mijn hart vast als u zegt dat u nu juridisch advies gaat afwachten en zien wat dat geeft. U hebt blijkbaar de neiging om goede juridische adviezen in de wind te slaan. Ik zou u willen vragen om daarmee te stoppen.
Minister, ik hoop, als u dit dossier met de voltallige Vlaamse Regering hebt besproken, dat u met een betere reactie komt dan alleen maar te wijzen naar andere partijen of verenigingen die procedures bij de Raad van State aanhangig hebben gemaakt.
Het gaat om een bedrijf dat – nogmaals – alle regels heeft gevolgd, dat vierhonderd jobs wil creëren in een stad die geconfronteerd wordt met heel hoge werkloosheidscijfers en dat uiteindelijk botst op de juridische problemen die door de Vlaamse Regering veroorzaakt zijn. Dit is nu in uw handen. Dit is de bevoegdheid van deze Vlaamse Regering. Nu is het aan u om dit dossier tot een goed einde te brengen.
Als een bedrijf wil uitbreiden in Genk, dan wordt er op een bepaald moment aan de rem getrokken. Het zal niet in Genk zijn dat er jobs worden gecreëerd, zelfs niet in Limburg, maar in het beste geval in een andere Vlaamse provincie, maar nog meer waarschijnlijk in het buitenland. Dat is iets wat wij moeten voorkomen. Dat is een hypotheek op de economische ontwikkeling van onze Vlaamse bedrijven. Daarvoor is deze Vlaamse Regering in dit dossier alleen verantwoordelijk.
De actuele vragen zijn afgehandeld.