Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer de Kort heeft het woord.
Minister, de afgelopen week was een belangrijke week op het vlak van de mobiliteit van en naar het werk. Op federaal niveau is in de Kamer duidelijkheid gekomen over de mobiliteitsvergoeding. Uw federale collega’s bereikten ook een akkoord omtrent het mobiliteitsbudget. Er was kritiek gekomen op de mobiliteitsvergoeding.
Het is goed dat er nu ook effectief een mobiliteitsbudget mogelijk is. U weet dat onze fractie en onze federale collega Jef Van den Bergh hier al jarenlang voor hebben gestreden, omdat we ervan overtuigd zijn dat dit in belangrijke mate kan bijdragen aan de oplossing van onze mobiliteitsproblemen, ook in Vlaanderen. Met dit volwaardig mobiliteitsbudget kunnen werknemers met de fiets naar de bushalte of het treinstation. Ze kunnen vervolgens ook een deelfiets gebruiken. Minister, u hebt zelf ook altijd al gepleit voor die combimobiliteit.
Met dat mobiliteitsbudget kunnen we drie vliegen in één klap vangen. Er zullen minder files zijn omdat mensen minder automatisch gaan kiezen voor de auto of de bedrijfswagen. Het is ook kiezen voor schonere lucht, omdat er meer keuzes kunnen worden gemaakt voor duurzame mobiliteit. En er is ook minder pendelstress omdat er gebruik kan worden gemaakt van systemen als Mobility as a Service (MaaS).
De reacties op dit mobiliteitsbudget zijn positief. Minister, u hebt in het verleden gezegd dat wanneer dit op het federale niveau zou worden goedgekeurd, u klaar zou staan met flankerende maatregelen. Welke flankerende maatregelen zou u nu effectief kunnen treffen?
Dit is inderdaad een federale regelgeving. Op Vlaams niveau hebben wij twee belangrijke taken, namelijk de alternatieven voor de wagen en de bedrijfswagen in het woon-werkverkeer aantrekkelijker maken en die alternatieven bekender maken bij diegenen die uiteindelijk de keuze moeten maken. Dat zijn zowel de werkgevers als de werknemers.
Om dat aantrekkelijker te maken heb ik gelukkig historisch hoge investeringsbudgetten, zowel voor fietsinfrastructuur als voor het openbaar vervoer. Voor het openbaar vervoer stijgt het investeringsbudget met 43 procent. We kunnen deze legislatuur eindelijk 1,2 miljard euro investeren in het openbaar vervoer. We kunnen eindelijk ook eens een positiever verhaal vertellen rond De Lijn. Binnen afzienbare tijd kunnen we eindelijk die realtime informatie gestalte geven in de praktijk. Er is ook de tariefintegratie met City Pass, waarbij we in Gent en in Antwerpen nu al een aanbod hebben, dat nog beter bekend moet worden.
Om de alternatieven beter bekend te maken, gaan we tegen de zomer, wanneer heel wat mensen hierover een beslissing nemen en dus al dan niet de keuze maken voor een abonnement, een campagne voeren rond die City Pass en de tariefintegratie. Het mobiliteitsbudget is een voorstel van de sociale partners, die ook deel uitmaken van het Pendelfonds. Ik kijk uit naar initiatieven binnen dat kader, waar zij zelf mee aan het stuur zitten, om meer projecten te krijgen die kunnen zorgen voor het bekender en aantrekkelijker maken van de alternatieven en die wij financieel kunnen ondersteunen. We hebben daarvoor in de nodige middelen voorzien en ik wil dat ter beschikking stellen om ervoor te zorgen dat we van dit momentum gebruik kunnen maken, ook al is de concrete uitwerking van het mobiliteitsbudget nog niet onmiddellijk klaar, om een extra incentive en extra stimulansen te geven, zodat de alternatieven voor de bedrijfswagen veel meer ingang vinden in steeds meer bedrijven en bij steeds meer werknemers.
Minister, ik denk dat u op het vlak van flankerende maatregelen nog heel wat initiatieven kunt nemen. De Vlaamse overheid heeft nog altijd een heel wagenpark van op dit ogenblik 3795 dienstvoertuigen. Daarvan zijn er zeker een honderdtal, meer bepaald 107, statuswagens. Het zou goed zijn dat we zelf het voorbeeld geven en onderzoeken of we voor die mensen ook niet met een mobiliteitsbudget zouden kunnen werken.
Daarnaast is De Lijn een zeer belangrijke speler op het vlak van het mobiliteitsbudget. Ook daar kunnen nog extra initiatieven worden genomen.
Wat is de stand van zaken in verband met een mogelijke participatie in Blue-bike? Er was namelijk sprake van dat er vanuit De Lijn of vanuit het Departement Mobiliteit een participatie zou zijn. Het aspect van deelfietsen zal een heel belangrijke rol vervullen in het hele concept van de combimobiliteit.
De heer De Clercq heeft het woord.
Er is inderdaad een interessante stap gezet op het federale niveau door te gaan naar een mobiliteitsbudget. Dat is een stap in de juiste richting. Meer nog, Vlaanderen – zoals u en de heer de Kort ook aangeven – moet een turbo opzetten om dat verder te faciliteren en krachtig financieel te ondersteunen, waar dat past in de filosofie van de combimobiliteit. We moeten het wel ambitieus aanvatten.
Inzake De Lijn bijvoorbeeld moeten er tariefformules worden gezocht die beter afgestemd zijn op de diverse modi en mogelijkheden. Kijk bijvoorbeeld naar de City Pass voor Gent en Antwerpen die een pak duurder is dan in Brussel, Luik of Charleroi. Dat zijn zaken waaraan kan worden gewerkt om de combimobiliteit niet alleen te prediken maar samen te realiseren in functie van een flexibele milieu- en prijsbewuste gebruiker.
Minister, ik heb aanhoord hoe u een aantal zaken financieel wilt versterken. Dat is goed. Los van het puur financiële beleid moeten we ook goed kijken hoe we zaken kunnen afstemmen, goed kunnen afstemmen en hoe we flexibele mogelijkheden kunnen bieden zodoende dat de modal shift zich echt kan realiseren en nieuwe duurzame modi een verleidingseffect met zich meebrengen, meer dan nu het geval is. Dat is absoluut nodig.
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Het mobiliteitsbudget zoals dat federaal wordt ingevoerd, is een stapje vooruit, maar heel veel zou ik daar niet van verwachten. Dat zeggen waarnemers en specialisten ook. Ik ben er immers van overtuigd dat het fiscale probleem waarbij mensen in auto's worden betaald en niet in euro's, moet worden opgelost met een fiscale hervorming en mobiliteitsproblemen moeten worden opgelost met een mobiliteitsbeleid.
Minister, op dat vlak is er nog heel wat werk aan de winkel. U hebt gecommuniceerd over het Onderzoek Verplaatsingsgedrag Vlaanderen. Ik heb gezien dat voor het woon-werkverkeer het aandeel van de wagen is gestegen en dat van bus, tram en metro is gezakt, en wel tot op het laagste niveau sinds 2001. Ik vind dat problematisch. Het was een zelfgekozen focus van u om het woon-werkverkeer te verduurzamen. In dat onderzoek is het omgekeerde waar te nemen. Ik roep u dan ook op om effectief werk te maken van het beleid dat zorgt voor een modal shift in het woon-werkverkeer. Van het mobiliteitsbudget zou ik niet te veel verwachten.
De heer Rzoska heeft het woord.
Minister, ook mijn partij is tevreden dat er een stapje wordt gezet, maar we zouden het mobiliteitsbudget toch anders vorm hebben gegeven. Dat is echter een federale discussie die ik hier niet zal voeren.
Deze ochtend was er zeer terecht zeer veel aandacht voor mensen die zich elke dag verplaatsen met de fiets naar ofwel het werk ofwel de school. Ik heb u ook gehoord op de radio. Altijd als u op de radio bent, luister ik uiteraard zeer aandachtig. Het was ook eens niet op een zondag, maar op een woensdag. (Gelach)
Ik hoorde u daar antwoorden op vragen van fietsers die werken voor de Vlaamse overheid en de verschillende tarieven die worden gehanteerd. Op Vlaams niveau kun je maximaal 0,21 cent per kilometer krijgen en op federaal niveau 0,23 cent.
Minister, ik krijg ook wel wat e-mails binnen – en die zult u ook krijgen – van mensen die voor verschillende Vlaamse diensten werken en die hun fietsvergoeding niet op dezelfde manier krijgen. Als we meer mensen willen overtuigen, zullen we naar een interne harmonisatie van de fietsvergoeding moeten gaan, ook voor ambtenaren van Vlaamse diensten. Bent u bereid om naar een horizontaal beleid te gaan en als Vlaamse overheid, als werkgever, één tarief te geven aan mensen die fietsen, die die verplaatsing willen maken en die zowel voor de economie als voor de ecologie als voor luchtkwaliteit belangrijke actoren zijn?
Blij dat u geluisterd hebt. Ik ben deze morgen inderdaad met de fiets naar het werk en naar de VRT gekomen, maar dat gebeurt wel vaker. Waarschijnlijk hebt u mij gehoord in uw wagen, mijnheer Rzoska. (Opmerkingen van Björn Rzoska)
Ja, u hebt zelfs een digitale radio in uw wagen. Dat is mooi meegenomen.
Wat ik daar ook heb gezegd, is dat voor de fietsvergoeding een fiscale vrijstelling geldt tot maximaal 0,23 eurocent per kilometer. Ik zou heel graag hebben dat de Vlaamse overheid een voorbeeldrol speelt. Vandaag is het 0,21 eurocent voor de Vlaamse ambtenaren, dus is er maar een klein kloofje. Voor het onderwijs is er een veel grotere kloof: het is 0,15 eurocent, maar dat is een aparte cao. Ik zou graag zien dat ook dat eens op tafel komt, dat ook de onderwijsbonden daarvoor eens zouden pleiten.
Wat de Vlaamse overheid zelf betreft, weet ik niet – minister Homans is daarvoor bevoegd – of we zoveel bedrijfswagens hebben die mensen mee naar huis kunnen nemen en waarvoor alle voordelen gelden. Ik betwijfel dat eerlijk gezegd. We hebben heel wat dienstwagens, maar dat is nog altijd iets anders dan bedrijfswagens. Ik zal dat eens vragen aan minister Homans.
Om een overeenkomst te bereiken, moeten we natuurlijk met twee zijn. Het is mijn absolute ambitie en wil om via De Lijn Blue-bike te kunnen overnemen. We zijn sterk vragende partij, we zijn ook bereid om enige concessies te doen, maar de discussie gaat nog over het eigendomsrecht ten aanzien van de gronden waar die Blue-bikeverdeelcentra momenteel zijn. Die gronden zijn vanzelfsprekend eigendom van de NMBS. Wat doen we daarmee? Voor mij is het vanzelfsprekend dat er een soort erfpacht wordt overeengekomen, veeleer dan dat we die gronden zouden moeten verwerven.
Het is belangrijk, zowel voor de NMBS als voor ons, dat Blue-bike blijft voortbestaan. Wij zouden dat graag integreren in ons aanbod, bijvoorbeeld via een gecombineerd abonnement van het hele bus- en tramnet van De Lijn, samen met het Blue-bikeaanbod. Dan heb je meteen een combimobiliteit op een combi-abonnement. Dat is de doelstelling, maar zoals gezegd moet je met twee zijn om een vergelijk en een overeenkomst te vinden. Daar is men nog niet geland. Het is wel de vaste bedoeling om dat te doen.
Inzake het verplaatsingsgedrag is er toch een lichtpuntje, namelijk dat in de totaliteit van de verplaatsingen voor het eerst de wagen serieus terrein verliest. Die daalt namelijk van 70 naar 65 procent in een jaar tijd. Dat is een lichtpunt. Je kunt er ook andere elementen uithalen die iets zwartgalliger zijn. Je hebt positivo's en negativo’s. Ik ben in deze zaak een positivo. Dat lichtpuntje moeten we zeker kunnen gebruiken net zoals, als het over woon-werkverkeer gaat, het feit dat het aandeel van de fiets in tien jaar tijd ook gevoelig is gestegen. Die stapstenen moeten we absoluut gebruiken.
We moeten ook een positief verhaal kunnen brengen. Deze ochtend was er een interessant debat. Als men zegt dat het aantal verkeersdoden onder de fietsers sinds 2014 is gedaald met 36 procent, dan vind ik dat we die boodschap moeten uitdragen. Je kunt zeggen dat het aantal gewonden is toegenomen. Ja, dat is vanzelfsprekend omdat het aantal fietsers ook is toegenomen. Dat is nogal evident. Je kunt het allemaal zwartgallig bekijken, en je kunt er zo ook voor zorgen dat ouders wat terughoudend zijn als ze een keuze moeten maken om hun kinderen wel of niet met de fiets naar school te laten gaan. Laat ons die positieve verhalen ook vertellen. De realiteit is daarin onze bondgenoot. (Applaus bij de N-VA)
Minister, dank u wel. Ik hoor u graag zeggen vandaag op de Nationale Applausdag voor fietsers dat u een extra duw in de rug wilt geven op het gebied van de fietsvergoedingen en dat u de cao's ter zake verder wil bekijken voor een hogere fietsvergoeding.
Minister, er zijn ongeveer 3795 dienstvoertuigen waarvan er heel duidelijk een aantal zijn voor bijvoorbeeld topkaderfuncties in N-niveau, dat zijn de secretarissen-generaal en de hoofden van de strategische adviesraden. Afhankelijk van de functie kan om functionele redenen ook een wagen worden toegewezen. Er zijn zo'n 107 statuswagens. Ik denk dat het goed zou zijn om ook daar het alternatief van het mobiliteitsbudget naar voren te schuiven.
Ik heb uw toelichting bij de stand van zaken van Blue-bike graag gehoord. Maar op het gebied van ticket- en tariefintegratie kunt u nog stimulerende maatregelen nemen.
De actuele vraag is afgehandeld.