Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Nevens heeft het woord.
Collega’s, we zijn weeral een studie rijker. De Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) heeft ons een studie bezorgd over de zwerfvuilcijfers van 2015. We weten nu dat 20.426 ton zwerfvuil opgehaald is langs onze Vlaamse wegen. De OVAM heeft haar berekeningen ook wat scherper gezet. We weten dat de lokale besturen en de lokale overheid 155 miljoen euro lichter zijn gemaakt. In totaal kost dat zwerfvuilbeleid 165 miljoen euro. Daarvan dragen de lokale besturen 155 miljoen euro.
Gelukkig, minister, hebt u in 2016 samen met de Vlaamse Regering beslist om de producenten ter verantwoording te roepen en hen een duit in het zakje te laten doen om die factuur voor de lokale besturen wat lichter te maken. U hebt van de producenten een bijdrage van 9 miljoen euro gekregen. Daarmee hebt u in Vlaanderen de Mooimakers-campagne op touw gezet.
Minister, we hebben vandaag een studie van de OVAM met cijfers van 2015. Is het niet nuttig en nodig dat de OVAM wat korter op de bal speelt en dat wij met recent cijfermateriaal beleid kunnen voeren in de strijd tegen zwerfvuil in Vlaanderen?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Collega Nevens, u weet dat de OVAM om de twee jaar de cijfers actualiseert en kijkt hoeveel zwerfvuil er is opgehaald. U weet ook dat de cijfers die nu bekend zijn gemaakt, van 2015 zijn, maar dat er wat problemen waren met de methodiek, doordat elke gemeente dat op een andere manier bijhield: je hebt vuilnisbakken, je hebt wat je van de straat veegt, je hebt wat je ophaalt. Het is net om sneller en korter op de bal te kunnen spelen, dat de OVAM die berekening nu juist heeft gezet en nu goed weet hoe die methodiek in elkaar zit, en zo de cijfers veel sneller zal kunnen bijhouden.
Het is de bedoeling dat de cijfers van 2017 snel bekend worden. De offerte is al de deur uit, dus de studiebureaus kunnen nu al inschrijven. De methodiek is er. Dat zal dus veel sneller gaan. De Mooimakers worden geëvalueerd en we hebben daar ook het lot van het statiegeld aan gekoppeld. Dat zou ook snel kunnen gaan, sneller dan de cijfers van 2017, omdat de Mooimakers een initiatief is dat beter kan worden gemonitord. Ik hoop daar in het voorjaar duidelijke cijfers over te hebben.
De heer Nevens heeft het woord.
Minister, ik ben blij met uw antwoord. Willen we beleid voeren in Vlaanderen en de strijd tegen zwerfvuil aangaan, dan moeten we zorgen dat we over recente cijfers beschikken. Vandaag een studie krijgen van 2015 waarin de lokale besturen en de steden moeten vaststellen dat het bedrag van 55 miljoen euro dat in het verleden werd gespendeerd, nu met 100 miljoen euro wordt verhoogd, dat doet pijn. Elke eurocent die een lokaal bestuur moet investeren in het proper houden van steden en gemeenten, is een eurocent te veel.
Minister, we moeten samen de strijd aangaan. U hebt er al verschillende initiatieven in genomen. Hoe gaat u in de toekomst die financiële lasten voor de gemeenten en steden lichter maken? Hoe kunt u ervoor zorgen dat de factuur die we vandaag betalen voor een propere gemeente en stad, vermindert?
Mevrouw Taeldeman heeft het woord.
De kracht van de boodschap zit natuurlijk in de herhaling. De Vlaming ergert zich enorm aan zwerfvuil. Lokale besturen en vele andere overheden betalen heel veel geld voor het opruimen van zwerfvuil. Minister, u hebt alle krachten gebundeld in de Mooimakerscampagne en u hebt conform het regeerakkoord een studie uitgevoerd over het invoeren van statiegeld. Daarover is ook heel veel animo, kijk maar naar de Statiegeldalliantie.
Recent hadden we in de commissie een hoorzitting met alle actoren over de zwerfvuilproblematiek. Onze fractie vindt dat er heel veel aandacht ging naar het verhogen van de producentenverantwoordelijkheid als het over verpakkingsafval gaat.
Minister, hebt u al een zicht op de nieuwe erkenningsaanvraag van Fost Plus? Zijn hun voorstellen voldoende vernieuwend en voldoende ambitieus?
Minister, onze partij wil dat de strijd tegen zwerfvuil wordt opgevoerd. Er zijn al maatregelen genomen. We willen dat de recyclagegraad in de toekomst verbetert, dat we minder plastic afval hebben. Er zijn stappen genomen, u hebt twee jaar geleden een overeenkomst gesloten met de privésector, met de verpakkingsindustrie, met de VVSG. Een evaluatie volgt dit jaar. We hopen dat we na die evaluatie grote stappen vooruit kunnen zetten om de strijd tegen het zwerfvuil aan te gaan.
Minister, hoe gaat u ervoor zorgen dat producenten die nu nog te weinig bijdragen in het zwerfvuilbeleid, zijnde de kauwgomsector en de sigarettensector, in de toekomst hun steentje bijdragen om minder zwerfvuil te hebben?
Minister, gemeente na gemeente sluit zich aan bij de Statiegeldalliantie. Of het nu 55 miljoen of 155 miljoen euro is, feit is dat ongeveer 95 procent van de kosten voor alle vervuiling door zwerfvuil wordt gedragen door de gemeenten, met andere woorden door de belastingbetaler. Dan houden we nog geen rekening met de maatschappelijke kost, de kost voor de landbouwer die zijn vee verliest door het zwerfvuil, door de blikjes in de bermen en de weiden. We hebben niet nog verschrikkelijk veel meer cijfermateriaal, studies en evaluaties nodig.
Wij hebben geen excuses meer nodig. Het standpunt van Groen is duidelijk: statiegeld nu!
Collega's, mevrouw Meuleman, om te beginnen, zwerfvuil is natuurlijk meer dan blikjes en petflessen. Zwerfvuil bestaat uit meer. U weet dat ik ook voorstander ben van het statiegeld, dat dat een deel van het zwerfvuil kan oplossen, maar het zal ook ruimer moeten gaan.
Daarom denk ik dat het belangrijk is dat we de nieuwe erkenning van Fost Plus aangrijpen, maar ook de evaluatie van de Mooimakers om met een totaal verpakkingsbeleid te komen. Ik verwacht die evaluatie van de Mooimakers in het voorjaar.
De aanvraag voor de erkenning van Fost Plus ligt nog niet neer. Die moet worden ingediend bij de Intergewestelijke Verpakkingscommissie. Dat wordt daar ingediend en verder besproken.
Hoe kunnen we verder werken aan hun producentenverantwoordelijkheid? Die bestaat vandaag al. Er is een bijdrage. Op basis van die bijdrage wordt ook een beleid gevoerd, Fost Plus is daar een voorbeeld van, maar ook VAL-I-PAC.
Ik denk, en ik hoor hier in de zaal dat daar een brede steun voor te vinden zal zijn, dat we naar een veel grotere producentenverantwoordelijkheid moeten gaan. We moeten de volledige kosten, 163 miljoen euro, verhalen op iedereen die het afval veroorzaakt. De vervuiler betaalt. Dat wil zeggen: dat kan de kauwgomfabrikant zijn of de producent van plastiek zakjes, blikjes of flesjes. We kunnen dan met die versterkte producentenverantwoordelijkheid werken aan een systeem van statiegeld.
Dat wordt op dit moment allemaal uitgewerkt. Als al die verschillende elementen op de tafel liggen, komt er een globale vernieuwing van het verpakkingsbeleid met een nieuwe erkenning van Fost Plus en met een versterkte producentenverantwoordelijkheid. Ik ben ervan overtuigd, samen met de acties rond sensibilisering, verenigingen die we nu ook inschakelen, dat we op die manier de strijd tegen het zwerfvuil zeker kunnen versterken.
Minister, ik ben in blijde verwachting. Ik hoor van u dat de producentenverantwoordelijkheid de sleutel is om aan het zwerfvuil iets te doen. De factuur voor de lokale besturen wordt kleiner en lager. U wilt ook korter op de bal spelen. Dat past bij een vraag over de voetbalstadions, maar wij zullen korter op de bal spelen in het kader van de zwerfvuilproblematiek.
Ik ben blij, minister, maar ik hoop dat u in dezen ook een tandje bij steekt, zodat we snel een boodschap kunnen brengen naar de lokale besturen.
De actuele vraag is afgehandeld.