Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Lantmeeters heeft het woord.
Voorzitter, eerst wil ik zonder papier mijn collega’s, uzelf en de ministers van de Vlaamse Regering een gelukkig nieuwjaar wensen. U bent dit misschien vergeten. Ik wens iedereen het beste. Laten we het nieuwe jaar beginnen met een goede actuele vraag over inkomsten en erfbelasting. Ik hoop dat we het hele jaar op die manier kunnen doorbrengen, want dan zullen we ons amuseren.
Minister, ik wil even recapituleren. Vorig jaar heeft mijn partij in het licht van de vereenvoudiging en de verlaging van de erfbelasting voorgesteld om het tarief van 65 procent te verlagen. U hebt hierop gereageerd met de stelling dat 65 procent te veel is en dat er een daling tot 50 procent zou komen. We hebben hierover een hele discussie gevoerd.
Tijdens de plenaire vergadering van 6 december 2017 zijn we in een discussie verwikkeld geraakt over de wijziging van het decreet. Bepaalde verrekende zaken worden als niet-beschreven beschouwd. Dat is overigens de reden waarom ik toch een tekst bij me had. De Tijd heeft hierop immers geschreven dat dit een verhoging inhoudt van de belasting tussen partners. Specialisten hebben de vraag gesteld waarom het Vlaams Parlement een dergelijke verhoging op dat ogenblik zou goedkeuren.
Mijnheer Van den Heuvel, we zijn dan tot een andere discussie gekomen. Op een bepaald ogenblik heeft mijn partij voorgesteld om partners vrij te stellen van erfbelasting. Dat sluit aan bij de nieuwe samenlevingsvormen. Uw partij heeft op een bepaald ogenblik het voorstel gelanceerd om de flexibele erfsprong goed te keuren. Iedereen heeft hierop gereageerd.
Minister, u hebt op een bepaald ogenblik verklaard dat het voorstel om de langstlevende partner vrij te stellen, te veel zou kosten. Afgelopen zondag heb ik echter gelezen dat uw partijvoorzitter volledig akkoord gaat met ons voorstel. Ik wil nog even vermelden dat we hier een maand geleden hebben gediscussieerd over de aanpassing van de erfbelasting aan hun huwelijksvermogensrecht.
Nu is mijn vraag: hoe gaat u ervoor zorgen dat alles coherent verloopt, dat we niet continu in deeldiscussies terechtkomen, zodat we naar een vereenvoudiging, een verlaging van de erfbelasting gaan, aangepast aan de nieuwe samenlevingsvormen?
Minister Tommelein heeft het woord.
Ik voer natuurlijk, zoals een minister dat hoort te doen, het regeerakkoord uit, het Vlaams regeerakkoord dat u, net zoals ik, in 2014 hebt goedgekeurd en waarin heel duidelijk staat dat we naar een hervorming en een vereenvoudiging van de erfbelasting moeten. Dat is ook het geval geweest voor de registratierechten, voor de grondbelasting. Dat hebben we gedaan. Voor de kerstvakantie zijn we daarmee gekomen. Maar van twee zaken één: als ik om de haverklap in de commissie Financiën vragen krijg terwijl we op dat moment nog bezig zijn met een aantal andere zaken, zoals de begroting, dan is het logisch dat op een bepaald moment wordt geantwoord en dat er verschillende voorstellen naar boven borrelen en er meningen zijn en er natuurlijk van mij zaken terug te vinden zijn waar ik volledig achter sta. Ik vind inderdaad dat de tarieven van 65 procent voor de zijlijn niet meer aanvaardbaar zijn en naar omlaag moeten. Ik vind ook dat we de erfbelasting moeten aanpassen aan de hervormingen van het erfrecht die op dit moment in de Federale Regering en in het federale parlement bezig zijn. Uiteraard zult u me nooit horen zeggen dat ik belastingen wil verhogen. Het is de bedoeling dat we naar eerlijke, correcte, transparante systemen gaan, en vooral naar eenvoudige systemen. U hebt natuurlijk gelijk met te zeggen dat we in dit parlement komaf hebben gemaakt met constructies als verrekenbedingen. Ik durf de vraag stellen aan de mensen in het parlement wie al een verrekenbeding heeft afgesloten. Dat zullen er verdorie niet veel zijn. Met andere woorden, dat is voor de happy few, voor de mensen die het kunnen doen, voor de mensen die advies krijgen, nogal goed betaald advies trouwens, en dus niet voor iedereen. Laat mij duidelijk zijn: als wij hervormingen doorvoeren met dit parlement en met deze regering, dan zal het een systeem zijn dat voor iedereen gelijk is en dat iedereen op een correcte manier behandelt. Dan maken we inderdaad, ook op vraag van het Hof van Cassatie, komaf met systemen waarbij de enen wel voordeel hebben en de anderen niet. Ik wil dus naar een eenvoudig systeem gaan. Ik heb goed geluisterd, ook in de begrotingsdiscussie, naar de verschillende voorstellen van u, van uw partij, van mevrouw Schryvers, van CD&V, maar ook van de oppositie. Het is nu mijn taak als minister en de taak van de leden van de regering om knopen door te hakken en om te trancheren, en om te kijken op welke manier we de erfbelasting kunnen hervormen. Maar, één punt nog: de bomen groeien niet tot in de hemel. Ik ben ook minister van Begroting. Er zijn budgettaire beperkingen.
Dat er budgettaire beperkingen zijn, weten we, en we willen ons daar zeker aan houden. Waar het mij om gaat is: u mag wat mij betreft een motivering aanhouden waarbij u zegt dat we er destijds voor hebben gezorgd dat iedereen wat meer erfbelasting betaalt, partners onder elkaar, met het decreet van 6 december. Maar dat is volledig in tegenstrijd met wat uw eigen partijvoorzitter zondag zei in navolging van wat wij zeggen, namelijk vrijstelling van erfbelasting. Ik zeg: opgepast, dat is een tegenstrijdigheid. Ik wil nu naar een voorstel met een visie gaan, niet hier en daar iets plukken. We kunnen inderdaad gaan discussiëren over een flexibele erfsprong, we kunnen discussiëren over bepaalde poortjes die we gaan sluiten, maar ik vraag een visie. Ik wil ook een antwoord op mijn vraag: hoe gaat u zorgen voor een coherent systeem, waarbij we elkaar niet tegenspreken en waarbij we tot één groot geheel komen?
De heer Van den Heuvel heeft het woord.
In dit dossier kunnen vooral winstpunten worden gemaakt. mijnheer Lantmeeters, ik ben niet zo pessimistisch over dit dossier, en ik denk dat ik spreek in naam van heel mijn fractie. De grote lijnen zijn duidelijk. Er moet een hervorming komen van het erfrecht en van de erfbelasting op basis van de veranderende realiteit in onze samenleving, zoals de moderne gezinsvormen. Minister Geens heeft op federaal vlak al heel wat werk gedaan. Het is nu tijd dat we dat op Vlaams niveau volgen en vertalen in Vlaamse regelgeving en in Vlaamse tarieven. Voor ons part zijn er drie principes. Over alle partijgrenzen heen zijn er natuurlijk nuanceverschillen, maar de principes lopen grotendeels gelijk.
Ik wil namens mijn partij duidelijk herhalen dat wij de aanpassing aan moderne gezinsvormen heel belangrijk vinden. Met de flexibele erfenissprong willen wij vrijheid geven – minister, u hoort dat graag, denk ik – aan de gezinnen en de mensen om dat te bepalen. We kunnen daarbij over de modaliteiten spreken. Moet dat al dan niet worden beperkt? Dat kan duidelijk. De hoge tarieven in de zijlijn zijn volgens ons bespreekbaar. Het is goed dat die vanuit het onteigeningsniveau naar beneden gaan. Ook over de uitbreiding van de vrijstelling van de gezinswoning voor de langstlevende kan volgens ons worden gepraat. Maar daarbij moeten we inderdaad, zoals u zegt, minister, het budgettaire in het oog houden. Minister, u krijgt van ons alle steun voor een grondige hervorming. (Applaus bij CD&V en Open Vld)
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Minister, u hebt in het debat een element binnengebracht dat ik zelden hoor: er bestaat een grote kloof tussen de officiële tarieven in de erfbelasting en wat er werkelijk wordt betaald door sommigen. Men zegt soms: ‘Erfbelasting wordt enkel betaald door onwetenden en niet-georganiseerden.’ Die zijn vaak te herkennen aan de omvang van hun vermogen. Mensen die grote sommen te vererven hebben, weten welke mechanismen ze kunnen gebruiken om te ontsnappen aan de hoge tarieven. Sp.a wil graag meewerken aan een rechtvaardige hervorming, waarin ook kan worden gesproken over een verlaging van tarieven. Maar, minister, we moeten, zoals u net hebt gesteld, ervoor zorgen dat iedereen die officiële tarieven betaalt.
Collega’s, als er mij één iets duidelijk is, dan is het wel dat dit een materie en een thema is waardoor heel veel mensen worden beroerd. De eerste voorstellen zijn nog niet ingediend, of de artikels en opiniestukken in de kranten verschijnen al. Er zijn met andere woorden heel veel wensen. En terecht! Wij moeten de erfbelastingen aanpassen aan het nieuwe erfrecht. We zijn dat verplicht aan onze collega’s van dezelfde meerderheid die dat, al dan niet met steun van de oppositie, hebben veranderd in het federale parlement. Ik denk dat iedereen daar vragende partij voor is. Wij hebben op dat vlak al duidelijk stelling ingenomen: mijn voorganger Dirk Van Mechelen heeft destijds de vrijstelling van de gezinswoning ingevoerd.
Mijnheer Lantmeeters, we zijn het er zeker over eens dat dat moet worden uitgebreid. Wij zullen ongetwijfeld in de komende weken heel nauw met elkaar overleggen en bekijken wat de prioriteiten zijn. Dan zal de regering, met de drie partijen die aan tafel zitten, de knopen doorhakken en de prioriteiten moeten leggen voor deze legislatuur. Ik ben het er ook mee eens dat er dan in de volgende legislatuur een nieuwe en nog verder gaande hervorming zal moeten komen. Maar laat ons nu met de middelen die we hebben ervoor zorgen dat we zoveel mogelijk afstemmen op die zaken waarover wij het alvast eens zijn: de nieuwe erfrechtsituatie; ervoor zorgen dat die zotte tarieven verdwijnen; ervoor zorgen dat de langstlevende geen verdriet heeft. Het gaat daarbij niet alleen om oudere mensen. Ik denk dan aan de persoon die nog niet zo lang geleden het slachtoffer was van een terreuraanslag in New York. Die nabestaanden moeten, naast het verdriet en naast het verlies van die partner, ook nog eens belastingen betalen op wat de langstlevende overhoudt. Daar moeten we toch vragen bij stellen. (Applaus van Lionel Bajart)
Minister, u haalt terecht aan dat er nu een eerste stap kan worden gezet, en dat er in de volgende legislatuur waarschijnlijk een verdere stap komt. Maar u kunt de visie al uitzetten. Daarom vraag ik om vandaag geen deeloplossing aan te reiken. We moeten een visie ontwikkelen die binnenkort verder kan worden uitgevoerd.
We zijn zeker voorstander van een verlaging van de tarieven. We hebben die 65 procent altijd aangevraagd. Een vrijstelling van de gezinswoning is goed. Maar daarom vragen wij ook om te denken aan diegenen die geen gezinswoning hebben, dat er voor hen een belastingvrije som komt. Mijnheer Van den Heuvel, daarom pleiten wij heel duidelijk voor een vrijstelling van de erfbelasting voor de langstlevende. Want wie ziet het meest af – emotioneel en financieel – van een overlijden? Dat is de langstlevende. Ik denk dat we een visie kunnen ontwikkelen in die richting. (Applaus bij de N-VA en van Mercedes Van Volcem)
De actuele vraag is afgehandeld.