Verslag plenaire vergadering
Verslag
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is het ontwerp van decreet houdende bepalingen tot verdere regeling van de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen voor de Vlaamse Gemeenschap en voor het Vlaamse Gewest en de instellingen die eronder ressorteren, diverse fiscale bepalingen, en de overname van de dienst van de belasting op spelen en weddenschappen, de automatische ontspanningstoestellen en de openingsbelasting op slijterijen van gegiste dranken.
De algemene bespreking is geopend.
De heer Bertels heeft het woord.
Voorzitter, dit ontwerp van decreet bevat een aantal goede elementen. Dat hebben we ook ruiterlijk erkend tijdens de levendige discussie in de commissie. Ik verwijs onder meer naar de verdere uitvoering van het stappenplan tegen ontwijkingsmechanismen in de fiscaliteit. Dat is een goede zaak.
Minister, een ander punt dat ik wil aanhalen, betreft de doelstelling en de ambitie die u hebt erkend. Ik hoop dat u nog even kunt vermelden op welke termijn u die ambitie en die doelstelling wilt realiseren. De vastgoedexperts van de administratie moeten voor een kosteloze raming kunnen zorgen. Die doelstelling en die ambitie blijven bestaan. Wat de ramingen door vastgoedexperts betreft, stelt het ontwerp van decreet echter een overgangsperiode in. Ik zou u graag nog eens horen verklaren dat die overgangsperiode in de tijd beperkt zal blijven.
Ik wil nog een discussiepunt aanraken. Door de wijze waarop nu een overgangsperiode wordt gecreëerd, kan iedereen tot schatter-expert worden aangesteld. Alle fracties, waarvan eentje misschien iets minder, vinden echter dat absoluut moet worden gekeken naar de onafhankelijkheid, de onpartijdigheid, de deontologie en het vermijden van belangenvermenging. Dit zijn absolute voorwaarden om iemand de waarde van onroerende goederen te laten schatten. Dit is van belang voor een aantal zaken, onder meer in het erfrecht.
Die door alle fracties gevraagde voorwaarden zijn volgens ons niet voldoende gebetonneerd in het ontwerp van decreet. Alle andere fracties hadden daar ook vragen bij. De minister en de meerderheid zijn daar vlot overheen gegaan. Het was toch een beetje een teleurstellende vaststelling dat we zelfs, zonder vanuit de oppositie vertragingstechnieken te hebben willen aanwenden, niet de gelegenheid hebben gekregen om daarover met echte experten van gedachten te wisselen. Ik zeg dit zonder iemand van corporatisme of beroepscorporatisme te willen beschuldigen. We hebben vanuit de oppositie weerlegd dat dat de bedoeling was. Voorzitter, we wilden zelfs – en dat zou u moeten plezieren – extra commissievergaderingen beleggen om geen vertraging te hebben in de tijdsspanne die de regering voor ogen had. Maar zelfs dat was ons niet gegund. Dat is in een democratisch proces geen goede werkwijze. Zeker niet als een lid van de meerderheid komt zwaaien met teksten uit adviezen van de Raad van State, die de oppositie niet heeft of niet kan hebben. Dat is, wat mij betreft, toch geen fait divers. Dat is geen goed besluitvormingsproces.
Voorzitter, wij vinden dat dit ontwerp van decreet goede maar ook minder goede punten bevat. Wij zullen ons erover onthouden.
De heer Rzoska heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, wij hebben hierover een stevige discussie gehad. Er zitten in dit ontwerp van decreet een aantal goede zaken, maar het was voor mij toch ook frustrerend om vast te stellen dat er ook nog een aantal dingen in zitten waarover me meer vragen hebben. We hebben, samen met de heer Bertels, het voorstel gedaan om de Vlaamse Vereniging van Landmeters-Experten (VVLE), die tot op het einde de commissieleden informeerde over hun standpunten, ten minste te horen en om dat inderdaad zo snel mogelijk te doen, ten einde geen vertraging te veroorzaken. Een aantal collega’s, en niet alleen van de oppositie, hadden vragen over een aantal fundamentele punten met betrekking tot de schatters-experten. We kregen daarop geen antwoord. Ook bij de tweede lezing van het verslag en van het ontwerp van decreet zal mijn fractie zich daarom onthouden.
Voorzitter, het moet mij van het hart dat het eigenlijk niet kan dat een lid van de meerderheid zwaait met een tussentijds advies of met een advies van een auditeur van de Raad van State om commissieleden van de oppositie te overtuigen. Ik vind die gang van zaken zeer betreurenswaardig. Maar goed, wij moeten de volgende keer maar voldoende groot zijn om hoorzittingen af te dwingen. We hadden het kunnen oplossen door gewoon de mensen van de VVLE zo snel mogelijk te horen. Dan hadden we daarover in alle rust kunnen discussiëren. Dat is niet gebeurd. Mijn fractie zal zich dan ook onthouden. Maar ik wil wel gezegd hebben dat het ontwerp van decreet ook een aantal goede zaken bevat.
De heer Lantmeeters heeft het woord.
Mijnheer Bertels, u had misschien gedacht dat ik u zou steunen, maar ik moet u tegenspreken. U zegt dat u niet de gelegenheid hebt gehad om met experten te spreken. Uiteindelijk is dit ontwerp van decreet al een tijdje geleden ingediend. We hadden gerust experten kunnen spreken. We hadden hoorzittingen kunnen organiseren. Iedereen heeft die kans gehad. Ik heb ook, zoals veel leden van onze commissie, de tekst gekregen van de VVLE. Zij maakten hun argumenten bekend. Ik moet mij misschien verontschuldigen bij die heren omdat wij niet meer zijn ingegaan op hun vraag om hoorzittingen te organiseren. Dat zou gemakkelijk geweest zijn. De reden daarvoor was dat de vraag laattijdig binnenkwam. Dat zou ons in de problemen hebben gebracht wat de inwerkingtreding van dit decreet betreft. Maar langs de andere kant was de argumentatie van de VVLE zeer duidelijk. Zij hebben met slaande argumenten, met passende argumenten, geprobeerd om de regering te overtuigen. Wij hebben de behandeling en de bespreking van het ontwerp van decreet laten doorgaan met kennis van zaken. Sommige argumenten zijn inderdaad terecht. Maar er kan nog altijd worden tegemoetgekomen aan die argumenten.
Daarom herhaal ik mijn oproep die ik in de commissie heb gedaan. Daarvoor moeten we geen hoorzittingen meer organiseren en de zaak niet langer rekken, maar wel, minister, moeten er nog altijd uitvoeringsbesluiten komen enzovoort. Wij vragen dat de mensen die worden opgenomen op de lijst die u gaat opstellen of die VLABEL gaat opstellen, onafhankelijk zijn, deskundig en dat ze blijk geven van onpartijdigheid. Daar moeten we zeer goed op letten. Het is van het allergrootste belang voor de burger dat de onderzoeken die gebeuren, de verslagen die door de deskundigen worden opgesteld, klaar en duidelijk en niet voor betwisting vatbaar zijn. Ze moeten ook deskundig zijn, want hoe gaan we anders later omgaan met de planbaten en planschade inzake percelen grond die onderwerp zijn van die deskundigenverslagen?
Voor alle duidelijkheid: het is een tijdelijke maatregel. Daarom roep ik ook op, net zoals redelijk veel van mijn collega's, om werk te maken, minister, van de eigen schattingen van VLABEL, want dat kost de burger veel minder. Dat is ook wat afgesproken is en waar we een akkoord over hadden. Dus ook van mijn kant de vraag: wanneer gaat VLABEL dat zelf doen?
Zoals gezegd, zitten er redelijk wat goede zaken in dit ontwerp van decreet, en een paar zaken die misschien wat beter kunnen, maar nochtans gaan wij volledig akkoord met dit ontwerp. Het is goed dat de achterpoortjes dichtgaan. Maar ik zou toch willen vragen om in de toekomst op te letten dat niet alle technieken die worden toegepast, misbruik uitmaken. Want sommige zaken die misschien vermeden gaan worden, zijn geen misbruik, maar wel een correcte toepassing van het burgerlijk recht.
Ik geef een concreet voorbeeld. Wanneer we nu alle verrekeningsbedingingen als niet-geschreven beschouwen voor wat de erfbelasting betreft, dan moeten we vaststellen dat ook de oplossing die heel wat mensen geven in nieuw samengestelde gezinnen om de nieuwe partner veilig te stellen ten overstaan van de kinderen, via het Casmanbeding, ook dichtgeslagen wordt.
Daarstraks heb ik gevraagd, minister, om ervoor te zorgen dat in rechte lijn niet meer belastingen gaan worden betaald, maar dit is dus een mogelijkheid die wel zou kunnen ontstaan. Wanneer u het Casmanbeding als niet-geschreven gaat beschouwen voor wat erfbelasting betreft, gaat op één generatie op de helft van het gemeenschappelijk vermogen twee keer erfbelasting worden betaald en op de andere helft één keer. De belastinggrond gaat ongeveer 150 procent worden. Als er geen Casmanbeding is, gaat alles naar de kinderen wat de helft betreft van het gemeenschappelijk vermogen en de volledigheid van het eigen vermogen. De andere helft van het gemeenschappelijk vermogen blijft bij de echtgenote, en die betaalt daar vanzelfsprekend geen erfbelasting op, want het is van haar. Door het Castmanbeding konden we voorkomen dat er twee keer erfbelasting werd betaald op de helft die via het huwelijksvermogenstelsel naar de langst levende gaat. Minister, gaat u daarop letten? We mogen die mensen in nieuw samengestelde gezinnen niet in de kou zetten.
Wat de erfenissprong betreft, de heer Somers heeft het al gezegd: dat is een zeer goede zaak. Maar, minister, ik zou u willen vragen om ook rekening te houden in de toekomst met mensen die niet de luxe hebben om de erfenissprong te laten doorgaan, namelijk die mensen die iets achterlaten dat hun kinderen nodig hebben en niet onmiddellijk kunnen doorschenken naar de kleinkinderen. Die mensen betalen wel twee keer erfbelasting wanneer de eigendommen bij de kleinkinderen komen.
Minister, uiteindelijk zitten we misschien met een ongelijke behandeling. In het kader van de hervorming van de erfbelasting en de vermindering van de tarieven vraag ik om daar ook rekening mee te houden. Ik vraag ook om in de toekomst minder gebruik te maken van fictiebedingen, zodat we een correcte toepassing hebben van de juridische werkelijkheid.
Minister, mijn laatste vraag is in de commissievergadering verloren gegaan en werd niet beantwoord. Dat was mijn vraag naar de inwerkingtreding. We hebben twee mogelijkheden, en op dit ogenblik is dat niet zo heel duidelijk. Wanneer treedt dit decreet in werking? Is het van toepassing op alle bestaande overeenkomsten? Of heeft het betrekking op nieuwe overeenkomsten? Met andere woorden, heeft het betrekking op alle overlijdens die nu plaatsvinden of alleen op de overlijdens die plaatsvinden met nieuwe contracten? Het Casmanbeding is eigenlijk een contract, een voorbeeld van een rekeningsbeding. Wanneer treedt dit decreet in werking? Heeft het toepassing op al bestaande contracten of alleen op de nieuwe contracten?
Minister Tommelein heeft het woord.
Mijnheer Lantmeeters, deze discussie is al grotendeels in de commissie gevoerd. Eerst en vooral wat de voorafgaande ramingen van de erfbelasting betreft, deel ik uw mening dat er tijd genoeg is geweest om contacten te leggen, om te luisteren, om gesprekken te voeren. U hebt in de commissie al op 7 juli 2015 gevraagd om de regeling van het charter uit te breiden. Op 13 juni is er ook een bevraging over geweest.
De regeling die hier bestaat, is inderdaad een overgangsregeling. Die bestaat grosso modo uit twee delen. Een, de integratie van het kwaliteitscharter in de Vlaamse Codex Fiscaliteit, waardoor het charter eindelijk een steviger decretale sokkel krijgt. Twee, de voorafgaande ramingen worden niet langer exclusief aan de landmeters-experts voorbehouden. Voortaan zullen ook andere experts ramingen kunnen opmaken, die dezelfde bindende gevolgen kunnen hebben als die van de landmeters-experts. Iedereen die laat blijken over voldoende ervaring en expertise te beschikken inzake waardering en vastgoed, zal schattingsopdrachten mogen uitvoeren.
Collega's, het gaat over een belangrijke kwestie. We spreken immers over de rechtszekerheid van belastingplichtigen die een aangifte van nalatenschap moeten indienen. Ik herhaal dat het onze ambitie is – het is belangrijk om dat te benadrukken – om kosteloze ramingen door eigen vastgoedexperts mogelijk te maken. Daarvoor is een voldoende solide eigen databank van de referentiepunten nodig, en die is er vandaag niet. We moeten daarvoor voldoende middelen en ook voldoende expertise in huis hebben, en die is er ook niet. De Vlaamse Belastingdienst zal die transitie naar een definitieve fase voorbereiden. In afwachting daarvan voorzien we in deze overgangsregeling, die immers juridisch onder druk staat en waarvoor we een decretaal ingrijpen aangewezen achten.
Mijnheer Lantmeeters, u had het over de gelijke en billijke belasting van belastingplichtigen. Er zijn inderdaad een aantal belangrijke aandachtspunten. Dat is dat er een gelijkberechtiging is, dat we een stappenplan hebben voor ontwikkelingsmechanismen en dat we ook een vrijwaring willen hebben van de inkomsten van de Vlaamse overheid.
Ik heb deze vraag gesteld in de commissie: wie heeft een dergelijk beding in het bestaande huwelijkscontract opgenomen? Het is duidelijk dat de ene het wel kan en de andere niet, dat de ene het doet en de andere niet. We willen een gelijke en billijke behandeling. We viseren geenszins de horizontale overdrachten van vermogens tussen echtgenoten. Het gaat enkel om een beperkte correctie van een fiscale scheeftrekking. We viseren niet een of ander huwelijksstelsel. De sterfhuisclausule en de verblijfsbedingen onder last komen voor in het gemeenschapsstelsel en de verrekening.
Wat betreft de inwerkingtreding is de datum van overlijden bepalend, dat staat zo in de memorie van toelichting. Mijnheer Lantmeeters, u meent dat er een dubbele belasting van kan komen. Dat klopt niet. Het gaat altijd over verschillende erfgenamen en nooit over dezelfde erfgenamen. U gaat ervan uit dat als iemand erft en in de zijlijn al betaald heeft, hij niet meer moet betalen in de rechte lijn. Die discussie hebben we al gehad. Ik weet dat we daarover niet op dezelfde golflengte zitten, maar ik wou even herhalen dat dit al in de commissie is besproken.
Minister, de overgangsperiode moet zo kort mogelijk zijn, alle fracties zijn het daarover eens. De databank moet inderdaad ontwikkeld worden en ik hoop dat daar werk van gemaakt wordt. Voornamelijk moet u ook garanties inbouwen met betrekking tot de onafhankelijkheid, deskundigheid en onpartijdigheid van al wie zich in de toekomst expert wil noemen op het gebied van vastgoedramingen. Nu moeten we ervan uitgaan dat ervaring voldoende is om als expert vastgoedramingen te kunnen doen. Ik hoop ook dat u het signaal van de collega’s van de meerderheid ter harte neemt dat die onpartijdigheid bewaakt moet worden en dat u daar meer voor zal doen dan te voorzien in een modelovereenkomst, zoals dat nu in het decreet staat.
Wat de schattingen betreft vraag ik inderdaad dat er rekening wordt gehouden met de deontologie. Alleen deontologie die afdwingbaar is, kan zorgen voor onafhankelijkheid, deskundigheid en onpartijdigheid.
Minister, ik heb het in dit verband nooit gehad over dubbele belasting en zal dat ook nooit doen. Waar het mij om gaat, zijn de gevallen waarbij men in één generatie twee keer erfbelasting betaalt op de helft van de nalatenschap en één keer op de andere helft. Ik geef een voorbeeld: alles wordt nagelaten aan de langstlevende, die op de helft van het gemeenschappelijk vermogen erfbelasting betaalt. Later gaat alles naar de kinderen en betalen de kinderen op het geheel opnieuw belastingen. Als we de Casmanclausule laten werken, dan betalen de kinderen gewoon één keer op de 100 procent. Het is geen belastingontwijking, maar een middel om elkaar veilig te stellen. Dat middel wordt op dit ogenblik duur. Nu wordt het: ‘wie langst leeft, al heeft’, wat vaak wordt afgeraden. Op dit ogenblik is dat misschien een goede zaak als u belastingontwijking wilt voorkomen, maar wanneer u de belastingen wilt vereenvoudigen en wanneer u de tarieven wilt verlagen, wat we ook heel uitdrukkelijk bepleiten, wil ik u toch vragen om daar rekening mee te houden zodat deze mensen daarvan niet de dupe worden. Wie misschien geen Casmanclausule toepast, moet gelijkberechtigd worden met wie dat wel doet. Daarom mag het geen belastingverhoging zijn.
Wat de inwerkingstelling betreft, moet er rekening gehouden worden met de retroactiviteit. Uiteindelijk gaat dan erfbelasting betaald worden op bestaande overeenkomsten, en daar pleit ik niet voor.
Mijnheer Bertels, er is wel degelijk een garantie van onpartijdigheid. U weet dat we, in tegenstelling tot de vroeger federale regeling van dit systeem, veel meer in detail gegaan zijn wat betreft de uitwerking daarvan. Er zijn vandaag veel meer randvoorwaarden dan vroeger en er is een grotere garantie van onpartijdigheid.
Mijnheer Lantmeeters, uiteraard. Ik heb u daarnet tijdens de actuele vragen ook al gezegd dat we alles bekijken en alles meenemen en dat wij zo veel mogelijk onze belastingen zullen afstemmen op de nieuwe regels die momenteel op het federale niveau worden besproken.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het ontwerp van decreet. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2017-18, nr. 1301/1)
– De artikelen 1 tot en met 32 worden zonder opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen zo dadelijk de hoofdelijke stemming over het ontwerp van decreet houden.