Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Parys heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, het is niet de eerste keer dat ik hier sta met hetzelfde onderwerp. Het is een belangrijk onderwerp want we hebben in dit Vlaams Parlement een grote consensus over de hervorming van die rijopleiding. De minister heeft daar een speerpunt van gemaakt in zijn aanpak van die schande van de 400, in het reduceren van het aantal verkeersslachtoffers.
Een van de onderdelen van die hervorming was om aan vrije begeleiders te vragen om een vormingsmoment van drie uur te gaan volgen. Nu is het aan de steden en gemeenten wanneer er een voorlopig rijbewijs wordt uitgereikt, om te controleren of er effectief een attest bij zit van een dergelijk begeleidingsmoment.
Daar heeft de minister veel overleg over gevoerd. Hij heeft in de commissie zeer uitvoerig toegelicht hoeveel keer hij heeft geprobeerd om daar met federaal minister Bellot tot een akkoord over te komen. Er was zelfs een soort kerstakkoord vorig jaar, waarin we allemaal heel pragmatisch gingen zijn. De Vlaamse Regering heeft die hervorming dan ook in gang gezet en een besluit goedgekeurd.
Dat was tot op 27 juli van deze zomer. Wat gebeurt er dan? Plots gaat minister Bellot naar de Raad van State met een verzoek tot schorsing, met als gevolg onduidelijkheid bij steden en gemeenten. In Leuven bijvoorbeeld wordt er niet gecontroleerd of je effectief een attest hebt van een vormingsmoment van de vrije begeleiding vooraleer je een rijbewijs krijgt. Er is ook onduidelijkheid bij degenen die hun voorlopig rijbewijs willen gaan afhalen. Er zijn dus verschillende communicaties van het federale niveau, en uiteraard van de Vlaamse Regering naar steden en gemeenten.
Nu is er een arrest van de Raad van State, op 4 december gevonnist. Minister, nog nooit heb ik een arrest van de Raad van State gezien dat een federaal minister een soort spookrijder noemt. Kunt u duidelijkheid scheppen aan de steden en gemeenten over wat er in dat arrest van de Raad van State staat, want ik citeer: “De Raad van State kan zich niet van de indruk ontdoen dat de rechtsonzekerheid en de onduidelijkheid die volgens minister Bellot in hoofde van de gemeenten en de burgers zijn ontstaan, minstens mede te wijten blijken te zijn aan de houding van minister Bellot.”
Minister Weyts heeft het woord.
Het is inderdaad een schorsingsarrest dat recent tot bij ons is gekomen, waaruit duidelijk blijkt dat het schorsingsverzoek resoluut wordt afgewezen. Daarenboven spreekt de Raad van State zich in forse bewoordingen uit. U hebt al een stukje geciteerd. Ik neem het arrest er even bij. Aanvullend op uw citaat: “De mededeling van de verzoekende partij aan de gemeenten dat de afgiftevoorwaarden voor de uitreiking van een voorlopig en een definitief rijbewijs ongewijzigd blijven zolang de Raad van State geen uitspraak heeft gedaan, is strijdig met het zogenaamde ‘privilège du préalable’. Zolang een rechter er niet anders over oordeelt, geniet het bestreden besluit immers het vermoeden van wettigheid en staat het niet aan een andere overheid om de nieuwe regels naast zich neer te leggen. In die mate kan de verzoekende partij zich niet op de spoedeisendheid beroepen nu zij zelf in zekere mate lijkt bij te dragen aan het ontstaan van die rechtsonzekerheid en onduidelijkheid.”
De verzoekende partij is in dezen de federale administratie. Het is dus nogal duidelijk. Ik heb hierover net een schrijven ondertekend naar de gemeenten, waarin ik heel duidelijk meegeef dat er nu, mocht er nog enige onduidelijkheid zijn, duidelijkheid gecreëerd is. Ik heb hun ook gevraagd om te bevestigen dat zij de regelgeving correct zullen uitvoeren. In het andere geval – maar dat is een slag om de arm – zou je administratief toezicht moeten uitoefenen. Maar ik ga er niet van uit dat de gemeenten nu nog zouden zeggen: we gaan die Vlaamse regelgeving niet uitvoeren en we gaan niet zo'n attest vragen. Vooral – en dat staat dan nog los van heel de bevoegdheidsdiscussie – omdat dit een voorstel is dat past in onze strijd tegen de schande van 400 verkeersdoden. Het leidt tot meer verkeersveiligheid. Het lijkt mij dus de evidentie zelve dat de gemeenten daar resoluut in zullen meestappen.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. In het verleden zijn er al collega's geweest in dit halfrond die hebben gezegd dat de communautaire scherpslijperij in dit dossier moest stoppen. Ik ben het daar helemaal mee eens. Het klopt. Ik heb zelfs een gratis kopie van het arrest voor die collega's, om te bezorgen aan de excellenties die zich in dit dossier volgens de Raad van State effectief bezondigen aan die communautaire scherpslijperij. Het is heel belangrijk. Voor het gemak: het adres van het kabinet-Bellot is Blerotstraat 1.
Minister, wat Bellot betreft, zijn er nog een aantal andere lopende zaken over bevoegdheidsconflicten. Ik heb u daarover een vraag gesteld. Er zijn dertien zaken lopende, waarin ofwel minister Bellot ofwel een federale overheidsdienst Vlaanderen aanvalt wegens bevoegdheidsoverschrijding. Twee van die dertien zaken zijn ingesteld door het Vlaamse Gewest.
Minister, kunnen we daar nu ook komaf mee maken? Kunnen we ervoor zorgen dat er duidelijkheid is voor de burgers, voor de ambtenaren, over wie voor wat bevoegd is? Is er in die dertien andere conflicten ook zicht op een oplossing?
Het arrest staat op de website van de Raad van State.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Voorzitter, ik ben blij dat het arrest nu wél op de website van de Raad van State staat, want vanmiddag stond het er nog niet op. Maar ik ben vooral blij dat er nu inderdaad eindelijk duidelijkheid is voor de toekomstige begeleiders. De mapjes waarmee ik verleden keer naar u heb gezwaaid, minister, met de verschillende brieven die op de gemeente zijn toegekomen, mogen weg. Er is nu eindelijk duidelijkheid.
Er is iets dat ik jammer blijf vinden. Ik heb dat ook altijd gezegd. Tijdens de procedure was het volgens mij beter geweest om daarover even de hoofden bij elkaar te steken en duidelijk samen te communiceren naar de gemeente. Maar wat niet is, kan nog komen. Ik hoop nog altijd dat u en minister Bellot ooit samen rond de tafel zitten en een aantal zaken bespreken. Om te beginnen, kan het misschien gaan over het verval van het voorlopig rijbewijs. Hoever staat u op dat vlak in het overleg met uw federale collega, minister? Wanneer mogen we dat verwachten?
De heer De Clercq heeft het woord.
Het is inderdaad een interessant arrest. Dat betekent natuurlijk niet dat de bevoegdheidsverdeling daarin ten gronde niet wordt behandeld. Dat is eigenlijk de essentie. Laat het ons inderdaad positief houden. Laat het ons positief houden en eendrachtig aan minister Bellot, maar ook aan u, minister, zeggen: noch federale borstklopperij, noch Vlaamse borstklopperij is hier een goede zaak en evenmin het elkaar bestoken via de Raad van State over zo'n belangrijk onderwerp als verkeersveiligheid. Dat is eigenlijk de essentie, voorzitter.
Dat is wat mensen niet begrijpen: dat mensen die in eenzelfde regering zitten, elkaar toch voor de rechtbank uitdagen over maatschappelijk fundamentele thema’s. U zult eens gelijk hebben, mijnheer Bellot zal eens gelijk hebben, maar daar gaat het mij niet om. Het gaat ook niet om u of om mijnheer Bellot, maar om de verkeersveiligheid van alle Belgen, en dus ook van onze geachte Vlamingen. Ga aan tafel, spreek met elkaar en stop met de verkleutering van de politiek. Hij zal eens winnen en aan borstklopperij doen, u zult eens winnen. Stop daarmee, ga aan tafel, handel in het belang van mensen, niet in het belang van ideologieën. (Applaus bij Open Vld, sp.a en Groen)
De heer Rzoska heeft het woord.
Het was voor mij ook even schrikken over deze actuele vraag, want deze middag was het arrest nog niet publiek, nu ondertussen wel. Ik zou graag zo’n kopie hebben. Het is goed dat u eruit citeert.
Minister, ik sluit me aan bij de woorden van de heer De Clercq. In dezen was het de federale overheid die de Raad van State heeft ingeschakeld. Ik vind dat niet zo’n goede evolutie. Beleidsmakers moeten met elkaar aan tafel gaan zitten. In dezen hebt u, wat de inhoud betreft, absoluut gelijk met hetgeen u in de hervorming van de rijopleiding hebt goedgekeurd. Ik moet eerlijk zeggen: ik ben zelf een van die mensen die de afgelopen maanden zo’n cursus heeft moeten volgen, omdat mijn oudste zoon ook richting rijbewijs gaat. Dat was wat mij betreft een zeer goede opfrissing van de wegcode en alles wat ermee te maken heeft. Bij dezen, nogmaals de oproep: u zou in mijn ogen uw collega Bellot ervan moeten kunnen overtuigen, in zo’n gesprek dat het beter is om samen te werken om de verkeersveiligheid in de hand te werken, in plaats van elkaar te bestoken via de Raad van State.
Ik hoor hier het riedeltje: u moet gewoon eens gaan samenzitten en alles komt in orde. Alsof we nooit hebben samengezeten. Ook over deze materie hebben we persoonlijk en met de kabinetten een tiental keren samengezeten. Ik wil alleen niet toegeven op verkeersveiligheid. Als u mij vraagt gewoon toe te geven op verkeersveiligheid, en dat het dan in orde is, dan ben ik daar niet toe bereid. Dit heeft alleszins tussentijds een goed verloop.
Ondertussen heb ik ook nog eens herinnerd aan de afspraken met betrekking tot de driejaarregel, de onzinnige regel die uitgevonden is waarbij men met een kanon op een mug schiet, namelijk wanneer drie jaar na het slagen in het theoretisch rijexamen, het voorlopig rijbewijs komt te vervallen, en wanneer dat vervallen is, je een wachtperiode hebt van drie jaar waarin je je rijbewijs niet meer kan behalen, tot grote frustratie, zoals ik nog elke week in mijn mailbox lees. We hadden een voorstel uitgewerkt. Dat was in de schoot van de Vlaamse Regering goedgekeurd, het was klaar, maar is vervolgens opnieuw gestuit op een bevoegdheidsdiscussie. Ik heb toen gezegd dat, als men die regeling op federaal niveau wil invoeren, men die regeling maar moest fotokopiëren en het dan in orde was. Het akkoord was er om dat aldus te doen in december van vorig jaar. Sindsdien is er niets meer gebeurd. We hebben daarover recent nog eens een nieuw overleg gevraagd. Nu zouden we kunnen landen, niet op het akkoord van december – nu heeft men plots een ander inzicht. Goed, ‘Paris vaut bien une messe’. Het andere inzicht zou zijn dat men na het verval van drie jaar toch nog een jaar verlenging zou kunnen krijgen, eenmalig. Goed, er is tenminste al een oplossing. Ze is suboptimaal, maar het zou er alleszins voor zorgen dat die onzinnige driejaarregel toch wordt aangepast. Ik kan daar in meestappen. We staan dicht bij een landing. Wat ons betreft, kan dat vooruitgaan. Zodra men op federaal niveau het initiatief neemt om dat effectief in goede wetteksten te gieten, kunnen we eindelijk vooruit. Het is dus niet altijd kommer en kwel. Soms raken we ook wel eens vooruit.
U zegt, samenzitten, maar als dat tien keren gebeurt en er wordt tien keren Kumbaya gezongen en achteraf wordt er dan toch naar de Raad van State getrokken, of er wordt niet uitgevoerd wat er werd afgesproken, dan ben ik gewoon blij met de opmerkingen die er in het parlement zijn gekomen, en die erop neerkomen dat het ongepast is om, als het over zoiets belangrijks als verkeersveiligheid of de rijopleiding gaat, zijn gelijk te proberen halen voor de Raad van State. Ik ben uiteraard ook heel blij dat de Raad van State hierin erg duidelijk is.
Mijn oproep aan het federale niveau is dat iedereen zijn werk doet. ‘Bellot, fais ton boulot.’ Maak een vliegwet, bijvoorbeeld. Wij zullen ons bezighouden met de bevoegdheden die Vlaams zijn, om de veiligheid op de weg voor de Vlaming te verhogen en ervoor te zorgen dat er meer duidelijkheid is voor gemeentebesturen en steden.
De actuele vraag is afgehandeld.