Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Joosen heeft het woord.
Minister, enkele landbouwmedia kregen inzicht in een nota over de hervorming van het Europese gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB). Mogelijk hebt u zelf ondertussen ook inzicht gekregen in die nota. De krachtlijnen daarvan zouden zijn: minder directe inkomenssteun, meer aandacht voor risicomanagement, meer aandacht voor klimaatbeleid, en dat Vlaanderen meer eigen doelen naar voren zou kunnen schuiven.
Het lijkt er dus op dat men toch iets heeft geleerd van de voorbije crisissen, en dat we op het Europese niveau naar een structurele hervorming gaan. Minister, welke opportuniteiten ziet u voor de Vlaamse land- en tuinbouw in die krachtlijnen?
Het wordt steeds korter. Zeer goed. Minister, hebt u genoeg aan een halve minuut? (Gelach)
Minister Schauvliege heeft het woord.
Collega Joosen, het gaat over een gelekte nota. Er is absoluut nog geen officieel document. Het is dus een beetje moeilijk om op basis daarvan te reageren. Vorige maandag ben ik met de Europese commissaris voor Landbouw trouwens op stap geweest in Limburg. Hij heeft daar aangegeven dat het officiële document er pas op 29 november aankomt, de eerste aanzet. Op 11 en 12 december zullen we daar in de Europese Raad voor het eerst over discussiëren. Pas in het voorjaar 2018 zal een definitieve tekst worden neergelegd, waarna het proces in gang kan worden gezet.
Ik zal dus nu niet reageren op een voorlopige draft. Wat ik u wel kan meegeven, is waar wij onze accenten leggen voor het toekomstig landbouwbeleid. U kent die ongetwijfeld, maar ik zal ze nog eens herhalen. Het eerste punt is dat er aan risicomanagement moet kunnen worden gedaan. Nu zien we dat de stabiliteit van markten een gegarandeerd inkomen voor onze landbouwers bijzonder moeilijk maakt. Dat lukt niet. Daar moeten voldoende instrumenten in zitten.
Het tweede punt is de verjonging. Zorgen dat er voldoende instroom is in het landbouwbeleid, dat we voldoende instrumenten hebben.
Het derde punt is alles in verband met milieu en klimaat. Zorgen dat de subsidies die we geven, nog meer het accent leggen op duurzame landbouw. We hebben een aantal duidelijke afspraken gemaakt in Parijs, waar de doelstellingen per sector zijn opgelegd. Dat geldt ook voor Landbouw. We zullen ook instrumenten moeten hebben om dat te kunnen doen.
Het laatste punt is heel belangrijk, dat is maatwerk. Wij zijn natuurlijk niet te vergelijken met Roemenië of Polen. Elke regio en lidstaat moet ook een aantal eigen accenten kunnen leggen die overeenkomen met het landbouwmodel van die regio.
Dat zijn de accenten die wij op tafel hebben gelegd. We blijven die ook herhalen. We zullen afwachten wat er op 29 november op tafel komt en op basis daarvan zullen we die accenten voldoende hoog op de agenda plaatsen.
Minister, ik blijf een klein beetje op mijn honger zitten. Ik begrijp dat u niet in uw kaarten wilt laten kijken. Ik kan me echter niet voorstellen dat u daar met onze Europese commissaris deze week niet over hebt gesproken.
Wij zien alvast wel een aantal opportuniteiten. De plafonnering van de inkomenssteun, het accent op de kleinere bedrijven, het klimaatbeleid dat meer prioriteit krijgt. De toekomst van onze Vlaamse land- en tuinbouw ligt in innovatie en in het creëren van meerwaarde op het vlak van duurzaamheid.
Ik zie twee grote bedreigingen voor de hervorming: het gebrek aan visie op lange termijn en het gebrek aan daadkracht en durf. Dat zijn belangrijke gevaren die achter de hoek schuilen. Het tweede gevaar is de brexit. Er zou zelfs al sprake zijn van een mogelijke verlenging van het huidige GLB. Hebt u er zicht op of een brexit invloed zal hebben op de timing van de hervorming?
De heer Caron heeft het woord.
Minister, we leven in barre tijden van glyfosaatdiscussies, maar moge dit een voorloper zijn op een ander landbouwbeleid in Europa. Er zijn verschillende dimensies die wij willen steunen. Milieu en klimaat, en het maatwerk zijn zulke belangrijke dimensies. Ik wil er toch voor pleiten dat in het landbouwbeleid van de toekomst wordt nagedacht over de sociale en ecologische kosten van de landbouw voor de toekomst.
Sociaal, daarmee bedoel ik vooral de landbouwer en de leefbaarheid van het landbouwbedrijf in zijn diverse vormen. Laat ons stoppen met steeds meer marktgericht te denken, steeds internationaler, mondialer, globaler. Het mag, maar laat ons vooral denken op een balans tussen wat we nodig hebben aan kwaliteitsvoeding en wat de sociale en ecologische kosten zijn van die landbouw. Die accenten zijn buitengewoon belangrijk. Ik denk dat we het anders in Vlaanderen in de ratrace, de puur economische mondiale ratrace niet zullen halen.
De heer Sintobin heeft het woord.
Minister, het is natuurlijk moeilijk om hier op basis van een uitgelekte nota en het persoonlijk gesprek dat u hebt gehad met de Eurocommissaris een debat te voeren. Ik kan me wel terugvinden in een aantal prioriteiten die u legt in het Vlaamse beleid. Maar ik moet u waarschuwen, zoals ik vorige week al heb gedaan. Want milieu en klimaat, dat klinkt allemaal heel mooi. Maar de vraag is natuurlijk wie dat allemaal zal betalen. Ik wil wijzen op een aantal zaken die nu zogezegd elitair zijn in het nieuwe GLB en die ook al in het vorige GLB stonden. En ik denk dan aan verjonging, maatwerk, specifieke kenmerken voor de regio.
Ik heb zo'n beetje het idee dat we van het ene GLB naar het andere sukkelen, zonder dat het eerste of huidige GLB ten volle tot uiting is gekomen. Ik zou er dan ook voor willen pleiten om geen ondoordachte initiatieven te nemen, maar vooral in het belang van de Vlaamse landbouwers en vooral gericht op de specifieke kenmerken van onze regio.
De heer De Meyer heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, wie het dossier volgt, is natuurlijk niet verrast door wat nu gesteld wordt.
Ik denk dat volgende elementen bijzonder belangrijk zijn: risicomanagement, duurzaamheid, verjonging. Daarenboven, minister, als er gesproken wordt over meer vrijheid voor nationale invulling, denk ik dat dat voor ons land, voor onze regio ongetwijfeld opportuniteiten en kansen inhoudt.
Voorzitter, daarnaast wil ik nog meedelen dat we uiteraard, zoals afgesproken in de commissie Landbouw, dit dossier grondig zullen opvolgen dit werkjaar, weliswaar zonder overhaasting.
De heer Vanderjeugd heeft het woord.
Minister, het is inderdaad misschien wel wat vroeg en voorbarig om voort te gaan op die nota. Maar laat ons misschien toch wat anticiperen. In de commissie hebt u altijd gesteld dat u die oefening nog voor het moment daar zou zijn wilt gaan maken met de commissie. Dat is een positieve zaak.
Wat er in die nota staat, lijken mij inderdaad beleidsmatig voor de hand liggende zaken te zijn. Heel wat zaken worden daar toch wel positief in het daglicht gesteld. Bij de afbouw van de rechtstreekse inkomsten, wat vandaag in het GLB ook aan de orde is, denk ik bijvoorbeeld aan de runderensector in Vlaanderen, die het vandaag niet zo eenvoudig heeft, gekoppeld aan alle uitdagingen zoals instandhoudingsdoelstellingen (IHD) en de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS), de melkquota enzovoort.
Maar als we zien wat er in de nota staat, dan is er inderdaad meer vrijheid voor nationale invulling. Dat is een gegeven waarop ik de nadruk wil leggen, dat we daar een goede navolging van zouden kunnen doen, zodat we die subsector van de Landbouw ook positief in het verhaal kunnen stimuleren. Want het financiële verhaal zal met de brexit waarschijnlijk ook niet al te rooskleurig wegen op dat nieuwe GLB. Daarom vraag ik daarvoor uw aandacht.
Collega's, misschien herhaal ik het best eens waarom het Europese landbouwbeleid bestaat en waarom er budgetten zijn uitgetrokken om onze landbouwers te ondersteunen. De filosofie daarachter is dat we de landbouwproductie bij ons in Europa willen houden omdat ze aan hele hoge standaarden voldoet, op het vlak van uitstoot van CO2, op het vlak van milieuhinder, op het vlak van dierenwelzijn. We hebben heel hoge standaarden en we willen die landbouw hier houden. En we willen een compensatie stellen tegenover dat concurrentienadeel dat men heeft. Dat is de filosofie. We moeten dat goed in het achterhoofd houden.
Collega, u vraagt hoe ik dat allemaal zal betalen. Er zijn middelen, zoals het Klimaatfonds. Er zijn middelen uitgetrokken om in de landbouw te investeren in onderzoek en ontwikkeling, en er zo voor te zorgen dat de uitstoot van CO2 en van broeikasgassen naar beneden gaat. Er is ook het Landbouwinvesteringsfonds, dat landbouwers ondersteunt wanneer ze investeringen doen op het vlak van duurzaamheid.
Mevrouw Joosen, uiteraard hebben wij een duidelijke visie. Ik heb ze daarnet ook opgesomd. Ik hoor hier, zowel vanuit de oppositie als van uzelf, dat we heel dicht bij elkaar zitten, dat de accenten die we leggen heel ruim worden gedeeld. Dat vind ik heel belangrijk. Natuurlijk heb ik maandag met de Europese commissaris over die prioriteiten gesproken. Hij had nog geen officieel standpunt en heeft er ook geen meegedeeld.
Ik heb uiteraard, tijdens het proeven van een aardbei en bij het bekijken van de boomgaarden, aan de commissaris die vier prioriteiten meegedeeld. Ik ga ze nog eens herhalen: weerbaarheid en zorgen dat landbouwers op risico's kunnen inzetten, verjonging en zorgen dat er instroom is in de sector, zorgen dat er voldoende aandacht is voor klimaat en leefmilieu en maatwerk. Collega De Meyer, het is inderdaad belangrijk dat we daar voldoende accenten op kunnen leggen.
U vraagt terecht naar de stand van zaken in verband met de brexit. Er is altijd gezegd dat we niet weten wat de financiële gevolgen zullen zijn van de brexit. Omdat het wel eens zou kunnen dat er een groot financieel gevolg is, kan dat natuurlijk als consequentie hebben dat er minder budgetten zijn om Europees te besteden, wat dan natuurlijk ook een effect zal hebben op het Europese landbouwbeleid. Ik ben er voor een stuk ook van uitgegaan dat er al vertraging is op het uittekenen van het toekomstig landbouwbeleid. De Eurocommissaris was er maandag heel duidelijk in en heeft de timing, die ik daarnet ook aan u heb gegeven, heel uitdrukkelijk op de tafel gelegd: 29 november, eerste tekst en op 10 en 11 december, eerste discussie. In het voorjaar van 2018 volgen dan de volledige onderhandelingen. Ik schrok er wat van dat hij zich houdt aan die timing, want ik denk dat er nog wel heel wat onduidelijkheden zullen zijn over het financiële pakket dat daartegenover staat, en dat is natuurlijk heel belangrijk.
Het stemt mij tevreden dat hier een consensus aan het groeien is over wat onze accenten zijn. We zullen die ook verder op tafel leggen. Laat ons vooral focussen op 29 november als de eerste visie van de Eurocommissaris naar buiten komt, en zorgen dat we goed voorbereid zijn. Het is fijn dat we dat samen met de commissie Landbouw en de parlementsleden kunnen aanpakken.
Minister, ik denk dat het inderdaad niet de moment is om rustig in het Europese hoekje te zitten wachten. De hervorming van het GLB is een belangrijk momentum. We moeten echt komen tot structurele hervormingen wil de EU haar geloofwaardigheid op het vlak van landbouwbeleid behouden.
Ik denk echt dat een krachtdadig en gedurfd standpunt van Vlaanderen een sterk signaal zou kunnen zijn, maar dan rekenen we uiteraard ook op uw durf en uw daadkracht om dit standpunt te brengen. (Applaus bij de N-VA)
De actuele vraag is afgehandeld.