Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de aanbevelingen geformuleerd in het jongste rapport van de Raad van Europa met betrekking tot de faciliteitengemeenten
Verslag
De heer Janssens heeft het woord.
Voorzitter, minister, de Europese Unie heeft toch wel bizarre prioriteiten. Als miljoenen Catalanen vinden dat ze van hun zelfbeschikkingsrecht gebruik willen en kunnen maken, zegt de EU: ‘Daar bemoeien wij ons niet mee, daar hebben wij niks mee te maken, dat is een interne Spaanse aangelegenheid.’ Maar wanneer een handvol Franstalige raadsleden uit de Vlaamse Rand vinden dat zij ook Frans moeten kunnen spreken in een Vlaamse gemeente, dan stuurt men een ‘fact finding mission’.
Zo was er begin dit jaar het zoveelste studiebezoek aan de Rand, een bezoek van een Zweed en een Zwitser, een Franstalige Zwitser. Hun bezoek heeft geresulteerd in een aantal aanbevelingen door de Raad van Europa. Als we deze lezen, kunnen we alleen maar besluiten dat ze genomen zijn in al hun onwetendheid, al hun onbekwaamheid en zelfs, denk ik, in al hun collectieve dwaasheid.
De Raad van Europa vraagt dat de burgemeesters in de faciliteitengemeenten niet langer meer benoemd zouden worden door de gewestelijke voogdijoverheid, dus door u als minister van Binnenlands Bestuur, maar door de gemeenteraad zelf. De Raad vraagt dat men in de faciliteitengemeenten niet alleen het Nederlands maar dus ook het Frans kan spreken. Eén ding is in elk geval duidelijk naar aanleiding van dat zoveelste studiebezoek: men kent nog altijd het verschil niet tussen Brussel en de Vlaamse Rand.
Dat studiebezoek kwam er na een klacht van onder meer Damien Thiéry, nog altijd een coalitiepartner van uw partij in de Federale Regering, die via de Raad van Europa de communautaire stilte door u en uw partij afgesproken in de Federale Regering, probeert te omzeilen. Minister, u hebt in een eerste reactie gezegd dat u die aanbevelingen van de Raad van Europa naast u neer gaat leggen.
Kunt u dat hier in het parlement bevestigen? Welke initiatieven zult u eventueel nemen om eindelijk een eind te maken aan die Franstalige provocaties?
De heer Van Overmeire heeft het woord.
Voorzitter, minister, vorige week donderdag kwam het Congres van Lokale en Regionale Autoriteiten van de Raad van Europa bij elkaar. Op de agenda stond ook het dossier van de faciliteitengemeenten. Ik moet zeggen, de Franstaligen weten hun omgeving wel te kiezen. Andere dossiers gingen over de situatie in Azerbeidzjan, opgesloten burgemeesters in Moldavië, de situatie in Catalonië, en daartussen zat het grote slachtoffer: de heer Damien Thiéry met zijn dossier.
Er is een rapport opgesteld. Er zijn twee conclusies. Men beveelt aan dat de minister van Binnenlands Bestuur van Vlaanderen niet langer de burgemeesters in Vlaanderen zou benoemen. Men vindt eigenlijk dat die faciliteitengemeenten een volwaardig tweetalig statuut moeten krijgen.
Nu heb ik zelf het genoegen om deel uit te maken van het Congres van Lokale en Regionale Besturen, samen met twee andere Vlaamse collega’s. Dat congres doet soms wel nuttige dingen, absoluut, maar hier was men toch compleet de pedalen kwijt. Ik zeg dit niet alleen in eigen naam, maar in naam van mijn twee collega’s, de heer Luc Martens en mevrouw Carla Dejonghe, die toch niet bekendstaan als grote communautaire scherpslijpers. Ze waren het samen met mij eens dat de gevolgde procedure met haken en ogen aan elkaar hangt, dat er sprake is van grote slordigheid en van grote vooringenomenheid. We hebben een aantal procedurele opmerkingen gemaakt, maar men is daar niet op ingegaan. Het uiteindelijke doel, meer bepaald Vlaanderen veroordelen, lag al vast van in het begin. Dat is heel duidelijk. We zijn het daarover over de partijgrenzen eens.
Nu is het rapport er. Minister, hoe zult u met dit rapport omgaan? Welk gevolg zult u daaraan geven? Hoe zult u verder omgaan met de procedure?
Minister Homans heeft het woord.
Mijnheer Van Overmeire, op uw laatste vraag kan ik bondig antwoorden: ik zal geen enkel gevolg geven aan de aanbeveling van de Raad van Europa.
Ik heb heel wat vragen over dat rapport, niet alleen over de inhoud maar ook over de manier waarop die missie tot stand is gekomen en over de manier van werken. U weet dat er in 2014 een zeer uitgebreide en zeer diepgaande monitoringmissie is geweest in Vlaanderen over de lokale democratie. Dat heeft geresulteerd in een zeer gefundeerd en onderbouwd positief rapport voor Vlaanderen wat de lokale democratie betreft.
In 2016 werd dan opnieuw beslist om een missie naar Vlaanderen te sturen. Dit is al de derde keer dat de lokale democratie in Vlaanderen wordt gemonitord door de Raad van Europa. Ik vind het leuk dat de focus op Vlaanderen ligt, maar als men weet dat bijvoorbeeld landen als Azerbeidzjan, Armenië en de Russische Federatie ook tot het werkingsgebied van diezelfde Raad van Europa behoren, dan stel ik mij toch de vraag waarom Vlaanderen de focus heeft. Ik vind dat zeer bizar. De redenen en de juiste inhoud van de missie zijn zeer onduidelijk. Er was absoluut geen transparantie over.
De heer Janssens heeft al gezegd dat de missie er gekomen zou zijn wegens een klacht van de heer Thiéry. We hebben dat ook vernomen en we hebben die klacht opgevraagd. We hebben die nooit gekregen. U weet ook dat de missie gaat over taal, maar u weet tegelijkertijd ook dat er in het Europees handvest inzake lokale autonomie geen enkele bepaling staat over taal. Als er een monitoringmissie komt, worden er normaal gezien heel duidelijke afspraken gemaakt over een programma en dergelijke meer. Dat is absoluut niet gebeurd. Ik heb dan ook heel duidelijk mijn ongenoegen laten blijken, maar ik ben wel zo vriendelijk geweest om die mensen te ontvangen. Ik heb er 2 uur mee gepraat, maar ik had niet de indruk dat ze enigszins weet hadden van wat hier in Vlaanderen gebeurt en hoe de regelgeving in elkaar zit. In september al heb ik formeel protest aangetekend tegen deze manier van werken bij de Raad van Europa.
Ik heb ook vragen over de inhoud van het advies van de Raad van Europa. De Raad van Europa stelt dat de benoeming door de minister van Binnenlands Bestuur van Vlaanderen eigenlijk niet goed is. In de 308 Vlaamse gemeenten is er momenteel een benoemde burgemeester. Het feit dat er in Linkebeek gedurende lange tijd geen benoemde burgemeester is geweest, lag niet aan onze procedure maar wel aan het gedrag van één persoon, namelijk Damien Thiéry. Dat staat buiten kijf.
De Raad van Europa wil ook duidelijk van de faciliteitengemeenten de facto tweetalige gemeenten maken. Ik herhaal wat ik daarnet al zei: taal staat niet in het handvest van de lokale autonomie. Ze zijn dus zelfs niet bevoegd om daar uitspraken over te doen. Nog belangrijker is dat de Raad van Europa getuigt weinig af te weten van onze toch wel zeer ingewikkelde staatsstructuur. De Raad van Europa zou wat mij betreft veel meer aandacht moeten hebben voor de zorgvuldig opgebouwde evenwichten in dit land in plaats van op zulke ondoordachte manier te werk te gaan.
Ik heb die aanbeveling gelezen en ik heb ze onmiddellijk in de vuilnisbak gesmeten. (Applaus bij de N-VA)
Minister, het is een goede zaak dat u die aanbeveling in de vuilnisbak hebt gesmeten, maar belangrijk is natuurlijk ook dat de taalwetgeving wordt nageleefd in Vlaanderen. We moeten meteen vaststellen dat die ene heer Thiéry dat niet heeft gedaan, want vorige maandag is er op de gemeenteraad in Linkebeek alweer Frans gesproken. U hebt waarschijnlijk de vaststellingen van de gouverneur daarover intussen al opgevraagd en gekregen. Die zullen allicht bevestigen dat Damien Thiéry in zijn hoedanigheid van voorzitter van de gemeenteraad niet heeft opgetreden toen er door raadsleden Frans werd gesproken in de gemeenteraad. Onze bestuurstaalwetgeving zegt tot nader order nog altijd dat in Vlaanderen het Nederlands moet worden gebruikt in gemeenteraden.
Wanneer wij dus vaststellen dat de voorzitter van de gemeenteraad de orde in de raad niet handhaaft, dan denk ik dat u daartegen moet optreden. U moet dat doen onder andere met artikel 71 van het Gemeentedecreet, dat zegt dat de burgemeester of schepen door de Vlaamse Regering geschorst of afgezet kan worden wegens kennelijk wangedrag of grove nalatigheid. En bovendien is er ook nog een omzendbrief op basis van een uitvoeringsbesluit van het Gemeentedecreet, dat zegt dat alle feiten in aanmerking kunnen komen om zo’n tuchtsanctie in te roepen, alle feiten binnen de uitoefening van het mandaat en daarbuiten. Dus vraag ik u, minister, kunt u nu eindelijk eens op basis van het Gemeentedecreet de tuchtsanctie tegen de heer Thiéry inroepen?
Ik keer even terug naar het Congres van de Raad van Europa. Dat is natuurlijk wat het is, minister: 324 burgemeesters, lokale en regionale vertegenwoordigers, van Ierland tot Vladivostok, van IJsland tot Azerbeidzjan, die elkaar twee keer per jaar ontmoeten. En die moeten zich dan uitspreken over communautaire spitstechnologie, zoals de omzendbrief-Peeters en de omzendbrief-Martens, enzovoort. U begrijpt dat dat Congres al snel een stemmachine wordt, die stemt wat haar wordt voorgelegd.
Maar er is een andere kwestie. Wanneer in de Raad van Europa een land wordt aangepakt, en dat gebeurt wel eens, dan treedt een hele machinerie in werking. Als er een klacht is tegen Rusland, treden heel het Russische apparaat, de Russische regering en de Russische diplomatie in werking. Als België of, beter gezegd, Vlaanderen wordt aangevallen, gebeurt er helemaal niets. Dan zegt het Belgische niveau dat het een interne kwestie is, en dan zegt de Belgische diplomatie dat het een interne kwestie is. Daarom, minister, is het goed dat Vlaanderen nu heeft beslist om de functie van Vlaamse vertegenwoordiger in Parijs te ontdubbelen en om speciaal iemand bilateraal aan te duiden die ook die Raad van Europa verder in de gaten moet houden. (Applaus bij de N-VA)
De heer Doomst heeft het woord.
Minister, ik ben dit altijd terugkerende slecht soort Europees theater beu. Bovendien is het geschreven door het politieke toneelhuis ‘Méfi’ – het zou beter ‘Défi’ genoemd worden. Ik stel echt voor dat wij in dat toneel niet meespelen. Het grondbeginsel is voor ons onaanvechtbaar. Is het niet mogelijk dat wij met zo veel mogelijk parlementen en regeringen een initiatief nemen om te vragen dat dit soort van rondreizend Europees volkstheater eindelijk eens zou kunnen stoppen?
De heer Daems heeft het woord.
Voorzitter, ik denk dat de minister van Binnenlands Bestuur de juiste houding aanneemt. Het gaat hier niet, mijnheer Janssens, over de Europese Unie; het gaat over de Raad van Europa, waarvan een van de onderdelen het Congres van Lokale en Regionale Besturen is. Zij kunnen adviseren. De essentie van het verhaal is de verdediging van de rechtsstaat. Wij hebben in Vlaanderen, zoals in vele landen, een particuliere situatie. Die moet gerespecteerd worden.
In die zin, minister, is het, los van het feit dat u geen gevolg geeft aan dit advies, waar wij volledig achter staan, want dit is correct, belangrijk dat er toch uitgebreid op wordt geantwoord. Wij moeten het hebben over de specificiteit die wij kennen. U hebt terecht verwezen naar het rapport van 2014, dat overigens in schril contrast staat met wat we nu van het Congres hebben gekregen. Ik vind het belangrijk dat we daar uitgebreid op antwoorden om twee redenen. Ten eerste maakt dit duidelijk dat wat wij doen binnen de rechtsstaat, perfect oké is. Kijk gewoon naar de staatshervormingen die bij overgrote meerderheid zijn goedgekeurd. Ten tweede omdat onze specifieke situatie – en dat is een vingerwijzing, of neen, niet een vingerwijzing maar een knipoog naar de heer Van Overmeire – wel eens het voorbeeld zou kunnen zijn om in andere landen toe te passen om daar een aantal precaire situaties definitief op te lossen.
Ik heb al formeel protest aangetekend bij de Raad van Europa. Ik heb dat ook laten weten. Ik heb ook uitgebreid toegelicht waarom. Ik heb een redelijk lange brief geschreven.
Wat nu de concrete situatie betreft van de gemeenteraad in Linkebeek van maandag laatstleden, stel ik vast, samen met u, dat mijnheer Thiéry stokebrand blijft spelen. Hij vindt dat blijkbaar leuk. Hij blijft dat doen, en hij meent op dit moment gesterkt te zijn door de aanbeveling van de Raad van Europa. Ik heb al gezegd dat die aanbeveling bij mij in de vuilnisbak ligt. En ik ben blij dat iedereen mij hierin steunt. Voor mij zijn die aanbevelingen niets waard. Mijnheer Thiéry zegt dat de Raad van Europa heeft gezegd dat hij dat mag doen. Hij voelt zich daardoor gesterkt en dus zegt hij dat hij de taalwetgeving en andere wetgevingen niet meer moet naleven. U weet dat ik in het verleden altijd zeer consequent heb gehandeld, zeker als het over de fratsen ging van Damien Thiéry.
Ik heb Thiéry bijvoorbeeld al herhaaldelijk niet benoemd. Hij is ook nog altijd niet benoemd als burgemeester van Linkebeek, dat weet u. Ik heb bijvoorbeeld ook al een aantal beslissingen vernietigd die ingingen tegen onze taalwetgeving, zoals het bijhouden van een taalregister. Ik heb dat onmiddellijk vernietigd, ik heb daar mijn verantwoordelijkheid in genomen.
Maar als u concreet verwijst naar een artikel in het Gemeentedecreet, mijnheer Janssens, vergist u zich. Er staat geen tucht in. Er is geen tucht ten aanzien van gemeenteraadsleden of de voorzitter van de gemeenteraad. De heer Thiéry is zo slim geweest – het is niet slim, hij wil gewoon een kinderachtig toneel opvoeren, daar komt het op neer – om zelf geen Frans te spreken, maar een aantal gemeenteraadsleden hebben wel Frans gesproken. Er is ook geen Frans gesproken tijdens beslispunten. Er waren zes beslispunten op de agenda van de gemeenteraad van Linkebeek. Die zijn allemaal perfect in het Nederlands afgehandeld. Als er Frans was gesproken tijdens de beslispunten, zou ik kunnen vernietigen. Maar op die momenten is er geen Frans gesproken. Wat hebben ze dan wel gedaan? Een zeer kinderachtig toneel opgevoerd en gewoon telkens een Franstalig gemeenteraadslid in het Frans laten antwoorden.
Als u zegt dat ik kan optreden, dan vergist u zich: ik kan niet optreden. Er bestaat geen tucht naar gemeenteraadsleden. Mijnheer Janssens, u weet, want u hebt er zelf naar verwezen, dat ik een pv heb, het zoveelste pv. Dat zit nu in een dossier en zal in een dossier blijven steken. Welk gevolg daar in de toekomst aan zal worden gegeven, dat zult u te gepasten tijde te weten komen. Maar ik zal er in elk geval op blijven toezien dat de taalwetgeving in de faciliteitengemeenten wordt nageleefd, net zoals ik dat in het verleden ook heel consequent heb gedaan.
U hebt gezegd dat we federaal hebben beslist om de communautaire vrede een beetje te bewaren, maar volgens mij maakt Thiéry ook nog altijd deel uit van de federale fractie van diezelfde partij. Het heeft absoluut geen zin om elke keer stokebrand te komen spelen in Vlaanderen. Maar ik blijf consequent handelen. Ik grijp in waar ik kan, waar het moet en waar het nodig is. (Applaus bij de N-VA)
Minister, ik ben het niet met u eens als u zegt dat u niet meer kunt doen. Ik heb verwezen naar artikel 71 van het Gemeentedecreet, dat gaat over de tuchtsanctie. Daarbij verwijs ik naar het uitvoeringsbesluit waarover een omzendbrief is verstuurd door de erudiete toenmalige minister Marino Keulen op 13 juli 2007. In die omzendbrief staat dat feiten die zowel binnen de uitoefening van het mandaat als daarbuiten gepleegd werden, in aanmerking kunnen komen om tuchtrechtelijk bestraft te worden als ze als kennelijk wangedrag of grove nalatigheid beschouwd kunnen worden. Wel, als een voorzitter van een gemeenteraad die ook eerste schepen is, dat is heel belangrijk, oproept om illegaal Frans te spreken in zijn gemeenteraad en als hij dat tijdens diezelfde gemeenteraad toelaat zonder op te treden, dan kan je toch wel zeker spreken over grove nalatigheid. Dan heb je een feit in de hand om artikel 71 van het Gemeentedecreet en die tuchtsanctie eindelijk tegen die meneer Thiéry in te roepen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Voorzitter, minister, collega's, hier is inderdaad een probleem van politieke loyauteit. Je kunt niet binnenlands zeggen ‘communautaire vrede’, ‘er mag niets veranderen’ en ‘geen communautaire ronde’ terwijl mensen van dezelfde partij vijf uur rijden ver, in Straatsburg, precies het tegenovergestelde gaan zeggen, die niet zeggen dat er een communautaire ronde moet komen, maar zeggen ‘Vlaanderen moet eenzijdige toegevingen doen’. Die Raad van Europa dient niet om interne Belgische evenwichten op de helling te zetten en Vlaanderen te dwingen om eenzijdige toegevingen te doen.
Minister, ik wil u alleen maar feliciteren met uw standvastigheid. U speelt als Vlaams minister uw rol. De vertegenwoordigers van Vlaanderen in de Raad van Europa zullen, met hoe weinig ze ook zijn, 3 op 324, daar verder hun rol blijven spelen. (Applaus bij de N-VA)
De actuele vragen zijn afgehandeld