Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Doomst heeft het woord.
Minister, we krijgen veel ‘quick news’. Nu is het de bedoeling om eens te polsen naar de ‘results’ van de ‘quick wins’ die in het vooruitzicht zijn gesteld voor de Brusselse ring, waar het almaar moeilijker is om te passeren, waar we dagelijks staan te blinken en, in het kader van de klimaatdiscussie van daarnet, ook staan te stinken. Het is eigenlijk een complete ravage aan het worden. Dat bleek gisterenmorgen nog, dat bleek ook tijdens een hoorzitting deze week nog in Vlaams-Brabant.
De mensen zeggen dat de ring onmogelijk wordt. Er stonden een achttal kleine werven in het vooruitzicht die zeer nuttig waren. Twee ervan zijn gehaald. Dat was beloofd ook op 1 september voor 13 oktober. De vraag op het terrein luidt: hoe ver staan we daarmee? Mogen we de realisatie ervan binnenkort echt verwachten?
Minister Weyts heeft het woord.
Ik probeer u een opsomming te geven. Er zijn inderdaad twee quick wins gerealiseerd, en in totaal zijn het er trouwens negen. Er is een extra rijstrook van de A201, van de luchthaven richting Vilvoorde gerealiseerd. Ook quick win 8, de verbinding tussen de E40 uit Brussel in Kraainem met de buitenring, is gerealiseerd. Dan hebben we quick win 1 en 5 waarbij in Groot-Bijgaarden de aansluiting met de E40 gerealiseerd is; de aansluiting in Machelen tussen de ring en de E19 start volgende week.
Dan hebben we nog quick wins 2, 3 en 4 waarmee we in het najaar starten. Hiervoor waren we aan het wachten op de verkeerssignalisatieborden die op de grote portieken moeten worden aangebracht. We konden niet starten voor die geleverd waren.
Dan is er tot slot quick win 9 in Tervuren, de verbinding met de E411, dat vraagt wat meer infrastructuurwerken. Dat maakt dat we kunnen starten eind dit jaar of begin volgend jaar.
Minister, ik mag dus veronderstellen dat het gros van de ingrepen eind dit jaar gerealiseerd zullen zijn?
Het is wel een nuttige denkrichting, misschien kunnen we daar onze creativiteit rond samenbrengen. In het verleden hebben we dat al geprobeerd, en dat is niet altijd even goed gelukt. Moeten we daar niet op doorgaan? De situatie op de ring wordt zo belemmerend. Kunnen nog dergelijke creatieve zaken de blokkade wat verlichten?
De heer De Ro heeft het woord.
Minister, we hebben allemaal gelezen dat sommige mobiliteitsexperten buitenlandse voorbeelden gaven waar de signalisatie, de richting waar pijlen naar wezen, een impact had op het verkeer. Ik vermoed dat uw diensten veel meer expertise hebben dan wij of journalisten. Mocht dat kloppen, denk ik dat dat ook geen grote inspanningen of kosten vergt. Vandaar zijn er nog een aantal kleine, zoals deze, die kunnen worden gerealiseerd voordat de grote werken beginnen en gerealiseerd zullen zijn.
Mevrouw Van den Brandt heeft het woord.
Wat is de stand van zaken van de verschillende alternatieven? Hoe zit het met onze overstapparkings? Met onze sneltrams? Met ons gewestelijk expresnet?
Deze actuele vraag gaat over de ring, maar de levens- en luchtkwaliteit voor de Brusselaars en de mensen in de Rand zijn ook gigantisch belangrijk. Die alternatieven hebben we ook snel en dringend nodig.
De heer Parys heeft het woord.
Ik ben blij dat die quick wins er quickly zullen komen, maar ik wil me aansluiten bij de vraag van mevrouw Van den Brandt. Het gaat om een globale aanpak voor Vlaams-Brabant en de ring. Er wordt geïnvesteerd in weginfrastructuur. Hoe gaat het eigenlijk met de hoofdwerken? Hoe gaat het met de investeringen in fietspaden? Die zijn ook belangrijk. Vinden die ook hun voortgang? Hoe zit het met het Brabantnet of de trambus die later een tram zal worden? Wanneer mogen we in Vlaams-Brabant op dat punt vooruitgang verwachten?
De hoofdwerken op de ring rond Brussel zullen starten in 2019. In afwachting heb ik aan de diensten gevraagd om een screening te doen en zoveel mogelijk quick wins op te lijsten. Er is een lijst van negen quick wins.
Zijn er nog suggesties? Zeer zeker. De idee van de pijlen wordt meegenomen, maar het is niet zo dat dit zo’n enorme impact gaat hebben op de filevorming. Dit zorgt vooral voor duidelijkheid en een iets betere doorstroming als resultaat daarvan.
Wat betreft alle andere werken hebben we geprobeerd om lessen te trekken uit het Oosterweelproject. Wat me altijd gefrappeerd heeft, is dat Oosterweel werd gereduceerd tot een discussie over een brug of een tunnel, terwijl het een omvattend verhaal is. Er wordt gewerkt aan een wegverbinding van maar enkele kilometers terwijl er 40 kilometer of zelfs meer fietspaden worden aangelegd.
Er wordt 30 hectare extra groen aangelegd en 39 hectare extra bos. Het kan ook omgekeerd zijn. Dit is alleszins een veel ruimer verhaal, maar men is vergeten dat te vertellen. We hebben De Werkvennootschap opgericht, met de heel specifiek ambitie om al die werken te coördineren vanuit één hand, in plaats van De Lijn, het Agentschap Wegen en Verkeer en een aantal administraties dat apart te laten doen. Daarbij wordt niet alleen gefocust op een stuk weg van 21,5 kilometer maar ook op 40 kilometer fietspaden en 60 kilometer traminfrastructuur.
We bereiden het milieu-effectenrapport voor en we zijn al bezig met werksessies op het terrein om de gemeenten mee te hebben in het verhaal en om de verschillende vraagstukken inzake meer natuur, mobiliteit en leefbaarheid al te beantwoorden in dialoog met de betrokken gemeenten. Daarnaast starten we volgend jaar met de eerste investeringen wat betreft de fietsverbindingen. Dus nog voor we een schop in de grond hebben gestoken inzake de wegverbinding, investeren we resoluut in de alternatieven. Ook de investeringen in trams en bussen heb ik naar voren getrokken. Als we moeten wachten op traminfrastructuur, dan zou dat nog eens lang kunnen duren.
Wat het Gewestelijk Expresnet (GEN) betreft, moet ik u ontgoochelen: ik ben daar niet voor bevoegd. Ik heb vooralsnog genoeg werk, maar ik had dat er wel graag bij genomen. De trein is vooralsnog een federale bevoegdheid, maar ik hoop samen met u dat wij daar binnenkort ook hier in dit parlement over kunnen spreken omdat het dan een Vlaamse bevoegdheid zou zijn.
Minister, ik ga akkoord met het brede verhaal, ik denk dat het absoluut zo moet zijn. Maar ik kan alleen met Wim De Craene zingen dat het nu een complete ravage is op die Brusselse ring. Ik zou dan ook willen vragen om kwiek te blijven en om dit zeker tegen 2019 voldoende verkwikkend te blijven aanpakken.
De actuele vraag is afgehandeld.